NPO handhaaft tweede sanctie Ongehoord Nederland in bezwaar
De Raad van Bestuur van de NPO heeft op 12 juli besloten om de tweede financiële sanctie voor aspirant-omroep Ongehoord Nederland (ON!), wegens het niet naleven van de wettelijke verplichting tot samenwerking bij de uitvoering van de publieke mediaopdracht, te handhaven.
Ongehoord Nederland had bij de onafhankelijke Adviescommissie Bezwaarschriften Publieke Omroep bezwaar gemaakt tegen deze sanctie, maar de Adviescommissie heeft de Raad van Bestuur geadviseerd het bezwaar van ON! tegen het besluit ongegrond te verklaren.
Het besluit van 20 december 2022 om 1,5% op het aan de omroep toegekende budget voor 2022 in te houden, blijft hiermee in stand. Het gaat om een bedrag van 56.065,45 euro. De Adviescommissie stelt in haar advies dat de NPO terecht heeft geconcludeerd dat ON! onvoldoende uitvoering geeft aan de bereidheid tot samenwerking bij de uitvoering van de publieke mediaopdracht.
De Adviescommissie constateert dat ON! geregeld weinig constructief gedrag vertoont en daarbij weinig verheffend taalgebruik hanteert en dat dit niet bijdraagt aan goede verhoudingen binnen het publieke mediabestel.
ON! heeft in het kader van de voorlopige toelating tot het publieke mediabestel toegezegd zich te houden aan de mediawet en alle interne gedragscodes, beleidslijnen en bindende regels van de NPO. In contacten met de NPO en de andere omroepen houdt ON! zich bij herhaling niet aan deze afspraken. ON! kiest volgens de Adviescommissie voor een eigen lezing van de Mediawet, een eigen interpretatie van geldende regels binnen het omroepbestel en kiest voor eigen rechten en autonomie.
De Adviescommissie concludeert dat er een duidelijke lijn naar voren komt uit de gedragingen van ON! die verder gaat dan het louter uiten van kritiek. Gelet hierop, geeft ON! onvoldoende uitvoering aan de bereidheid tot samenwerking en was de NPO, volgens de Adviescommissie, bevoegd het besluit te nemen. De NPO neemt het advies over en oordeelt dat het bezwaar van ON! ongegrond is.
De Adviescommissie concludeert tenslotte dat een noodzaak bestond deze sanctie op te leggen en dat de hoogte van de inhouding evenredig is. “De NPO heeft alle relevante omstandigheden in haar afweging betrokken”, stelt de commissie.
Bron: NPO/BM