In Memoriam Willibrord Frequin door Fons de Poel
vrijdag 3 juni 2022

In Memoriam Willibrord Frequin door Fons de Poel

Journalist Willibrord Frequin (80) is 26 mei overleden. Hij werkte in de jaren 70 en 80 als reporter bij het actualiteitenprogramma Brandpunt van de KRO en had later bij RTL en SBS6 eigen tv-programma’s.

Willibrord Frequin werkte kort voor zijn overlijden mee aan de biografie Willibrord, verlegen vlegel over zijn leven, gemaakt door Brandpunt-collega Fons de Poel die Frequin in zijn beginjaren als mentor had. Fons de Poel heeft onderstaand In Memoriam over Willibrord Frequin geschreven en uitgesproken tijdens de begrafenis.

Lieve Willibrord,

Ik sta hier natuurlijk als vriend. Iets minder als degene die een boek over je leven en carrière mocht schrijven. Maar vooral wil ik hier staan als jouw collega. Collega-journalist.

Mies Bouman – relativering was haar niet vreemd – heeft ooit eens gezegd: Ach, er bestaan eigenlijk maar vijf, misschien maximaal zes soorten televisieprogramma’s. De rest is een eindeloze variatie op het voorgaande. Daar had zij grotendeels gelijk in. Beter goed gejat, dan slecht bedacht, is een belangrijk adagium in Hilversum. En televisie, gelijkmatiger dan ooit tevoren, is in heel veel gevallen een dag na uitzending alweer sneeuw van gisteren.

Ik neem de vrijheid om Mies, de Grand Dame van ons medium, ietsje te corrigeren. Er was namelijk nog een zevende, onvergetelijke (en lang niet altijd waarachtig te kopiëren) programmasoort. Dat was jij Willibrord. Niemand kan ’t je nazeggen. Maar: jij was zelf een genre.

Ik heb het in het boek beschreven. Jij was mijn mentor. En ik moest mijn eerste reportage maken voor Brandpunt. Over spookrijden. Het ging over dat nieuwe bordje langs de op-en afritten. Het bordje: Ga Terug. Niet onmiddellijk jouw belangrijkste eigenschap, trouwens.

Het was mijn eerste kennismaking jou als tv-maker. Je wilde dat we op een leeg stukje snelweg zouden laten zien hoe gevaarlijk dat is: spookrijden. Van postkamer tot directiesecretariaat: de hele KRO werd opgetrommeld om te gaan spookrijden. Om zo in colonne de cameraploeg tegemoet te rijden. Daar stond je in een open politie-Porsche te regisseren, zwaaiend, schreeuwend, nog een keer, slappe hap, harder, sneller. Ik zag al die KRO-ers een kruisje slaan en opnieuw het gaspedaal indrukken. Dat zouden ze voor geen ander hebben gedaan, makker.

Een week later stond je in een oorlogsgebied, in een hongergebied, in een watersnoodgebied, in een aardbevingsgebied, in een opstandengebied. Nooit als cynische nieuwjager, maar altijd met je poten in de drek. Je was geen CNN-verslaggever, zo’n pratend hoofd met in de verte het vermoeden van een ernstige gebeurtenis. Nee, jij kroop, joeg en banjerde langs het wereldleed. Je hebt dikwijls je ogen ten hemel gericht. God boos aangesproken, zonder ooit blasfemisch te zijn. Want je bent een gelovige kwajongen gebleven tot in het uur van je dood. Ik durf vandaag te zeggen: diepgelovig.

Zie hier de basiliek, hoor het gezang, in de geur van wierook, voel de liefde van honderden mensen, die hier toch eigenlijk namens miljoenen afscheid van je moeten nemen. Kijkers die van je hebben genoten, van je hebben gehouden, (of juist helemaal niet, dat zullen er toch ook wel een paar zijn geweest), mensen die je uit de shit hebt gehaald, ook later in programma’s als Ooggetuige, De Week van Willibrord: je was een full time vrijheidsstrijder. Telefoon aan het oor, jakkeren, nerveus, dwingend, borrelend, aan alle kanten borrelend, letterlijk en figuurlijk. Borrelend. Leermeester voor complete generaties tv-makers.

Lange wapperende jas, klein hartje. Groot hart. Zachtmoedig mens. Dat woord zachtmoedig is speciaal voor jou bedacht, Willibrord. Zachtmoedig. Knip dat woord in tweeën en het is de samenvatting van wie jij was. Zacht en moedig. Een combinatie van grote zeldzaamheidswaarde. Dat is wat al die mensen (dichtbij of verder weg) van jou hebben gezien, gevoeld.

Ja… je was een genre, Willibrord. En er is jou, in de uren na je hemelvaart, op radio en televisie, kranten, sociale media daarom ook terecht zoveel eer bewezen. Je kon de tv niet aanzetten of daar was je. In tijd en intensiteit gemeten was het alsof een prominent van koninklijken bloede was heengegaan.

Willibrord. Je bent het kind van een groot journalist. Op een of andere manier is dat vak je met de paplepel ingegoten. Je was een lastige jongen. Geen land mee bezeilen. Help hem in hemelsnaam aan een baantje, vroeg jouw vader, Louis Frequin sr. in lichte wanhoop aan de KRO. Je kwam als krullenjongen binnen. Bescheiden en leergierig werd je snel one of the boys van het legendarische Brandpunt-team. Om uit te groeien tot een monumentale maker.

Uiteraard zijn de voorbije dagen wat fragmenten voorbijgevlogen uit dat immense ouevre. Ik het boek schrijf ik letterlijk: Z’n oeuvre, dat zou een dronken scenarioschrijver niet hebben kunnen verzinnen.

1976. Prins Bernhard. Lockheed. Frequin die de prins ermee lastig valt. Wie is die vlerk? riep Juliana uit de verte. Dat was dapper van je. Maar je had ook een dappere eindredacteur, die het durfde uit te zenden. Richard Schoonhoven: stamvader van Brandpunt. Zoals ook later Ad Langebent jouw schutspatroon was. Je bent gedragen door mensen in je geloofden. Ook in je jaren op de commerciële zenders. Ik noem ze met ere, mensen als Bert van de Veer, Ruud Hendriks, Joop van den Ende, Marijke Schaaphok, Fons van Westerloo.

Je was een kanon, zoals Aad van den Heuvel het typeerde. Al moet je ’t verrekt goed richten. Zei Aad erbij. Soms was het op of ver over de rand. So what?, Willibrord. Dit is geen vak voor bange mensen. Jouw reportages waren al na tien seconden te herkennen. Niks statiefgebruik, geen drone-camera’s die tegenwoordig door het luchtruim vliegen, geen mooi-filmerijen, maar uit de heup geschoten, met het hart op de tong.

En natuurlijk moet hier ik ook jouw, onze grote vriend Lajos Kalanos noemen. Cameraman uit hartstocht. Na een mislukte jeugd in de Stalinstische gevangenissen van Hongarije. De vluchteling en het televisiebeest, wat een duo. Niemand kon jouw naam zo mooi uitspreken als Lajos: ‘Vreekein’. In Amerika zou de jongen multimiljonair zijn geworden, geloof je me?

Ik heb niet de indruk dat dat helemaal gelukt is, Willibrord. In je latere carrière liet je je omringen door redacties die opereerden als Gideonsbendes. Ze waren dol op je. Al was je veeleisender dan Louis van Gaal, onmogelijke, compromisloze drijver en gedrevene. Om nou te zeggen, dat je een hele gemakkelijke man was… hmmm. Maar Ik heb ze gesproken de mensen die voor jou jaar na jaar door het vuur zijn gegaan. Het was een grote liefdesverklaring.

Maar veel meer dan als programmamaker en collega, koester ik je als diep-loyale man. We hebben altijd een band gehad, al zagen we elkaar soms zelfs jarenlang niet of nauwelijks. Maakte niks uit. De voorbije anderhalf jaar waren zo intens. Ik rij nog dagelijks langs je huis. Soms bel ik aan. Ook met Gesina – jouw fantastische Gesina – heb ik een band voor het leven opgebouwd. Je kinderen zijn mij dierbaar.

Lieve Willibrord. Ik ben slecht in huilen. Maar soms voel ik de tranen opkomen. Ik mis je. Dan zie ik je zitten in die rooie stoel. Hoor ik je bij het opstaan vragen om je benen recht te zetten, overeind te trekken, je te ondersteunen. Ik zie je naar de koelkast lopen, voetje voor voetje. Nooit geweten dat je ook melk dronk.

Ik heb je bij onze laatste ontmoeting op je voorhoofd gekust. Je was op. De woorden waren op. Op je gezicht zag ik een lachje. Denk aan de mooie dingen, zei dat lachje.

Fons de Poel

Bericht delen