woensdag 17 januari 2018

SKO oneens met kritiek op kijkcijferonderzoek

Naar aanleiding van een artikel in het Algemeen Dagblad van zaterdag 13 augustus over de meting van kijkcijfers, wordt in verscheidene media gesteld dat het huidige televisie-kijkonderzoek gedateerd zou zijn en niet voldoende representatief voor het huidige kijkgedrag van de Nederlandse bevolking.

Stichting KijkOnderzoek is het hier niet mee eens, zo laat directeur Bas de Vos weten.

Zijn reactie is hieronder te lezen.

Het huidige Nederlandse kijkonderzoek meet in 1250 gezinnen bij 2700 mensen hun kijkgedrag. Dat lijkt een klein aantal, maar op basis van een representatieve steekproef die dagelijks wordt gecontroleerd, is het heel goed mogelijk betrouwbare uitspraken te doen over het kijkgedrag van de Nederlandse samenleving. Het Nederlandse onderzoek, dat in opdracht van SKO door GfK wordt uitgevoerd, kan zich in termen van methodiek en betrouwbaarheid zeker meten met het onderzoek in landen als Engeland, Zweden en Duitsland, en mag met recht ‘state of the art’ genoemd worden.

Dat het bestaande onderzoek uitstekend is, staat los van de continue wens om het verder te perfectioneren. Zo kunnen data van distributeurs een rol gaan spelen in de totstandkoming van kijkcijfers. Voordat dat kan, moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Er moet van alle relevante distributeurs data beschikbaar zijn, er moet een representatieve steekproef van klanten worden gevonden en de data dient ‘netjes gemaakt te worden’.

Zo blijft een settopbox soms ingeschakeld als de tv uitgeschakeld is en zo is niet elk tv-toestel in de Nederlandse huishoudens verbonden met een settopbox. Tevens moeten we bepalen wie er in het huishouden kijkt, omdat het data op huishoudniveau en niet op individueel niveau betreffen. De digitale decoders van de distributeurs maken deze essentiële informatie op dit moment niet inzichtelijk. SKO is reeds een aantal jaren in gesprek met distributeurs over het aangaan van samenwerkingen, waarin ook over het doorvoeren van genoemde punten wordt gesproken.

In 2014 voerden we al een test uit die het bepalen van kijkersprofielen mogelijk maakte, die toegepast zouden kunnen worden op de data van digitale decoders van kabelmaatschappijen. We verwachten als SKO zeker dat dergelijke data een rol gaan spelen in de toekomst. Zoals aangegeven, moet er echter nog het nodige gebeuren, voordat het zover is.

SKO is eind 2013 begonnen met de uitrol van haar nieuwe onderzoeksstrategie voor het meten van online video en levert sinds eind 2015 dagelijks cijfers over het online kijkgedrag naar video via de computer, tablet en mobiele telefoon. Sinds juni 2016 wordt ook dagelijks over online video campagnes gerapporteerd. Hierbij is Nederland het eerste land in de wereld dat een dergelijk systeem heeft ontwikkeld en uitgerold en in staat is om dagelijks online kijkcijfers te rapporteren.

De onderzoeksopzet van SKO is in Nederland, maar ook in het buitenland prijswinnend gebleken, onder meer door de toepassing van een innovatieve onderzoeksopzet (I-COM Data Creativity Award 2016) en de geslaagde vertaling en integratie van het traditionele kijkonderzoek met online kijkgedrag in een tijd waarin steeds meer televisie- en videocontent live (lineair) of on demand via het internet wordt bekeken (AMMA Hans du Chatinier-prijs).

Vanuit de hele wereld wordt er naar de Nederlandse ontwikkelingen gekeken. Hiermee is SKO het kijkonderzoek in zijn geheel toekomstbestendig aan het maken.

Bron: SKO/Broadcast Magazine

Bericht delen