Article header image
Article header image

Arie Slob: “Het is zo goed gegaan dat het niemand is opgevallen”

U heeft veel aandacht aan lokale media besteed, in de afgelopen vier jaar.
“Die aandacht voor landelijke media heb ik altijd een wat eenzijdige fixatie gevonden. Mijn belangstelling voor lokale en regionale media is er altijd geweest. Er stond natuurlijk wel iets over in het regeerakkoord, maar ik heb het vooral als een persoonlijke missie van mijn ministerschap gezien om die verbindingen te maken tussen de verschillende publieke lagen: lokaal, regionaal en landelijk. Simpelweg omdat ik denk dat ze enorme toegevoegde waarde naar elkaar toe hebben.”

Statement
“In de dagelijkse praktijk zie je dat de nationale omroep de meeste aandacht krijgt en dan ook nog vaak vooral de televisie. Bij een begrotingsbehandeling in de Kamer ben ik in mijn verhaal naar aanleiding van mijn mediabrief opzettelijk begonnen met het bespreken van de lokale omroep. Dat was voor mij een statement, waarmee ik wilde laten zien hoe belangrijk ik lokale media vind. Ik heb nooit zoveel gehad met die voetbalmetafoor waarbij landelijke media Champions League zouden zijn en lokale omroepen derde klasse amateurs op zaterdag. Natuurlijk is er verschil als het gaat om professionaliteit en als je kijkt naar het geld dat erin omgaat. Maar op alle niveaus, lokaal, regionaal en landelijk, wordt journalistiek bedreven die van waarde is voor mensen. En het is op al die niveaus belangrijk dat dat op een goede manier gebeurt.”

“Stop met elkaar de
maat te nemen en ga
gewoon samenwerken”

Zoveel aandacht is de sector niet gewend.
“Ik ben er trots op als ik zie wat we met elkaar in de afgelopen tijd allemaal hebben kunnen laten zien. Ik heb niets met Calimero-uitspraken die je voorheen nog eens wel eens hoorde. Dat gedoe van ‘zij zijn groot en wij zijn klein en dat is niet eerlijk’ levert je in het dagelijks leven helemaal niets op. Stop met elkaar de maat te nemen en ga gewoon samenwerken. Laat gewoon zien wat je waard bent en ga er vol voor. Ik ben zelf minister van een kleine partij en we laten ook dagelijks zien hoe je het verschil politiek kan maken. Ik ben ook ontzettend blij dat er bij de RPO, de NLPO en de NOS ook allemaal mensen op posten gekomen zijn die zeiden: laten we gewoon aan de slag gaan! Gelukkig heb ik ook kunnen helpen door geld vrij te maken waarmee nu bijvoorbeeld 63 professionele journalisten vanuit de NOS aan de slag zijn gegaan om de lokale journalistiek te versterken.”

Meerjarig effect
“Dit zijn de kwaliteitsimpulsen die echt kunnen helpen om van die Calimero-houding af te komen. Gewoon laten zien waartoe je op aarde bent. En niet alleen aan de politiek maar ook aan je partners. Want ook de regionale omroepen en de NOS gaan nu zien welke meerwaarde je te bieden hebt. En wat de toegevoegde waarde daarvan is voor hun eigen verhalen. Dan zal, naar ik hoop, ook een meerjarig positief effect hebben.”

SlobMinister Slob in 2018 op bezoek bij RTV Noord Oost Friesland

U ging ook naar omroepen toe.
“Ik ben bij veel lokale en regionale omroepen langs geweest. Dat schijnt bijzonder te zijn, maar ik vond het gewoon bij mijn werk horen. En ik genoot er ook van. Ik zag op locatie hoe er werd samengewerkt en ben ervan overtuigd geraakt dat die samenwerking twee kanten op werkt. Ook regionale omroepen hebben voordeel van een sterke lokale omroep. Ik zag ook waar ze mee worstelden en heb gekeken hoe ik kon helpen. Zo stond er nog geld uit een vorige kabinetsperiode, waar regionale omroepen moeilijk aan konden komen. Ik heb toen de ‘ketens’ van dat geld afgehaald en tegen de regionale omroepen gezegd: je mag het nu ook gebruiken om samenwerking met lokale omroepen te bevorderen. Ik ben wel open geweest over het feit dat lokale omroepen aan gemeenten vast zitten en dat het dan dus qua financiën anders loopt dan bij landelijke omroepen. Maar als minister heb ik een stelselverantwoordelijkheid waarbij ik me wel degelijk kan inzetten voor een sterke publieke omroep op alle niveaus.”

“Alles wat ik me had voorgenomen,
en zelfs nog meer, heb ik kunnen
doen in de afgelopen kabinetsperiode”

Vorige kabinetten brachten media steeds onder bij een staatssecretaris. Heeft u er zelf voor gezorgd dat het nu onder een minister viel?
“Het had vooral te maken met het feit dat de ChristenUnie niet met één maar met twee ministers in de Trêveszaal terecht wilde komen, zoals dat in de periode daarvoor ook gebeurd was. En ik denk dat dat voor het onderwijs en voor de media niet verkeerd is geweest. Alles wat ik me had voorgenomen, en zelfs nog meer, heb ik kunnen doen in de afgelopen kabinetsperiode. Alle wetgeving is door de Kamer gegaan met enorme steun. En ook voor de nationale media is dat ongekend geweest. Zeker als je bedenkt hoe het debat over de vorige concessie verlopen is. Het is zo goed gegaan dat het niemand is opgevallen. Onderwijs en media zijn echt mijn ding. Als je mij van tevoren een blanco papiertje had gegeven waar ik mijn voorkeur op had moeten schrijven, dan waren dat de woorden Onderwijs en Media geweest.”

Met één mond
Voordat u aantrad, gingen discussies vaak over het salaris van een presentator of was er boosheid omdat een programma verdween. Dat is in uw tijd omgeslagen en discussies werden zakelijker. Heeft u daar een verklaring voor?
“Nou, het kan er in debatten nog steeds wel heftig aan toe gaan, maar ik heb ook de sector zelf uitgelegd dat ze meer gezamenlijk met een eenduidige boodschap naar buiten moesten treden. Niet te veel over elkaar maar met elkaar praten. Want op het moment dat je met drie of vier boodschappen naar buiten komt, dan is er geen chocola van te maken. En dan maak je het mensen die niet zoveel willen doen ook makkelijk om zaken naast zich neer te leggen. Met één mond spreken, levert uiteindelijk veel meer resultaat op dan wanneer iedereen maar wat roept, dat het nooit genoeg is en noem maar op. Ik vind dat de mensen op alle belangrijke plaatsen dat ook op een hele gedisciplineerde wijze hebben gedaan in de afgelopen kabinetsperiode. En ik hoop ook dat het zo blijft, want het is echt het allerbeste wat je kan doen. Het geeft het beste resultaat. Dat hebben we eigenlijk gewoon bewezen in deze kabinetsperiode.”

Dus daar ligt een mooie blauwdruk voor de toekomstige werkwijze.
“Kijk, als je met mij praat en je gaat ondertussen ook nog op andere manieren proberen je zin te krijgen, om het maar even plat te zeggen, dat werkt natuurlijk niet goed. Het moet gewoon fair, open, eenduidig. Het medialandschap is vaak een enorm verdeeld huis met heel veel verschillende belangen. En als de mensen in dat huis ook nog eens een keer niet eenduidig naar buiten treden, dan helpt dat niet om resultaat te boeken. Omdat het zo gedisciplineerd ging, heb ik ook kunnen leveren. Het is echt uniek dat we in coronatijd nog zoveel geld, 35 miljoen, aan steun hebben kunnen geven aan meer dan vijfhonderd verschillende media, waaronder lokale omroepen, huis-aan-huiskranten en nieuwswebsites. Zo konden miljoenen mensen in coronatijd ook op die manier informatie blijven ontvangen.”

“Omdat het zo gedisciplineerd
ging, heb ik ook kunnen leveren”

Hoe ver moet steun van de overheid gaan? Wanneer dreigt het gevaar van een staatsomroep?
“Er is altijd een rode lijn als het om media gaat. We gaan ons niet met de inhoud bemoeien. En we zijn er natuurlijk ook niet om organisaties die eigenlijk geen bestaansrecht hebben tot in lengte van jaren in leven te houden. Als organisatie moet je zelf zorgen dat de bedrijfsvoering op orde is en dat is een kwetsbaarheid voor lokale omroepen, omdat die vaak qua menskracht beperkt zijn. Lokale omroepen zijn vaak erg afhankelijk van een paar mensen die daar veel tijd energie en liefde in steken. Kun je over een paar jaar met diezelfde mensen je organisatie nog draaiende houden?”

“Daarnaast is het ook belangrijk om niet in structuurdiscussies te blijven hangen, maar je vooral op de inhoud te richten bij de professionalisering van de mensen die zich met die inhoud bezig gaan houden. Daar is het project met de NOS een mooi voorbeeld van. Er zal heus wel een keer over de structuren gesproken gaan worden, maar pas op dat je niet alleen in deze discussies terechtkomt, want die zijn killing voor de inhoud.”

Positief verrast
Toen u aan deze periode begon, wat is u toen tegen- en meegevallen?
“Wat in het begin tegenviel, was dat ik in het veld wel een aantal heel geharnaste standpunten aantrof. Zo vond ik dat de lokale omroepen zichzelf wel heel sterk verbonden hadden aan die streekomroepenvorming. Dat is uit de sector zelf gekomen, maar ik had de indruk dat het wel erg massief als een doel voor iedereen werd gezien. Dat vond ik te star. Waar het kan is het natuurlijk gewoon prima, maar misschien is het niet overal mogelijk en ook niet overal nodig. Wat mij later in positieve zin is opgevallen, is dat iedereen uit zijn eigen comfortzone is gekomen en dat men onbevangen die samenwerking met elkaar is aangegaan. Ik ben zeer positief verrast, als ik zie waar we nu aan het eind van deze kabinetsperiode staan. Want ik kan daar wel heel veel over zeggen en zaken stimuleren, maar zij moeten het uiteindelijk allemaal doen. Ze hebben daarin grote stappen gezet en gewoon laten zien dat ze dat met elkaar kunnen.”

Gaat het nu allemaal zoals u hoopte dat het zou gaan?
“In ieder geval met betrekking tot de verbindingen die gemaakt moesten worden om meer samen te werken. Maar het niveau waarop nu al wordt samengewerkt, dat we dat ook al op de werkvloer aan het doen zouden zijn, had ik nog niet voor mogelijk gehouden. Corona heeft volgens mij nog maar eens heel duidelijk gemaakt hoe belangrijk een gezonde lokale omroep voor inwoners kan zijn en dat mensen echt behoefte hebben aan goede nieuwsvoorziening vanuit hun directe omgeving. Terugkijkend op deze afgelopen kabinetsperiode denk ik dat er mooie grote stappen zijn gezet. Alles wat dit kabinet had voorgenomen qua wetgeving is door de Kamer gegaan en de sector zelf heeft enorm veel huiswerk gemaakt. Alles is panklaar voor een volgend kabinet.”

“Laat nu eerst zien
welke meerwaarde je
met elkaar te bieden hebt”

Risico is wel dat begin volgend jaar, als alle subsidies op zijn, we weer helemaal terug naar af moeten. Komt dat structurele geld er?
“Ik kan natuurlijk niet te veel zeggen over investeringen die gedaan moeten worden. Dat past niet bij mijn demissionaire status. Maar waar ik wel voor wil waarschuwen, is dit: je kunt nu wel weer met een donkere bril naar de toekomst kijken, naar volgend jaar kijken en alvast ach en wee gaan roepen, maar laat nu eerst zien welke meerwaarde je met elkaar te bieden hebt. En vertrouw er dan op dat de politiek ook ziet waarom het belangrijk is dat we dit met elkaar dan op deze manier gaan doen. Dat is het krachtigste wat je nu kan doen.

SlobMinister Slob in 2020 op bezoek bij Hart van Holland in 2020

Politieke keuzes
Hoe denkt u dat het nu verder gaat?
“Als we blijven focussen op resultaat door duidelijk te maken waar we met elkaar meerwaarde kunnen creëren met deze samenwerking, dan heb ik er ook vertrouwen in dat er in de politiek weer ruimte zal gaan komen voor de komende jaren om dit verder uit te bouwen. Maar daar moeten politieke keuzes gemaakt worden op een plek waar ik nu zelf niet bij zit.”

Wilt u de sector of het volgende kabinet nog iets meegeven?
“Ik hoop dat men de waarde die we in deze kabinetsperiode met elkaar hebben toegevoegd aan de lokale omroepen vast weet te houden.”

In BM oppert een aantal mediaprominenten het idee dat in een volgend kabinet mediabeleid en financiering van de media voortaan onder één minister (OCW) zou moeten vallen en niet onder twee (OCW en BZK), zoals nu het geval is. Spreekt dat u aan?
“Ik weet dat er verschillende ideeën over leven, maar dat is een besluit dat toch door een volgend kabinet genomen zal moeten worden. Ik heb in de afgelopen kabinetsperiode denk ik wel laten zien dat het heel goed kan in samenwerking met BZK. Wat niet wil zeggen dat het ook niet anders kan.”

Gaat u na deze kabinetsperiode nog iets doen in de media?

“De toekomst is voor mij nog enigszins in nevelen gehuld. Ik ga eerst maar even door tot het einde van deze kabinetsperiode en dan ga ik eens nadenken. Ik zal onze lokale media in Zwolle zeker op de voet blijven volgen. Dat heb ik mijn hele leven gedaan en dat houdt na dit ministerschap niet ineens op.”

Bron: BM/Arthur Vierboom

Bericht delen
Article header image
Article header image

Haagse Geluiden: Lucille Werner (CDA)

Hoe kijkt u naar ontwikkelingen in het lokale medialandschap? Waar liggen kansen en waar bedreigingen? 
‘Grote uitdagingen voor de lokale media zijn de inkomsten (teruglopende advertentie-inkomsten) en behoud van kwaliteit. Het CDA wil zich inzetten om die kwaliteit en onafhankelijkheid van de lokale omroep te kunnen waarborgen, door daarin te investeren. Het feit dat de lokale journalistiek onder druk staat, is een groot risico voor de democratie. Een andere bedreiging is de toename van dreigende situaties waarin journalisten, dus ook van de lokale media, hun werk moeten uitoefenen. Dit keuren wij sterk af; journalisten moeten veilig en ongehinderd hun werk kunnen doen voor een onafhankelijke journalistiek. Binnenkort wordt er in de Tweede Kamer met onze steun een Rondetafelgesprek over dit onderwerp georganiseerd. Het is belangrijk om hier meer aandacht aan te schenken en te kijken naar mogelijkheden om ervoor te zorgen dat journalisten veilig hun werk kunnen doen.’
 
‘Kansen zijn er ook; je ziet dat de lokale omroep goed wordt gewaardeerd, er is grote belangstelling voor programma’s en artikelen over de naaste woonomgeving van mensen. Ook een goede trend is dat landelijke media steeds vaker artikelen/reportages van lokale media op hun eigen platform aanbieden. Daar hebben we ons als CDA ook sterk voor gemaakt. Daarmee kun je een bredere groep mensen bereiken en interesseren voor lokaal nieuws.’

Heeft u kennis genomen van het stuk ‘De Lokale Omroep Op Stoom’ dat door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek is aangeboden aan de minister? En wat vindt u van de aanbevelingen uit dat stuk?
‘Voor een groot deel kunnen we ons goed vinden in de aanbevelingen; we vinden het als CDA belangrijk om te investeren in kwaliteit van de lokale omroep en zien het belang van de lokale omroep voor de lokale nieuwsvoorziening. Een professionele, lokale journalistiek draagt tevens bij aan het beter functioneren van de lokale democratie en het publieke debat. Verder vinden we het belangrijk om de uitkomsten van de pilot van het ministerie van OCW af te wachten voor professionalisering van de lokale omroepen die genoemd wordt in het artikel en die eind 2021 afloopt. Uit die uitkomsten moeten lessen getrokken worden voor de toekomst.’

Vindt u dat de rol van een overheid rond lokale media verandert nu in dat landschap adverteerders verdwijnen (en de daarmee gefinancierde nieuwsbladen)?
‘Wij zien dat deze inkomsten al langer onder druk staan en dat dit vorig jaar is verergerd door het wegvallen van adverteerders vanwege corona. Het is nog niet duidelijk of zich dit gaat herstellen als corona voorbij is. Tevens zien wij dat de interesse in lokaal nieuws behoorlijk is gestegen in coronatijd en zou het best kunnen dat mensen meer dan voor corona lokale media blijven gebruiken voor lokale nieuwsvoorziening. Nogmaals; wij zien als CDA de noodzaak te investeren in de lokale omroep, maar zijn ook benieuwd naar de uitkomsten van bovengenoemde pilot om te kijken op welke manier dat het beste kan.’

Hoe zou u de fase waarin de lokale omroepsector zich bevindt willen typeren? Hoe belangrijk is dit jaar bijvoorbeeld voor het voorbestaan van deze sector?
‘Uiteraard is dit vanwege de vorming van een nieuw kabinet een belangrijk jaar voor lokale omroepen en andere sectoren die met publiek geld moeten worden gefinancierd. Nu er nog geen begin is gemaakt met formeren is het afwachten hoe zich dit ontwikkelt.’

Bron: BM
Foto: CDA
 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Gerard Timmer: “NOS heeft een grote journalistieke verantwoordelijkheid”

Recent nam de NOS 63 journalisten extra in dienst om regionale en lokale omroepen journalistiek te versterken. Een initiatief dat gesteund wordt door OCW.

Timmer praat in Business Update met Charles Groenhuijsen ook over het ‘landsbelang’ van een veilige en betrouwbare IT-technische infrastructuur van de NOS en goed georganiseerde video-datastromen binnen de NOS. De uitzendstraten en archieven zijn 24/7 operationeel, redundant uitgevoerd en bovendien is er elders in het land nóg een operationele locatie stand-by.

Dat de grote spelers NPO, RTL en Talpa meer zouden kunnen en moeten samenwerken is voor Timmer wel duidelijk: “Technisch kan het makkelijk, én met behoud van eigen identiteit. In NLZIET komt er al veel samen, maar er zijn wat politieke redenen waardoor dat nog niet één gezamenlijk totaalaanbod is.”

Bekijk hier het interview van Charles Groenhuijsen met Gerard Timmer in de SLTN studio in Hilversum.

Bron: SLTN/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Anton Tobé, Voorzitter en programmamaker bij DNO

“Zo’n 40 van de 60 vrijwilligers die bij DNO actief zijn, hebben een leeftijd boven de 40 jaar. 20 tot 25 vrijwilligers zijn dagelijks of wekelijks betrokken bij de omroep. Jongeren blijven meestal niet zo lang. We zijn er wel trots op dat een aantal vrijwilligers, die hier begonnen zijn, terecht zijn gekomen bij RTV Drenthe, RTL, Hart van Nederland (SBS) en Radio 538.”

“Tijdens corona hebben we veel positieve reacties gekregen. In de eerste drie maanden van corona is bij DNO iedere dag tussen 10.00 en 12.00 uur en tussen 17.00 en 19.00 uur onze speciale corona-programmering direct online uitgezonden. We hebben toen veel verbindend werk kunnen doen, bijvoorbeeld door in overleg met de verpleeghuizen onze natuurfilms uit de buurt ‘s middags opnieuw uit te zenden zodat daar in de verpleeghuizen door bewoners naar gekeken kon worden. Ook heeft de omroep tijdens corona verslag gedaan van dodenherdenking in mei en is een lokaal concert hier live geregistreerd en uitgezonden.”

Ouderendag
“Er is veel werk gemaakt van Ouderendag die dit jaar voor zo’n 700 ouderen op locatie niet door kon gaan. Door dat dit jaar helemaal op TV te brengen kon iedereen het thuis meebeleven. Toen de avondklok werd ingevoerd hebben we in samenwerking met ondernemers een bingo-programma van stal gehaald, zodat we mensen die thuis zaten ook met spelletjes afleiding konden bezorgen.”

“Bij DNO wordt twee keer per maand de raadsvergadering live uitgezonden. En die wordt dan eerst netjes voorbeschouwd, zodat mensen een idee hebben welke besluiten er op de agenda staan. We hebben ook aandacht besteedt aan de Tweede Kamerverkiezing in ons politieke programma. We hebben uitvoerig gesproken met verkiesbare kandidaten voor de Tweede Kamer die uit ons verzorgingsgebied (Noord Overijssel, Zuidwest Drenthe) komen.”

Inkomsten
“Bij DNO merkten makers ook dat mensen thuis het beeld aan hebben staan tijdens onze radio-uitzendingen. Mensen hadden bijvoorbeeld commentaar, omdat presentatoren dezelfde kleren van een week eerder aan hadden. We lopen dit jaar wel wat reclame-inkomsten mis. Van de 40.000 euro die we hier jaarlijks uitgeven komt 10.000 euro uit reclame, maar het is gelukkig dankzij de tijdelijke extra ondersteuning van het ministerie van OC&W geen probleem om op de been te blijven. Door het wegvallen van andere lokale media neemt het belang van een lokale omroep – en daarmee de druk op vrijwilligers – toe in dit gebied. Het is wel belangrijk dat de politiek zich dat realiseert en zorgt dat we dit kunnen blijven doen.”

Bron: BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

De nieuwe koers van Buma/Stemra

Maar hoe ingrijpend het effect van het virus ook is en nog wordt, het tweekoppige bestuur van Buma/Stemra kijkt met vertrouwen vooruit en wil op de langere termijn juist voor positieve impact zorgen met een nieuwe koers: To the Beat of the Drum. Dat de zeer diverse achterban van Buma/Stemra – van dj’s en beginnende singer-songwriters tot grote muziekuitgevers en van klassiek en pop tot jazz en dance – hard is geraakt door Covid-19 mag een understatement heten, beseffen Kobes en Kloppers.

“Van heel veel van wat we normaal innen voor het openbaar maken van muziek, komt nu geen cent binnen. Poppodia, evenementen, festivals, horeca, nachtclubs en veel winkels zijn op slot. Bovendien kregen radio- en televisiezenders aanvankelijk een enorme tik qua advertentieomzet, wat ook weer zijn weerslag heeft op onze inkomsten. Voor het deel van onze achterban dat niet alleen afhankelijk is van auteursrechtgelden maar ook van optredens of lesgeven, viel zelfs in één klap alles weg. Voor hen hebben we direct een fonds opgezet om de eerste nood te lenigen, ongeveer 2,5 miljoen euro, wat door het ministerie van OCW is verdubbeld waarmee we een investeringsfonds hebben ingericht. Maar het blijft natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat.”

“Daar tegenover staat dat de groei in het online segment aanzienlijk positiever uitpakt dan onze verwachting van voordat de coronacrisis losbarstte. Waar evenementen en horeca voor een enorme dip zorgden, zien we een groei in het streamen van muziek. Het speelveld is overigens wel enorm aan het veranderen. Daar waar in de traditionele media Buma/Stemra alle repertoire (dus ook van buitenlandse componisten) vertegenwoordigt binnen Nederland, ligt dat in de online business anders. Daar vertegenwoordigt Buma/Stemra het repertoire van de bij haar aangesloten 30.000 leden, maar dan op wereldwijde schaal.”

Marleen KloppersMarleen Kloppers

“Auteursrechtinkomsten zijn de belangrijkste en soms de enige inkomstenbron voor componisten. Het is dan ook cruciaal om te zorgen dat een gezond evenwicht bestaat tussen de omzet van muziekgebruikers, zoals internetplatforms en zalen met muziek, en de inkomsten van de componisten die de muziek maken. Dat is zowel in het belang van de componisten als van de muziekgebruikers. Wat is nou een tv- of radiozender zonder muziek? Buma/Stemra speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van dit evenwicht.”

Achterstallig onderhoud
Het nieuwe businessplan, To the Beat of the Drum, was dat er ook gekomen zonder Covid-19?
Kobes: “Ja, daar waren we al mee bezig voordat de crisis begon. Ik trof een organisatie met veel achterstallig onderhoud. Het systeem, de organisatie, de cultuur en de klantgerichtheid moesten worden aangepakt; de luiken moesten open, zowel naar de rechthebbenden als naar de muziekgebruikers. Er was een gedegen strategisch plan nodig hoe we de toekomst zien, met name de verschuiving van traditionele media naar online.”

In To the Beat of the Drum worden vier belangrijke keuzes gemaakt, benadrukken Kobes en Kloppers. “Ten eerste dienstverlening op maat verlenen, niet alleen nu, maar ook voor straks. De trends zijn wel duidelijk: globalisering, de opkomst van de internationale techreuzen en digitalisering. De hoge eisen die muziekgebruikers en rechthebbenden aan ons stellen, blijven van kracht, Covid-19 of niet. Die shift naar online zal zelfs nog worden versterkt door corona.”

“Die shift naar online
zal zelfs nog worden
versterkt door corona”

“Verder zetten we in op groei, niet alleen in volume, maar ook kwalitatief, via meer en betere service. Wij zijn geen bedrijf dat alleen int en weer verdeelt, maar we willen in de toekomst ook managementinformatie kunnen geven aan componisten en uitgevers. Dat je bijvoorbeeld inzichtelijk maakt welk liedje in welk land veel wordt gedraaid en via welke media, zodat je daar op kunt sturen.”

Bernard KobesBernard Kobes

Onder druk
“Het derde speerpunt is het bevorderen van de collectiviteit. We hebben een heel diverse achterban, met verschillende en soms zelfs tegengestelde belangen. Maar er is óók een groot overkoepelend belang, mede in relatie tot onze buitenlandse zusterorganisaties. De positie van het auteursrecht staat continu onder druk, vandaar dat we ook in Den Haag, Brussel en op internationaal niveau hard bezig zijn voor onze leden.”

Het vierde en op korte termijn belangrijkste aspect van de nieuwe koers is het op alle mogelijke manieren versterken van de Buma/Stemra-organisatie, met name via investeringen in IT. Marleen Kloppers: “Het huidige systeem is aan het eind van zijn levensduur en willen we een goede basis hebben om ons in de toekomst verder te ontwikkelen, dan moet het nu worden vervangen. De verwachting is dat dit proces over ongeveer twee jaar is afgerond. Dat betekent niet dat al onze wensen meteen kunnen worden gerealiseerd, maar dan hebben we in ieder geval gezorgd voor meer stabiliteit en kan veel handwerk worden geautomatiseerd, wat tot kostenbesparing leidt. We kunnen grotere hoeveelheden data beter verwerken en meer detecteren, ook wat in de zogeheten longtail zit.”

“Vergeet niet dat die verschuiving naar online ook betekent dat je miljarden transacties méér moet kunnen verwerken”, vult Kobes aan. “Daar moet je IT-infrastructuur wel op zijn ingericht, dus dat vereist een modern netwerk, cloud based, modulair van opzet en flexibel. Corona verandert niet zozeer iets aan onze strategische ambities, maar wellicht wel aan de fasering en het tempo. Gaat het vaccin werken, krijgen we misschien toch een derde of vierde golf? Dat heeft natuurlijk grote impact op onze portemonnee. De incassostroom is door corona een stuk minder, maar we moeten voor de korte termijn wel meer geld uitgeven wat we op de langere termijn weer moeten terugverdienen.”

Spanningsveld
Kloppers: “De kunst is om het evenwicht te vinden tussen doen wat noodzakelijk is om de stip op de horizon vast te houden, de lange termijn, en wat je qua uitgaven nú kunt investeren om dat te bewerkstelligen. Dat is een spanningsveld, waarbij je goed moet afwegen wat verstandig is. We gaan van start met de voet bij de rem.”

Om de metafoor van de nieuwe koers te gebruiken: To the Beat of the Drum. Kobes: “De drum bepaalt het ritme, de basis van muziek en is daarmee de metafoor voor de koers van Buma/Stemra. Zo is de nieuwe strategie de altijd aanwezige hartslag van de organisatie.”

“De drum bepaalt
het ritme, de basis
van muziek en is
daarmee de metafoor
voor onze strategie”

De Nederlandse rechtenorganisatie int grofweg tweehonderd miljoen euro per jaar waarvan 87% aan rechthebbenden wordt uitbetaald. “We hebben ongeveer 13% nodig voor de operatie en om investeringen te kunnen doen. Internationaal gezien scoren we daarmee goed; ondanks ons kleine taalgebied staan we in de wereldranglijst van CBO’s altijd in de top 10, zowel qua kostenniveau als qua omzet per hoofd van de bevolking”, constateert Kobes.

Vertraging
Betekent de digitaliseringslag straks ook dat jullie leden niet meer een jaar hoeven te wachten op hun geld?
Kloppers en Kobes in koor: “Dat is uiteindelijk wel de bedoeling. Die tijd tussen innen en uitbetalen is niet alleen afhankelijk van techniek, maar heeft bijvoorbeeld ook te maken met geld dat uit het buitenland komt. Feit blijft dat een bepaalde vertraging niet te vermijden is; het verwerken van alle informatie bij horeca, festivals en rtv-bedrijven, het innen en vervolgens verdelen is nu eenmaal vrij complex en arbeidsintensief, ook door de grote volumes. Maar wat we intern kunnen verbeteren om dat proces te versnellen, dat doen we. Overigens wordt het geld dat in de tussentijd in de organisatie zit belegd binnen de kaders van een goede rendement- en risicoafweging. Daarmee houden we onder andere ook onze beheerkosten laag.”

Buma/Stemra heeft een roerige periode achter de rug, met vrij veel negatieve publiciteit. Is het beeld dat jullie achterban heeft inmiddels positiever en of valt daar nog werk te doen?
Kloppers: “Ik denk beide.”
Kobes: “We steken wel onze tentakels uit en willen ook weten wat leeft bij de achterban. Dat doen we op verschillende manieren. Er is bijvoorbeeld een groot onderzoek uitgezet, waar bijna duizend mensen op hebben gereageerd. In het verleden was onze dienstverlening one size fits all, dat proberen we nu meer op maat te maken. We hebben dertigduizend leden, wat niet betekent dat nu voor iedereen individueel maatpakketjes worden geleverd, maar misschien wel vijf varianten. Daarnaast hebben we een Raad van Rechthebbenden van twaalf mensen, acht componisten en vier uitgevers, en een Raad van Toezicht waar we maandelijks mee overleggen om te horen: wat doen we goed en wat nog niet? We hebben wel het gevoel dat we de juiste richting op gaan.”

Cultuuromslag
Stel, corona komt dit jaar onder controle. Waar staat Buma/Stemra dan over pakweg drie jaar?
Kloppers: “De missie is dat we dan zorgen dat er een gezond muziekecosysteem werkt, waarbij onze achterban, of ze nu rechthebbende of muziekgebruiker zijn, tevreden is met hoe we dat hebben ingericht. De een kan tegen minimale kosten ook bescheiden dienstverlening ontvangen en de ander zegt: ik betaal graag wat meer als jullie met me meekijken hoe ik mijn data kan analyseren om bijvoorbeeld mijn volgende tour te plannen. We zullen ons best moeten doen om echt die cultuuromslag te maken. Alleen een nieuw IT-systeem is niet genoeg, je moet hier echt snappen: waarom doe ik wat ik doe? Dat was ook voor mij persoonlijk de reden om aan deze klus te beginnen, er is hier ook echt wat te doen.”

Kobes knikt: “We zijn niet ingehuurd om alleen op de winkel te passen, maar om die ook daadwerkelijk te verbeteren. Kijk, het is natuurlijk zo dat we opereren vanuit een monopolie, mensen moeten zaken met ons doen omdat het nu eenmaal niet anders kan. Maar we willen ook duidelijk een businesspartner zijn, verbinding zoeken. Muziekgebruikers en rechthebbenden moeten het fijn en makkelijk vinden om een deal met Buma/Stemra te sluiten omdat we een prettige dienstverlener zijn, die hun business positief ondersteunt.”

Bron: BM
Foto’s: Roland J. Reinders

Bericht delen
Article header image
Article header image

Ongehoord Nederland heeft bijna 60.000 leden

Dat meldt voorzitter Arnold Karskens op de website van ON!. De omroep heeft daarmee bijna 20 procent meer leden dan een jaar eerder.

Karskens: “Ook in 2021 bouwt Ongehoord Nederland verder aan een brede beweging met uw eerlijke stem in video-programma’s, blogs en brieven. Het patriottische geluid waarin Nederlandse tradities, kritiek op massa-immigratie en behoud van de nationale soevereiniteit voorop staan, wint met onze toetreding tot de Nederlandse Publieke Omroep aan terrein.”

Uiterlijk 1 augustus 2021 beslist de OCW-minister van Media (nu Arie Slob) over de definitieve toetreding per 1 januari 2022, na adviezen van het Commissariaat voor de Media, Raad voor Cultuur en de NPO.

Bron: Ongehoord Nederland/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NPO 2 extra wordt ‘vierde zender’ vol cultuur

Nieuwe en bestaande producties komen onder de noemer NPO Cultuur samen op NPO 2 extra, dat vanaf nu vrij beschikbaar wordt gesteld via vrijwel alle tv-aanbieders. Het culturele aanbod wordt bovendien prominent beschikbaar gemaakt via NPO Start, waar ook dagelijks de programmering van NPO 2 extra is te vinden.

Intussen wordt samen met de omroepen en de cultuurkoepels hard gewerkt aan nieuw programma-aanbod en voorstellingen uit de wereld van de professionele dans, theater en muziek, die straks niet alleen via NPO 2 extra, maar ook via andere tv- en radiozenders van de publieke omroep, zowel lineair op tv en radio, als online en on demand, worden aangeboden. De precieze invulling hiervan is nog werk in uitvoering.

“Eigenlijk heeft Nederland er nu tijdelijk een ‘vierde publieke zender’ bij”, zegt Shula Rijxman, bestuursvoorzitter van de NPO. “We zijn heel blij met de financiële steun die we krijgen van het ministerie van OCW en trots op de samenwerking met de cultuurkoepels en andere partners uit de cultuur- en mediawereld.”

“We werken uiteraard volgens de fair practice-code, waarbij er zoveel mogelijk geld gaat naar de makers van al die mooie producties. De uitdaging is nu om te kiezen uit het enorme aanbod, want dat Nederland barst van het culturele talent is evident. Belangrijk daarbij is dat we juist ook het ongeziene talent een podium willen geven.”

Programmering
NPO 2 extra brengt vanaf nu elke dag rond 19.15 een cabaretvoorstelling, van onder anderen Patrick Nederkoorn, Thijs Kemperink en Anne Neuteboom. In het daaropvolgende nieuwe programma Theater 2020 zijn voorstellingen te zien van onder meer Rikkert van Huisstede, Mathieu Charles en het duo Simon Heijmans en Eva Laurensen.

De avond op NPO 2 extra wordt afgesloten met breed muzikaal aanbod, denk aan concerten van bijvoorbeeld Wende Snijders, The Beethoven Project en Studio 2020-sessies met Yori, Alex Roeka en de Kift en vele anderen. De zender biedt ook dagelijks afleveringen van het programma Volle Zalen (AVROTROS), met onder meer portretten van Simone Kleinsma, Arjan Ederveen en Claudia de Breij.

Andere zenders
Zapp op NPO 3 presenteert voor de kleinste kijkers aanstaande zaterdag 5 december, vanaf 7.45 uur al, Apennoten klassiek (KRO-NCRV) met het Rotterdam Philharmonisch Orkest. Op 13 december zendt NPO 2 in samenwerking met NPO Radio 4 een registratie uit van de NTR Zaterdagmatinee: Fidelio van Beethoven, gedirigeerd door Jaap van Zweden. Op maandag 21 december is er op NPO Radio 1 een zes uur durende uitzending te horen vanuit TivoliVredenburg in Utrecht, helemaal in het teken van cultuur: ieder uur een ander thema, denk aan muziek, literatuur, theater, met live optredens en interviews.

En er is meer in aantocht op de radiozenders. NPO Radio 5 komt met een Evergreen Top 1000 Concert met Stef Bos. NPO 3FM lanceert in het nieuwe jaar zogenoemde Exclusives: bijzondere optredens van Nederlandse artiesten voor een klein publiek, die live te volgen zijn op de radio. FunX start begin januari met de videoserie Domme Dansie. Met dit interactieve format worden jonge dansgroepen uitgedaagd om hun tofste choreografie te laten zien op een bijzondere locatie.

Shula Rijxman: “En dit is allemaal nog maar het begin. Cultuur geeft inzicht én plezier. Met dit prachtige aanbod – dat de komende weken verder vorm zal krijgen – gaan we met z’n allen vol inspiratie en vertrouwen het nieuwe jaar in.”

NPO 2 extra
De themazender is voor iedereen online beschikbaar via de NPO-app en NPO Start, maar de komende maanden ook bij de meeste grote tv-aanbieders.

Dit zijn de kanaalnummers voor NPO 2 extra
Ziggo: 222
KPN: 88
T-Mobile: 381
Kabelnoord: 53
Youfone: 31
Caiway: 44

Bron: NPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Extra zendtijd voor de kunsten op tv, radio, online en on demand

Het plan van de NPO komt nadat componist Stephen Emmer vorige maand met de petitie #reddekunstenopradioentv opriep om getroffen kunstenaars een platform te geven. Hij sprak namens honderden kunstenaars die hoopten alsnog een medium te krijgen om hun werk te laten zien.

“Samen met de culturele sector, het ministerie van OCW en de omroepen willen we makers en publiek weer bij elkaar brengen”, verklaart Shula Rijxman, bestuursvoorzitter van de NPO, die hiervoor tijdelijk een speciale cultuur-coördinator gaat aanstellen. “In een samenleving die onder druk staat, bevorderen kunst en cultuur juist de sociale samenhang. De behoefte om met elkaar te delen wat we allemaal voelen, is nog nooit zo groot geweest.”

Aan de precieze programmering wordt nu al hard gewerkt en deze wordt zo snel mogelijk bekendgemaakt. Samen met de minister van Cultuur en andere partijen wordt reeds gesproken over de financiering van het actieplan. Het benodigde budget zal volledig ten goede komen aan de productie en de makers. De coördinator cultuur gaat vanuit de NPO aan de slag met het inventariseren van mogelijke registraties. Deze voorstellingen zijn straks met name via NPO 2 extra en NPO Start te zien.

Te denken valt verder aan een openingsprogramma op NPO 1 en aan extra ruimte voor cultuur-tv op NPO 2 en NPO 3. De publieke omroep beschikt bovendien over een enorme schat aan bestaand kunst- & cultuuraanbod dat online en on demand kan worden aangeboden. Daarnaast zal er op audiokanalen NPO Luister, NPO 3FM, NPO Radio 4 en NPO FunX ruimte gemaakt worden voor speciale culturele programmering. Denk dan vooral aan muziek, cabaret en kleinkunst.

Frans Klein, directeur video: “Kunst en cultuur zijn van oudsher zeer belangrijke pijlers in de programmering van de publieke omroep en zullen dat ook altijd blijven. We hopen dat iedereen zo snel mogelijk weer in de theaters en concertzalen kan genieten van al het moois dat de Nederlandse cultuurwereld ons biedt. NPO wil nu met dit plan een mooi alternatief podium bieden.”

Bron: NPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Bioscopen willen niet extra investeren in Nederlandse films

De Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF) is teleurgesteld over het besluit. ‘Als de bezoekersaantallen worden teruggebracht tot nul gaan bioscopen en filmtheaters omvallen in de komende periode’, zo meldt de NVBF.

‘Bioscopen en filmtheaters zijn goed in staat om bezoekers op een verantwoorde en veilige wijze te ontvangen, onder meer door het strikt volgen van het protocol ‘verantwoord bioscoop- en filmtheaterbezoek’. Sinds de heropening van de bioscopen en filmtheaters vanaf 1 juni is er nog geen besmetting geconstateerd.’

Het bioscoopbedrijf staat onder enorme druk, dat is duidelijk. Daar komt nog bij dat minister Arie Slob van OCW een wetsvoorstel gaat indienen bij de Tweede Kamer dat bioscopen verplicht, onder voorwaarden, drie procent van de omzet investeren in Nederlandse films.

De NVBF daarover: ‘Wij vinden het onbegrijpelijk dat het wetsvoorstel er ligt. De bioscopen staan met hun rug tegen de muur in deze ongekende crisistijd. Hoe kan de politiek nu verwachten dat een investeringsverplichting van drie procent op de omzet mogelijk is? Het duurt jaren voordat de bioscopen weer op enig niveau terug zijn naar aanleiding van de huidige crisis, zo is de verwachting. Bovendien is er op dit moment nog totaal geen zicht op hoe lang de huidige crisis gaat duren.’

De bioscopen ondersteunen de Nederlandse film al decennia. Dit is nog eens vastgelegd in een ook door de minister van OCW ondertekend document uit 2018. In dat jaar is afgesproken dat de bioscopen vijftig procent meer bijdragen aan de Nederlandse film. Twee jaar na ondertekening van het document schroeft de minister de financiële eisen verder op.

De NVBF is fel tegenstander van de plannen. ‘Wij zeggen: het is genoeg. Meer kunnen wij niet afdragen. Daarom roepen wij het kabinet én de Tweede Kamer op om af te zien van een drie procent investeringsverplichting voor de bioscopen in Nederland.’

Bron: NVBF/BM

Bericht delen