Derk Laning
2018 - week 25

Het mysterie van de nacht

Gisteravond zette ik mijn ov-fiets in de stalling van station Amsterdam Centraal. Een knappe blonde vrouw met een kleine neusring plaatst haar fiets ernaast. Onze blikken kruisen.

Ze zegt: “Die man die je fiets scant, is hij altijd zo?” Natuurlijk wist ik wat ze bedoelde. Toch vraag ik haar wat hij dan deed. Ze vertelt me dat hij chagrijnig was, omdat ze liep te treuzelen bij de ingang. Hij had haar niet eens meer goedendag gewenst. Ik schiet in de lach.

Zelf maak ik dit dagelijks mee en vertel haar dat ze hem heeft getroffen op één van zijn betere avonden. Dit viel namelijk nog mee. Ze moet lachen en zegt dat ze normaal nooit zo laat haar ov-fiets inlevert en ze hem waarschijnlijk nooit meer ziet. Gold dat ook maar voor mij.

Vier keer per week ga ik door het holst van de nacht naar huis. En hoe gek het misschien ook klinkt, inmiddels ben ik verliefd. Bijna iedere nacht is hetzelfde. Met haar rust en terugkerende karakters. Mensen die ik inmiddels door en door denk te kennen. In sommige gevallen heb ik ze zelfs een naam heb gegeven. Zo vaak zie ik ze.

Neem Olivier. Als ik de trein in kom, zie ik hem al zitten. Ik ga altijd een beetje bij hem uit te buurt zitten. Heel tactisch zodat ik geen slachtoffer wordt van zijn gesprekken. Maar wél kan zien hoe hij als een tijger naar zijn prooi sluipt. Een stukje sensatie naar de mensen toe. Ik zie hem rondkijken voor hij besluit met wie hij een praatje gaat maken. Hij grappige is dat het hem nog best vaak lukt om diepgaande gesprekken te voeren. Dat vind ik dan weer jammer. Stiekem geniet ik er namelijk wel van als Olivier na drie pogingen zichtbaar teleurgesteld zijn telefoon pakt en Friends aanzet.

Dan is er nog Alie. Een vrouw van een jaar of vijftig en een tikkeltje in de war. Ze heeft minstens vijftien kranten onder haar arm en praat tegen zichzelf. Ze knipt stukken uit de krant en stopt die in een oude patatbak. Waarom? Geen idee. Als ze maar niet degene is die dreigbrieven maakt van krantenknipsels.

Het zijn misschien vreemde figuren, maar zijn ze er een nacht niet dan is mijn nacht incompleet. Dan mis ik ze zelfs. Ze horen bij mijn nachtelijke avonturen, zoals ik misschien wel in dat van hun pas. Stiekem vraag ik me ook af wat zij van mij denken. Misschien vinden ze mij wel een ‘Wim’ die altijd naar hun gesprekken luistert. Of een ‘Bas’, de Netflix-verslaafde slaapkop. Ik weet het niet en eigenlijk wil ik het ook niet weten. Dat is namelijk het mysterie van de nacht. De nacht waar ik verknocht aan ben.

Derk Laning
Beeldredacteur Jinek & Pauw