BMY met John de Mol: “Praktijk beste leerschool”
vrijdag 25 oktober 2019

BMY met John de Mol: “Praktijk beste leerschool”

Stipt 16.00 uur loopt John de Mol nonchalant de Theaterzaal van Beeld & Geluid binnen, waar nieuwsgierige mediastudenten de volgepakte tribunes bevolken. De drievoudig Omroepman van het Jaar wordt warm welkom geheten door de interviewer van vandaag: Joost Koning. Licht uit, spot aan.

Tekst: Youssef Akdim // Fotografie: Oane Born

Er volgt een spetterende video over de carrière van John, die het okay vindt dat de maker van de BMYoung-podcastserie Joost mag het weten hem tutoyeert. Dat doen wij hier dan ook maar. In die mini-videobiografie wordt De Mol neergezet als visionair en mediapionier. Ook wordt duidelijk wat John typeert; de eerste en de beste zijn. Nadien volgt luid applaus. Game on.
Het gesprek begint met een terugblik op zijn jeugd, waarin John de Mol vertelt dat hij helemaal geen carrière in de televisiewereld ambieerde. Hij had het prima naar zijn zin bij Radio Noordzee, waar hij op zijn zeventiende werkte. Nadat hij zijn havodiploma had behaald, werd uitzenden vanaf zee wettelijk verboden. De Mol had dus geen keus dan een andere richting in te slaan. “Ik heb de havo met de hakken over de sloot gehaald,” vertelt John. Hij geeft aan dat hij van huis uit heeft meegekregen dat het belangrijk is dat “als je iets doet, je het ook goed moet doen.” En om de beste te zijn, moet je hard werken en nimmer je einddoel uit het oog verliezen.

Gevoel
Tijdens het interview wordt De Mol geconfronteerd met stellingen. Eén daarvan is: het is belangrijker wie je kent dan wat je kunt. John knikt teleurgesteld voordat hij bevestigt dat hij het met de stelling eens is. Ook wordt hem gevraagd of hij meer handelt vanuit gevoel of verstand. Na een kleine aarzeling kiest hij toch voor gevoel. “Ik luister meer naar mijn gevoel dan naar mijn verstand, maar ik heb het geluk dat ik beide in mij heb zitten. Ik ben zowel creatief als zakelijk aangelegd.”

BMY John de Mol1 groot

Leven om te werken of werken om te leven?
Zonder aarzeling geeft De Mol aan dat hij leeft om te werken. John vertelt dat hij gemiddeld 70 tot 80 uur per week werkt, maar dat dit nog geen garantie voor succes betekent.

Praktijk of theorie?
Nog voordat Joost zijn vraag afmaakt, antwoordt John volmondig: “Praktijk!” Vervolgens wendt hij zich tot het publiek en stelt de vraag. “Wat leren jullie in Godsnaam tijdens die drie of vier jaar op school (red. mbo/hbo).”
Na een lachsalvo vervolgt hij zijn verhaal: “Je leert het beste met vallen en opstaan. Ik heb ook fouten gemaakt tijdens mijn carrière, maar daar heb ik wel van geleerd.” De praktijk is nou eenmaal de beste leerschool, besluit hij. Joost vraag zich af of de studenten dan moeten stoppen met hun opleiding en het van in de praktijk gaan leren? “Nee, mijn voorbeeld kun je niet generaliseren. Ieder persoon is anders. Door in de praktijk te leren, moet je soms ook op de blaren zitten, maar hier leer je alleen maar van.”

Risico’s
Kun je geluk kopen?
“Nee, maar geld maakt dingen wel makkelijker. Zoals het nemen van risico’s, geen zender wilde met Endemol in zee toen wij Big Brother gingen pitchen. Het was een duur project van ruim veertien miljoen gulden vol risico’s. Uiteindelijk besloten Joop en ik om Big Brother uit ons privévermogen te financieren en het uit Endemol te halen. Zo liepen de aandeelhouders geen risico. Wanneer Big Brother winstgevend zou zijn, zouden wij het weer onderbrengen bij Endemol.”
Ook vertelt De Mol dat Talpa nog een relatief jong bedrijf is en toch al 2000 medewerkers telt. “Ik ben niet alleen verantwoordelijk voor het succes van Talpa, maar ook voor de salarissen van mijn personeel en daarmee hun gezinnen.”
Joost schetst een anekdote bij de opening van Dutch Media Week, waar Linda de Mol werd geïnterviewd door Twan Huys en vertelde dat wat John écht John maakt zijn perfectionisme is. “Hij kan zich druk maken over de kleinste details, zelfs over de kleur van de consumptiebonnen.”

“Details kunnen het verschil maken”

John lacht en geeft toe dat details in het productieproces cruciaal zijn. “Details kunnen het verschil maken. Je moet het eigenlijk zo zien; Nederland is een soort van etalage qua tv-producties voor de rest van de wereld. Wij realiseren ons hoe vreselijk belangrijk details in die etalage en dus van het prototype zijn. Details kunnen het verschil maken of je het format verkoopt of niet.”

Totaalplaatje
Hij geeft een praktijkvoorbeeld: “Bij een nieuwe quiz wil ik alle vragen van tevoren zien. Daarbij verplaats ik mij in de kijker om te achterhalen wat de meerwaarde van die vraag is. Weten zij het antwoord? Is het een vraag waarvan zij wat kunnen opsteken? Of is het gewoon een leuke vraag? Het is belangrijk om dat vooraf duidelijk te hebben.”
Nu maakt Joost tijd voor vragen uit het publiek. De eerste vraag, van Kevin van den Berg, luidt: Hoe hou je al die ontwikkelingen bij in het snel veranderende medialandschap?
“Veel werken en ervaring opdoen, maar je ook mengen in discussies met de doelgroep en input krijgen voor het verhaal achter het format. Ik geef veel vrijheid aan makers, pas bij de productie kom ik weer in de fase van controle. Ik ben nu 64 jaar, dus alles bijhouden lukt mij niet meer, dat moet ik ook niet willen. Jongeren weten het beste zelf wat ze willen. Maar van productie weet ik alles en daar kijk ik naar het totaalplaatje.”
John geeft aan dat geïdentificeerde doelgroepen of kijkers nu ongelofelijk belangrijk zijn. “Anders is de kans groot dat adverteerders en sponsors niet met je in zee willen.” De Mol wendt zich tot de zaal en spreekt zijn zorgen uit over de vraag of er over vijf jaar nog wel Nederlandse producties bestaan.
Aansluitend vraagt hij het publiek of zij een idee hebben hoeveel uur mediacontent de kijker per dag consumeert. De cijfers stuiteren door de zaal: van drie tot tien. “Maar liefst 8 uur en 30 minuten per dag. Daarvan wil Talpa natuurlijk een stuk pakken door met meerdere merken verschillende doelgroepen aan te spreken. Talpa bereikt nu per week zo’n 12,5 tot 13 miljoen mensen en van hen zijn 12 miljoen niet geïdentificeerd. Dus de volgende stap is om deze mensen te identificeren.”

BMY John de Mol2 groot

Trots
Waar is John het meest trots op?
“Mijn zoon”, zegt hij zonder aarzeling. Er klinken lieve ‘oohs’ en ‘aahs’ uit de zaal. Nee, echt waar, zegt De Mol. Maar waarom dan?, vraagt Joost. “Nou gewoon, om wie hij is. Zo is hij onlangs begonnen met zijn theatertour. Toen hij mij een paar jaar terug over die plannen vertelde, moest ik eigenlijk mijn lach inhouden. Maar Johnny lijkt erg op mij en dus heeft hij met zijn eigenwijze houding toch doorgezet. Ik ga nooit naar premières, zelfs niet van familie. Dus ben ik stiekem naar zijn show in het Beatrixtheater in Utrecht geweest, waar Johnny zijn levensverhaal vertelde en dus ook wat hij allemaal op Lesbos heeft gezien en meegemaakt. Dat doet hij helemaal op zijn eigen manier en dat maakte mij zo ontzettend trots!”

“Interviewen is een kunst op zich”

Vervolgens vraagt Joost of De Mol zijn zoon heeft geholpen bij zijn tv-carrière. “In het begin niet. Johnny ging aan de slag bij Veronica met Waar is de Mol?, waar ik op dat moment niets mee te maken had. Ik heb hem wel op het hart gedrukt om dan in ieder geval een interviewcursus te nemen, want interviewen is een kunst op zich. Jeroen Pauw heeft die cursus gegeven. Later in zijn carrière, toen Johnny meer studioshows ging presenteren, kreeg hij wel steeds meer met mij te maken. Maar meer met producent John, dan met zijn vader.”

Omgekeerde piramide
“Iedere maandagavond organiseren wij een creatieve brainstormsessie waarbij iedereen met oneliners en basisideeën komt. Hiervan werken we een deel uit naar een volgende fase. Ik noem het vaak een omgekeerde piramide: je begint met veel en filtert steeds, waardoor je slechts met een kleine selectie eindigt, waarvan je hoopt dat daar een pareltje tussen zit.”

Hoe kies je de ideeën uit die de moeite zijn om uit te werken?
“Dat is een combinatie van buikgevoel en ervaring.”

Wat gebeurt er dan?
“Iemand werkt het volledig uit in een 12-stappenfase en dan stellen we een compleet boekwerk over het format samen, waarin alle productiefacetten zijn vastgelegd.”

En hoe weet je nou of iemand ‘het’ heeft als hij of zij komt solliciteren?
“Bij een kennismakingsgesprek weet ik het eigenlijk al binnen 30 seconden. Aan lichaamstaal, de manier waarop hij of zij een hand geeft en zich presenteert. Het gaat erom wie en hoe je bent. Ik vind het ook belangrijk om een goede energie te voelen en de bereidheid om de handen uit de mouwen te steken en alles op alles te zetten om er een succes van te maken.”

Puzzelstukjes
Op welk moment geniet je het meest van je werk?
“Lastig te zeggen, het is af en toe zo’n ultiem gevoel van: dit is het! Dat kan tijdens de brainstorm zijn, maar ook middenin de productie of bij de repetities in de studio, als je ziet dat de puzzelstukjes in elkaar vallen en je het gevoel hebt dat je iets bijzonders in handen hebt.”

Tot slot: Wat is het beste advies dat je aan de studenten kunt meegeven?
“Weet waarvoor je werkt en probeer te bepalen wat je einddoel is. Hoe richt jij je leven in? Je moet weten welke rol je wilt spelen. Door je focussen op iets wat je leuk vindt en waar je passie ligt. Kies niet voor het geld, maar voor een baan waaraan je plezier beleeft. Dan voelt naar je werk gaan niet als werken, maar als een hobby.”
Klaterend applaus daalt neer. Joost Koning bedankt John de Mol, die op zijn beurt het publiek om applaus voor Joost vraagt die deze College Talk-variant van BMYoung vorstelijk leidde. “Je hebt het goed gedaan,” zegt John glimlachend.
En net zo nonchalant als hij binnenkwam, verdwijnt hij weer.

Bericht delen