Sander Dikhoff
2019 - week 27

Pannenkoek!

Afgelopen vrijdag ging het bij de Vereniging voor Media en Communicatierecht (VMC) over belediging van gezagsdragers. De twee belangrijkste doelwitten van belediging zijn politiemensen (bijna 5.000 keer jaarlijks belandt bij het OM) en zo af en toe de koning.

Voor de politie bestaat een vrij universele belediging. ACAB, hetgeen staat voor All Cops Are Bastards. Het zal vast niet alle agenten ten diepste krenken, maar soms levert het wel een veroordeling op. Het wordt agenten naar het hoofd geslingerd of staat op een T-shirt of petje. Met een beetje mazzel blijft het bij een waarschuwing, petje af en je mag door. Dat lag iets ingewikkelder bij een zaak van wat jaren terug. Een man had ACAB in zijn nek getatoeëerd. Lastig even af te doen, altijd bij je, dus zoiets gaat toch in de gaten lopen. Zo kwam het ervan dat hij het toch maar eens moest komen uitleggen aan de politierechter.

Tijdens de zitting verweerde de man zich ongeveer zo: “meneer de rechter, ik heb heus wel gehoord van dat met cops en bastards enzo maar dat vind ik helemaal niet hoor, ik vind polities heel lieve mensen, respect en alles, kijk, bij mij betekent het gewoon: Acht Cola, Acht Bier. Handig voor met mijn maten in de kroeg”. Best creatief, maar hij kwam er niet mee weg. Afgelopen vrijdag kwam de vraag op of dit soort zaken wel voor de rechter moeten komen of sneller, goedkoper en effectiever zijn af te doen met een goed gesprek en ferme handdruk. Ja, zo vindt de studiecommissie die namens het VMC onderzoek heeft gedaan naar deze materie.

Verder was in discussie of politiemensen een dikkere huid moeten hebben. Nee, niet per se, vond men in de zaal, maar ook geen langere tenen. Als iemand naar de verbalisant roept: “je mocht vannacht zeker weer niet van je vrouw!”, dan is dat natuurlijk helemaal niet leuk, zeker niet als dat verdorie ook nog zo was(!), zo stel ik me levendig voor. Maar je zult er niemand voor in de boeien slaan.

Er zijn natuurlijk ook gevallen dat agenten wel begrijpelijkerwijs grote woede en frustratie voelen. Bijvoorbeeld bij grove beledigingen op grond van ras, huidskleur, etniciteit, seksuele geaardheid. En allerlei kwetsende varianten daarop. Als pijnlijk voorbeeld werd genoemd de tekst ”man, je ken nie eens jongen maken” naar het hoofd van een agent die daadwerkelijk ongewenst kinderloos bleek. Tot zover de politie. Door naar het volgende doelwit van belediging, de koning.

Onlangs is door middel van een initiatiefwet van Kamerlid Verhoeven (D66) de bijzondere strafmaat voor het beledigen van de Koning (voorheen vijf jaar gevangenisstraf) gelijkgesteld met de strafmaat voor het beledigen van andere gezagsdragers (vier maanden). Waarom is dat goed? Als extreem voorbeeld werd gerefereerd aan Thaise toestanden. Daar wordt de vrijheid van meningsuiting structureel ingeperkt door iedere kritiek op de overheid te vatten onder het verbod op belediging van de koning.

Hoewel Nederland één van de weinige landen is waar het beledigen van de koning strafbaar is, zal het hier zo’n vaart niet lopen. Al past de ‘Fuck de koning’ zaak in dubieuze hoek. U weet het nog. Een demonstrant die ‘Fuck de koning’ riep werd en plein public op de Dam met harde hand van een podium getrokken en afgevoerd. Je zal maar vijf jaar moeten brommen op grond van een wetsartikel uit de verroeste riddertijd. Gelukkig volgde destijds grote publieke verontwaardiging en een ‘tsunami’ van protest-fuckdekonings op social media, waarna de aanklacht tegen de demonstrant al snel werd ‘heroverwogen’.

Het liep met een sisser af. Wat zou de koning ervan vinden, vroeg iemand in de zaal vrijdag. De koning pleegt zich namelijk wijselijk stil te houden als hij geschoren wordt. Nou, ik verzeker u, het kan de koning werkelijk geen ene fuck schelen.

Sander Dikhoff
Dikhoff Van Dongen Advocaten