Article header image
Article header image

Geïnspireerd

Vandaag haal ik feedback op met Bastiaan, onze Director of Delivery and Customer Success. Twee PoCs vragen onze aandacht, dus we duiken Slack in en plannen afspraken om te luisteren en problemen te verhelpen.
Beide bedrijven hebben snel de waarde van onze technologie herkend en hebben grote invloed in de mediasector. Hun feedback is essentieel — om te leren, valideren en verfijnen. Mijn belangrijkste conclusie: ze zijn enthousiast en, nog belangrijker, ze zijn geïnspireerd door wat het in de toekomst mogelijk maakt. Dat is de kracht van disruptieve technologie. 
 
Peter Bruggink 
CEO Media-Anywhere

Bericht delen
Article header image
Article header image

Realiteitscheck

Vandaag draaide onze call om security. Na 2 uur diep in de technologie en een lesje in de nieuwste webprotocollen, neem ik kort pauze voordat ik vervolg met 2 wereldwijde broadcasters. We hebben NDA’s met beide, maar de gesprekken lijken sterk op elkaar. Ze onderzoeken hoe ze hun workflows kunnen migreren naar de cloud zonder de fouten van het ‘oude model’ te herhalen. Onze architectuur is gebouwd op web-first principes en technologie — voor sommige organisaties een grote stap. Wij ‘virtualiseren’ de hele workflow. 

Vandaag was de realiteitscheck: veel broadcastleiders zien de overstap naar software-workflows als onvermijdelijk. De vraag is: hoe, en wanneer? Mijn laatste meeting eindigt om 16.00 uur. Tijd om met de hond te wandelen en me voor te bereiden op 2 avond calls met Noord-Amerikaanse teams. Samen met Lee Turvey, onze Global Sales Director aan de oostkust, prioriteren we alle kansen en maken we plannen voor morgen.

Peter Bruggink
CEO Media-Anywhere

Bericht delen
Article header image
Article header image

Bevrijdingsdag

Ik werk aan een startup die gebouwd is rond een idee: creatieve vrijheid mogelijk maken in een sector die jarenlang is vastgelopen in verouderde workflows. Samen met een internationaal team bouwen we software waarmee media direct vanuit de cloud gemonteerd kan worden — snel, flexibel, zonder gedoe. Dat klinkt technisch, maar de kern is eenvoudig: we willen dat makers zich kunnen focussen op wat ertoe doet. 
 
Vandaag geen meetings. Wel ruimte om na te denken. Over de keuzes die we maken als team. Over de richting die we inslaan. En over wat het betekent om te bouwen aan iets dat mensen écht helpt vooruit te komen. 
 
Peter Bruggink 
CEO Media-Anywhere 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Oekraïense verslaggever in Rusland vermoord

Verslaggever Masha Lavrova van Kyiv Independent vertelde erover op het festival waar ik afgelopen week was in Dublin. Indrukwekkend en beangstigend. Maar nog vele malen indrukwekkender en beangstigender is het verhaal van Viktoriia Roshchyna, een jonge Oekraïense verslaggever die als enige nog werkte in gebieden die Rusland bezet hield. Ze was bezig met een verhaal over de Russische martelpraktijken. Met gevaar voor eigen leven, zo bleek.

Haar lichaam werd in februari door de Russen teruggegeven aan Oekraïne. Wat er precies met haar gebeurd was, bleef lang onduidelijk. Tot het journalistencollectief Forbidden Stories erin dook. Zij volgden het spoor van Roshchyna’s laatste tocht naar de bezette gebieden en kwamen erachter dat ze zelf het slachtoffer was geworden van de martelpraktijken die ze aan het licht wilde brengen.

Forbidden Stories maakte zo het verhaal af, dat de Russen misschien dachten de nek om te draaien door de jonge Oekraïense verslaggeefster te vermoorden. Het geeft aan wat de kracht is van journalistieke samenwerking. Het onder druk zetten van een journalist, het gevangenzetten van een journalist of zelfs het vermoorden van een journalist om een verhaal weg te houden bij het publiek, zal niet lukken zolang er andere journalisten klaarstaan om de draad meteen op te pakken.

Dat is het doel van Forbidden Stories en hebben ze inmiddels al vele keren gedaan. Zoals bijvoorbeeld het onderzoek waarmee het allemaal begon in 2018 naar de moord op de Maltese journalist Daphne Caruana Galizia. Het initiatief van de Franse journalist Laurent Richard verdient meer bekendheid en steun. Net als de stille helden van de journalistiek in de oorlog in Oekraïne.

Wytse Vellinga
Coördinator Journalistieke Verantwoording van de Ombudsman voor de Publieke Omroepen / voorzitter stichting Huis voor de Journalistiek

Bericht delen
Article header image
Article header image

Een onmogelijke eis?

Het deed me denken aan het mailcontact dat we bij team Ombudsman soms hebben. We blijven constant vriendelijk uitleggen wat journalistiek precies is en wat de afspraken zijn. Ook leggen we uit hoe de procedures van de Ombudsman werken en vooral wat we wel en niet voor elkaar kunnen brengen. Toch blijven sommige mensen op hoge toon eisen dat we ervoor zorgen dat bepaalde programma’s verboden worden of dat een omroep een hoge boete krijgt. En hoe vaak we het ook proberen, het lukt maar niet om binnen te dringen.

Want de Ombudsman is er niet om boetes uit te delen of programma’s van de buis te halen. De Ombudsman is er vooral om het gesprek op gang te brengen tussen redacties en hun publiek. Om advies te geven over hoe het beter kan, als er fouten zijn gemaakt.

Het lijkt wat dat betreft sterk op het gesprek dat ik zag op het vliegveld. Ook de man die zijn vliegtuig had gemist bleef zitten, wat de vliegtuigmedewerker ook probeerde. Want in zijn beleving zou het vliegtuig nog komen en zat hij precies waar hij moest zijn. En zo niet, dan moest de medewerker er maar voor zorgen dat het vliegtuig terugkwam en hem hier bij deze gate op kwam halen.

Hoewel de dronken man het onmogelijke van hem eiste, bleef de medewerker kalm uitleggen dat dat helaas niet kon. En hoewel het gesprek zinloos leek, bleef hij het proberen. Na lang praten overtuigde hij de man om in een gereedstaande rolstoel te stappen. En de volgende keer misschien net één biertje minder te drinken voordat hij naar de gate zou vertrekken.

Ook bij de Ombudsman proberen we altijd in gesprek te blijven. Hoe moeilijk dat soms ook is. Maar een onmogelijke eis, blijft een onmogelijke eis.

Wytse Vellinga
Coördinator Journalistieke Verantwoording van de Ombudsman voor de Publieke Omroepen / voorzitter stichting Huis voor de Journalistiek

Bericht delen
Article header image
Article header image

Nederlands Journalistiek Festival

We hebben al veel gedaan in korte tijd, maar er moet ook nog veel gebeuren. Vorige week zijn we samen met onze producer op locatiebezoek gegaan bij alle plekken in Deventer die in september onderdeel zullen zijn van het festival. Het maakt het festival ook voor ons als organisatie ineens zoveel echter. Daar waar het idee vooralsnog vooral in onze gesprekken en de gesprekken met derden plaats vonden stonden we nu daar waar het moet gaan gebeuren. Leuk, maar ergens ook spannend.

Het idee is simpel. We willen van het festival een plek maken waar de hele journalistiek zich thuis voelt. Van de hoofdredactie van de Telegraaf tot de verslaggevers van de lokale omroep in Noordwest Fryslân en van de onderzoeksredactie in Rotterdam tot de freelancer in de Achterhoek. Twee dagen van lezingen, panels en workshops, maar vooral ook van goede gesprekken en toevallige ontmoetingen.

Het regende toen we in Deventer waren. Maar zelfs in de regen was het niet moeilijk om te zien wat de potentie voor het festival vooral op dit laatste gebied ook is. Na een inspirerende sessie neerstrijken op een terrasje voor een snel kopje koffie met een goed gesprek gaat niet moeilijk zijn.

Op festivals en congressen kun je even los komen van de dagelijkse praktijk en nadenken over wat de journalistiek is of zou moeten zijn. Op deze evenementen worden nieuwe samenwerkingsverbanden gesmeed en nieuwe vriendschappen opgedaan. Met een tas vol nieuwe ideeën en inspiratie voor de toekomst zal iedereen weer naar huis gaan. Want we hebben elkaar nodig als we de journalistiek een toekomst willen geven.

Het festival (en het vervolg van het Huis voor de Journalistiek, waarover binnenkort meer) is onze duit in het zakje voor die toekomst. Er moet nog veel gebeuren voor het zo ver is en de deadline nadert. Maar op de één of andere manier kan die klok voor mij niet snel genoeg gaan.

Wytse Vellinga
Coördinator Journalistieke Verantwoording van de Ombudsman voor de Publieke Omroepen / voorzitter stichting Huis voor de Journalistiek

Bericht delen
Article header image
Article header image

Panda’s

Het zijn voorbeelden uit de presentatie van een groot Amerikaans nieuwsnetwerk dat ons voorhield dat we meer moeten lijken op influencers en TikTokkers om de jonge generatie te bereiken. Onderdeel van een nieuwe online strategie van het nieuwsmerk. Ik vermeld hier bewust niet de naam van het grote nieuwsmerk. Vooral omdat ik met stijgende verbazing luisterde naar wat er op het podium verteld werd.
Niet omdat ik tegen panda’s of verslaggevers ben die enthousiast kunnen vertellen over deuren (in de Haagse verslaggeving zijn tenslotte vele uren gespendeerd aan het praten over dichte deuren). En ook ik kan gerust met een brede glimlach die panda’s bekijken. Maar is het echt wat ik nodig heb van een journalistiek platform?

Als ik grappige dierenfilmpjes wil kijken, kan ik letterlijk urenlang scrollen op Instagram of YouTube. Vooral panda’s zijn best populair en worden dus massaal aangeboden. De filmpjes van het nieuwsmerk komen op die grote hoop en vechten mee om de aandacht van alle pandaliefhebbers. De motivatie voor de nieuwe strategie was het binnenhalen van meer publiek, zo werd verteld in Dublin. Meer kliks en langere kijktijd. De ‘content’ die daarvoor nodig is, is wat er gemaakt werd.
Deze ‘nieuwe’ strategie van het Amerikaanse nieuwsmerk is natuurlijk niet zo nieuw. Op vele journalistieke redacties wordt gediscussieerd over hoe we de jongere kijker, luisteraar of lezer moeten bereiken. En hoewel de cijfers waarschijnlijk laten zien dat dit is wat werkt, ben ik er niet van overtuigd dat dit ook daadwerkelijk is wat we moeten doen. Want wat is onze toegevoegde waarde als journalistiek als we gaan maken wat toch al gemaakt wordt?

Het publiek heeft steeds meer moeite om ons als journalisten te onderscheiden van al die andere content die dagelijks op ze afgevuurd wordt. Als wij dan ook nog eens blijven roepen dat we, om succesvol te zijn, moeten proberen meer op dat wat er toch al is te lijken, dan is het voor het publiek helemaal niet meer te volgen. En voordat je het weet hebben ze ons als journalisten helemaal niet meer nodig. Die panda’s blijven tenslotte toch wel komen.

Wytse Vellinga
Coördinator Journalistieke Verantwoording van de Ombudsman voor de Publieke Omroepen / voorzitter stichting Huis voor de Journalistiek 

Bericht delen
Article header image
Article header image

AI of echt?

In een kroeg in Dublin, met de stereotype vioolspelers op de achtergrond en een Guinness op tafel, belandde ik in een discussie tussen een Noorse journalist van een regionale omroep, een fotograaf uit Londen en een ondernemer uit Egypte. 

Die laatste was fel voorstander van het gebruik van AI. Hij was nog maar net begonnen om zich erin te verdiepen en zag veel mogelijkheid om eraan te verdienen. Hij experimenteerde volop met het maken van teksten en zelfs video. Van mogelijke morele bezwaren was bij hem niet meteen iets te merken.

De fotograaf daarentegen zag vooral nadelen. En die zaten dan met name in het feit dat het hem juist geld zou gaan kosten. Hij zag dat steeds minder klanten een beroep op hem deden omdat ze hun grafisch materiaal van ChatGPT, Grok of Gemini kregen. En dat was natuurlijk van mindere kwaliteit, maar dat leek zijn voormalige klanten niet uit te maken.
De journalist had vooral problemen met het materiaal dat nu binnenkwam op de redactie van de omroep waar hij werkt. Daar waar ze voorheen veel gebruik maakten van beeldmateriaal van het publiek was dat nu vrijwel onmogelijk. Want was het wel echt wat er binnenkwam? De technische hulpmiddelen die ze hadden om op het gebruik van AI te controleren bleken niet toereikend. Zo af en toe kwam er toch een AI foto door de check en belandde op de website van de omroep. 

Om dit soort fouten te voorkomen, hadden ze nieuwe regels. Foto’s moesten van vertrouwde (lees professionele) bronnen komen. Kwamen ze dat niet, dan werden ze niet geplaatst. Hoe groot het nieuws ook was. Je kon tenslotte niet meer vertrouwen wat je ogen zagen, zo zei hij.

Een voorbeeld van zo’n situatie waarbij je niet meteen weet of je je ogen moet geloven was de foto die dit weekend binnenkwam van de begrafenis van de paus. Een foto van een plotse ontmoeting van twee wereldleiders in de Sint Pieter: de Amerikaanse president Trump en de Oekraïense president Zelenski op twee stoeltjes bij elkaar geschoven. Het is een geweldig beeld, maar zo onwaarschijnlijk dat het bij mij voor twijfel zorgde. Was dit AI of was dit echt?

Bij de Ombudsman krijgen we niet vaak klachten over AI. Of dat komt omdat er relatief weinig gebruik van wordt gemaakt of omdat het publiek er niet zo mee bezig is, weet ik niet. Maar het kan niet anders dan dat de door viool begeleide discussie in Dublin ook op veel Nederlandse redacties wordt gevoerd (maar dan zonder de violen). Maar wat mij betreft mag dat vaker en dan vooral samen met het publiek. Want hoe vinden zij eigenlijk dat AI gebruikt mag worden in de media? Het antwoord op die vraag is van wezenlijk belang voor het toekomstige vertrouwen in de journalistiek.

Wytse Vellinga
Coördinator Journalistieke Verantwoording van de Ombudsman voor de Publieke Omroepen / voorzitter stichting Huis voor de Journalistiek 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Wat we kunnen zien

Het is de context die de verhalen over programma’s interessant maken. Vooral als er ophef is, vertelt dat iets over de samenleving als geheel. Traditiegetrouw betekent bloot of seks in beeld vaak ophef. Het eerste naakt op televisie in het VPRO-programma Hoepla in 1967 leidde tot een debat in de Tweede Kamer. Het BNN-programma Spuiten en slikken was in 2005 onderwerp van gesprek in de politiek en zelfs de internationale pers, nog voor de eerste aflevering op televisie was. Mijn favoriet zijn programma’s die niet mochten worden uitgezonden.

Het kunstprogramma Beeldspraak plande in januari 1976 2 uitzendingen onder de titel Body Art. Het NOS-bestuur besloot Body Art niet uit te zenden. De film is wel bewaard in het omroeparchief. De omschrijving in de catalogus ‘naakte vrouw tekent met scheermes ster op haar buik en geselt zichzelf’ geeft een indicatie waarom het NOS-bestuur de uitzending blokkeerde. Journalisten zagen in het verbod een politiek motief. In dezelfde week in 1976 besprak de Tweede kamer de Medianota. Angst voor de positie van de omroep, hield deze controversiële vorm van kunst van de buis.

Het uitzendverbod is maar één aspect in het verhaal over Body Art. Filmmaker Joeri Pruys wist ervan, omdat zijn vader een van de makers was. Hij kwam, voor de documentaire die hij erover maakt, in 2024 bij Beeld & Geluid terecht. Op zijn initiatief vindt na bijna 50 jaar, op 30 april de première plaats van Body Art met een eenmalige vertoning in EYE Filmmuseum. Bij deze voorstelling is ook ‘de naakte vrouw’ in kwestie aanwezig. In 1975 stond zij aan het begin van haar loopbaan, inmiddels is Marina Abramovic een bekende performance kunstenares. Vandaag leggen we in Beeld & Geluid de laatste hand aan de vertoningskopie voor deze voorstelling.

Daarmee is mijn bewogen werkweek afgesloten en kan ik vanavond voor de tv ontspannen. Voor de laatste uitzending van Flikken Maastricht ben ik te ongeduldig. We konden thuis namelijk niet wachten en hebben vorige week al via NPO Start gekeken. Zo zie je maar hoe de kijkgewoonten veranderen. De tijd dat iedereen op hetzelfde moment naar een programma keek, dat is al geschiedenis.

Bas Agterberg
Conservator Beeld & Geluid 

 

Bericht delen