
Panda’s
Op het grote scherm op het MojoFest-festival in Dublin kijkt een zaal vol met journalisten en filmmakers naar panda’s die rollend door de sneeuw gaan op een neptelefoonscherm. Daarna volgt een filmpje van een overenthousiaste verslaggever voor de deuren van het Vaticaan bij de start van het jubeljaar. Hij vertelt hoe bijzonder het is dat hij voor deze schitterende deuren mag staan.
Het zijn voorbeelden uit de presentatie van een groot Amerikaans nieuwsnetwerk dat ons voorhield dat we meer moeten lijken op influencers en TikTokkers om de jonge generatie te bereiken. Onderdeel van een nieuwe online strategie van het nieuwsmerk. Ik vermeld hier bewust niet de naam van het grote nieuwsmerk. Vooral omdat ik met stijgende verbazing luisterde naar wat er op het podium verteld werd.
Niet omdat ik tegen panda’s of verslaggevers ben die enthousiast kunnen vertellen over deuren (in de Haagse verslaggeving zijn tenslotte vele uren gespendeerd aan het praten over dichte deuren). En ook ik kan gerust met een brede glimlach die panda’s bekijken. Maar is het echt wat ik nodig heb van een journalistiek platform?
Als ik grappige dierenfilmpjes wil kijken, kan ik letterlijk urenlang scrollen op Instagram of YouTube. Vooral panda’s zijn best populair en worden dus massaal aangeboden. De filmpjes van het nieuwsmerk komen op die grote hoop en vechten mee om de aandacht van alle pandaliefhebbers. De motivatie voor de nieuwe strategie was het binnenhalen van meer publiek, zo werd verteld in Dublin. Meer kliks en langere kijktijd. De ‘content’ die daarvoor nodig is, is wat er gemaakt werd.
Deze ‘nieuwe’ strategie van het Amerikaanse nieuwsmerk is natuurlijk niet zo nieuw. Op vele journalistieke redacties wordt gediscussieerd over hoe we de jongere kijker, luisteraar of lezer moeten bereiken. En hoewel de cijfers waarschijnlijk laten zien dat dit is wat werkt, ben ik er niet van overtuigd dat dit ook daadwerkelijk is wat we moeten doen. Want wat is onze toegevoegde waarde als journalistiek als we gaan maken wat toch al gemaakt wordt?
Het publiek heeft steeds meer moeite om ons als journalisten te onderscheiden van al die andere content die dagelijks op ze afgevuurd wordt. Als wij dan ook nog eens blijven roepen dat we, om succesvol te zijn, moeten proberen meer op dat wat er toch al is te lijken, dan is het voor het publiek helemaal niet meer te volgen. En voordat je het weet hebben ze ons als journalisten helemaal niet meer nodig. Die panda’s blijven tenslotte toch wel komen.
Wytse Vellinga
Coördinator Journalistieke Verantwoording van de Ombudsman voor de Publieke Omroepen / voorzitter stichting Huis voor de Journalistiek
