Article header image
Article header image

Populaire vloggers mogen geen producten meer aanprijzen

De nieuwe regels volgen op de per 1 november gewijzigde Mediawet. Het zou betekenen dat het verdienmodel van deze vloggers onderuitgehaald wordt. ‘Hobbyvloggers’ zouden buiten schot blijven.

Volgens de nieuwe regels mogen de grote vloggers hun kijkers niet meer aansporen om iets te kopen en een product ‘overmatige aandacht’ geven is straks ook taboe, aldus de krant. Als voorbeeld in het bericht wordt Enzo Knol (2,5 miljoen volgers) genoemd: vissticks van een bepaald merk mag hij in beeld eten, maar hij mag ‘niet drie keer zeggen hoe lekker hij ze vindt’.

Als vloggers een product in beeld brengen, moet aan het begin en aan het slot worden vermeld dat het gaat om reclame. Die praktijk is nu nog zeldzaam. In vlogs bedoeld voor kinderen onder de 12 jaar mogen helemaal geen gesponsorde producten meer voorkomen.

Vloggers krijgen een aantal plichten die ook voor televisieprogramma’s gelden. Zo zullen ze onder meer een jaarlijkse bijdrage van 400 euro moeten gaan betalen voor beoordeling door Kijkwijzer en ieder jaar 220 euro afdragen voor toezicht door het Commissariaat voor de Media.

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Minister Arie Slob in quarantaine

Het overleg was om 11.00 uur begonnen. Het debat zou tot het begin van de middag duren en in de avond hervat worden. De minister zal nu vanuit huis gaan werken, aldus zijn woordvoerder. Zijn agenda zit ‘ramvol’ met andere dingen.

De bewindsman kreeg eerst het bericht over de zieke medewerker en daarna bleek uit een melding van de app CoronaMelder dat hij langer dan een kwartier in contact was geweest met een besmette persoon.

De Mediawet moet op 31 december door de Tweede en Eerste Kamer zijn behandeld en dat kan niet zonder de verantwoordelijke bewindspersoon erbij. Slob vertoont geen symptomen en als dat zo blijft, kan hij na tien dagen weer naar de Kamer komen.

Drie partijen hadden hun visie op de Mediawet al gegeven, de andere zullen tot de hervatting van het debat moeten wachten. De belangrijkste wijzigingen zijn voor commerciële on demand mediadiensten. Daar vallen niet alleen streamingdiensten zoals Netflix en Disney onder, maar straks ook kanalen van bijvoorbeeld influencers op diensten zoals YouTube. Voor al deze diensten gaan ongeveer dezelfde regels gelden.

Slob is niet de eerste bewindspersoon die in thuisquarantaine gaat. Maar dit is wel de eerste keer dat een minister vanwege het risico op een besmetting een debat moet afkappen en de Tweede Kamer moet verlaten.

Bron: Nu.nl/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

De Kijk van Khan: Mediawet op de schop

De herzieningsrichtlijn voorziet onder meer in de bescherming van minderjarigen tegen schadelijke inhoud online, meer flexibiliteit voor reclamezendtijd en het gebruik van gedragscodes door videoplatformdiensten.

Nederland is, zoals wel vaker, ook hier het braafste jongetje van de klas. We achten het namelijk van belang om de niet-noodzakelijke investeringsverplichting op te nemen in de Mediawet. Exploitanten zoals omroepen en bioscopen moeten een deel van de in Nederland gegenereerde omzet investeren in Nederlands cultureel audiovisueel aanbod.

Op zich een nobele gedachte, maar je kunt je afvragen welke effecten dit zal hebben op het vestigingsklimaat in en de concurrentiepositie van Nederland. Breng je hierdoor de Nederlandse exploitant niet in moeilijkheden? Echt veel cashen zit er voor ons land overigens niet in, want de investeringsverplichting geldt niet voor grootmachten als YouTube.

Sluikreclame is onder de herziene richtlijn voor alle lidstaten verboden

En dan sluikreclame. U heeft zich bij een film, vlog of foto vast weleens afgevraagd of dat ene product, al dan niet nonchalant in beeld gebracht, reclame is. Deze onduidelijkheid wordt straks weggenomen: sluikreclame is onder de herziene richtlijn voor alle lidstaten verboden. Daarnaast moeten online platforms de gebruikers informeren dat een bepaalde video reclame bevat, mits de aanbieder daarvan op de hoogte is. Zuur voor de vlogger, maar het bespaart de gemiddelde kijker veel irritatie over bijvoorbeeld gesponsorde posts.

Een ander belangrijk onderwerp is ‘fake news’. Of zoals de overheid het noemt: ‘desinformatie’. Om dit probleem aan te pakken, moeten lidstaten volgens de herzieningsrichtlijn de mediageletterdheid bevorderen. Het Nederlands netwerk voor mediawijsheid, Mediawijzer.net, moet ervoor zorgen dat u en ik straks fake news herkennen. Of dit een effectief middel is, zal de tijd leren. Welke verantwoordelijkheid de aanbieders van grote online (video)platformdiensten hierin hebben, is mij (nog) niet duidelijk.

De mediaregulering zet een aantal goede stappen in het licht van actuele technologische ontwikkelingen. Maar een gemiste kans is wat mij betreft de aanpak van de verdere teloorgang van lineaire televisie en de steeds fellere opkomst van (buitenlandse) streamingdiensten. Internationale mediaspelers kunnen, anders dan op grond van de Mededingingswet, ook nu niet worden tegengehouden als het gaat om het verkrijgen van een (grotere) positie op de Nederlandse markt.

Mijns inziens reden temeer om, net als bijvoorbeeld in Frankrijk, te kijken naar een constructieve en duurzame (digitale) samenwerking tussen publieke en commerciële omroepen. Bijvoorbeeld één Nederlands videoplatform van NPO Start, RTL XL, KIJK en Videoland. Door versnippering van het interne medialandschap valt geen vuist te maken tegen de internationale grootmachten.

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel aangenomen, de bal ligt nu bij de Eerste Kamer. De uiterste implementatiedatum is 19 september 2020.

Najima Khan

Najima Khan is advocaat bij Adriaanse van der Weel in Rotterdam. Ze richt zich met name op de terreinen Media, Kunst & Cultuur, Intellectueel Eigendom, Bestuursrecht en Contracten. Daarnaast is Khan lid van de Raad van Toezicht van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Bericht delen
Article header image
Article header image

FNV roept minister op om te investeren in publieke omroep

Heel veel omroepmedewerkers, of ze nou voor of achter de schermen werken, werken op basis van onzekere contracten: flexcontracten, payrollconstructies, uitzendwerk of gelijksoortige constructies. Onzeker werk maakt het voor hen ontzettend moeilijk om een stabiele toekomst op te bouwen. Een groot deel van de problemen van omroepmedewerkers in de hele mediaketen vindt zijn oorzaak in te lage budgetten door de bezuinigingen op de publieke omroep en dalende reclame-inkomsten.

Een sterke publieke omroep is belangrijk voor de kwaliteit van onze samenleving, zo stelt de FNV. De arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden bij de publieke omroep, en in het verlengde daarvan in de hele keten van toeleverende facilitaire bedrijven, moeten worden verbeterd. Dit is noodzakelijk bij zowel de landelijke als regionale omroepen.

Binnenkort presenteert minister Slob de toekomstvisie van het kabinet op de publieke omroep. Om de minister hierbij een helpende hand toe te steken, presenteert de FNV haar eigen visie op de toekomst van de publieke omroep in Nederland (pdf). Deze visie heeft de FNV samen met omroepmedewerkers ontwikkeld. Naast het grote maatschappelijk belang van de publieke omroep denkt de FNV zeker ook aan de werkgelegenheid, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden in de gehele mediaketen. Een gezonde publieke omroepsector versterkt regionale economieën.

In Europa kost de Nederlandse publieke omroep per huishouden nu al het minst, zo stelt de FNV. Verder bezuinigen is schadelijk. Kothman vervolgt: “De medewerkers voor- en achter de schermen maken informatieve, amuserende, culturele en verbindende programma’s, die onafhankelijk en betrouwbaar zijn. Door de opeenvolgende bezuinigingen en achteruitgang in reclame-inkomsten is er echter steeds minder budget beschikbaar. Bovendien is het budget te instabiel. Dit heeft als gevolg dat de kwaliteit van de publieke omroep als publieke dienst onder druk staat, eveneens als de arbeidsvoorwaarden en het inkomen van de mediamakers.”

Bron: FNV/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Lokale omroepen in verweer tegen Ziggo

Ziggo laat de lokale omroepen nu twee keer de rekening betalen voor het transport van hun uitzendingen naar de distributiepunten van Ziggo. Langdurig overleg tussen de NLPO en Ziggo heeft tot nu toe de partijen niet dichter bij elkaar gebracht. Daarom heeft de NLPO een handhavingsverzoek ingediend bij de toezichthouder, het Commissariaat voor de Media.

Volgens de NLPO onttrekt Ziggo zich aan de uitgangspunten van de zogeheten must-carry-verplichting. NLPO-directeur Marc Visch: “Alle partijen erkennen dat deze verplichting begint bij de Media Gateway, het centrale punt op het Media Park in Hilversum van waaruit de verspreiding van uitzendingen naar de consument plaatsvindt. De must-carry verplichting bepaalt dat de kosten voor de distributie vanaf de Media Gateway voor rekening van de distributeurs zijn. Ziggo is de enige distributeur die dit consequent weigert. De mediareus dwingt op die manier lokale omroepen om deze kosten alsnog zelf op te hoesten. Dit terwijl lokale omroepen ook al fors hebben moeten investeren om hun signaal naar de Media Gateway te brengen, nota bene om partijen als Ziggo zo goed mogelijk te faciliteren.”

De kritiek van de NLPO krijgt bijval van de Tweede Kamer, die afgelopen december een motie hierover aannam. Wat de Tweede Kamerleden betreft mag Ziggo, conform de must-carry-bepalingen in de Mediawet, geen kosten in rekening brengen aan de lokale omroepen voor distributie vanaf de Media Gateway naar hun abonnees. Ziggo weigert vooralsnog.

NLPO-directeur Marc Visch: “Wij zijn bijzonder teleurgesteld in de huidige opstelling van Ziggo. Want terwijl Ziggo veel grote zenders goed betaalt, worden de kleine omroepen met een minimaal budget door deze grootste kabelexploitant van Nederland uitgeknepen. Men laat ons geen andere keus dan een handhavingsverzoek in te dienen bij het Commissariaat voor de Media.”

Bron: NLPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Budget NPO verlaagd met 62 miljoen in 2019

De Mediawet schrijft voor dat de publieke omroep zijn mediareserves moet inzetten ‘voor de bekostiging van media-aanbod’.

Het kabinet kondigde in november aan dat de publieke omroep moet bezuinigen vanwege teruglopende reclame-inkomsten. Het bedrag was nog niet zeker, mogelijk zo’n 60 miljoen euro. Media-minister Slob maakte ook meteen duidelijk dat de omroep zelf met plannen moest komen om dit miljoenentekort op te vangen. “De bal ligt bij de NPO.”

NPO-baas Shula Rijxman is tegen de bezuinigingen en vreest voor ingrijpende gevolgen, zoals minder aankoop van Nederlandse tv-producties, een versobering van het aanbod op thema-kanalen, een “minder divers media-aanbod” en de versobering van online-journalistiek. Op de radio zouden onder meer “gewaardeerde titels” verdwijnen en de kwaliteit van het nieuws op NPO Radio 1 zou afnemen, zo waarschuwde Rijxman, die spreekt van een onvermijdelijke ontslaggolf.

Slob neemt geen genoegen met deze plannen van de NPO. Hij wil betrokken worden bij keuzes die worden gemaakt, zo staat vandaag in de brief aan de Kamer. “De keuzes van de NPO kunnen namelijk van grote invloed zijn op de maatschappelijke relevantie van de landelijke publieke omroep.”

Slob vindt dat de NPO vooral kijkt naar het schrappen of versoberen van programma’s in plaats van met andere ideeën komt, zoals het aanspreken van de eigen mediareserves. “Ik ga ervan uit dat hierdoor de programmering van de landelijke publieke omroep kan worden ontzien”, stelt de minister.

Het is ook zeker dat de bezuinigingen doorgaan, zegt Slob. De kans bestond nog dat er toch meer Ster-inkomsten zouden komen, maar dat is niet gebeurd. Het budget voor 2019 wordt 740 miljoen, een verlaging van 62 miljoen euro.

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

CvdM organiseert Masterclass Mediawet voor producenten

Publieke en commerciële omroepen moeten aan de regels van de Mediawet voldoen. Als producent of programmamaker is het belangrijk te weten welke regels dat zijn. Je kunt er dan bij het produceren van een programma rekening mee houden. Hierdoor verkleint de kans op overtredingen van de Mediawet door de omroepen.

Tijdens de bijeenkomst licht het CvdM de voor jou relevante onderdelen uit de Mediawet 2008 en bijbehorende regelgeving nader toe. Zo leer je onder ander over vermijdbare uitingen, sponsoring, productplaatsing en publiek-private samenwerking. Onmisbare informatie voor jou als producent of programmamaker.

Ben je producent of programmamaker? Meld je dan hier aan. Eventuele vragen kun je alvast via het aanmeldformulier doorgeven. Zo kan het een interactieve bijeenkomst worden.

De Masterclass Mediawet voor televisieproducties vindt plaats op donderdag 5 juli 2018 van 15.00 tot 17.00 uur in Hilversum.

Bron: CvdM/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

BNNVARA gaat geen series voor Netflix maken

BNNVARA is bezig met de oprichting van een drama-unit die meer dan nu zelfstandig dramaseries gaat produceren. Deze drama-unit is in juridische zin gewoon een volwaardig onderdeel van BNNVARA en valt onder de mediawet. De oprichting hiervan brengt geen extra kosten met zich mee. De voorgenomen reorganisatie in de managementstructuur is niet vanuit kostenbesparing, maar om de organisatie toekomstgericht vorm te geven.

BNNVARA wil op het gebied van drama meer in huis gaan maken in de vorm van coproducties en eigen producties. Produceren in opdracht van partijen zoals Amazon en Netflix is mediawettelijk nu niet mogelijk en daar is dus ook geen sprake van. BNNVARA is een publieke omroep en maakt programma’s die altijd eerst op NPO-zenders en npo.nl te zien zullen zijn. Na vertoning bij de NPO zou een productie wat BNNVARA betreft ook op een ander on demand platform aangeboden kunnen worden. Uiteraard altijd binnen de regelgeving van de mediawet.

Bron: BNNVARA/BM

Bericht delen