Milan König
2018 - week 20

Waar harde muziek iets influistert

Samen met mijn lotgenoten zit ik in de intercity en worden we van A naar beter vervoerd. In de ochtendspits is mijn eindbestemming zelden beter dan mijn bedje waarin ik heerlijk lag te meuren.

Ik kijk om me heen en vraag me af waar iedereen toch naartoe moet. Een keurige man die zijn jas nog aan heeft en hoogstwaarschijnlijk lid is van een wielrenvereniging lijkt de treinrit als één grote kwelling te ervaren. Naast hem zit een onderuitgezakte jongen met een pet op. Hij kijkt naar buiten en neemt de grazende koeien zichtbaar in hem op. De oordopjes die hij in zijn oren heeft, zijn lichtelijk overbodig, aangezien ik prima kan meegenieten van de nieuwste tracks van Ronnie Flex. De jongen lijkt een luis in de pels voor de man naast hem, die zich zichtbaar ergert.

Spookrijdend in mijn gedachten probeer ik me te herinneren waar ik de jongen van ken. Volgens mij hebben wij ooit met elkaar gevoetbald. Ja, nu zie ik het. Hij stond altijd linkshalf en was minimaal vier keer per seizoen geblesseerd, omdat hij meer aan de fles zat dan aan de bal. Manke Nelis noemden wij hem. Zoals ik hem vroeger aanmoedigde tijdens het voetballen om mee te verdedigen, zo zou ik hem nu willen aanmoedigen om zijn muziek nóg harder te zetten. Zo hard dat de man naast hem niet anders kan dan écht goed meeluisteren. Zo hard, dat hij net zo kan genieten van de muziek als Manke Nelis.

Muziek is als een achtbaan; hoe harder hoe beter. Muziek luister je niet maar ervaar je. Muziek is als een emotievergrootglas. Muziek maakt het leven vierdimensionaal, waardoor je ziet wat de koeien in het gras echt aan het doen zijn…

Milan König
Redacteur CritiX en WorX