Eric Horvath, Directeur streekomroep DTV
De lokale publieke omroepen van Oss-Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Uden werken nauw met elkaar samen onder de merknaam DTV en vormen zo een streekomroep.
In de zomervakantie kregen zij uit handen van brancheorganisatie NLPO eindelijk het felbegeerde Keurmerk Nederlandse Streekomroepen, waarmee de omroep heeft bewezen te kunnen voldoen aan de hoge maatstaven die de NLPO stelt aan professionele omroepen. Directeur Eric Horvath: “We verkopen er geen commercial meer door, maar voor je uitstraling is het goed.”
De stemming zit er nog goed in bij Horvath: “We zijn blij met ons keurmerk dat we afgelopen zomer van de NLPO gekregen hebben. Eigenlijk hebben we daar niet eens zoveel voor hoeven doen, omdat veel bij ons al op orde was. Hier en daar ontbrak nog een procedure of een reglementje, maar dat was niet veel werk. Belangrijk van zo’n keurmerk is dat je laat zien dat je de lat hoog legt. Dat is ook iets dat we goed kunnen gebruiken in ons verhaal naar gemeentes toe.
DTV heeft namelijk plannen om uit te breiden in de omgeving van ‘s-Hertogenbosch. “Ook dat we nu samenwerken met de NOS en de regionale omroep kan ons goed helpen, als we binnenkort met de gemeente Heusden en Sint-Michielsgestel om tafel gaan voor een nieuwe editie van DTV. We willen daar graag rond het einde van dit jaar daar drie professionele journalisten hebben die in die twee gemeenten dagelijks berichten gaan maken.”
Drie televisiekanalen
De streekomroep bestaat op dit moment uit drie losstaande organisaties, met een eigen Raad van Toezicht en een eigen programmaraad. Iedere lokale omroep heeft binnen deze samenwerking een eigen tv-kanaal en een apart kanaal op Twitter en Facebook. Gezamenlijk vullen ze met zijn drietjes een radiokanaal, een website, een app en een instagramkanaal.
Directeur Eric Horvath maakt namens de streekomroep ook nog deel uit van het College van Omroepen dat de NLPO adviseert bij het ontwikkelen van nieuw beleid. Horvath is zelfs voorzitter van dat CvO. “Sinds februari zijn alle zetels in het College van Omroepen bezet. Het is wellicht nog wat vroeg voor conclusies maar ik vind het een leuk team en ik mag wel zeggen dat ook de samenwerking met de NLPO goed verloopt.”
“De NLPO is er de afgelopen tijd opvallend goed in geslaagd om lokale omroepen duidelijk op het netvlies te zetten van bestuurders en politici. Er gebeurt een hoop tegelijk. Er verschijnen allerlei adviezen en rapporten en er is extra geld. Er wordt geëxperimenteerd en geprofessionaliseerd. En inmiddels is het gemeenten wel duidelijk geworden dat een goeie lokale omroep geld kost. En dat maar heel weinig lokale publieke omroepen op dit moment echt toekomstbestendig zijn”
Pilots
“Daarom is het ook een spannende tijd. Want veel geld in mijn begroting is nu tijdelijk en niet structureel. Dus ik maak me zorgen over de maand november als een deel van onze subsidie voor het professionaliseren van de omroep wegvalt. De omroep doet mee aan een pilot waarin de afgelopen tijd de (verdere) professionalisering gefinancierd is van 20 omroepen. Ons bereik is door die pilot al 40% tot 50% gegroeid en onze content is veel sterker geworden.”
“Het idee was dat de ervaringen uit deze pilot de politiek zouden helpen overtuigen extra geld beschikbaar te stellen voor lokale omroepen. Dat geld is in november op. Zoals het er nu uitziet is er dan nog geen nieuw regeerakkoord. Lastig om je verhaal niet klaar te hebben naar mensen die hier afgelopen tijd een groot verschil gemaakt hebben. Ik hoop dat minister Slob zijn erfenis goed gaat beschermen. Maar helemaal zeker ben ik daar nog niet van, want het verleden laat volgens mij ook zien dat Slob pas echt doorpakt als de kamer hem aan het werk zet.”
Appgroep
Naast de professionaliseringspilot doet DTV ook mee aan de pilot waarbij samenwerking tussen de drie omroeplagen moet zorgen voor de versterking van de lokale journalistiek. “We hebben een gemeenschappelijke appgroep waarin alle Brabantse omroepen zitten, die meedoen aan die pilot. Daarin wordt meteen overlegd als we ergens tegenaan lopen. Werkt heel prettig in de praktijk. Op dit moment werkt hier ook een hele goeie journalist mee aan de pilot met de RPO en de NOS. We hebben het echt getroffen met hem. Wij laten hier dagelijks zien dat je binnen een streekomroep nog steeds heel lokaal kan zijn.”
“Vanuit mijn optiek was deze pilot met de NOS en de RPO precies op tijd gekomen als eerst die 30 miljoen er was gekomen en alle lokale omroepen een journalistieke basisinfrastructuur hadden kunnen neerzetten. Nu zijn de verschillen tussen lokale omroepen nog zo groot en krijg je dat de ervaringen uit deze pilot soms een vertekend beeld geven. Want natuurlijk moet een betaalde professional bij de ene omroep meewerken aan iets als de agenda omdat daar niemand voor is, terwijl je bij een andere omroep – waar de basisstructuur wel op orde is – de betaalde journalist serieuze onderzoeksverhalen kan laten maken. De pilot met drie publieke lagen is een kers op de taart, maar de taart zelf ontbreekt.”
Veiligheid
Er zijn andere zaken waar Horvath zich zorgen over maakt. “Onze verwachting is dat als mensen steeds minder ‘lineaire’ televisie kijken ook de inkomsten van reclame bij ons structureel omlaag zullen gaan. Dat compenseer je niet met radio of de website. Ook bij Facebook zijn ontwikkelingen gaande die het steeds onaantrekkelijker maken om daar als omroep nog veel energie in te stoppen.”
En dan heeft de omroepdirecteur het nog niet eens gehad over de veiligheid van zijn journalisten. “De houding van de burger tegenover de journalistiek is de laatste tijd ook best zorgelijk. Dan doel ik bijvoorbeeld op de avondklokrellen in Den Bosch. We hebben toen voor het eerst in onze geschiedenis een beveiligingsbedrijf in moeten huren, die met onze verslaggever op pad ging. Veiligheid van onze journalisten is echt een issue geworden.”
Bron: BM
Foto: links Eric Horvath, Directeur streekomroep DTV, rechts Marc Visch, directeur-bestuurder NLPO