Eline de Ruig
2018 - week 36

Wake up

Half zes gaat de wekker. Ik wil me nog een keer omdraaien.
Dat.
Kan.
Niet.

Na drie maanden zomerstop moet ik er toch echt aan geloven. We gaan live! En wel over 4,5 uur. Het gegeven dat een heerlijk ontbijtje op mij wacht, maakt dat ik mezelf uit mijn bed sleep. Ik ben een ochtendmens, maar deze vroegte blijft toch een opgave.
Mensen vragen me vaak hoe ik dat doe. Ik weet het niet. Een gave misschien. Maar als je werk niet leuk is, houd je dit niet vol. Een tijdje geleden vroeg iemand mij: ‘Eline, sta je wel stil bij hoe gaaf jouw werk is? Wat je allemaal mag doen en meemaakt?’ Ik geniet van mijn werk, maar er echt bewust bij stilstaan? Nee, dat niet.
Ik denk dat televisie maken ook lastiger is als je je er bewust van gaat worden dat het iets anders is dan een kantoorbaan. Maar eerlijk is eerlijk: af en toe een momentje pakken om bewust stil te staan bij wat je doet is nooit verkeerd.
Als ik in de studio aankom, pak ik een lekkere kop cappuccino, zet ik muziek op en ga ik aan de slag. Aanpassingen doornemen van het draaiboek en je klaarmaken voor de repetitie. Live televisie brengt altijd een soort spanning met zich mee, maar dit keer is het toch wel extra spannend. Je wil het nieuwe seizoen goed starten. Laten zien dat we terug zijn.
Tijdens de repetitie zetten we de laatste puntjes op de i, we spreken alles met elkaar door, oefenen de overgangen en vangen ondertussen de gasten op. Maar al snel voel ik: de sfeer is terug, we hebben er zin in, we gaan er een feestje van maken. En voor ik het weet telt de opnameleider af, wordt de tune ingezet en zijn we begonnen. De trein gaat rijden en dendert negen maanden door.
Negen maanden vroeg op staan. Negen maanden knallen. En negen maanden genieten. Ik kijk naar de presentatietafel en besef dat op een meter afstand duizenden mensen te zien krijgen wat wij maken en denk aan de vraag die mij eerder die week werd gesteld. Ga ik toch vaker doen.

Eline de Ruig
Verslaggever & Redacteur Entertainment bij Koffietijd & 5 Uur Live, Talpa

Foto: Maaike Nienhuis