Article header image
Article header image

Danny Ghosen trekt door heel Europa

Hoe leven mensen daar, en hoe houden ze zich staande in buurten waar armoede, drugs en criminaliteit overheersen?

Omroep (opdrachtgever): NTR
Producent: CCCP Televisie BV
Regie: Nicolette Bloemberg & Steven Schoppert
Uitvoerend producent: Anouk Bozon
Productie: Lara Veen & Marloes van Rijn
Eindredactie: Nicolette Bloemberg
Redactie: Anna Meijer, Luca Goossens &  Mady Siahaya
Camera: Roel Stevens, Freek Herberts & Bruce Amende
Montage: Rienk Leendertse
Presentatie/cast: Danny Ghosen
Voice-over: Danny Ghosen
Vormgeving: Casper Boermans
Lengte (in minuten): 40
Aantal afleveringen: 6
Aantal draaidagen: 36
Locatie: Italië, Roemenië, Ierland, Frankrijk, Engeland
Gedraaid op: Sony F5
Première (datum 1e uitzending): 26 september

Bron: NTR/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NTR filmt in Saoedi-Arabië

In dat jaar bezetten radicale moslims de moskee van Mekka. De daders worden gestraft, maar het koningshuis van Saoedi-Arabië vat de ongehoorde actie op als een waarschuwing. Wil het land niet in handen vallen van strenge geestelijken, zoals datzelfde jaar in Iran gebeurde, dan moeten de religieuze wetten strikt worden nageleefd.

“De veranderingen kwamen geleidelijk”, vertelt journaliste Samar Fatany. Politiek analist Khaled Al Maeena spreekt over een ‘zwarte wolk’ rond 1980. “De cultuur hield op, de muziek hield op en het gat werd gevuld door religieuze extremisten.” Hij noemt het toegeven aan de fundamentalisten de grootste fout die is gemaakt in Saoedi-Arabië.

De aflevering over Saoedi-Arabië is 8 augustus te zien op NPO 2 en is de laatste in de 4-delige serie Hoop en Wanhoop in het Midden-Oosten die zich concentreert op vier keerpunten in de geschiedenis van het Midden-Oosten.

In het verlengde van de tv-serie heeft de NTR ook een interactieve webdoc gelanceerd: npofocus.nl/middenoosten.

Bron: NTR/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NTR op zoek naar nieuwe Rembrandt

In de eerste aflevering gaan tientallen uiteenlopende kandidaten naar een ‘Schilderbootcamp’. Dat kunnen kandidaten zijn die al langer als hobby figuratief schilderen, maar ook meer abstracte kunstenaars of graffiti artiesten. Zolang ze (nog) maar niet van de figuratieve ambacht hun beroep hebben gemaakt. Tijdens de bootcamp worden zij getest op hun basis skills.

Vervolgens gaan 12 gepassioneerde talenten door, zij proberen in een half jaar tijd zich het oude ambacht van kunstschilder meester te maken. Gecoacht door bevlogen docenten, krijgen ze de kans hun talent in figuratieve kunst te ontdekken en verder te ontwikkelen.

Iedere aflevering moeten de deelnemers nieuwe opdrachten uitvoeren en treden op deze manier in de voetsporen van de leerlingen van Rembrandt. De opdrachten brengen de schildertalenten naar prachtige locaties in Nederland en ontmoetingen met bijzondere figuren. De hierbij gemaakte werken worden beoordeeld door een vakkundige jury. Zij bepalen: wie gaat er door en wie valt er af?

Opgeven voor het programma kan tot en met 22 juli via projectrembrandt.nl. De opnames starten half september en het televisieprogramma zal in het voorjaar van 2019 uitgezonden worden door de NTR op NPO 1.

Bron: NTR/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NTR-directeur Paul Römer pleit voor andere publieke omroep

In Paul Römers plan blijft er maar één omroep over: een fusie van de NPO en de taakomroepen NOS en NTR. Dit overkoepelende orgaan (‘dé publieke omroep’) stuurt alle kanalen aan. De omroepen (van BNNVARA tot Omroep MAX) gaan verder als zelfstandige productiehuizen die met programma-ideeën kunnen aankloppen bij deze ‘NPO 2.0’. Bij de invoering van het plan in 2021 behoren zij tot categorie A, waar minimaal 50 procent van het bestaande programmabudget zal belanden.

Deze productiehuizen moeten elke vier jaar aantonen dat ze aan strenge voorwaarden voldoen. Een waakhond (dat kan de huidige Raad voor Cultuur of het Commissariaat voor de Media zijn) ziet er met de Mediawet in de hand namelijk op toe dat er voldoende programma’s met publieke waarden (denk vooral aan informatie, educatie, cultuur) en diversiteit blijven bestaan. Zo kun je na vier jaar uit de A-categorie (met ruimte voor acht organisaties) liggen, maar er ook tot toetreden.

Dan is er categorie B, dat aanvankelijk bestaat uit commerciële producenten als Blue Circle (van Boer Zoekt Vrouw) en IDTV (van Wie is de Mol?). Zij kunnen met ideeën voor tv-programma’s (zonder tussenkomst van omroepen) aankloppen bij de NPO. Bij categorie B belandt maximaal 50 procent van het programmabudget.

Voor alle programmavoorstellen geldt, of ze nu uit de A- of de B-categorie komen: het beste idee wint. Je kunt om de vier jaar van categorie wisselen, waarbij A de meest prestigieuze is. Omdat daar minimaal de helft van het geld heengaat, ben je min of meer gegarandeerd van het leveren van programma’s op een van de zenders.

Römer ziet in dit plan NPO 1, 2 én 3 in elk geval voorlopig blijven bestaan. De NTR-directeur motiveert: “Het plan is gestoeld op de gedachte dat je het goede moet behouden en weggooit wat niet meer werkt. Het complexe systeem werkt niet meer, dus dat moet verdwijnen. Dít veel minder ingewikkelde systeem zit wel zo in elkaar dat de diversiteit aan programma’s en de creativiteit bewaard blijft. Over de invulling kan uiteraard worden gediscussieerd. Vind er vooral wat van!”

Bron: AD/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NPO wil aantal uitzendingen Andere Tijden halveren

“Dan weet je het wel, het begin van het einde”, zegt Goedkoop. Het voornemen van de NPO is om het aantal uitzendingen van Andere Tijden terug te brengen van 35 naar 17 per jaar. Na bijna 700 afleveringen met onbekende verhalen, onthullingen en bijzonder archiefbeeld dreigt er zo een einde te komen aan een unieke continuïteit van geschiedenis op televisie.

Andere Tijden is het geschiedenisprogramma van de NTR en de VPRO dat op zaterdag wordt uitgezonden om 21.20 uur op NPO 2. Voor de onderwerpen zoekt Andere Tijden naar een relatie met de actualiteit, naar het opmerkelijke, onbekende verhaal, naar nieuwe feiten en naar nooit eerder in Nederland vertoonde beelden.

Bron: BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Vakvrouw: Janine Abbring

Tekst & foto: Marloes Levie

Als journalistiekstudent vond ze het maar niets, die “grote bekken” van de mensen die de studierichting televisie deden. “Ik ben best onzeker en in die tijd helemáál! Voor een bleu meisje dat graag de kat uit de boom kijkt, was schrijven de veiligste keuze. En dus koos ik geschreven pers, vooral op basis van mijn karakter.”

Poten in de klei
Tijdens haar stage bij het Groninger Dagblad – op de regioredactie in Winschoten – liep ze meteen een minister tegen het lijf. “Een superstage, ik mocht meteen de hort op en met mijn poten in de klei. Een van mijn eerste echte interviews was met Jan Pronk, hij was als kersverse milieuminister op werkbezoek in Groningen. Er waren veel journalisten en ik stelde me verdekt op onder een grote paraplu om te luisteren naar zijn verhaal. Op een gegeven moment vroeg hij: ‘En u, waar bent u eigenlijk van?’ ‘Hihi, ik ben van het Groninger Dagblad, maar ik ben nog maar net begonnen en ik weet nog niet hoe of wat.’ En toen antwoordde hij heel zacht: ‘Dat geldt voor mij ook.’ Heel lief.”

Ook voor stage nummer twee bleef Abbring bij het dagblad, op de kunst en mediaredactie. “De chef vertrok en ik werd zijn plaatsvervanger, dat was een te gekke kans. Na mijn studie ben ik voor de stadseditie van de krant gaan werken.” Die kortstondige carrière werd onderbroken door onverwacht succes uit een héél andere hoek: samen met beste vriend Arjen Lubach maakte ze een liedje.

Regelrechte hit
Het nummer Jelle, een parodie op Stan van Eminem ft. Dido, kwam in 2001 binnen op de derde plek in de Top 40. “Ik ging uit dienst en maakte met mijn chef min of meer de afspraak dat ik kon terugkomen als dit waanzinnige avontuur voorbij was: wij gingen optreden en geld verdienen. Na een paar maanden was ik er schijtziek van. Ik ben totaal niet geschikt om in een iets te kort T-shirtje, in een volle disco, met dronken mensen een liedje ten tonele te brengen. Straks ga ik lekker terug naar de krant, dacht ik, maar precies in die periode fuseerde het Groninger Dagblad met het Nieuwsblad van het Noorden.” Een personeelsstop gooide roet in het eten. “Shit, dat was een kink in de kabel. Ik solliciteerde bij de UK, de universiteitskrant van Groningen, en bij RTV Noord. Ik mocht bij allebei beginnen en switchte naar de regionale omroep.”Een bewuste keuze om het schrijven vaarwel te zeggen, was het niet. “Het was heel pragmatisch: ik zocht het vooral in het noorden en schreef naar de media die ik daar leuk en interessant vond. Maar o, wat heb ik mijn notitieblokje gemist, vreselijk! Voor radio en tv kun je materiaal maar één keer halen en als je het niet hebt, heb je het niet.” Abbring trapte af met radioverslaggeving, maar gaf al snel aan dat ze ook televisie wilde maken.

“O, wat heb ik mijn notitieblokje gemist, vreselijk”

“Fijn aan de regionale omroep is dat ze overal voor openstaan en je van alles mag doen als je zelf initiatief toont. Ik werd nieuwsverslaggever voor tv en uiteindelijk presenteerde ik een kunst en cultuurprogramma. Eerst alleen, later samen met Kirsten Klijnsma. Zij werkte als redacteur en ik lag regelmatig met haar overhoop, omdat ik de onderwerpen die ze bedacht wat oubollig en tuttig vond. Andersom vond zij mijn ideeën niet bij het publiek van RTV Noord passen. Een collega zag ons weer eens hakketakken op de redactie en dacht: hé, dit is leuke televisie. En dus nam zij mij bijvoorbeeld mee naar een kamermuziekfestival en ik haar naar de Kamasutrabeurs. Ik wil trouwens heel graag met haar in contact komen, maar ze is onvindbaar! Dus Kirsten, als je dit leest…”

Een beetje dood van binnen
Ondanks de stappen die ze met zevenmijlslaarzen zette, bij RTV Noord zelfs voor het eerst vóór de camera, bleef de onzekerheid. Tot de dag van vandaag. “Je wilt het echt niet weten, het is héél, héél erg. Ik moet mezelf ontzettend uitdagen om dingen te doen. Ik heb drie vrienden die ik blind vertrouw en als zij tegen mij zeggen dat ik het kan, doe ik mijn ogen dicht en spring ik in het diepe.”

Waar de basis voor onzekerheid en verlegenheid is gelegd, is voor Abbring kraakhelder: “Ik ben een schoolvoorbeeld. Mijn ouders verhuisden in een rottige periode: na de brugklas moest ik naar een andere school, waar ik vreselijk gepest werd. Ik veranderde nog een keer van school en heb daar heel goed geleerd om een soort zelfverzekerde versie van mezelf neer te zetten. En dat doe ik, als het nodig is, nog steeds. Dan ga ik diep vanbinnen wel een beetje dood, maar kan ik toch nog coherent overkomen.”

Jakhals en Vroege Vogel
Na een paar jaar viel het doek voor het kunst en cultuurprogramma bij de regionale omroep en was er voor Abbring niets voorhanden. Alhoewel… “Ze bedachten dat ik productie voor een radioprogramma kon gaan doen, maar dat vond ik een onnozele manier om mij in te zetten – zo arrogant was ik dan nog wel. Ik nam meteen ontslag.”

Om een jaar later als freelancer terug te keren. “Om een idee waarmee ik al rondliep, een nieuwsprogramma, te maken.” Ondertussen zocht De Wereld Draait Door naar een nieuwe verslaggever voor hun rubriek de Jakhalzen. “Ik maakte een proeffilmpje en werd aangenomen. De ene week was ik Jakhals, de andere week maakte ik dat programma bij RTV Noord, een superleuke afwisseling.”

Nadat Abbring twee jaar had gejakhalsd, kwam er een vacature vrij bij Vroege Vogels, naast presentator Menno Bentveld. “Ik heb zelf de eindredacteur benaderd met de tekst dat ik als Jakhals al bij de VARA werkte, maar als enorme natuur- en milieumiep regelmatig per ongeluk op rubberlaarzen op de redactie zat.” De rest is geschiedenis: Abbring werd een vroege vogel, op radio en tv. Tijdens de opnamen van Wie Is De Mol? in 2012 brak ze bij een elf meter hoge sprong in het water haar ruggenwervel. “Dat was in die tijd. Ik heb een half jaar niet kunnen werken, maar Menno kon het in zijn eentje bolwerken. Iedereen was gelukkig lief en begripvol, na mijn revalidatie kon ik langzaam maar zeker weer beginnen.” De pijn in haar rug bleef. “Als ik goed voor mezelf zorg, gaat het oké.”

Zondag met Lubach
Abbring was buitengewoon in haar element bij Vroege Vogels. “Ik dacht oprecht dat ik het twintig jaar zou blijven doen. Draaien in natuurgebieden vond ik een feest en mijn hond Lois, waarvan ik in april helaas afscheid heb moeten nemen, ging overal mee naartoe. De sfeer en het team zijn fantastisch, dus ik ben blij dat ik af en toe nog een invalbeurt mag doen.”

Het vroegtijdig afzwaaien in 2014 had alles te maken met de start van Zondag met Lubach, het prijswinnende satirische VPRO-programma waarbij ze vanaf dag één nauw betrokken is. “Het was simpelweg niet te combineren. Na het opnemen van de pilots vroeg producent Human Factor of ik eindredacteur wilde worden, omdat ik naar hun zeggen de enige was naar wie Arjen luisterde. Ik keek er nogal van op. Jeetje, oké. Gaandeweg heb ik geleerd wat het precies inhoudt om eindredacteur te zijn.”

“Ze hebben erg hun nek uitgestoken door mij Zomergasten te laten doen”

“De eerste keer dat ik op de studiovloer kwam en iedereen naar míj keek, dacht ik: o ja, ik moet nu iets zeggen, maar waar mag ik wel en niet iets van vinden? Ik kan me voorstellen dat mensen me in het eerste seizoen een gekke, afstandelijke, arrogante vrouw vonden, maar ik had gewoon géén idee. Nu bemoei ik me overal mee.” Maar dan ook echt óveral. En Abbring doet niet alleen het werk dat je van een eindredacteur mag verwachten, maar maakt ook veel filmpjes zelf. Niets wordt bij Zondag met Lubach aan het toeval overgelaten.

Vanzelfsprekende samenwerking
“Het is hooghartig om te zeggen dat ik het succes van het programma had zien aankomen, maar ik heb er wel op geanticipeerd door in een vroeg stadium te stoppen met Vroege Vogels. Ik vond het team zo goed dat ik me niet kon voorstellen dat het zou floppen. Een miljoen kijkers had ik níet verwacht, hoor. We zijn zo’n niche, ik dacht dat we bestaansrecht zouden houden door een vast kijkerspubliek op te bouwen.”

Ook de views op YouTube en de video’s die viral gaan, dragen bij aan het succes. Dankzij een strijd van Lubach, want de NPO weet de weg naar het populairste online videokanaal maar mondjesmaat te vinden. “We willen een jonger publiek bereiken en moeten niet bang zijn dat YouTube en televisie elkaar bijten. Inmiddels hebben we bewezen dat we op beide platforms succesvol kunnen zijn.”

De samenwerking met Lubach werkt haast als vanzelfsprekend. “We kennen elkaar al heel lang en 99% van de tijd zitten we op één lijn wat betreft inhoud en comedy. Dat is zó’n gevoelskwestie: probeer maar eens aan iemand uit te leggen waarom iets nét niet grappig is. Vaak leg ik een bal voor het doel en Arjen en de schrijvers schoppen ‘m erin.”

Zomergasten
Door ja te zeggen tegen de eindredactieklus bij Zondag met Lubach verdween Abbring uit beeld. “Veel mensen zagen het als een definitieve stap achter de schermen.” Op televisie zijn, is dus duidelijk geen must voor de allround programmamaker. “Zeker niet!” Maar ze keerde terug, en hóe: als presentatrice van Zomergasten. “Ze zoeken Arjen, dacht ik toen ik werd gebeld. Hmm, hij is al te gast geweest. Dan willen ze dat ik redactie ga doen, leuk! Maar nee, ze vroegen of ik een screentest wilde doen en ik was met stomheid geslagen. Ik dacht een weekend lang na: wilde ik überhaupt een screentest doen? Ik besloot het te doen, want nee zeggen kon altijd nog.”

Ze deed een proefinterview met een voormalige Zomergast en had de smaak te pakken. “Van tevoren was ik bloednerveus, maar als ik eenmaal aan het werk ben, valt dat altijd van me af. Het liep lekker. Ik was oprecht geïnteresseerd in mijn gast, we hadden een goede klik en ik had spontaan veel vragen. Zomergasten is in de hoofden van mensen, en dat was het in mijn hoofd ook, een enorm ding: drie uur lang, een-op-een, live. Allemaal waar en ik had geen idee hoe ik dat voor elkaar ging boksen, maar… lang leve de fragmenten! Tijd om adem te halen, jezelf te herpakken, na te denken, tussendoor met je gast te praten. Dat maakt het zoveel leuker en ook behapbaar. Ik vind het nog steeds heel heftig hoor, maar toen dacht ik: misschien kan ik dit wel.”

Sonja Barend Award
Ze kan het wel, en dat is een understatement. Voor haar interview met de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan ontving ze zelfs de Sonja Barend Award 2017. “Het allerbelangrijkst vind ik dat hij en zijn vrouw blij waren met het interview. Over dit onderwerp houd ik me altijd op de vlakte in interviews, omdat ik het – door zijn overlijden – zo lelijk vind om erop terug te blikken. Hoe zou zijn familie het vinden als de vrouw die hem drie uur op zijn hele leven heeft gesproken over hem vertelt? Voordat je het weet word je iemand die doet alsof-ie Eberhard van der Laan heel goed heeft gekend. Dat vind ik heel oncomfortabel. Maar dat ik voor die uitzending de Sonja Barend Award kreeg, is een enorme eer. Als ik een schoorsteenmantel had, zou die prijs erop staan.”

“Bijna alle VPRO-presentatoren zijn makers; dat vind ik een fijn uitgangspunt”

Voor het nieuwe seizoen is alleen de naam Janine Abbring bekend. “Na de laatste aflevering gingen twee VPRO-bazen op de knieën met een grote bos rozen om mij een aanzoek te doen voor het volgende jaar. Dat vond ik heel verfrissend. Ze hebben natuurlijk sowieso erg hun nek uitgestoken door mij dit te laten doen, een relatief onervaren iemand. Ze durven out of the box te denken.”

Hoewel het freelancerleven best heilig voor haar is, heeft Abbring zich min of meer gecommitteerd als VPRO-gezicht. “Daar ben ik best trots op, ook omdat ik me heel erg thuis voel bij de VPRO en het idee heb dat ik daar ruimte heb om eigen initiatieven te ontwikkelen. En: bijna alle presentatoren zijn makers, die al dan niet toevallig ook in beeld komen: Jelle Brandt Corstius, Thomas Erdbrink, Nicolaas Veul, noem maar op. Dat vind ik een fijn uitgangspunt.”

Holland Festival
Deze maand doet Abbring verslag van het Holland Festival, in een ander soort programma dan de VPRO en NTR tot nu toe maakten. “Daphne Bunskoek, die nu furore maakt bij RTL, presenteerde vorig jaar een festivaltalkshow. Daarvoor was ik in eerste instantie gevraagd, maar ik ken mezelf: die drie zaterdagen bereid ik hartstochtelijk voor en dan ben ik de hele maand onder de pannen. In juli gaat Zomergasten weer van start, dus dat werd me een beetje te veel. Nu is het een reportageprogramma, waarvoor ik ook in april en mei al kon draaien. Een interview met een actrice, een repetitie van een stuk, maar tijdens het festival ben ik ook hier en daar live op locatie. Onwijs leuk!”

Een uitgestippeld carrièreplan of grootse toekomstdromen heeft de programmamaker niet. “Ik zal eens aan de VPRO vragen hoeveel seizoenen Zomergasten presenteren het maximum is, haha. Het is heerlijk op deze manier: ik maak met een superleuke groep mensen en mijn beste vriend Zondag met Lubach. Dat verveelt nooit. En in de zomer mag ik een fantastisch interviewprogramma presenteren. Een korte periode op tv zijn en daar toch de voordelen van hebben die bekendheid met zich meebrengt, vind ik een pluspunt. Niet omdat ik op straat herkend wil worden of naar rode loperfeestjes wil, maar ik doe ook dagvoorzitterschappen en presentaties en daarvoor is het belangrijk. Zes weken per jaar moet ik mezelf in de steigers zien te houden: keurig heel vaak naar de kapper en manicure, niet nagelbijten, íets minder eten. In september kan ik dat weer loslaten. Oh, echt: respect voor tv-vrouwen die dat het hele jaar volhouden.”

Bericht delen
Article header image
Article header image

Siloknaller duurzame aanwinst Media Park

Het programma gaat over hoe we anders kunnen eten, anders kunnen produceren en anders energie kunnen opwekken. Daarom nodigt het ontwerp van het gebouw ook uit om kansen te zien in verandering.

Architect Jord den Hollander geeft aan dat de verbouwing van zes veevoedersilo’s tot tv-studio een voorbeeld is voor creatief hergebruik. “De veevoedersilo’s zijn een herkenbaar product van de verregaande mechanisering in landbouw en veeteelt. Het ontwerp zet aan om nieuwe kansen te zien in de complexe relatie tussen cultuur en natuur, tussen stad en land, de mens en het voedsel dat hij nodig heeft.”

Daarnaast biedt de Siloknaller een mooie arena voor het programma dat steeds weer ingaat op onze relatie met de natuur. Algemeen Directeur NTR Paul Römer vindt het belangrijk om met duurzame ideeën en activiteiten een jonge generatie kijkers te inspireren en aan te moedigen. “Het initiatief van het jeugdprogramma de Buitendienst past hier perfect bij.”

De Siloknaller kan door de omroep en anderen worden ingezet voor duurzaamheidsprojecten, bijeenkomsten of worden gebruikt als studio. Hij staat in de tuin tussen de gebouwen van de NTR, BNNVARA, VPRO en Commissariaat voor de Media. In september wordt het paviljoen geopend. Na een periode van drie tot vijf jaar wordt het gebouw volledig gerecycled.

Bron: NTR/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Jeroen Wollaars nieuwe presentator Nieuwsuur

Wollaars is nu nog NOS-correspondent in Duitsland en Midden-Europa en is sinds 2007 in dienst van de NOS als redacteur en verslaggever. Daarvoor werkte hij vijf jaar bij de Amsterdamse zender AT5. Wollaars is opgetogen over zijn nieuwe rol bij Nieuwsuur: “De afgelopen 15 jaar heb ik als televisieverslaggever altijd geprobeerd om complexe verhalen inzichtelijk te maken. Niet door te versimpelen, maar door te verduidelijken. Nieuwsgierig te zijn. Door te vragen. Dat is wat ik in mijn nieuwe rol ook wil doen. En dat dat kan bij een programma dat ik bewonder om z’n onderzoeksjournalistiek, om de reportages en de relevante interviews is een grote eer.”

Nieuwsuur-hoofdredacteur Joost Oranje is blij met de komst van Wollaars: “Jeroen past perfect bij Nieuwsuur: hij is een gedreven journalist met frisse blik, staat midden in de wereld van vandaag en heeft internationale ervaring. Daarnaast is hij een prettige presentator: geïnformeerd en geïnteresseerd. Ik verheug me op zijn komst, als presentator, maar zeker ook als lid van de redactie. Jeroen gaat journalistiek iets extra’s aan Nieuwsuur toevoegen.”

Na het overlijden van Joost Karhof en het vertrek van Twan Huys naar RTL, is het Nieuwsuur-presentatieteam vanaf september weer vernieuwd en verjongd . Mariëlle Tweebeeke en Jeroen Wollaars zijn de vaste anchors, Eelco Bosch van Rosenthal en Saïda Maggé de inval-presentatoren. Maggé begint zaterdag met haar eerste presentatiedienst, Wollaars begin september.

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

11 Friese Fonteinen

Regisseur Roel van Dalen volgde twee jaar lang het kunstproject 11Fountains en was getuige van humoristische en confronterende situaties tussen de bevlogen kunstcurator Anna Tilroe en de nuchtere Friese bewoners. Hij vroeg cabaretier Jan Jaap van der Wal, geboren in Leeuwarden, de ontwikkelingen te beschouwen door er een snedige voorstelling over te maken, die in losse delen in de serie is verwerkt. Hiermee wordt de rol van kunst in de openbare ruimte op verschillende manieren belicht.

De keuze voor elf fonteinen komt van curator Anna Tilroe. Ze trekt in de serie de provincie in om de nauw betrokken Friese bevolking enthousiast te maken voor de nieuwe en spraakmakende waterkunstwerken. Dat valt niet mee. De autonomie van de kunstenaar en de smaak van het publiek blijken niet vanzelfsprekend samen te gaan. Lukt het Tilroe om draagvlak onder de bevolking te creëren en van Friesland een niet te missen bestemming te maken voor nationale en internationale toeristen? Of strandt het ambitieuze project op de nuchterheid van de Friese bewoners? Zo wil de fonteincommissie in Hindeloopen wel een fontein, maar geen spuitend water. En is de visboer in Harlingen er van overtuigd dat de kunstenaar in zijn winkel is geweest en het idee voor zijn fontein daar heeft afgekeken.

Behalve de driedelige documentaireserie draait een gelijknamige film vanaf eind mei in de filmtheaters in Friesland en in een geselecteerd aantal bioscopen in de rest van het land.

Regie: Roel van Dalen
Producent: Pieter van Huystee Film & TV
Uitzending: 20, 27 mei & 3 juni om 20.15 uur bij de NTR op NPO2

Bron: NTR/BM

Bericht delen