Article header image
Article header image

VPRO doet ook zelf onderzoek naar omstreden documentaire over Kaag

Dinsdag werd bekend dat D66 zich bemoeide met de inhoud van een televisiedocumentaire over partijleider Kaag, terwijl het kabinet dat eerder ontkende. De ombudsman van de NPO startte direct een onderzoek naar de totstandkoming van de documentaire. Ook het Commissariaat voor de Media komt waarschijnlijk met een onderzoek.

‘De VPRO vindt het van groot belang dat de NPO-ombudsman een onderzoek verricht naar de werkwijze bij de totstandkoming van de documentaire over Sigrid Kaag, nu twijfel is ontstaan over de onafhankelijkheid van de documentaire, en hecht grote waarde aan het oordeel van het onafhankelijke orgaan’, aldus de omroep.

‘De VPRO wil bovendien lessen trekken uit de discussie die is ontstaan na de publicatie van alle communicatie tussen de makers van de documentaire, het ministerie en D66, en wil helderheid scheppen over de integriteit van de omroep en de journalistiek.’ Daarom start de omroep ook een eigen onderzoek.

‘Geen vergaande invloed van D66 op productie’
Volgens VPRO-hoofdredacteur Stan van Engelen zijn een aantal dingen niet goed gegaan, maar hebben D66 en het ministerie van Buitenlandse Zaken geen “vergaande invloed” gehad op de productie. “De scene met de autogordel, waarover veel ophef is, is in de film gebleven zoals de maker het bedoeld had, dat is goed”, meldt hij.

Er zijn wel verschillende aanpassingen gedaan, zoals het verwijderen van shots van met klaarstaande glazen champagne bij een bezoek van Kaag in Niger en een opmerking van haar over partijgenoot Rob Jetten en andere Kamerleden.

Stan van Engelen vindt het begrijpelijk dat Kaag inzage wilde krijgen in de documentaire, omdat ze drie jaar lang zowel professioneel als privé op de voet is gevolgd. “Maar we hadden vooraf beter moeten vastleggen wat er bij de voorvertoning nog wel en niet bespreekbaar was als het gaat om eventuele aanpassingen. De afspraken daarover moeten ook zichtbaar zijn voor het publiek, zodat iedereen weet onder welke werkafspraken de film tot stand is gekomen.”

‘Oordeel moet er snel komen’
Woensdag maakte ombudsman Margo Smit bekend druk bezig te zijn met een onderzoek naar de VPRO-documentaire over Kaag. Normaliter heeft de ombudsman een termijn van drie maanden, maar zo lang zal het deze keer niet duren, verzekert ze. “Dit oordeel moet er gewoon heel snel komen.”

De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) noemde de documentaire eerder al journalistiek gezien geen slimme zet. Vooral de periode waarin die gemaakt is, de verkiezingstijd, kan ervoor zorgen dat de strikte onafhankelijkheid in twijfel wordt getrokken, liet Thomas Bruning, algemeen secretaris van de NVJ, weten.

Bron: Nu.nl/VPRO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Ombudsman tevreden over coronaberichtgeving NOS, maar zag ook de worsteling

Dat constateert ze in een uitvoerige analyse van de berichtgeving door de NOS. Wel merkt ze op dat kritische geluiden aanvankelijk meer ruimte hadden kunnen krijgen en dat de berichtgeving over de verpleegzorg en de cultuursector achterbleef.

De hoofdredactie van NOS Nieuws had de ombudsman, die onafhankelijk is, gevraagd de eigen berichtgeving op radio, tv en internet tegen het licht te houden, vanaf de eerste berichten eind 2019 tot 1 juni jongstleden, toen de coronacrisis een andere fase in ging. Smit woog daarbij belangrijke uitzendingen over de persconferenties, het liveblog en de specials Feiten & Fabels, maar nam ook steekproefsgewijs reguliere uitzendingen mee in haar oordeel en deed een uitgebreid bronnenonderzoek.

Ze zag dat journalisten vooral in het begin hun weg zochten. “Journalistiek checken werd soms bemoeilijkt doordat zelfs op zich kritische bronnen zich leken in te houden, of omdat informatie simpelweg niet voorhanden was”, schrijft Smit. “Je kunt dan niet anders doen dan dat dilemma zelf laten zien. Het voelt voor een journalist ongemakkelijk om te zeggen dat niemand het weet, maar dat moet dan maar.”

“Er is wel gezocht naar tegengeluiden, maar zeker de eerste weken waren die er weinig”, zegt Smit in een toelichting. “Er waren zelfs critici die zeiden: ik bewaar tegengeluiden liever voor de evaluatie. Het zou dan gek zijn als je zelf de alarmbel gaat luiden.”

NOS
Op het Media Park hebben op 11 juli zo’n tachtig mensen gedemonstreerd tegen de NOS. De demonstranten noemden de berichtgeving van de omroep “veelal suggestief en soms ook ronduit onjuist”.

‘Journalistieke worsteling’
Hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff herkent het beeld dat Smit schetst. Vooral in de beginperiode was het erg zoeken naar wie over de epidemie aan het woord gelaten moest worden.

“Het rapport van de Ombudsman laat heel goed zien hoe lastig het is om te bepalen wie je aan het woord laat. Waarom geef je een bepaalde benadering de ruimte in je uitzendingen? Op grond van wat? Het was voortdurend een journalistieke worsteling om daar een goed midden in te vinden.”

“De redactie discussieerde er elke dag over”, vervolgt Gelauff. “In het NOS Journaal op televisie wil je puntig samenvatten, eenduidig en feitelijk zijn. Het is lastig alle nuances in een filmpje van 1 minuut 40 te behandelen. In een programma als Nieuwsuur of Met het Oog op Morgen kun je gemakkelijker drie mensen lang laten discussiëren. Maar we moeten met dit rapport zeker bekijken hoe we daar ook in onze eerstelijns nieuwsvoorziening nog beter mee om kunnen gaan.”

Verpleeghuizen onderbelicht
De Ombudsman merkt ook op dat de gevolgen van de uitbraak in verpleeghuizen soms onderbelicht bleven. “Verpleeghuizen gaan op een gegeven moment dicht en dan verdwijnen ze uit beeld. Tv had natuurlijk het probleem dat niemand er meer naar binnen mocht, maar ook bij andere media zie je een hiaat in de berichtgeving.”

De oorzaak daarvan lag niet alleen bij de journalistiek. “De ziekenhuizen hadden goedgebekte woordvoerders die dagelijks cijfers presenteerden, maar de verpleegsector is meer versnipperd. Dat merkte je niet alleen bij de media, maar ook in de politiek: bij reconstructies bleek dat ze al vroeg om extra beschermingsmiddelen hebben gevraagd, maar ze kwamen er bij niemand doorheen.”

Toch zegt Gelauff ook hier een les te trekken. “We moeten ons blijven afvragen wie we niet bereiken, welke invalshoeken we missen. Verpleeghuizen waren misschien minder georganiseerd, maar dan moeten we dat eerder signaleren. We moeten actief blijven zoeken naar onderwerpen die niet vanzelf naar ons toekomen.”

Crisisverslaggeving
Hoewel ze ook een klacht ontving van een kijker die vond dat “VVD’er Rutte erg veel op tv was”, meent Smit niet dat de NOS zich te veel als doorgeefluik heeft laten gebruiken, ondanks de vele persconferenties, debatten en briefings die live werden doorgezet. Dit hoort bij nieuwsverslaggeving, constateert de Ombudsman.

Gelauff zegt daarover: “Deze extra uitzendingen waren crisisverslaggeving. Als er een vliegtuig neerstort, wil je ook eerst de feiten hebben en pas een dag of een maand later kom je toe aan de diepere analyse van wat er is gebeurd. Het hangt af van in welke fase de berichtgeving is.”

Bron: NOS

Bericht delen
Article header image
Article header image

Margo Smit nog drie jaar ombudsman bij NPO

Die vraag werd regelmatig gesteld vanuit vanuit publiek én politiek. ‘Er zijn nu veel programma’s waarover eigenlijk alleen bij het programma of de omroep zélf geklaagd kan worden, en niet bij een onafhankelijke functionaris, en het publiek begrijpt dat niet. De ombudsman besluit hier niet zelf over: het is aan de omroepen. De discussie loopt en de ombudsman draagt werkwijzen uit het buitenland aan. Mogelijk brengt 2020 uitsluitsel.’

Het jaarverslag 2019 is hier te lezen. Het totaal aantal klachten en vragen over journalistieke producties kwam na een onstuimige groei in 2018, met meer dan een verdubbeling van het aantal publiekscontacten, in 2019 op ongeveer duizend uit.

Bron: Villamedia/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

BM Talk met Margo Smit

Meer BM Talks bekijken? Ga naar BMTV en ontdek ook wat onder anderen Jan Slagter, Peter Lubbers, Suzanne Kunzeler, Jos Budie, Lucille Werner, Karin de Groot en Eric van Stade te melden hebben. Nog in het verschiet liggen onder anderen Paul Römer (Talpa), Geert Paul Slee (Broadcast Rental), Sierk Vojacek (mediaondernemer in China), Marnix Kaart (regisseur), Lars Schotanus (YPCA) en Jim Stolze (AI-specialist).

Bericht delen
Article header image
Article header image

Ombudsman Smit haalt letterlijk verhaal

Bron: BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Talkshows nog steeds ’tafels met witte mannen’

Voor dat onderzoek werden de talkshows De Wereld Draait Door, Pauw, Jinek/Laat op 1 en M het hele seizoen 2017-2018 gevolgd. Gekeken werd onder meer naar het geslacht van de gasten, hun etniciteit, hun beroep en het gespreksonderwerp. Daaruit blijkt dat witte mannen het vaakst te gast zijn.

Talkshows stellen zichzelf niet tot doel om een afspiegeling te zijn van de samenleving, blijkt uit het onderzoek. Ze willen in het gesprek inhaken op het nieuws van de dag. Het onderwerp is leidend en daarbij wordt een in de ogen van de redactie zo geschikt mogelijke gast uitgenodigd.

Omdat het nieuws vaak gaat over mensen in machtsposities, betekent dat dat advocaten, academici of medisch specialisten relatief vaak aanschuiven. De meerderheid van de mensen in deze functies is nog altijd man. Ook mensen met een niet-westerse achtergrond zijn in deze beroepen sterk ondervertegenwoordigd.

Eindredacteuren en redacteuren van de programma’s zeggen dat actief naar diversiteit in gasten wordt gezocht. Bij gelijke geschiktheid kiest Jinek bijvoorbeeld voor een vrouw. Maar uit gesprekken met de redacties blijkt ook dat vrouwen met enige regelmaat bedanken voor een plek aan de tafel, omdat ze onzeker zijn over hun eigen kundigheid.

Ook mensen afkomstig uit minderheidsgroepen aarzelen vaker, zeker als ze merken of vermoeden dat ze vooral worden uitgenodigd als er iets negatiefs met ‘hun’ groep aan de hand is, aldus het onderzoek.

Met de ‘witte mannentafels’ blijven talkshows onbewust bijdragen aan sociale ongelijkheid, concludeert Smit. Het zou de talkshows kunnen helpen als nog meer wordt gekeken naar diversiteit.

Niet alleen herkennen groepen uit de samenleving zichzelf nu vaak niet in de gasten van de talkshows, het heeft mogelijk ook gevolgen voor de kijkcijfers. Die zouden volgens het onderzoek wel eens kunnen stijgen als de gasten diverser zijn.

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Margo Smit: Extra ogen en oren voor kijkers en luisteraars

Tekst & foto’s: Marloes Levie

Het idee om de academische wereld tot haar werkterrein te bombarderen, liet Smit los toen ze tijdens haar studie Nederlands en literatuurwetenschap student-assistent werd. “Werken aan de universiteit was als lopen door kauwgom.” Dat ze jaren later toch weer voet aan universitaire grond zette als docent journalistiek, was begin jaren tachtig toekomstmuziek waarvan ze nog geen enkele weet had. “Het heeft z’n voordelen, want academische inspanning vraagt ook reflectie en nadenken, maar de bureaucratie vond ik toen heel erg. En dus koos ik ervoor om naar Amerika te vertrekken voor een studie journalistiek. In 1989, het jaar waarin RTL Véronique van start ging, kwam ik terug.”

Smit schreef een brief naar het hagelnieuwe RTL Nieuws en werd uitgenodigd om drie dagen proef te draaien. “Het was december 1989. Op mijn eerste dag werd Ceausescu opgepakt in Roemenië, de tweede dag probeerden de Amerikanen Noriega uit de ambassade in Panama te werken en op de derde dag werd Ceausescu geëxecuteerd en vroegen ze of ik niet wilde blijven. Wat een vuurdoop, geweldig. Mijn opleiding was alleen maar schrijven, maar ik was meteen verkocht aan de kracht van beeld.”

Voor de camera
“Ik had een enorme manifestatiedrang, niet gekoppeld aan een gelijk opgaande kennis van zaken. Ik denk weleens terug aan mijn collega’s uit die tijd; Conny Mus, Stan Storimans, Herman van Gelderen… wat hebben zij een geduld met me gehad.” Als redacteur bereidde ze veel buitenlandreizen voor en focuste zich daarna op politiek Den Haag. Bijna vijf jaar RTL Nieuws leverde haar zelfs nog een kortstondige carrière vóór de camera op – als politiek verslaggever.

“Mensen hebben behoefte aan de extra stappen die journalisten zetten”

Tijdens de verkiezingscampagne van 1994 deed Smit verslag van D66. “Ik heb een foto waarop ik op een kratje sta om Hans van Mierlo te interviewen. Ik ben niet zo lang, dus heb op de meest gekke plekken gestaan en gezeten om op ooghoogte te komen. Maar ik was er niet geknipt voor; ik ben veel te onrustig en beweeg zoveel dat het afleidt. In Suriname stond ik een keer voor de camera en toen belde mijn toenmalige vriend met de boodschap dat ik bij de volgende stand-upper andere oorbellen in moest doen. Ik bewoog zo verschrikkelijk veel dat ze alle kanten op vlogen en hij thuis op de bank níets had gehoord van wat ik zei. Ik heb me er snel mee verzoend dat het mijn rol niet was, ik ben veel beter geweest in mijn werk achter de schermen.”

Reporter
In datzelfde jaar maakte Smit de overstap naar TweeVandaag, dat toen nog werd uitgezonden bij Veronica. “Ze stapten al snel uit het publieke bestel om met RTL verder te gaan, waardoor ik weer terugkwam bij mijn oude baas. Dat moet je gewoon nooit doen in het leven, dus ik ging naar de KRO om daar via Ontbijt TV bij Reporter terecht te komen. Dát was mijn plek. Met ruimte voor de rust van nadenken en uitzoeken, maar wel met de dynamiek van het nieuws.”

Onderzoeksjournalistiek vindt de ombudsman het mooiste vak dat er is. “Je mag mateloos nieuwsgierig zijn en begint eraan met een prettige dosis ijzeren heinigheid: ik wíl dit uitzoeken, ik vind het belangrijk dat mensen ervan weten. En dat alles zonder een al te grote broek aan te trekken, want het gaat nooit om jou als journalist, het gaat om het verhaal dat je maakt.”

De herwaardering van onderzoeksjournalistiek die Smit signaleert, stemt haar gelukkig. “Nadat het een beetje leek ondergesneeuwd, staat het nu weer bij veel mensen op het netvlies en wordt het belang ervan ingezien. Misschien heeft het te maken met het feit dat we steeds meer zelf onze informatie kunnen vergaren en kiezen, maar tegelijkertijd behoefte hebben aan duiding van dat nieuws. Het wantrouwen jegens instellingen neemt toe en daarmee de behoefte aan het feitenkennis. Dat zijn de extra stappen die journalisten zetten. Ik ben er blij mee. We hebben ook tijden gehad waarin onderzoeksjournalistiek bijna straffeloos wegbezuinigd had kunnen worden, die zijn nu voorbij.”

“Als de zon schijnt, wil ik buiten filmen”

Na ruim twaalf jaar bij Reporter zei Smit in 2009 ‘ja’ tegen de functie van directeur bij de VVOJ. “De vereniging van onderzoeksjournalisten is net na de millenniumwisseling opgericht om samenwerking tussen journalisten mogelijk te maken en van elkaar te leren. Fondsen werven en onderzoeksjournalistiek op redacties stimuleren leek mij een heel mooie klus en dat heb ik zes jaar gedaan.”

Andere kant
Tegelijkertijd maakte Smit haar rentree in de academische wereld. “Ik ben veel les gaan geven, onder andere op de master journalistiek in Groningen. Dus toch, maar als praktijkdocent; ik mocht tv leren maken en o, wat vond ik dát leuk. Nu zie ik hele hordes van mijn studenten op het Media Park lopen. Ze werken voor en achter de camera, bij VICE, hebben eigen bedrijfjes in de journalistiek, fantastisch.”

Van bevlogen programmamaker bij KRO Reporter naar VVOJ-directeur, een flinke move voor iemand die haar hart verloor aan televisie maken. “Het blijft altijd mooi en er is elke keer een nieuw onderwerp waar je je invreet, maar ik vond het ook helemaal niet slecht om die andere kant van het vak eens te zien. Ik heb daar leren vergaderen met mensen uit de hele wereld en leren organiseren, dat heeft heel andere dingen gevraagd van mijn kwaliteiten. Nu als ombudsman zit ik weer dichter bij het vuur, maar nog steeds niet helemaal. Ooit kom ik hopelijk weer terug, want ik mis het wel. Als de zon schijnt, wil ik buiten filmen.”

Ombudsman (néé, niet -vrouw)
Voormalig NOS-directeur Jan de Jong – die vorig jaar een transfer naar Feyenoord maakte – was jaren geleden al groot voorstander van een ombudsman voor de hele journalistiek bij de publieke omroep. Zin om erop te wachten, had hij niet en dus stelde hij eerst iemand aan voor de NOS: in het najaar van 2015 werd Smit benoemd als aanspreekpunt voor klachten van kijkers en luisteraars. Na anderhalf jaar werd ze dat alsnog voor alle journalistieke programma’s van de publieke omroep: op 1 januari 2017 stelde de NPO haar aan als ombudsman. De veelgestelde vraag waarom een vrouw voor de titel ‘ombudsman’ koos, lieten we even links liggen, maar voor de lezer die zich dat tóch afvraagt: typ in Google ‘NPO ombudsman’ en je vindt de verklaring. Na ruim een jaar blikt Smit redelijk tevreden terug op haar pioniersfunctie. “We hebben nog niet echt reclame gemaakt voor mijn bestaan, maar toch weet het publiek me goed te vinden. Het niveau van de vragen die gesteld worden is oké, mensen dragen serieuze onderwerpen aan. Dan is het aantal eigenlijk ondergeschikt, maar we hebben iets meer dan vijfhonderd vragen of klachten gekregen in 2017. Het leeuwendeel kan ik rechtstreeks doorspelen naar diverse media, waarna een deel toch weer bij mij terugkomt: of het antwoord bevalt de vragensteller niet, of ze krijgen stomweg géén antwoord. Wat ik overigens echt heel erg vind. Alles bij elkaar opgeteld, heb ik ongeveer tweehonderd klachten een-op-een behandeld.”

“De VARA mag links zijn, want daarvoor zitten ze in het bestel”

De Tweede Kamerverkiezingen van 2017 waren niet alleen voor de informateurs, maar ook voor Smit een tijdrovend karwei. “We kregen al vrij snel – ook vanuit politieke partijen – opmerkingen en klachten over de verdeling van de aandacht tussen links en rechts. Ik startte een onderzoek, want als de publieke omroep zijn taak niet waarmaakt om het hele spectrum te bedienen, hebben we een probleem.”

Evenwichtig
Eén misverstand hielp Smit razendsnel de wereld uit. “Er wordt vaak geroepen dat de publieke omroep neutraal moet zijn, maar dat is natuurlijk niet waar – dat staat ook in de Mediawet: in zijn totaliteit moet het publieke bestel alles en iedereen bedienen, maar de verschillende verenigingen moeten stromingen vertegenwoordigen. Dus de VARA mag links zijn en de EO mag programma’s maken over de kleine christelijke partijen, want daarvoor zitten ze in het bestel. Van taakomroepen NOS en NTR mag je verwachten dat ze in zichzelf alle kanten van een issue laten zien en niet alleen de PVV of de PvdA een podium bieden. En dat deden ze dan ook niet.”

De slotsom van Smits onderzoek naar de berichtgeving in verkiezingstijd: er waren iets meer linkse politici en partijen in beeld dan rechtse, maar de onderwerpen zaten bijna allemaal aan de wat hardere rechtse kant. “Onderaan de streep vond ik het er behoorlijk evenwichtig uitzien. Dat is ongelooflijk belangrijk, want er wordt in het stemhokje op grote schaal gebruikgemaakt van de informatie die de publieke omroepen verschaffen.”

Als ombudsman gaat Smit helemaal terug naar de basis van de journalistiek. “Wat doe je als journalist en waarom doe je het op die manier? Wij denken als journalisten – en dan zeg ik maar weer even ‘wij’, ondanks dat ik nu een beetje aan de zijlijn sta – heel vaak dat mensen snappen hoe wij ons werk doen. Dat is natuurlijk helemaal niet zo.”

Tekst en uitleg
“Als ik een klacht krijgt, haalt vaak een korte tekst en uitleg de kou al uit de lucht. Het liefst zie ik dat makers vooraf stilstaan bij de vragen die hun werk kan oproepen. Leg uit waarom je iets doet, dan voelt het publiek zich serieus genomen en krijgen ze inzicht in de besluiten die een journalist neemt en de afwegingen die worden gemaakt. Dan is de neiging om nijdig te worden al een stuk minder. Vanzelfsprekend blijven er alsnog buitengewoon gerechtvaardigde klachten en opmerkingen.”

Opvallend vindt Smit de hoge verwachtingen die mensen hebben van de publieke omroep. “De lat ligt hoog en dat vind ik heel terecht. Als er niet meer geklaagd wordt, moeten wij ons ontzettend zorgen maken, want dan vinden ze ons de moeite niet meer waard. In regel drie of vier van hun mail schrijven mensen vaak ‘van mijn belastingcenten’. Er zijn ook lidmaatschaps-, reclame-, rechtengelden, noem maar op, maar het is óók van hen en hoe mooi is het dat mensen zich druk maken om je? Dus leg me maar uit wat je dwarszit, dan zoek ik voor je uit of je je terecht boos maakt.”

“Als er niet meer geklaagd wordt, moeten wij ons ontzettend zorgen maken”

Toen de politiek zich eind vorig jaar ging bemoeien met PowNeds internetserie en televisiedocumentaire over Henk Kuipers, kopstuk van motorclub No Surrender, kwam Smit in actie. ‘Captain Henk’ kreeg betaald voor zijn hoofdrol in de gelijknamige serie. “De minister zei, op dag twee geloof ik: ‘Dat ga ik uitzoeken.’ En toen dacht ik: ho. Als de politiek zich met de inhoud van journalistieke programma’s gaat bemoeien, moeten we ons land elders in Europa gaan plaatsen, dus ík ging het uitzoeken.”

Raar
“De conclusie was dat je een bron niet op die manier betaalt. Je kunt best een keer betalen voor expertise, een broodje of reiskosten, maar níet voor de tijd die Kuipers in de opnamen stopte. Dat is namelijk simpelweg salaris of honorarium en dat doe je niet. Die kennisgeving stond niet op zich: daarmee deed ik een veel bredere uitspraak, voor alle programma’s van de NPO. In die publicatie schreef ik ook dat ik vind dat de politiek moet oppassen met zich in dit soort onderwerpen mengen. Voorafgaand aan de documentaire Captain Henk op NPO 3 riep het CDA in januari wederom snoeihard dat ze hoopten dat de NPO uitzending zou verbieden. Ik vind dat raar.”

Margo Smit

De ombudsman is er voor journalistieke programma’s van de publieke omroep, maar waar begint en eindigt journalistiek? “Het is work in progress en dit is een onderwerp waar ik mee worstel. Een mooi voorbeeld is Rambam: dat valt niet onder mij. In de aflevering over de corpora bellen de makers met een woordvoerder en zeggen aan de telefoon letterlijk: ‘Wij zijn de onderzoeksjournalisten van Rambam.’ Of Zondag met Lubach, dat een steengoed journalistiek dossier over TTIP maakte. Ook daarover kun je niet bij mij terecht. Het wordt op een heel vrolijke stand-up comedy-achtige manier aan het publiek gepresenteerd, maar de inhoud was puur journalistiek. Consumentenprogramma’s vallen ook niet onder mij, terwijl Radar een paar jaar geleden de prijs voor onderzoeksjournalistiek won en presentatrice Antoinette Hertsenberg Journalist van het Jaar is geweest.”

Schemergebied journalistiek
De lijst programma’s waarvoor Smit wél aanspreekpunt is, lijkt soms wat willekeurig. “Toen ik begon, stond De Wereld Draait Door niet op mijn lijst. Voor veel mensen is dat dagelijks een heel belangrijke bron van informatie. Uiteindelijk is daarover afgesproken dat het tot de journalistieke programma’s wordt gerekend. Dat zijn besluiten die de omroepdirecteuren moeten nemen, ik kan alleen maar aangeven dat ik soms tegen die grenzen op knal. Niet dat ik nou een soort oud-Duitse drang naar werelddominantie heb, maar het lijkt me voor het vakgebied én publiek handig als het helder is.”

Het team van Smit is overzichtelijk: zijzelf en managementassistent Wilma de Weerd. “Ik heb veel contact met ombudsmannen uit andere landen – zij zijn ook het wiel aan het uitvinden. De Organization of News Ombudsmen organiseert elk jaar een congres en dat halen we dit jaar naar Nederland. Eén van de thema’s waar we zeker een bijeenkomst aan gaan wijden, is wat we allemaal op ons bord hebben gekregen aan vragen over #metoo.”

Fake news
“Die discussie heeft journalisten in verschillende landen de kop gekost, dus we zijn er ook zelf onderdeel van, maar hoe zijn we omgesprongen met de berichtgeving? Harvey Weinstein werd beschuldigd door tientallen vrouwen, maar hoe kwetsbaar zijn de verhalen waarin één iemand een ander beschuldigt? Wij waren er allemaal niet bij. Hoe is de Deense ombudsman ermee omgegaan? En wat deden de Australiërs? Hetzelfde geldt voor fake news. En wat doen we met klachten via sociale media?”

Wie wil dat de ombudsman in actie komt, kan beter een e-mail sturen. “Ik discussieer niet op Facebook en Twitter. Ik zie het wel, want ik kan en wil me er niet voor afsluiten, maar er is geen beginnen aan, echt niet. Mensen gebruiken op social media woorden die ze in een brief of e-mail nooít zouden gebruiken. Af en toe laat ik weten dat ik de klacht heb gelezen en vraag of ze me willen mailen met een onderbouwing, zodat ik er eventueel iets mee kan doen.”

“Fouten zullen altijd worden gemaakt, maar torn alsjeblieft niet aan feitelijk en fair”

Redacties en omroepen reageren tot nu toe “hartstikke goed” op de komst van Smit. “Ik kon me best voorstellen dat je liever nieuws maakt met een collega dan je bezighouden met een mevrouw die over je schouder meekijkt, maar ze nemen het serieus en maken er ook tijd voor. Omroepen en programma’s moeten vooral snappen waarom dit gebeurt. Of ze het fijn vinden, doet er niet toe; de kijker moet het zinnig vinden.”

Openheid
“Ik ben blij als de journalistiek die hier afgeleverd wordt, feitelijk, fair en foutloos is – ook in de ogen van de mensen die het zien, luisteren en lezen. Maar dan kan ik er meteen achteraan roepen: not in my lifetime, want we produceren op hoge snelheid ontiegelijk veel met elkaar. Fouten zullen altijd worden gemaakt, maar torn alsjeblieft niet aan feitelijk en fair.”

In haar tijd bij de NOS deed Smit eens een onderzoek op verzoek van de redactie zélf. “Zij waren zo druk met de dagelijkse nieuwsstroom dat ze zich afvroegen of ze de verslaggeving rondom de nieuwjaarsrellen in Keulen goed hadden aangepakt. Dat vond ik bijzonder, want ik kon ook de redactie iets bieden. In dit geval rolde eruit dat ze behoorlijk consequent geweest waren, maar voor hetzelfde kwam ik tot de conclusie dat ze er een potje van gemaakt hadden. Die openheid gaven ze ook.”

Muziekprogramma
De vraag of in die waan van de dag ruimte is voor een rol aan de voorkant, waarin de ombudsman meedenkt over ethische en journalistieke dilemma’s vóórdat een programma gemaakt wordt, lijkt relevant. “Van verschillende kanten heb ik die vraag gekregen, maar het is aan de omroepen om daar een knoop over door te hakken. Als zij vinden dat het nodig is, moet dat misschien worden vormgegeven, maar het is geen taak om onder te brengen bij de ombudsman: dan zou ik een slager worden die haar eigen vlees keurt. Bij de BBC denken ze bijvoorbeeld van tevoren mee, maar ook daar is dat gescheiden van de ombudsfunctie. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ik mezelf mogelijkheden afsnijd om kritisch terug te kunnen kijken.”

En die ongelooflijke zin om buiten te gaan filmen als de zon doorbreekt? “Ik ga het wel zien. Ik wil dolgraag nog eens een muziekprogramma maken, dat lijkt me zo prachtig. Reizend door het donkere zuiden van de Verenigde Staten op zoek naar obscure artiesten die alleen maar achterin een schuur spelen. Ombudsman moet je ook niet al te lang zijn hoor, denk ik. Dan zou ik ook te veel wegdrijven van mijn dagelijkse kennis van hoe journalistiek bedreven wordt. Empathie voor makers versus empathie voor consumenten, ergens daartussenin wil ik graag zitten.”

Bericht delen