NOS en NPO eisen alsnog vervolging Tarik Z. om video
vrijdag 7 mei 2021

NOS en NPO eisen alsnog vervolging Tarik Z. om video

De NOS en de NPO eisen dat NOS-indringer Tarik Z. alsnog wordt vervolgd voor de video die hij in februari op Instagram zette. In die professioneel ogende video zei hij onder meer dat de mensen nog steeds door de NOS en de publieke omroep voor de gek worden gehouden. Hij eindigde met de woorden “en daarom ben ik terug”.

Het filmpje werd door Facebook, het moederbedrijf van Instagram, verwijderd. Maar het is hieronder nog te zien dankzij Tim Hofman.

Het Openbaar Ministerie vond de video niet strafbaar. “Hij heeft zijn straf erop zitten en mag zijn mening uitdragen, wat je daar ook van vindt”, stelde een woordvoerder. Maar de NOS en de NPO vinden dat het OM daarmee de ernst van de feiten miskent en laten het er niet bij zitten. Ze eisen nu in een zogeheten artikel 12-procedure dat het gerechtshof Arnhem het besluit van het OM terugdraait.

Ze vinden dat Tarik Z. zinspeelt op herhaling van zijn daad uit 2015 en dat hij daarmee de NOS- en NPO-medewerkers intimideert en bedreigt. Dat maakt het ook een aanslag op de persvrijheid, zeggen de twee partijen. Bovendien past de video in de trend van toenemende agressie tegen journalisten en moet die trend worden gestopt.

Gijzeling
Tarik Z. kreeg 40 maanden celstraf, waarvan 24 voorwaardelijk. Met een neppistool gijzelde hij een beveiliger, drong het NOS-gebouw en dreigde explosieven in het gebouw en elders in het land tot ontploffing te brengen als hij geen zendtijd kreeg.

Hijzelf werd redelijk snel door de politie overmeesterd, maar voor de zekerheid werd het hele gebouw ontruimd om te checken op explosieven. Een deel van de aanwezige medewerkers stond buiten in de sneeuw, een ander deel werd opgevangen bij RTL. Omdat ook de mensen van de eindregie naar buiten moesten, stonden alle drie de NPO-zenders drie kwartier op zwart.

Hoewel de gebeurtenissen meteen dezelfde avond weer ‘gewoon’ werden verwerkt tot nieuws, was de impact op de medewerkers van de NOS en de NPO groot.

Bron: NOS/BM

Bericht delen