dinsdag 16 januari 2018

NVJ waarschuwt voor wildgroei tijdelijke contracten

De NVJ is het niet eens met het voorstel van de omroepwerkgevers om iedereen gedurende vier jaar tijdelijke contracten te mogen aanbieden. Hiermee zorgen ze voor nog meer onzekerheid voor omroeppersoneel dat van baan wisselt of start bij een omroep.

Bovendien wordt de wildgroei aan tijdelijke contracten bij de publieke omroep alleen maar uitgebreid in plaats van ingedamd. Dit bleek uit de tweede onderhandelingsronde over een nieuwe Omroep-cao.

Het voorstel van de werkgevers haakt aan bij de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) die vanaf 1 januari 2015 gefaseerd wordt ingevoerd, maar staat haaks op het doel – het sneller zekerheid bieden voor werknemers in de vorm van een vast contract – van de wetgever. Het voorstel wil immers de uitzondering (pas na 4 jaar in plaats van na 2 jaar een vast contract aanbieden) tot regel te maken en iedereen ‘ongeacht hun functie’ gedurende 4 jaar maximaal 6 contracten kunnen aanbieden.

Ook wijkt het werkgeversvoorstel af van het door de NVJ ingediende voorstel dat uitgaat van een doorstroming van tijdelijk naar vast en behoud waar mogelijk en van flexibiliteit waar noodzakelijk. De NVJ is bereid – daar waar de wetgever het bedoeld heeft – de periode van tijdelijke contracten uit te breiden naar vier jaar. Maar dan moeten over de functies die hiervoor in aanmerking komen, in elk geval duidelijke afspraken gemaakt worden. Daar waar sprake is van vast werk, dus bij doorlopende programma’s, kan echter van dit soort onterechte flexibilisering geen sprake zijn.

De NVJ vindt dat in ieder geval 65 procent van alle contracten vast zou moeten zijn. De overige 35 procent is de flexibele schil, bestaande uit de werknemers met een contract voor bepaalde tijd, zzp-ers en uitzendkrachten. Werkgevers moeten aan de hand van een overzicht elk jaar op een vaste datum aantonen dat zij aan deze afspraak hebben voldaan.

Bron: NVJ

Bericht delen