Article header image
Article header image

Rijksuniversiteit Groningen krijgt bijzondere leerstoel Lokale Publieke Omroep

Gemeenten voeren steeds meer taken uit die de levenssfeer van inwoners rechtstreeks raken. Dit maakt het journalistieke werk van lokale media meer dan ooit van wezenlijk belang voor het functioneren van de lokale democratie en samenleving. Daarmee groeit ook de behoefte aan inzicht in de rol en het functioneren van de lokale publieke omroep. De bijzondere leerstoel zal in deze behoefte voorzien.

Onderzoek naar lokale media
Het onderzoek van De Haan wordt gepositioneerd binnen het Centre for Media and Journalism Studies. Met deze nieuwe leerstoel krijgt het onderzoek naar de rol en functie van lokale media voor de democratie en samenleving een belangrijke impuls.

Yael De Haan: “Het onderzoek van de RUG naar media en journalistiek is toonaangevend. Mijn belangstelling binnen de nieuwe leerstoel gaat vooral uit naar de vraag hoe lokale media relevant, aantrekkelijk en toekomstbestendig zijn en blijven, en wat de rol en functie van de lokale publieke omroep in het lokale journalistieke ecosysteem is. Het gaat daarbij nadrukkelijk ook om publieksonderzoek en hoe behoeftes van het publiek goed aan kunnen sluiten bij de lokale journalistiek.”

Professionalisering van de lokale omroep
De leerstoel is namens de stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO) ingesteld voor een periode van vijf jaar. De leerstoel start aan de vooravond van een ingrijpende transitie van de ruim 250 lokale publieke omroeporganisaties in Nederland. Zo zullen de komende jaren de wettelijke eisen ten aanzien van de lokale omroep worden aangescherpt en wordt er hard gewerkt aan de verdere journalistieke professionalisering en organisatorische versterking. De leerstoel kan een belangrijke impuls geven aan al die ontwikkelingen.

Over Yael de Haan
Prof. Dr. Yael de Haan is naast bijzonder hoogleraar ook lector Kwaliteitsjournalistiek Digitale Transitie bij de Hogeschool Utrecht. Ze promoveerde in 2011 op het onderwerp mediakritiek en journalistieke transparantie. Ze publiceerde daarover meerdere wetenschappelijke artikelen en schreef mee aan diverse boekhoofdstukken die bijdragen aan de discussie over mediaverantwoording, ook in haar rol als lid van de Raad voor de Journalistiek. Ze leidt onderzoeksprojecten en begeleidt promovendi die zich richten op veranderende mediaconsumptie en de consequenties die dat heeft voor de journalistiek. Yael is tevens bestuurslid van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

Bron: NLPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Lokale publieke omroepen gaan over op digitale radio

In tegenstelling tot de landelijke en regionale publieke en commerciële omroepen beschikken lokale publieke omroepen nog niet over de benodigde digitale frequentieruimte en infrastructuur om via DAB+ uit te zenden. Daarmee dreigen zij binnen enkele jaren hun volledige luisterpubliek kwijt te raken, aangezien de FM-radio tegen 2030 waarschijnlijk zal worden afgeschakeld.

Marc Visch, directeur-bestuurder van de NLPO, de sectororganisatie van de Nederlandse lokale publieke omroepen: “Iedereen die vandaag een digitale radio koopt, en dus overstapt van FM naar DAB+, kan de lokale omroep niet meer ontvangen. Het is daarom heel goed nieuws dat het kabinet dit probleem erkent en bereid is extra te investeren in het behoud van de toegankelijkheid van de lokale radio.”

Uit onderzoek blijkt dat de bekendheid van de lokale omroep onder Nederlanders groot is. Radio is daarbij een uitermate belangrijk medium in de aanbodmix van de lokale publieke omroep. Zowel oudere en jongere doelgroepen luisteren veelvuldig naar de lokale omroep via radio.

Grote veranderingen bij de lokale omroep
De realisatie van DAB+ maakt onderdeel uit van een breder pakket aan maatregelen van het kabinet gericht op de organisatorische versterking en journalistieke professionalisering van de lokale omroeplaag. Er zijn op dit moment nog enkele honderden lokale omroepen in Nederland.

In principe beschikt elke gemeente in Nederland over een lokale publieke omroep. Gemeenten en omroepen hebben staatssecretaris Uslu van Media en Cultuur begin dit jaar voorgesteld om de lokale mediaopdracht per 2025 te reorganiseren in 80 zelfstandige lokale streekomroepen. De DAB+ frequentietoewijzing zal zoveel mogelijk worden geënt op deze nieuwe streekindeling.

Bron: NLPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Streekomroep ZuidWest Omroep van het Jaar 2022

De Schiedamse lokale omroep SCHIE kreeg een eervolle vermelding omdat de omroep in korte tijd een opvallende professionaliseringsslag heeft ondergaan, met name op het journalistieke vlak.

Milouska Meulens, voorzitter van de vakjury: “Mijn journalistieke hart ging weer kloppen toen wij bij de genomineerde omroepen langsgingen. De passie die ze hebben én houden, van directeur tot vrijwilligers, editor tot hoofdredactie. En dat ondanks de soms wel echt ingewikkelde omstandigheden. Wat ze tekortkomen aan middelen, compenseren ze meer dan genoeg met creativiteit en liefde voor het vak. Dat, ondernemingszin en het draagvlak bij het publiek, houdt ze op de been. Prachtig om te zien!”

ZuidWest neemt het stokje over van OPEN Rotterdam, die vorig jaar de uitverkiezing won. Streekomroep ZuidWest is actief in en rond Bergen op Zoom, Roosendaal en Woensdrecht.

Beste producties en presentatietalent 2022
Naast de verkiezing Omroep van het Jaar zijn awards toegekend in de categorieën nieuws & achtergronden, audio, video, innovatie en presentatietalent. De jury lette bij het aanwijzen van de winnaars nadrukkelijk op journalistieke prestaties en de wijze waarop de inzenders verbinding in de lokale gemeenschap wisten te realiseren.

Juryvoorzitter Rik van de Westelaken: “Ook ik begon mijn journalistieke carrière bij een lokale publieke omroep. Het is opvallend hoeveel beter en professioneler de lokale omroepen tegenwoordig zijn. Ik ben onder de indruk van de kwaliteit van de talenten en verhalen: ze raken, informeren en verbinden. Dat maakt het uitdelen van de lokale media awards ook zo leuk.”

Ook is door omroepen volop campagne gevoerd om een van hun vrijwilligers in aanmerking te laten komen voor de titel Omroepvrijwilliger van het Jaar. Bij die verkiezing gaf het aantal publieksstemmen de doorslag.

Dit zijn alle winnaars:

Nieuws en achtergronden
Afrekenen met vier jaar gemeentepolitiek – Sleutelstad

Audio
Eerste hulp bij jezelf zijn – Omroep P&M

Video
De verzwegen wet – 1Twente

Innovatie
1Twente Senior – 1Twente

Presentatietalent
Tjerk van der Ende – SCHIE

Omroepvrijwilliger van het Jaar
Ellis Rijkers – Omroep Meierij

Unieke positie lokale omroep
Marc Visch, directeur-bestuurder NLPO: “De inzendingen en de genomineerden laten de unieke positie van de lokale publieke omroepen en lokale journalistiek zien in ons publieke bestel. Het gaat om meer dan de dagelijkse informatievoorziening; het laat de belangrijke maatschappelijke en verbindende rol zien van al die omroepen in hun eigen dorp, stad of streek. Een rol die van belang is voor een gezonde lokale democratie.”

Vakjury
De titel Omroep van het Jaar is toegewezen door een aparte vakjury, die bestond uit Milouska Meulens (voorzitter), Fiona Arens, John Olivieira en Celeste Boddaert. De vakjury voor de overige Lokale Media Awards bestond uit Rik van de Westelaken (voorzitter), Bart Jan Cune, Wilma Haan, Timo Kamst, Sieb Kroeske, Ton Verlind en Elger van der Wel.

Over de Lokale Media Awards
De Lokale Media Awards zijn een initiatief van de Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO), het samenwerkings- en coördinatieorgaan voor de lokale publieke omroep in Nederland. De awards laten zien wat lokale omroepen te bieden hebben op het gebied van organisatie, content en talent. Dit jaar werden de Lokale Media Awards uitgereikt tijdens een feestelijke bijeenkomst in Beeld & Geluid in Hilversum op vrijdag 10 juni.

Bron: NLPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Extra investering in lokale en onderzoeksjournalistiek

Voor 2022 stelt staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media) ruim 11 miljoen euro beschikbaar om lokale publieke omroepen te ondersteunen in hun professionalisering en onafhankelijkheid. Ook krijgt de onderzoeksjournalistiek 2,4 miljoen extra om diepgravende journalistieke producties te kunnen maken en onderzoeksjournalisten op te leiden.

Naast lokale en onderzoeksjournalistiek richt het kabinet zich in 2022 ook op persveiligheid, de toekomst van de publieke omroep en het versterken van de Nederlandse mediasector.

Sterke en onafhankelijke lokale publieke omroepen
Momenteel zijn lokale publieke omroepen afhankelijk van financiering van hun gemeente. Journalisten mogen zich niet geremd voelen omdat de financiering van hun omroep via de gemeente loopt waar ze over schrijven. Daarom is Uslu in gesprek met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO) over een nieuwe financieringssystematiek van lokale omroepen. Dit moet leiden tot het versterken van de kwaliteit en de onafhankelijkheid van de lokale omroepen.

In de tussentijd investeert Uslu in de versterking van de lokale omroepen. In 2022 komt 6,5 miljoen euro beschikbaar voor lokale omroepen om mensen aan te nemen en voor trainingen van medewerkers. Ook is er 3 miljoen beschikbaar voor de omroepen om hun diensten digitaal aan te bieden. Tot slot stelt het kabinet middelen beschikbaar voor vernieuwende journalistieke projecten van lokale media.

Onderzoeksjournalistiek
Onderzoeksjournalistiek vervult bij uitstek de controlerende functie van de media in onze democratie. Met een extra investering van 2,4 miljoen euro bovenop de huidige 5 miljoen breiden het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten hun activiteiten uit. Journalisten krijgen meer mogelijkheden om producties te maken en er wordt geïnvesteerd in kennisontwikkeling, nieuw talent en (bij)scholing. Hier kunnen meer journalisten van profiteren, in allerlei fases van hun carrière.

Persveiligheid
Journalisten krijgen steeds meer te maken met bedreiging en geweld. Daarom komt Uslu samen met de minister van Justitie en Veiligheid (J&V) voor de zomer met een plan van aanpak ter versterking van persveiligheid en persvrijheid. Ook zetten de beide bewindspersonen hun bijdrage aan het initiatief PersVeilig voort tot en met 2024.

Omroepen in het publiek bestel
De manier waarop op dit moment bepaald wordt welke omroepen kunnen toetreden tot het publieke bestel wordt onder de loep genomen. Staatssecretaris Uslu gaat een onafhankelijk adviescollege instellen dat advies uitbrengt over hoe de publieke omroep kan meegroeien met de tijd, door voorwaarden over wanneer omroepen in- en uitstromen.

Bron: Rijksoverheid.nl/BM
Foto: Martijn Beekman/RVD

Bericht delen
Article header image
Article header image

Speciale vakjury voor verkiezing lokale Omroep van het Jaar 2022

Er is een speciale vakjury in het leven geroepen die niet alleen de inzendingen beoordeelt, maar ook bij de genomineerde omroepen op bezoek gaat om een nog beter beeld te krijgen van de potentiële winnaars. Op 13 mei worden de genomineerde lokale publieke omroepen bekendgemaakt.

De NLPO (Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen) is trots op de vakkundige jury voor lokale Omroep van het Jaar 2022, bestaande uit:
– Milouska Meulens, presentatrice bij Omroep Zwart
– Fiona Arens, directeur bij Creative Animal
– John Olivieira, lid van de Raad voor Cultuur
– Celeste Boddaert, hoofdredacteur bij OPEN Rotterdam (winnaar Omroep van het Jaar 2021)
De vakjury beoordeelt de omroepen onder meer op hun journalistieke prestaties, de kwaliteiten van de organisatie en de maatschappelijke relevantie in hun omgeving. Ook komt de jury tot een eervolle vermelding voor een omroep die in de afgelopen jaren grote stappen heeft gezet.

Feestelijke live uitreiking
De bekendmaking van de titel Omroep van het Jaar 2022 is onderdeel van de feestelijke uitreiking van de Lokale Media Awards op vrijdag 10 juni bij Beeld en Geluid in Hilversum. Naast de verkiezing van de Omroep van het Jaar worden awards uitgereikt in de categorieën audio, video, nieuws en achtergronden, innovatie, presentatietalent en Omroepvrijwilliger van het Jaar 2022.

Bron: NLPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Experiment Versterking lokale journalistiek verlengd

Voor de 44 lokale omroepen en de 63 journalisten die zich binnen het experiment bezighouden met lokale verslaggeving is dit goed nieuws. Zij hebben een jaar langer de tijd om aan te tonen dat door samenwerking de lokale journalistiek bij de lokale omroepen versterkt kan worden.

De pilot Journalistieke professionalisering lokale publieke mediadiensten gaat stoppen. Deze pilot waaraan 20 lokale omroepen deelnemen, loopt woensdag 1 december officieel af. Minister Slob gaf aan geen mogelijkheid te zien tot verlenging van het initiatief in afwachting van een eventuele structurele oplossing waar een nieuw kabinet mogelijk mee zal komen.

Bron: NLPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Eric Horvath, Directeur streekomroep DTV

In de zomervakantie kregen zij uit handen van brancheorganisatie NLPO eindelijk het felbegeerde Keurmerk Nederlandse Streekomroepen, waarmee de omroep heeft bewezen te kunnen voldoen aan de hoge maatstaven die de NLPO stelt aan professionele omroepen. Directeur Eric Horvath: “We verkopen er geen commercial meer door, maar voor je uitstraling is het goed.”

De stemming zit er nog goed in bij Horvath: “We zijn blij met ons keurmerk dat we afgelopen zomer van de NLPO gekregen hebben. Eigenlijk hebben we daar niet eens zoveel voor hoeven doen, omdat veel bij ons al op orde was. Hier en daar ontbrak nog een procedure of een reglementje, maar dat was niet veel werk. Belangrijk van zo’n keurmerk is dat je laat zien dat je de lat hoog legt. Dat is ook iets dat we goed kunnen gebruiken in ons verhaal naar gemeentes toe.

DTV heeft namelijk plannen om uit te breiden in de omgeving van ‘s-Hertogenbosch. “Ook dat we nu samenwerken met de NOS en de regionale omroep kan ons goed helpen, als we binnenkort met de gemeente Heusden en Sint-Michielsgestel om tafel gaan voor een nieuwe editie van DTV. We willen daar graag rond het einde van dit jaar daar drie professionele journalisten hebben die in die twee gemeenten dagelijks berichten gaan maken.”

Drie televisiekanalen
De streekomroep bestaat op dit moment uit drie losstaande organisaties, met een eigen Raad van Toezicht en een eigen programmaraad. Iedere lokale omroep heeft binnen deze samenwerking een eigen tv-kanaal en een apart kanaal op Twitter en Facebook. Gezamenlijk vullen ze met zijn drietjes een radiokanaal, een website, een app en een instagramkanaal.

Directeur Eric Horvath maakt namens de streekomroep ook nog deel uit van het College van Omroepen dat de NLPO adviseert bij het ontwikkelen van nieuw beleid. Horvath is zelfs voorzitter van dat CvO. “Sinds februari zijn alle zetels in het College van Omroepen bezet. Het is wellicht nog wat vroeg voor conclusies maar ik vind het een leuk team en ik mag wel zeggen dat ook de samenwerking met de NLPO goed verloopt.”

“De NLPO is er de afgelopen tijd opvallend goed in geslaagd om lokale omroepen duidelijk op het netvlies te zetten van bestuurders en politici. Er gebeurt een hoop tegelijk. Er verschijnen allerlei adviezen en rapporten en er is extra geld. Er wordt geëxperimenteerd en geprofessionaliseerd. En inmiddels is het gemeenten wel duidelijk geworden dat een goeie lokale omroep geld kost. En dat maar heel weinig lokale publieke omroepen op dit moment echt toekomstbestendig zijn”

Pilots
“Daarom is het ook een spannende tijd. Want veel geld in mijn begroting is nu tijdelijk en niet structureel. Dus ik maak me zorgen over de maand november als een deel van onze subsidie voor het professionaliseren van de omroep wegvalt. De omroep doet mee aan een pilot waarin de afgelopen tijd de (verdere) professionalisering gefinancierd is van 20 omroepen. Ons bereik is door die pilot al 40% tot 50% gegroeid en onze content is veel sterker geworden.”

“Het idee was dat de ervaringen uit deze pilot de politiek zouden helpen overtuigen extra geld beschikbaar te stellen voor lokale omroepen. Dat geld is in november op. Zoals het er nu uitziet is er dan nog geen nieuw regeerakkoord. Lastig om je verhaal niet klaar te hebben naar mensen die hier afgelopen tijd een groot verschil gemaakt hebben. Ik hoop dat minister Slob zijn erfenis goed gaat beschermen. Maar helemaal zeker ben ik daar nog niet van, want het verleden laat volgens mij ook zien dat Slob pas echt doorpakt als de kamer hem aan het werk zet.”

Appgroep
Naast de professionaliseringspilot doet DTV ook mee aan de pilot waarbij samenwerking tussen de drie omroeplagen moet zorgen voor de versterking van de lokale journalistiek. “We hebben een gemeenschappelijke appgroep waarin alle Brabantse omroepen zitten, die meedoen aan die pilot. Daarin wordt meteen overlegd als we ergens tegenaan lopen. Werkt heel prettig in de praktijk. Op dit moment werkt hier ook een hele goeie journalist mee aan de pilot met de RPO en de NOS. We hebben het echt getroffen met hem. Wij laten hier dagelijks zien dat je binnen een streekomroep nog steeds heel lokaal kan zijn.”

“Vanuit mijn optiek was deze pilot met de NOS en de RPO precies op tijd gekomen als eerst die 30 miljoen er was gekomen en alle lokale omroepen een journalistieke basisinfrastructuur hadden kunnen neerzetten. Nu zijn de verschillen tussen lokale omroepen nog zo groot en krijg je dat de ervaringen uit deze pilot soms een vertekend beeld geven. Want natuurlijk moet een betaalde professional bij de ene omroep meewerken aan iets als de agenda omdat daar niemand voor is, terwijl je bij een andere omroep – waar de basisstructuur wel op orde is – de betaalde journalist serieuze onderzoeksverhalen kan laten maken. De pilot met drie publieke lagen is een kers op de taart, maar de taart zelf ontbreekt.”

Veiligheid
Er zijn andere zaken waar Horvath zich zorgen over maakt. “Onze verwachting is dat als mensen steeds minder ‘lineaire’ televisie kijken ook de inkomsten van reclame bij ons structureel omlaag zullen gaan. Dat compenseer je niet met radio of de website. Ook bij Facebook zijn ontwikkelingen gaande die het steeds onaantrekkelijker maken om daar als omroep nog veel energie in te stoppen.”

En dan heeft de omroepdirecteur het nog niet eens gehad over de veiligheid van zijn journalisten. “De houding van de burger tegenover de journalistiek is de laatste tijd ook best zorgelijk. Dan doel ik bijvoorbeeld op de avondklokrellen in Den Bosch. We hebben toen voor het eerst in onze geschiedenis een beveiligingsbedrijf in moeten huren, die met onze verslaggever op pad ging. Veiligheid van onze journalisten is echt een issue geworden.”

Bron: BM
Foto: links Eric Horvath, Directeur streekomroep DTV, rechts Marc Visch, directeur-bestuurder NLPO

Bericht delen
Article header image
Article header image

Burgemeester Anneke Raven over de rol van lokale media

Anneke Raven: “Bij het opzetten van een omroep is de investering voor een nieuwe studio en apparatuur in iedere gemeente even hoog. Of je nou veel of weinig inwoners hebt. Daarom is het belangrijk dat er een basisfinanciering komt die overal even groot is. Dus niet alleen per inwoner geld beschikbaar stellen maar gewoon een basisbedrag om de belangrijkste zaken goed te kunnen regelen. Je kunt er niet omheen dat lokale media een ‘merit good’ is, een dienst die zo belangrijk is dat je er subsidie aan geeft. Dat betekent ook dat de overheid moet financieren.”

Vrijwilligers
“Ik kan mij geen lokale omroep voorstellen zonder vrijwilligers en dat moet je ook niet willen. Vrijwilligers zijn mensen die de gemeente goed kennen en weten wat belangrijk is voor de omgeving. Wel zouden vrijwilligers – meer dan nu gebeurt – professioneel geholpen moeten worden bij hun werkzaamheden door journalisten met ‘coachende’ kwaliteiten. Aan mensen die vooral leidinggeven en alles beter weten heb je bij een lokale omroep niet zoveel. Je moet mensen hebben die kunnen enthousiasmeren en respect hebben voor de nieuwsgierigheid, inzet en skills van vrijwilligers.”

“Bij ons is de vorming van een streekomroep echter mislukt. Er werd in het begin vanuit de NLPO aangestuurd op een fusie tussen lokale omroepen. lk denk dat het goed is om dat te heroverwegen. Een vorm van samenwerking is wel nodig, maar een eigen zendmachtiging blijft belangrijk. Vrijwilligers hebben geen goed gevoel bij fuseren. Die werken het liefst voor hun eigen gemeente. Ik wil ook niet overruled worden door besluiten uit een andere gemeente. En ook de raad geeft niet graag geld uit voor activiteiten in buurgemeenten. We hebben er als raad en college veel tijd en geld ingestopt om zo’n streekomroep te onderzoeken. Ik vind dat de raad en het college hier in Hellendoorn het onderwerp lokale omroep heel serieus nemen en ook serieus behandeld hebben. Ik heb inmiddels wel begrepen dat fuseren geen voorwaarde is, dus dat is voor onze gemeente een heroverweging waard, want samenwerking is wel nodig voor verdere professionalisering.”

Verantwoordelijkheid
“In onze gemeente valt de lokale omroep onder de wethouder cultuur. Vastgoed, dus ook het gebouw van de omroep, valt onder de burgemeester evenals communicatie. Dat kan in elke gemeente anders zijn. Ik snap dat de discussie over sturing wordt gevoerd maar ik zou hem niet groter maken dan nodig. Bestuurlijk moet je het organiseren maar tegelijkertijd moet je als gemeente afstand houden. Dat rechtvaardigt gespreide verantwoordelijkheden. Ik denk ook niet dat jij als schrijver van deze rubriek lang nagedacht hebt over de vraag welke minister je voor deze rubriek moest interviewen over de lokale omroep… Ollongren of Slob. Toch?”

“In mijn gemeente Hellendoorn zag je toen corona opkwam direct dat veel van de oudere vrijwilligers voor de zekerheid thuisbleven. Hier zagen we vrij snel dat die plekken allemaal werden opgevuld door studenten journalistiek van Windesheim. Dat mes sneed aan twee kanten. Wij hadden en hebben een actieve lokale omroep met echt mooie programma’s. En de studenten – die zich op school vanwege corona niet konden vertonen – deden ervaring op en maakten zo uren, die ook voor hun studie meetelden. Zou ook goed zijn om onderwijs bij een professionelere opzet van de lokale omroep te betrekken. Geloof dat daar voor onderwijs, journalistiek en kwaliteitsverbetering veel te halen is.”

Meer geld
“De rode draad door alle adviezen – die nu aan de overheid gegeven worden – is dat er meer geld moet komen. En ik ben het daarmee eens. Ook in de coronatijd hebben we kunnen zien hoe belangrijk een lokale omroep is die voor betrouwbare informatie zorgt. Normaal was ik maandelijks te gast bij de omroep. Tijdens corona wekelijks. Plaatjes draaien gebeurde natuurlijk ook nog steeds, maar er was in die periode ook echt goeie informatie voor een doelgroep die graag geïnformeerd wilde worden.”

Bron: BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Marc Visch, Jan Müller en René van Zanten over de toekomst van lokale media

Is 2021 het Jaar van de Waarheid voor de lokale omroepsector?
MV: “Als het om journalistiek gaat, zeker. Ik zie de lokale journalistiek nog steeds verder afkalven.”
RvZ: ‘Er is op dit moment niet iets wat de lokale omroepen onmiddellijk in hun voortbestaan bedreigt. Maar je ziet nu wel een hoop gebeuren. Er is veel beweging binnen de sector en het is spannend waar dat in gaat resulteren.”
JM: “Eigenlijk is in onze sector nu ieder jaar een ‘Jaar van de Waarheid’. Of het nou om digitalisering gaat, veranderend gedrag bij consumenten, verschuivingen van adverteerdersgeld of financiering. Wij moeten vooral wendbaar blijven om op al die ontwikkelingen te kunnen blijven inspelen.”

Het woord corona is nog niet gevallen…
RvZ: “Ik wilde eigenlijk net zeggen dat er wel iets aan te vullen is op wat Jan zegt. De thermiek voor verandering en verbetering van de lokale journalistiek is op dit moment wel aanwezig. En die kan over een paar jaar weer weg zijn.”
MV: “Zeker rond de eerste lockdown zag je de belangstelling van mensen voor nieuws uit de directe omgeving toenemen. Iedereen moest binnen zitten en afstand houden. Logisch dat je dan andere wegen zoekt om te horen wat er zich om je heen afspeelt. De wereld is misschien een dorp geworden, maar het omgekeerde is ook waar. Er gaat iets mis op een markt in China en wij zitten maanden thuis.”

Heeft het trouwens geholpen dat er nu geen staatssecretaris maar een minister zich met de lokale omroepen heeft beziggehouden?
MV: “Welke minister heeft zich met lokale omroepen bezig gehouden?”

Ik zou zeggen dat minister Slob jullie problemen heel serieus heeft genomen en een positieve bijdrage heeft geleverd.
MV: “Ja, dat wel. Maar probleem met het huidige kabinet is dat we eigenlijk steeds te maken hebben gehad met twee ministers. Minister Slob mag dan verantwoordelijk zijn voor media, maar als het om financiering ging, moest dat altijd in samenspraak met minister Ollongren gebeuren. Want de lokale omroep wordt gefinancierd via het gemeentefonds en dus Binnenlandse Zaken. Dat maakt het ook af en toe best gecompliceerd.”

“Probleem met het huidige kabinet
is dat we eigenlijk steeds te maken
hebben gehad met twee ministers”

Je zegt dus eigenlijk dat een minister of staatssecretaris voor jou niet zoveel verschil heeft gemaakt…
MV: “De eerste belangrijke stappen die we rond streekomroepen en professionalisering van de sector hebben gezet, waren met staatssecretaris Sander Dekker. Dat was een staatssecretaris die zich eigenlijk buiten zijn boekje om met de lokale omroep bezighield en zich daar heel verantwoordelijk voor voelde. Slob zit er veel formeler in. Toen het over de financiering ging, zei hij: dan moet je echt bij de gemeente zijn. En dat is Binnenlandse Zaken. Ik weet nog dat Ollongren voor het eerst in aanraking kwam met ons dossier en zich hardop afvroeg: ‘Ga ik daarover? Dat is toch media? En media is toch OCW?’ Je ziet dus dat departementen onderling daar ook mee worstelen. Het zou echt veel schelen als we alles rond het omroepbestel, zowel inhoudelijk als financieel, onder één minister zouden laten vallen.”

En welke minister moet dat dan worden?
MV: “De minister van OCW ligt het meest voor de hand, want dat ministerie voert de Mediawet uit.”
JM: “Ja, ben ik het mee eens, maakt het allemaal wel overzichtelijker als we vanuit één ministerie zouden worden aangestuurd. Dat je samen doelen formuleert en ook de funding daarvoor met elkaar regelt, dat is eigenlijk een no-brainer.”

Dus daar gaan jullie ook samen voor lobbyen?
MV: “Nou ja, dit is wel ongeveer het verhaal. Maar waar we wel tegenaan gaan lopen, is dat je als onafhankelijke journalistieke organisatie geld krijgt van een organisatie die je ook moet ‘controleren’.”
RvZ: “Die afhankelijkheid van overheidsgeld is er nu eenmaal en die zal ook wel blijven. Ik vind het helemaal niet erg dat een overheid geld beschikbaar stelt voor journalistiek. Ik moet dat in het buitenland ook regelmatig uitleggen, hoe onze publieke omroep onafhankelijk kan zijn terwijl ze geld van de overheid krijgt. En dan geef ik altijd hetzelfde antwoord: omdat het kan! Kijk maar naar onze publieke omroep. Zijn er hier mensen die de onafhankelijkheid van onze publieke omroep serieus in twijfel trekken? Die denken dat we een staatsomroep hebben?”

Toch komt je eigen Stimuleringsfonds net met een advies aan het ministerie van OCW – ‘De Lokale Omroep Op Stoom’ – waarin speciale aandacht wordt gevraagd voor de manier waarop de lokale politiek lokale omroepen probeert te beïnvloeden…
RvZ: “Dat klopt en die cijfers zijn best zorgwekkend. 14% van 111 ondervraagde omroepen geeft in dat onderzoek aan wel eens onder druk te zijn gezet door gemeentebestuurders om bepaald nieuws af te zwakken. Dat zou omgerekend betekenen dat bij 35 van de circa 260 omroepen sprake is van dit soort inmenging. Maar ik denk dat dat simpel op te lossen is. Maak voor eens en voor altijd goed duidelijk dat bekostiging geen subsidie is, maar gewoon een verplicht bedrag dat je als gemeente moet betalen. Geen discussies. Punt.”
MV: “Die onafhankelijkheid is een belangrijk punt, maar nog zorgwekkend vind ik dat het geld voor lokale omroepen nu voor 80-90% uit de markt moet komen. In hoeverre kun je bij dit soort bedragen nog spreken van bekostiging of van publieke organisaties?”

“Maak voor eens en voor altijd
goed duidelijk dat bekostiging
geen subsidie is, maar gewoon
een verplicht bedrag dat je
als gemeente moet betalen”

Nu is bekostiging van een lokale omroep gebaseerd op een bedrag dat tussen 1,19 en 1,34 euro per huishouden ligt. Volgens het advies ‘Lokale Omroep Op Stoom’ zou dat naar een bedrag van twee euro per inwoner moeten. De NLPO komt samen met de VNG op een nog hoger bedrag uit. Bij de bekostiging van een regionale omroep kom je nu uit op zo’n acht euro per inwoner. De verschillen tussen al die bedragen zijn nogal fors.
MV: “Of het nu gaat om een bedrag per huishouden of per persoon, de berekeningen zijn nooit ideaal. Het maakt qua geld echt uit of je een omroep in Noord-Oost Groningen opzet of in de Randstad. Lokaal gezien moet je er gewoon vanuit gaan dat er een vast bedrag nodig is om een journalistieke basisstructuur neer te zetten.”
RvZ: “En het gaat niet alleen om geld, hè. Je kunt er wel mensen bij zetten, maar er moet lokaal ook een soort basiskennis zijn. Om een bedrijfje te runnen en om goede journalistiek te bedrijven. Wat we bijvoorbeeld nu in de praktijk tegenkomen, is dat we met iemand van het bestuur van een lokale omroep aan het praten zijn die over de journalistiek van de omroep begint. Dan denk ik: ‘Kom op! Daar ga je niet over.’ Daar begint het echt mee.”

Als straks in december die incidentele lokale gelden op zijn, kan een situatie ontstaan waarbij alle omroepen weer mensen moeten gaan ontslaan en terug naar af moeten. En dan wordt vast naar de regio gekeken voor en oplossing.
JM: “En dat vind ik ook terecht. Ik vind ook dat wij niet alleen maar onze hand op kunnen houden. Maar als we naar een meer BBC-achtig model toe willen in Nederland, dan hebben we structureel minimaal honderdvijftig extra journalisten nodig. En dat is dan om verschraling van de lokale journalistiek tegen te gaan. Daar is de politiek het overigens ook mee eens. Maar we moeten ook onszelf aankijken. Hoe gaan we alle kennis die nu in de grote pilots wordt opgedaan goed borgen? Hoe gaan we straks het effect van die tijdelijke journalisten zodanig gebruiken, dat het iets duurzaams voor de sector oplevert?”

Ik scherp toch nog even aan. Nu is er 15 miljoen euro voor lokale omroepen en 130 miljoen bij de regionale omroepen. Stel: er komt geen geld bij. Dan zou vraag kunnen zijn: hoe gaan wij als regionale omroep ervoor zorgen dat we lokale omroepen laten doen wat ze tot nu toe hebben gedaan?
MV: “Ik vind echt dat je er nu veel te simplistisch naar kijkt. Het is niet allemaal inwisselbaar en het zijn geen communicerende vaten: haal het geld maar weg bij de regio en dan is het probleem opgelost. De regionale omroepen hebben nu een specifieke en zeer nuttige taak in het omroepbestel en dat zomaar even leeg trekken qua geld lost het probleem niet op. Net zo goed dat 4,5 miljoen voor een pilot met 63 extra journalisten – vijf mensen per provincie tot aan december – ook niet alle problemen oplost. Ik ben vanaf de start geen groot voorstander geweest van veel experimenten, want ik weet: die houden een keer op. En dan? Voor iedereen is duidelijk dat het niet goed gaat met de lokale journalistiek. Het Stimuleringsfonds zegt het, de Raad voor Cultuur zegt het, de VNG zegt het, het ministerie zegt het. Dus waar wachten we op? Ga investeren!”
RvZ: “Ik ben het Marc eens dat het misschien een beetje veel is. Maar er is zoveel uit die pilots naar boven gekomen waar we echt mee verder kunnen, dat vind ik echt geweldig. Wat ik mis – en dat punt moet ik wel echt even maken – is dat we het allemaal beperken tot publieke omroepen. Want de hele lokale journalistiek is in de problemen en dat zijn echt niet alleen de lokale publieke omroepen.”
JM: “Je ziet private partijen nog regelmatig terugdeinzen voor samenwerking met publieke partijen, maar er gebeuren ook interessante dingen. Follow The Money vind ik een mooi voorbeeld. En NieuwsPlein 33, een initiatief in Amersfoort/Leusden waarbij een aantal lokale stakeholders zoals uitgever BDU en bibliotheek Eemland samen met RTV Utrecht en de lokale omroep De Stadsbron een uitzendconcessie proberen te krijgen. Dat vind ik een frisse manier van kijken, los van al het politieke gedoe eromheen.”

“Waarom kan dat geen
samenwerking zijn van
verschillende stakeholders?”

Je kunt ook zeggen dat RTV Utrecht in Amersfoort en Leusden wel heel nadrukkelijk op het terrein van de lokale omroep komt.
JM: “Dat zie ik echt anders. Heel traditioneel als je daar zo naar kijkt. Die concessie is bedoeld voor een partij die een goede nieuwsvoorziening in het gebied organiseert. Waarom kan dat geen samenwerking zijn van verschillende stakeholders?”
MV: “Ik ben voor samenwerking en nieuwe dingen uitproberen, maar wel iets minder enthousiast over dit initiatief want er zit ook geld achter. Waarom krijgt de lokale omroep daar niet gewoon genoeg geld om zijn taakstelling goed uit te voeren?”

Lokale mediatopRené van Zanten, Jan Müller en Marc Visch

De NLPO heeft steeds gehamerd op de vorming van tachtig streekomroepen. Willen jullie die professionalisering van jullie sector nog steeds op die manier bereiken?
MV: “Wij willen een lokaal toereikend media-aanbod (LTMA) en streekvorming kan daarvoor een middel zijn.”

In het advies van het Stimuleringsfonds aan de minister staat dat je professionaliseren en fuseren niet tegelijkertijd moet willen doen. Hebben jullie afscheid genomen van het plan om 240 lokale omroepen onder te brengen in tachtig streekomroepen?
MV: “Jij wil alles steeds in een mal duwen, terwijl ik dat nu juist niet wil. Ik zeg: kom met maatwerk! (…) Voor een bepaalde mate van organisatie heb je een zekere omvang, massa nodig. Hoe je dat verder invult als lokale omroep moet je zelf weten. Sommige omroepen zijn inderdaad meteen naar de notaris gegaan en hebben een fusie geregeld, andere hebben een werkstichting opgericht. En weer andere houden hun eigen merk overeind. Er zijn veel methodes om iets te bewerkstelligen. Ik zeg alleen wel: we gaan niet 380 verschillende organisaties helpen opzetten, want dat is helemaal nergens voor nodig. Dat daar enige schaalvergroting bij komt kijken, is logisch. Maar wie ben ik om dat in beton te gieten en te zeggen en zo moet het en niet anders. Dat is met alles in tegenspraak wat ik aan het propageren ben.”
RvZ: “En hoe plat het ook klinkt, aan het eind van de dag gaat het er ook nog om of mensen gewoon met elkaar kunnen opschieten. Als je elkaar niet ligt, dan moet je ook niet gaan samenwerken. Dan wordt het helemaal niks.”
MV: “Wij doen nu onderzoek naar succesfactoren bij streekvorming. We hebben het over het professionaliseren van mensen die binnen onze sector werkzaam zijn, maar het heeft ook te maken met de professionaliteit van lokale bestuurders. Als ik op bezoek ga bij wethouders in het land, vind ik het raar dat in de ene gemeente de lokale omroep valt onder de wethouder cultuur, en in een andere gemeente onder communicatie en ik bij de burgermeester langs moet. Stel je eens even voor dat het NOS Journaal niet onder het ministerie van OCW zou vallen, maar onder de Rijksvoorlichtingsdienst. Gewoon qua financiering. Zouden we dat dan niet vreemd vinden?”

Als jullie een onderwerp mogen inbrengen dat aan de formatietafel moet worden besproken, wat is dat dan?
RvZ: “Ik denk toch dat ik nog bredere samenwerking zou noemen. Zoals lokale en regionale omroepen elkaar nu vinden – al dan niet binnen regelingen – zou het geweldig zijn als daar voortaan ook private partijen bij betrokken kunnen worden. Je moet elkaar blijven opzoeken, want niemand kan het alleen.”

“Ik zie een fusie
van RPO en NLPO
nu niets bijdragen”

MV: “Ik zeg dan toch basisinfrastructuur. Allemaal leuk en aardig met samenwerking en onderzoeksjournalistiek, of al die lokale en regionale fondsen die aan het ontstaan zijn, maar zorg er in ieder geval voor dat er lokaal een goede basisstructuur is. Iedereen is het erover eens dat er geld bij moet. En misschien zitten we nog niet helemaal op één lijn als het om de hoogte van dat bedrag gaat, maar laten we in ieder geval commitment met elkaar uitspreken dat we het gaan regelen.”
JM: “Voor mij zou het aan de formatietafel moeten gaan over de vraag hoe we einde gaan maken aan de verschraling van de regionale en lokale journalistiek. En volgens mij krijg je dan vanzelf een gesprek over een journalistieke basisstructuur.”
MV: “De verschraling van de lokale journalistiek een halt toeroepen lijkt me inderdaad het belangrijkste.”

Hebben jullie nog iets voor de rondvraag?
JM: “Ik dacht dat je nog wel zou vragen of RPO en NLPO niet moeten gaan fuseren.”

Interessante vraag.
JM: “Ik verwacht dat het publiek die vraag ook wel een keer gaat stellen. Mijn antwoord zou zijn dat het een ouderwetse benadering is. Met een fusie ga je alleen maar kennis indikken en verliezen. Je moet je afvragen wat je ermee opschiet. Ik denk juist dat je zoveel mogelijk expertise in stand moet houden. Lokale expertise is weer iets anders dan regionale expertise. Je hebt dat allebei nodig. Ik zie een fusie nu niets bijdragen.”
MV: “Ik heb altijd gezegd: ik ben de eerste die naar de notaris gaat om de NLPO op te heffen als dat bijdraagt aan de versterking van onze sector en onze doelstelling om een lokaal toereikend media-aanbod te regelen. Nu denk ik dat bij een fusie de kloof met landelijke omroepen te groot zou worden. De regio is echt postillon d’amour geweest bij de verbinding van de NOS en lokale omroepen. Er valt misschien nog veel te verbeteren, maar als je inzoomt, doen we het zo slecht nog niet.”

Bron: BM/Arthur Vierboom
Foto’s: Job Sanders

Bericht delen