Article header image
Article header image

De knop om

Eigenlijk houd ik me met te veel verschillende dingen bezig. Op een dag als deze schieten mijn gedachten bovendien alle kanten op, zoals uit onderstaande blijkt. Het managen van aandacht, verwachtingen en tijd om dingen uit te zoeken, is de uitdaging.
Er vraagt een aantal papiercollecties om aandacht. Selecties maken in het relevant materiaal. Dat artikel schrijven over de Omroep voor Radio Freedom, voor het historische mediamagazine Recorder. Snel een afspraak plannen met de kennisgroep van VGOmedia, de Vereniging van Gepensioneerden. Dit najaar organiseren we een bijeenkomst met ontwerpers (decor en grafisch) om kennis op te halen over hun werk voor de televisie.
In eerdere sessies liepen we met technici, productie- en regieassistenten en lichtontwerpers door de depots. We bekeken beeldmateriaal en de vakgenoten wisselden ervaringen uit. Voor Beeld & Geluid belangrijk om zo meer te weten over al die apparaten in de museumcollectie, of juist wat er mist in de verzameling.   

Tussen mijn geplande werkzaamheden krijg ik regelmatig een vraag die de moeite waard is. Gisteren nog de vraag hoe het zit met het filmmateriaal van de hockeywedstrijden tijdens de Olympische Spelen 1928 in Amsterdam. Ik weet dat er in 1928 veel gedoe was omdat het Italiaanse bedrijf Luce exclusieve filmrechten kreeg. Nederlandse filmbedrijven boycotten daarom het evenement.
Tot 2016 was een film over de Olympische Spelen niet in Nederland vertoond! De hockeybeelden ontbreken waarschijnlijk omdat hockey- en voetbalwedstrijden al in mei werden gespeeld, terwijl de officiële opening van de Spelen op 28 juli plaatsvond. We duiken er nog even verder in.

Onwillekeurig dwalen mijn gedachten op deze dag ook weer af naar de oorlog. Precies 80 jaar geleden op 24 april klonk op Radio Herrijzend Nederland het bericht dat zware bommenwerpers voedselpakketten zouden droppen in het door hongersnood geteisterde bezette Nederland. Ongetwijfeld had dit bericht een enorme impact in bezet gebied. Met de kennis van nu weten we dat pas op 26 april de eerste pakketten werden afgeworpen en anderhalve week later Nederland bevrijd was. De onmacht in bevrijd gebied hoor je in de radiotoespraken van Henk van den Broek en A. den Doolaard van 25 en 26 april. Al deze fragmenten maken op mij vandaag nog steeds indruk.

Bas Agterberg
Conservator Beeld & Geluid 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Het DNA van Herrijzend Nederland

Vandaag staat voor mij geheel in teken van dit evenement in de theaterzaal van Beeld & Geluid. Het zaalprogramma is meteen de opname voor aflevering 10. Lange tijd werkten we met een klein team aan de research en opname van de podcast. Zo’n zaalprogramma komt tot stand dankzij veel meer collega’s, van techniek tot catering en productie tot PR.

Mijn rol vandaag is de voorbereiding en ervoor zorgen dat het allemaal soepel verloopt. Het  echte werk doet podcastmaker Peter de Ruiter. Hij spreekt met verschillende gasten met als thema  ‘Wat je niet horen kon’.  Dichteres Rosa Knorringa (1932) is overleefde de oorlog, terwijl een groot deel van haar Joodse familie is omgekomen. Op de radio bleef het tijdens de oorlog akelig stil over de Jodenvervolging. Willy van Loenen (1937) vertelt over haar ervaringen tijdens de Hongerwinter. Ze is vanuit Voorburg naar Friesland gebracht bij een kinderloos echtpaar, dat na de oorlog vroeg of ze haar kon blijven.

De hedendaagse equivalenten van radio Herrijzend Nederland bespreekt Peter met Reber Dosky en Geert van Asbeck. De film Radio Kobani van Dosky noemde ik gisteren al. Geert van Asbeck vertelt over radiostations die hij opzette in vluchtelingenkampen in Afrika en Azië. Tussen de gesprekken door draagt Ruth van Rossum passende gedichten voor.
Op het podium staan de radiotoestellen met ‘Herrijzend Nederland’ op de stemmingsregelaar. Tot de verbeelding spreekt ook de tentoongestelde ‘Hitler-fles microfoon’ die bij Herrijzend Nederland in gebruik is geweest. En wat te denken van de Moffenzeef, een apparaatje tegen de stoorsignalen van de Duitse bezetter. Het doel was om ongestoord naar Radio Oranje of Herrijzend Nederland te luisteren. 

Blij verrast was ik dat ik gisteren naar aanleiding van Spraakmakers een bericht kreeg van de dochter van Karel Nort. Als verslaggever was hij te horen in fragmenten over de bevrijding van Tilburg in november 1944 en van Hilversum in mei 1945. Nort is de geschiedenis ingegaan als de presentator die de capitulatie van het Duitse leger aankondigde op Herrijzend Nederland. De motor achter de radiozender was Henk van den Broek, zonder hem was de zender niet van de grond gekomen. In 1947 stichtte hij de Wereldomroep. Vol trots lanceren we de eerste 5 afleveringen met het DNA van Henk van de Broek! Het is zijn zoon Paul van den Broek (1935) die op gepaste wijze de afleveringen online zet.

Bas Agterberg
Conservator Beeld & Geluid

Bericht delen
Article header image
Article header image

Op de radio

Hoe was dat eigenlijk, radio maken tijdens de oorlog? De recent overleden Dick Verkijk schreef een klassiek geworden boek over de Hilversumse omroep tussen 1940 en 1945. Minder bekend is de geschiedenis van de zender die in het geheim in het  Natlab van Philips in Eindhoven was gebouwd. Op 17 september 1944 werd de stad bevrijd en een paar weken later klonk Herrijzend Nederland.
Een zender optuigen vanuit het niets, al snel werkten er zo’n 80 mensen en was er een programmaschema met nieuws, muziek en bezinning. Aan alles was gebrek, de elektriciteit of water voor koeling van de zender. Voor muziek deed men een oproep aan de bevolking grammofoonplaten te sturen. In brieven naar Londen verzocht programmaleider Henk van de Broek om platen, platenspelers en kantoorartikelen. Met de nodige improvisatie was er vanaf 3 oktober een radiozender in de lucht, die de mensen in bevrijd én bezet Nederland informatie verschafte, entertainment bood én hoop gaf. 

Ook vandaag de dag kan radio die functie vervullen, zo liet Reber Dosky zien in zijn bekroonde documentaire Radio Kobani (2016). In de Syrische stad Kobani startte de 20-jarige Koerdische verslaggeefster Dilovan in 2014 een radiostation. Haar interviews met overlevenden, bevrijders, vluchtelingen en muzikanten bieden hoop en kracht in de wederopbouw.
Die kracht van het medium radio is natuurlijk al lang bekend. Vanuit Radio Herrijzend Nederland ontstond in 1947 de Wereldomroep. Naast de werelduitzendingen leidde het Trainingscentrum van de Radio Nederland Wereldomroep (RNW) radiomakers uit de hele wereld op. Wereldwijd bouwde mensen radiozenders zoals die in Kobani. Daar draagt het huidige RNW Media draagt er nog steeds aan bij. 

Voor wie dat wil zijn radiostations van over de hele wereld te beluisteren via het platform Radio.garden. Om te weten hoe radio in het verleden klonk, zijn we afhankelijk van archieven zoals Beeld & Geluid.  Van radio Herrijzend Nederland in de oorlogstijd zijn slechts rond de 40 opnamen bewaard. Er zijn nog eens zo’n 80 opnamen van de periode na de bevrijding tot aan januari 1946, toen Radio Herrijzend Nederland ophield te bestaan.
Een papieren archief met programmateksten is er in het NIOD. Enkele dozen met correspondentie uit 1944 liggen bij Beeld & Geluid. Op de eerste pagina in de doos stond ‘Top Secret’. Het is een verslag van een geheim agent die in augustus 1944 aan Londen meldt dat in Eindhoven een zender klaarstaat. Met zo’n document in je hand voelt de geschiedenis dichtbij.  

Natuurlijk hoop ik dat we van verleden kunnen leren, maar nog meer dat radio in oorlogstijd voor ons iets uit het verleden blijft.    

Bas Agterberg
Conservator Beeld & Geluid 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Houdt het dan nooit op?

‘Houdt het dan nooit op?’ kun je je afvragen. Hoe komt het dat er 80 jaar na de bevrijding nog zoveel verhalen, nieuwe inzichten en perspectieven op de oorlog zijn? Het materiaal uit het archief licht een tip van de sluier. Er is een periode van zwijgen, een periode van verantwoording afleggen en bepalen wie goed of fout was. De verhalen van nu gaan meer over de beleving en de keuzes van mensen in de oorlogsperiode. Van de bekroonde serie als De Joodse Raad, de vele boeken die het afgelopen jaar verschenen en verschillende podcasts. Een link met de actualiteit is in de huidige geopolitieke conflicten makkelijk gelegd.

Ook in mijn werk is de Tweede Wereldoorlog nooit ver weg. In de collecties van Beeld & Geluid liggen nog onbekende opnamen, veel ervan niet eens digitaal. Een paar maanden geleden ontvingen we van het NIOD een paar maanden geleden nog 2 dozen met film en audiomateriaal. We moeten er nog induiken!
Een opname van meer dan 50 jaar geleden, is nu actueel. Archivaris Rolf Schuursma van de Stichting Film en Wetenschap interviewde in 1964 Jan Teunissen. De naam doet misschien niet meteen een belletje rinkelen. NSB’er Teunissen noemde zichzelf de filmtsaar. Hij had tijdens de oorlog een grote stem in de Nederlandse filmproductie. De opnamen zijn gedigitaliseerd voor de documentaire De Propagandist van Luuk Bouwman, die nu in de bioscopen draait.

In de film combineert Bouwman de gesprekken met beelden uit propagandafilms én het privé archief van Teunissen. De inmiddels 94-jarige Rolf Schuursma en historicus Egbert Barten reflecteren in de film kritisch op de woorden van Teunissen. Het is een uniek portret en schetst de keuzes die mensen in de filmindustrie maakten. 

Ook mijn week wordt gekleurd door de oorlog. Met Peter de Ruiter maakten we de afgelopen maanden de 10-delige podcast Herrijzend Nederland, Radio in Oorlogstijd. Op woensdag 23 april lanceren we deze reeks in een zaalprogramma. Dus tijdens de paasdagen nog even doorwerken om dat ei te leggen!

Bas Agterberg
Conservator Beeld & Geluid 

Bericht delen
Article header image
Article header image

De tussenruimte

Ik ontmoet nog steeds documentairemakers die bij het woord ‘reality’ hun neus ophalen alsof ze iets smerigs ruiken. Tegelijkertijd spreek ik programmamakers die met romantisch verlangen terugblikken op wat zij noemen ‘de gloriedagen van ongepolijste reality’, de rauwe typetjes, de meedogenloze montage. 

Zelf voel ik me thuis in de tussenruimte. En juist nu, terwijl de transformatie van het realitygenre in volle gang is, zie ik kansen voor makers uit alle hoeken van het non-fictie spectrum. De tijd dat we lachten óm in plaats van mét de deelnemers ligt achter ons. En godzijdank maar.

Barbie had nooit zo uitgekleed mogen worden. De familie Tokkie draagt hun stigma nog steeds. En ja, ik vraag me sterk af of Rapper Sjors een podium kreeg dat hem hielp. We kunnen niet langer volhouden dat het publiekelijk ontleden van kwetsbaarheid, het verheffen van menselijke tekortkomingen tot karikatuur, verdedigbaar is. 

Wat we nu zien, is een nieuw soort factual entertainment dat de kracht van het menselijke verhaal combineert met cinematografische kwaliteit. Een Huis Vol, Au Pairs, maar ook formats als Dream School bewijzen dat het publiek hongerig is naar content die zowel toegankelijk is als respectvol. Hier ligt een enorme kans voor makers die voorheen hun neus ophaalden voor ’tv’: de grens tussen documentaire, human-interest, factual entertainment en andere labeltjes vervaagt. 

Ik werk regelmatig met makers die uit de documentairehoek komen en verrast zijn door de creatieve vrijheid die ze krijgen binnen meer mainstream formats. Wat vroeger ‘infotainment’ heette, een term die vaak werd uitgesproken met licht dedain, is nu een complexe vertelvorm waar diepgang en bereik hand in hand gaan. De sleutel? Authenticiteit en respect voor je onderwerp, gecombineerd met een scherp oog voor ritme en structuur. 

Elk mens verdient het om met nuance bekeken te worden. Die nuance is niet saai of elitair, integendeel. Kijkers zijn slimmer en gevoeliger dan we vaak denken. Ze willen geraakt worden door echte verhalen, verteld door makers die hun ambacht verstaan en hun onderwerpen serieus nemen. 

In die tussenruimte, tussen het puur observerende van klassieke documentaire en het amusementskarakter van reality, ligt een wereld aan mogelijkheden voor makers die hun verhalen willen vertellen aan een breed publiek zonder concessies te doen aan integriteit. Wees niet bang om het midden te kiezen. De tussenruimte is waar de magie gebeurt.

Stephen Kearney
Creative Director bij Captains 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Rollen omgedraaid

Nu ontwikkel ik nieuwe ideeën, verbind makers aan projecten en pitch bij zenders en streamers. En ineens gaat het wél over spreadsheets. Over kanaalstrategieën, proposities, en of er ‘ruimte in het genre’ is.
In het begin voelde dat als een koude douche. Maar tegelijkertijd is het ook een eer dat de rollen nu zijn omgedraaid. Dat ík makers mag vragen iets tofs te maken, in plaats van dat zij mij vroegen een project te monteren. 

Bij Captains zoeken we precies dat grensgebied op: waar het schuurt tussen inhoud en industrie. Want dáár gebeurt het. Vandaag zitten we in een brainstorm met een grote tv-producent. Zij weten alles van formats, wij van human interest. Misschien klikt het. Misschien ook totaal niet. Maar het is een leuke botsing. 

Vinden we gemeenschappelijke grond? Spreken we dezelfde taal? En interessant genoeg: we pitchen vaak bij dezelfde zenders, maar bij andere mensen. Andere burelen, andere belangen. Hoe werkt dat eigenlijk? Je kunt elkaar zien als concurrent, maar je kunt ook gewoon denken: laten we kijken of we samen iets vets kunnen maken.
In het ergste geval heb je koffie gedronken. In het beste geval heb je iets in gang gezet dat je in je eentje nooit had verzonnen. Volgende week weer gewoon terug in de montagekamer van m’n hoofd.

Stephen Kearney
Creative Director bij Captains 

Bericht delen
Article header image
Article header image

YouTube on Steroïds

Freeclimbers Angela Nikolau en Ivan Beerkus zijn al jaren megasterren op YouTube met hun krankzinnige rooftopping-video’s, waarin ze zonder beveiliging over de randen van kranen, torens en flatgebouwen balanceren. De kijkers komen voor de duizelingwekkende stunts. Regisseur Jeff Zimbalist zag hierin iets groters: wat als je deze twee niet alleen als waaghalzen neerzet, maar ook als mensen met angsten, twijfels en dromen? En zo werd hun gevaarlijkste klim ooit niet alleen een stunt, maar ook een filmisch drama. 

Het uitgangspunt is bijna te mooi om waar te zijn: een stel dat letterlijk op elkaars leven vertrouwt terwijl ze hun ultieme droom najagen, het beklimmen van de Merdeka 118 in Kuala Lumpur, ‘s werelds op een na hoogste wolkenkrabber. De film laat zien hoe ze langs beveiliging moeten sluipen, zich dagenlang moeten verstoppen en uiteindelijk de sprong wagen.
Maar wat deze documentaire onderscheidt van hun YouTube-content, is de manier waarop de regie hen uitdaagt om meer te laten zien dan alleen het spektakel. Ze doen nog steeds wat ze altijd doen: met een selfiestick in de hand hun eigen avontuur filmen. Maar dit keer hangt Zimbalist regelmatig met ze aan de lijn om ze te coachen. Niet alleen wanneer ze moeten filmen, maar vooral wat: de twijfels, de ruzies, de momenten van pure angst. En dat werkt, tot op zekere hoogte.

In de podcast ‘Behind the Cut’ (tip!) vertellen de makers hoe moeilijk het was om deze twee YouTubers te regisseren. Ze zijn al jaren gewend om op hun eigen manier content te maken. Daar breek je niet zomaar doorheen.
Niet iedereen is enthousiast. Sommige wijzen op het ongemakkelijke randje: is dit cinema of een opgeblazen YouTube-video? En er was kritiek op het feit dat er uiteindelijk NFT’s aan gekoppeld bleken te zijn, wat voor sommigen afdoet aan de authenticiteit van het avontuur. Maar dat is ook juist wat de film interessant maakt: is dit een romantisch epos, of gewoon 2 adrenalinejunkies die steeds gekkere stunts doen voor de views?

Voor mij zit de kracht in iets anders. Het gaat niet alleen om de poging om van YouTube iets filmischers te maken, dit is gewoon het besef dat er al ontelbaar veel bizarre, waanzinnige verhalen rondslingeren, ze moeten alleen nog verteld worden door de juiste makers. Sommige verhalen liggen voor het oprapen en vragen simpelweg om nieuw licht.
En wat ik er misschien nog wel het meest aan waardeer, is hoe slim de makers inspelen op het online kijkgedrag. Mensen willen dit zien. Ze volgen deze waaghalzen al op social media, ze klikken op elke nieuwe stunt en blijven terugkomen voor meer. Door dat als filmmaker te omarmen en er een extra laag aan toe te voegen, vergroot je de impact. De film is geen documentaire die iets nieuws brengt, of gelaagd is, maar een slimme remix van wat mensen al verslinden op hun telefoons. En dat is niet minder waard. 

Ik heb me kostelijk vermaakt op de bank. En daar gaat het uiteindelijk om. Er is nu eenmaal een enorme groep mensen, inclusief ikzelf, die hier heel graag naar kijkt. Deze documentaire is trouwens niet eens heel recent. Waarom ik dit nu deel? Gewoon, ik hoop dat makers meelezen en zich laten inspireren. Want er liggen nog 1000 van dit soort verhalen. Ze wachten alleen nog op de juiste verteller. Bel me.

Stephen Kearney
Creative Director bij Captains

Bericht delen
Article header image
Article header image

Makers willen maken, kopers willen kijkers

Je zou kunnen zeggen dat de markt steeds ingewikkelder wordt. Het NPO Fonds zit op slot, de NPO staat onder druk, het Filmfonds kan maar maximaal zoveel makers per jaar bedienen en streamers zijn veel opportunistischer geworden. Daar moet je nu bijna garanderen dat er al een doelgroep voor je film is, voor een nieuwe aanwas van subscribers naar het platform.
Het draait niet alleen om artistieke waarde, maar ook om impact. Gaat pers erover schrijven? Zorgt het voor opschudding? Heeft het een hoge production value maar kan het relatief goedkoop geproduceerd worden? Dit is niet alleen de taak van een producent, maar ook van jou als maker.

Neem bijvoorbeeld The Man With 1000 Kids op Netflix. Trouwens, zonde eigenlijk dat die door Britten is gemaakt, want dit hadden wij gewoon moeten doen. Dat terzijde. De talking heads in die film worden versneden met geënsceneerde beelden, zoals het silhouet van Jonathan’s bos krullen terwijl hij een bar binnenloopt. Dit soort shots kan tegenwoordig grotendeels met AI worden gemaakt.
Dat scheelt een hoop in fictiesets en budget, waardoor hetzelfde verhaal voor een zender opeens wél aantrekkelijk kan worden. Kosten versus impact. Als maker kun je daar rekening mee houden, voor open staan en zo misschien net het verschil maken. Daar zit ook niet het verlies. We willen gewoon films maken. En er zijn meer makers dan kansen. Dus laten we onze kansen vergroten.

Daarvoor is het cruciaal dat je niet alleen in je ‘onafhankelijke creatieve hokje’ blijft zitten, maar ook nadenkt over hoe je je project slim in de markt zet. Hoe maximaliseer je impact? Kan het ook internationaal? Kan het universeler? Kunnen we hetzelfde verhaal vertellen met een lager productiebudget? Dat soort dingen. Momentum is ook cruciaal. Ik heb zelf een grote ideeënbox waar ik nieuwsartikelen in opsla die me opvallen, en eens in de zoveel dagen kijk ik: kunnen we hier iets mee? Snel schakelen is een pré.
Zelf hou ik ervan als een idee nog rauw is. Het hoeft van mij allemaal niet al volledig uitgewerkt te zijn. Sterker nog, vaak begint het gewoon met een appje of een voice-memo van een maker: ‘Ik kwam dit tegen, zouden we hier iets mee kunnen vanuit dit perspectief?’ Dat soort losse flarden zijn vaak het beginpunt. Dan kijken we samen of het past bij de tijdgeest, wat ervoor nodig is om het scherp te krijgen en hoe we het het beste kunnen aanvliegen. Liever dat, dan dat we allemaal kostbare tijd steken in plannen die uiteindelijk niet landen. 

Moraal van het verhaal: Denk efficiënt. Denk breed. Droom groot. En bovenal: blijf geloven. Ja, er zijn negatieve geluiden. ‘Het is loom. De markt is verzadigd. Het moet anders.’ Laten we elkaars hand vasthouden en er gewoon mee beginnen. We bepalen zelf de toon. Want het mooie is: de interesse vanuit de mainstream kijker naar non-fictie groeit alleen maar. Dus laten we ervoor zorgen dat we klaarstaan om de verhalen te blijven vertellen die de wereld nodig heeft.

Stephen Kearney
Creative Director bij Captains

Bericht delen
Article header image
Article header image

Open die Schatkamer!

Tijdens de coronaperiode genoot ze van oude tv-programma’s als (…)  ‘Love Letters, Pisa, Van Kooten en De Bie, De Sterrenshow van mijn vader zaliger, Zeg eens Aaa en Spel zonder Grenzen’ (…) Het betekende een zalige trip down memory lane, maar bood ook daadwerkelijk troost. Even kunnen lachen om Kreatief met Kurk voelde als een warme deken. Hoewel we nu ook programma’s hebben die alleen maar lief en gezellig zijn, zorgt de nostalgie van die oude programma’s ervoor dat het zo lekker wegkijkt en warmte geeft’. (…)

Suus eindigt met ‘Misschien is het, met alles wat er op dit moment in de wereld gebeurt, tijd voor een nieuwe ronde Troost TV? Ik denk dat we het kunnen gebruiken’. Ik was net begonnen bij Beeld & Geluid aan het project De Schatkamer en wilde wel van de daken schreeuwen “het komt eraan, Suus!!”. Maar de lancering was nog lang niet aanstaande, we moesten eerst nog vele hobbels nemen in het project. Inmiddels zijn we 1,5 jaar verder en komt de lanceerdatum langzaam in zicht.

In 2026 bestaat de Nederlandse televisie 75 jaar, en vanaf het voorjaar zal een groot deel van het archief van Beeld & Geluid online toegankelijk zijn. Vanaf dat moment is het mogelijk om heel veel programma’s van toen in hele afleveringen gewoon thuis op de bank terug te kijken en te beluisteren. Dat wordt leuk! Lekker nostalgie opsnuiven, maar ook tijdsbeelden (her)ontdekken in de verhalen van de redactie, herkenning vinden tussen toen en nu, je bescheuren om de ‘geen gezicht, 1975-look’ en misschien wel jezelf of een bekende terugzien in een programma.

Omdat ik bij Beeld & Geluid werk, heb ik toegang tot DAAN, het digitale archief voor mediaprofessionals. Het eerste wat ik zelf op ging zoeken was (lach niet…), de EO Jongerendag van 1986, waar ik samen met mijn nichtje naar toe mocht als bijna 15-jarige. Voor het eerst alleen met de trein naar Utrecht, superspannend was dat. Ik hoorde achteraf van allerlei mensen dat ik op televisie te zien was geweest, maar heb dat zelf nooit gezien of ergens terug kunnen kijken. Video hadden we niet en destijds werd zo’n programma maar één keer uitgezonden. Daar zat ik, 10 seconden lang, vol in beeld, met mijn jaren ‘80 kapsel, mijn jampotglazen bril en het jasje waar ik zo blij mee was. Geweldig om dat bijna 40 jaar na dato terug te kunnen zien.

We bouwen met hart en ziel aan de plek waar het gaat gebeuren. Keep you posted!

Elles de Koning
Programmamanager De Schatkamer bij Beeld & Geluid 

Bericht delen