GoedNieuws Vandaag gestart met zeer weinig kijkers
Het nieuwe programma wil actuele en journalistieke thema’s behandelen met een nadrukkelijke focus op meer optimistische ontwikkelingen op allerlei gebied en oplossingen voor maatschappelijke problemen.
Volgens kijkcijfer-specialist Tina Nijkamp trok de eerste uitzending slechts 185.000 kijkers, zo meldt zij op Instagram. Zij schrijft: ‘Het is vergelijkbaar met Lingo-herhalingen die vorige week op dit tijdstip stonden. 18.00 uur is dan ook een onmogelijk tijdstip als je tegenover én het NOS Journaal op NPO 1 en NPO 2 én het RTL Nieuws staat op RTL 4. Zo had het NOS Journaal op NPO 1 maar liefst 1 miljoen kijkers. Echt nieuws zal het altijd winnen van liflafjes.’
Laat ik niet nodeloos negatief doen over #goednieuwsvandaag en de kinderlijk naïeve insteek om alleen positieve berichten te brengen… Maar de Talpa setbouwers zijn erin geslaagd de boel wederom te veranderen in een koude, klinische LED-lichtbak. Zelfs de bank heeft nu lampjes! pic.twitter.com/r9DAaRJdMh
De verbeteringen vinden grotendeels achter de schermen plaats en betekenen wel dat per 2 oktober het blok met nieuws uit de regio in het NOS Journaal van 12.00 uur verdwijnt. Het regioblok in het NOS Journaal van 15.00 uur op NPO 1 en het NOS Journaal Regio om 18.15 uur op NPO 2 blijven.
Vorig jaar sloten de dertien regionale omroepen en de NOS een alliantie. Het doel: een betere en toekomstbestendige nieuwsvoorziening voor alle inwoners van Nederland. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor het zogeheten Bureau Regio. Dat is een aparte redactie van redacteuren van de regionale omroepen die is gevestigd op de NOS Nieuwsvloer. Bureau Regio is al jaren de spin in het web bij het uitwisselen van video- en audiomateriaal tussen de regionale omroepen en de NOS. Daar is de afgelopen tijd samenwerking op onder andere het gebied van planning en research bijgekomen.
“De volgende stap bestaat onder andere uit de aanstelling van een aparte coördinator, die toegang heeft tot de agenda’s van alle regionale omroepen en de NOS. En het dus kan zien als twee redacties aan hetzelfde onderwerp werken”, aldus Sander van Barneveld, hoofdredacteur van Bureau Regio.
“De coördinator kan dan redacteuren aan elkaar koppelen, en bronnen en interviews laten uitwisselen. Daarnaast speelt hij of zij een belangrijke rol bij calamiteiten. Zo wordt niet alleen dubbel werk voorkomen, maar gaat ook de kwaliteit van een onderwerp (op radio, tv of online) omhoog.”
Een ander initiatief is het creëren van een vaste plek voor de researchredacteur bij Bureau Regio. Van Barneveld: “Een en ander kost wel menskracht en die wordt gevonden door het regioblok in het NOS Journaal van 12.00 uur te schrappen.”
In de toekomst zal de samenwerking steeds verder worden verdiept, zo is het voornemen. Een van de wensen is bijvoorbeeld dat alle regionale omroepen gaan werken met hetzelfde redactiesysteem.
Bron: NOS/BM
Foto: NOS (presentator Nejifi Ramirez)
Na een opleiding te hebben gevolgd voor het bouwen van communicatiesystemen, werd Jeroen Wollaars op zijn 25ste journalist. Dit deed hij eerst vijf jaar bij AT5, als verslaggever. Vervolgens werkte hij 16,5 jaar bij de NOS, als redacteur op de binnenlandredactie, als verslaggever voor het NOS Journaal en meer dan vier jaar als correspondent in Duitsland.
Hoe bereidt hij een interview voor? Hoe objectief kun je, als journalist van een taakomroep, eigenlijk zijn? Waarom lijken we als Nederlanders onevenredig weinig geïnteresseerd in Duitsland, ondanks de enorme handelsrelaties? En welk advies heeft Jeroen voor jonge journalisten?
Na 25 jaar presenteert Gerrit Hiemstra zijn laatste weerbericht
In deze video zie je Hiemstra door de jaren heen én zijn er afscheidswoorden van kijkers en collega’s.
Hiemstra heeft bijna 25 jaar voor de NOS gewerkt en maakte in mei bekend dat hij ging stoppen. Hij wil zich met een nieuw bedrijf toeleggen op klimaatneutraal en biobased bouwen. Hij wordt opgevolgd door Roosmarijn Knol.
Na een opleiding te hebben gevolgd voor het bouwen van communicatiesystemen, werd Jeroen Wollaars op zijn 25ste levensjaar journalist. Dit deed hij eerst vijf jaar bij AT5, als verslaggever. Vervolgens werkte hij 16,5 jaar bij de NOS, als redacteur op de binnenlandredactie, als verslaggever voor het NOS Journaal en meer dan vier jaar als correspondent in Duitsland.
In 2018 werd Jeroen anchor bij Nieuwsuur en in 2021 won hij daar, voor een interview dat hij met Wopke Hoekstra had, de Sonja Barend Award voor het beste tv interview van dat jaar.
Hoe bereidt Jeroen – samen met zijn redactie – een interview voor? Hoe objectief kun je, als journalist van een taakomroep, eigenlijk zijn? Waarom lijken we als Nederlanders onevenredig weinig geïnteresseerd in Duitsland, ondanks de enorme handelsrelaties? En welk advies heeft Jeroen voor jonge journalisten? De antwoorden van Jeroen Wollaars op onder andere deze vragen hoor je in de BMY Podcast van deze week.
Hiemstra heeft bijna 25 jaar voor de NOS gewerkt en maakte in mei bekend dat hij ging stoppen. Hij wil zich met een nieuw bedrijf toeleggen op klimaatneutraal en biobased bouwen. Hij wordt opgevolgd door Roosmarijn Knol. Bij wijze van afscheidscadeau kreeg Hiemstra – op initiatief van het NOS-weerteam en het KNMI – een storm naar zich vernoemd.
Winfried Baijens maakt serie over Groningse gaswinning
Eerder maakte hij de serie Het water komt, over de impact van de watersnoodramp op Zeeland. Baijens meldt het volgende: “De watersnood was een acute ramp, maar Groningen heeft te maken met een ramp in slow motion. De gaswinning uiteraard, maar de aardbevingen zijn zeker niet het enige dat die provincie is overkomen.”
“Het westen heeft altijd geprofiteerd van die regio, maar daarvoor nauwelijks waardering teruggegeven. Groningen bleef toch maar een achtergesteld gebied. Heel herkenbaar voor mij als Zeeuws-Vlaming. Wij waren altijd die andere uithoek.”
Baijens wil een zo volledig mogelijk beeld schetsen van de verhouding tussen Groningen en de rest van Nederland: “In de nieuwe reeks gaan we dus verder terug in de geschiedenis dan de gaswinning. Ik ben er veel geweest en ga er in het najaar zelfs een tijdje wonen.”
De NTR-serie over de Groningse gaswinning heeft nog geen titel en zal vanaf januari volgend jaar te zien zijn. Maker Winfried Baijens is onder meer bekend als presentator van het NOS Journaal en het NOS Radio 1 Journaal.
“Ik heb veel gesproken over klimaatverandering”, vertelt de 61-jarige Hiemstra. “Nu wil ik er echt iets aan gaan doen.” De meteoroloog wil zich richten op klimaatneutraal en biobased bouwen.
Hiemstra studeerde in 1986 af aan de Universiteit van Wageningen. Als jonge meteoroloog begon hij bij Meteo Consult en werkte hij voor de landbouwsector. Later trad hij in dienst bij het KNMI. Sinds 1998 verzorgde Hiemstra de weerberichten bij de NOS. Eerst viel hij daar in voor vaste krachten zoals Erwin Kroll. Later werd hij zelf het vaste gezicht. In september presenteert Hiemstra zijn laatste weersverwachting. De NOS zoekt intussen nog naar een opvolger.
Hoofdredacteur NOS Nieuws Giselle van Cann: “Gerrit is voor de kijker een vaste waarde geworden die zonder opsmuk het weer brengt in het NOS Journaal, en die de laatste jaren ook online en op sociale media met zijn kennis over het klimaat een snaar weet te raken bij een nieuwe generatie. We gaan Gerrit en zijn vakmanschap ontzettend missen.”
Bron: NOS/Nu.nl/BM
Foto: Cheeseworks/Omrop Fryslân
Eerlijk is eerlijk: voor dit interview deed ik mijn huiswerk niet. En vragen naar Afkes achtergrond deed ik voor de vorm. Desinteresse? Integendeel. Afke is een van mijn beste vriendinnen. Op de School voor Journalistiek in Zwolle, waar ik haar in 1999 leerde kennen, spróng ze bijna voor de camera. In die uitzendingen, die we maakten voor anderhalve man en een paardenkop, was ze zichzelf. Helemaal zichzelf. En dat is nu – voor een íets groter publiek – niet anders. “Als er ruimte is voor lucht, neem ik die ruimte.”
Haar studententijd was levensveranderend (om maar niet ‘life changing’ te willen schrijven). “Ik bracht mijn jeugd door op Ameland en het eiland was mijn referentiekader.” In de zomer wordt het Waddeneiland overspoeld door toeristen, dus een toerisme-opleiding lag voor de hand. “Ik verhuisde naar een studentenkamer in Breda en ging vol goede moed van start, maar al na twee weken werd ik gillend gek. Dat ik de verkeerde keuze had gemaakt, voelde ik in elke vezel van mijn lijf.”
Ze gooide niet metéén de handdoek in de ring, maar een wintergriepje hield haar even thuis en deed haar opleiding uiteindelijk de das om. “Voor het eerst in mijn jonge leven voelde ik dat ik een beslissing nam die mijn leven grotendeels zou bepalen. Mijn wereld stond op z’n kop.”
Nee heb je, ja kun je krijgen
In de weken daarna viel een stortvloed aan opleidingsfolders door haar brievenbus: van Logopedie tot Filmacademie en alles ertussenin. “Ik vond het allemaal niks, en gooide de brochures stuk voor stuk in de papierbak. De allerlaatste die ik las, was die van Journalistiek, in Zwolle.”
Ik schiet in de lach en vraag haar of ze dit verhaal romantiseert. “Néé! Mijn moeder slaakte een zucht van opluchting toen ik haar vertelde dat ik enthousiast was over een studie.” En die studie stelde niet teleur. “Het was alles wat ik ervan verwacht had. Soms moet je echt je gevoel volgen, want als dat zo de boventoon voert, kun je daar meestal van op aan. Een les die ik al snel leerde: nee heb je, ja kun je krijgen. Ik vond het fantastisch om te merken dat op allerlei fronten deuren opengingen door een telefoontje te plegen. Dat ik stappen kon zetten door simpelweg mijn voet naar voren te zetten. Ameland was altijd een fijne cocon waarin ik heel goed zat, maar opeens bleek er zoveel meer te zijn.”
“Ameland was altijd een
fijne cocon waarin ik heel
goed zat, maar opeens
bleek er zoveel meer te zijn”
Afke liep stage bij TROS Vermist en bij RTL Boulevard. Ik herinner mij dat de keuze voor laatstgenoemde door docenten niet met een staande ovatie werd ontvangen, want “dat was geen journalistiek”. Maar haar eindredacteur bij de TROS moedigde haar juist aan. “Ze brengen weliswaar showbizznieuws, maar je krijgt de kans om mee te werken aan een dagelijks liveprogramma. Tijdens mijn studie werd ik in een box gezet en RTL Boulevard haalde mij daar weer uit. Er werd gevraagd om de gevestigde ‘wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe’-regel los te laten, te spelen met taal en tv te maken met de doelgroep voor ogen. Hartstikke leerzaam.”
Op zoek naar werkervaring én geld om haar huur te betalen, greep ze na haar studie alles aan wat voorbijkwam. De lijst is lang: van gesponsorde tv-programma’s voor RTL tot een docusoap over pastoors voor de KRO. Later, als freelancer, schreef ze ook stukken, onder andere voor het Dagblad van het Noorden. “Door mijzelf in de loop der jaren te blijven ontwikkelen en keuzes te maken, kwam ik vanzelf in een trechter terecht en uiteindelijk bij de baan waar ik heel gelukkig van word.”
Omrop Fryslân
Ze woonde op Ameland, in Leeuwarden, Breda, Zwolle, Utrecht, Amsterdam en verhuisde voor de liefde naar Drenthe. Na een tussenstop in Hoogeveen streek Afke neer in een pittoresk Drents brinkdorp. De Friese taal is zij nog altijd machtig, dus dat was geen belemmering toen zij tien jaar geleden aan de slag ging bij Omrop Fryslân. “Ze belden: we zien dat je freelancer bent, wij zoeken iemand om mee te denken over het format van een nieuwe talkshow.”
Ooit liep ze er een week stage, en ze waren haar niet vergeten. Het format werd fijngeslepen en Afke bleef, als redacteur. “Het bekende voordeel van de regionale omroep is dat je alles zelf kunt doen. Radio, tv, schrijven voor online, social media, álles. Ik vloog voor de Omrop zelfs naar Nashville om mijn idee waar te maken: ‘Niet dromen, maar doen’, een documentaire over de super succesvolle populaire Friese producer/songwriter Femke Weidema.”
Wat Afke diep vanbinnen wilde, verslag doen of een programma presenteren, durfde zij niet hardop te zeggen. “Ik was bang dat mensen zouden denken: daar heb je weer zo’n meisje dat zo nodig voor de camera wil staan om beroemd te worden. Dat was het niet, en dat is het nog steeds niet. Ik ben een verhalenverteller en maak het verhaal graag zelf af. Het gebeurde dat ik een item tot in de puntjes voorbereidde en achter de schermen zag hoe de presentator een vraag níet stelde. Dat vond ik dan zó jammer. Stel die vraag! Dan gaat het verhaal een andere kant op. Kijkers wisten niet wat ze misten, maar ík wel.”
“Toen ik vorig jaar presentator
bij de NOS werd, heb ik haar
een fles wijn gestuurd”
En toen was daar Jacqueline, eindredacteur bij Omrop Fryslân. “Zei vroeg aan mij wat ik het allerliefst zou willen doen. Ik antwoordde dat ik het één keer ging zeggen, alleen maar tegen haar en daarna nooit meer. Twee weken later was ik live verslaggever en niet lang daarna maakte ik mijn presentatiedebuut. Jacqueline heeft in mijn carrière een sleutelrol gespeeld. Een goede eindredacteur weet het beste uit mensen te halen. Toen ik vorig jaar presentator bij de NOS werd, heb ik haar een fles wijn gestuurd.”
Poging wagen
Voordat Afke startte als NOS Journaal-presentator, maakte zij een tussenstop als eindredacteur van het regionale nieuws bij de NOS. “Ik was toe aan iets anders. Als ik ergens een plafond bereik, wil ik verder. Sommige mensen noemen het onrust, anderen ambitie. Toch viel de beslissing om te stoppen bij Omrop Fryslân mij zwaar, want daarmee nam ik ook afscheid van de rol waar ik zo van houd, die van verslaggever en presentator.”
Afke ging ervan uit dat ze door haar overstap naar de NOS nooit meer voor de camera zou verschijnen. “In het najaar van 2021 was ik gefocust op mijn afscheid bij Omrop Fryslân en stonden mijn werkzaamheden in Hilversum op een laag pitje. Ook mijn inbox hield ik niet scherp in de gaten. Een collega attendeerde mij op een bericht dat volledig aan mij voorbijgegaan was: het Journaal was op zoek naar een nieuwe presentator en organiseerde een open screentest. Of dat niets voor mij was? Je moet af en toe mazzel hebben – en lieve collega’s. Ik had een mooie baan als eindredacteur en maakte mij geen enkele illusie, maar ik kon mijzelf niet in de spiegel aankijken als ik geen poging zou wagen.”
38 anderen waagden dezelfde poging, dus toen voormalig hoofdredacteur Marcel Gelauff haar belde over de voortgang van de screentests dacht Afke: “Maak er nou niet zo’n verhaal van! Zeg gewoon dat ik het niet word, even goede vrienden.” Ze was met stomheid geslagen toen hij vertelde dat ze graag met haar door wilden als presentator. “‘Wat?’ Dat was alles wat ik kon uitbrengen.”
Tweede huiskamer
Op dinsdagmiddag 1 maart 2022, een paar dagen nadat de oorlog in Oekraïne uitbrak, presenteerde Afke haar allereerste NOS Journaal. En op een of andere manier vond ik dat een heel vanzelfsprekend beeld. Het was allesbehalve komkommertijd, de wereld stond in brand, dus ze moest meteen vol aan de bak: heftige verhalen, extra lange uitzendingen en kruisgesprekken met correspondenten.
“Voor een nuchtere Fries was ik te zenuwachtig naar mijn zin. Van tevoren dacht ik koelbloedig: ik doe gewoon wat ik altijd bij Omrop Fryslân deed. Daar voelde ik mij zó op mijn gemak voor de camera. Maar eenmaal live realiseerde mij heel goed waar ik stond. Wat wil de NOS, wat verwacht de kijker, wat wil ik van mezelf? Ik was met zoveel aspecten bezig. Na de uitzending hoopte ik vooral dat ze niet zouden twijfelen aan hun keuze voor mij.” De feedback was echter kraakhelder: maak je niet druk, we hebben jou gekozen om wie je bent. “Ik liet het los en sindsdien ben ik heel ontspannen. De studio is inmiddels mijn tweede huiskamer, een plek waar ik mij fijn voel.”
“De studio is inmiddels
mijn tweede huiskamer,
een plek waar ik mij fijn voel”
Haar stijl is onmiskenbaar los en vrolijk, als de uitzending of het onderwerp dat toelaat. Wat niet wegneemt dat zij een grote verantwoordelijkheid voelt. “De totstandkoming van een uitzending hangt van schakels aan elkaar en geen schakel is onmisbaar. Iedereen werkt knetterhard om samen een goede uitzending te maken, ik mag het niet verklooien als het erop aankomt.”
Dus als er een keer iets misgaat, live op tv, breekt het angstzweet haar natuurlijk uit. “Nee! De leukste uitzendingen vind ik de uitzendingen die niet volgens het draaiboek verlopen. De allereerste keer dat ik live verslag deed voor Omrop Fryslân was op Prinsjesdag. Studenten Bestuurskunde zouden hun visie geven op de Miljoenennota, maar zagen door de bomen het bos niet meer. Ik heb het gesprek in korte tijd met hen voorbereid. Dat gaf een goed gevoel: ik kan dit – ook onder tijdsdruk – fiksen. Het werden twenty seconds of fame: de accu van de camera was leeg. ‘Hé, Afke is weg’, hoorde ik in mijn oortje.”
Tot overmaat van ramp bleek dat ze opgesloten waren in het provinciehuis en de beheerder zat met een bord aardappelen en sperziebonen voor de televisie. “Collega’s vonden het zielig voor mij, maar het gevoel dat ik eraan overhield was: wat er ook gebeurt, ik red mij wel. Als journalist, als presentator.”
Aangrijpend
Een doorsnee Journaaluitzending is geen goed nieuwsshow en af en toe afstand nemen van alle ellende zit er voor de presentator niet in. Ondanks de vaak heftige onderwerpen doet het haar journalistieke hart goed om bovenop en middenin het nieuws te zitten.
“Ik kan iedereen aanraden om ervaring op te doen bij een regionale omroep, maar voor mij was er één minpunt: een nieuwsuitzending gaat daar, logischerwijs, uitsluitend over de regio. Op het moment dat er een aanslag wordt gepleegd op een tram in Utrecht en heel Nederland is in rep en roer, brachten wij – ik chargeer – de opening van een fietspad. Ik heb wel soms zorgen door alles wat ik zie. De oorlog in Oekraïne, de stikstofproblematiek, politieke partijen die lijnrecht tegenover elkaar staan. Vers in het geheugen is de aardbeving in Turkije. De pasgeboren baby die onder het puin vandaan werd gehaald. Of dichter bij huis: de toeslagenaffaire. Het komt voor dat ik tijdens een reportage mijn tranen moet wegslikken of de beelden in stilte boos becommentarieer.”
Kijkers op de hoogte brengen van het nieuws is in elk geval íets wat Afke kan bijdragen. “Ik zou willen dat ik bij machte was om meer voor de wereld te betekenen, maar ik ben geen arts of miljonair. Het enige wat ik kan doen, is zo goed mogelijk vertellen wat er speelt, zodat mensen thuis hun eigen mening kunnen vormen.”
Bij een presentatiedienst op dinsdag presenteert Afke naast de reguliere uitzendingen ook het NOS Nieuws van de Week: een journaal van tien minuten in makkelijke taal, in het leven geroepen voor laaggeletterden. “Ik weet tegen wie ik op dat moment praat en dat geeft mij veel voldoening.”
Friese tongval
Nu we het toch over taal hebben: ja, Afke praat met een ‘Frysk aksint’ en misschien ben ik bevooroordeeld, maar dat vind ik verfrissend en in het kader van de diversiteit een heel welkome aanvulling op het presentatieteam van de NOS. Maar die Friese tongval is óók onderwerp van kritiek van kijkers. Vooral twitteraars nemen niet bepaald een blad voor de mond.
“Ik kijk niet meer op Twitter,
echt niet. Daar wordt mijn
leven een stuk leuker van”
“Mijn collega-presentatoren, een fijne groep mensen die elkaar helpt en van advies voorziet, waarschuwden nog: kijk niet op Twitter, want daar word je niet gelukkig van. Maar mijn nieuwsgierigheid won. Waarom loopt ze op hoge hakken, die blouse staat voor geen meter en er is inderdaad vooral een heleboel commentaar op mijn accent. Je kunt je ergeren aan hoe iemand praat, dat is helemaal oké. Maar bepalen dat een Fries, Brabants of Limburgs accent niet de standaard is en dat het niet op de nationale tv thuishoort, vind ik ontzettend kortzichtig en arrogant.”
Ook ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en tikte haar naam achter een hashtag. Gelukkig vond ik ook veel tweets van mensen die Afke een veer in haar kont steken, maar zoals dat werkt: de kritiek blijft hangen. “Ik kijk niet meer op Twitter, echt niet. Daar wordt mijn leven een stuk leuker van.”
Tussen de mensen
Het geheim van een goede presentator is volgens haar helemaal jezelf kunnen zijn voor de camera. “Zonder eigenwijs te willen klinken: in mijn optiek is een goede presentator iemand die zichzelf vergeet. Dan ben je op je allerbest. Als je de rol van presentator spéélt, voelt het publiek dat meteen.”
Afke voelt zich thuis bij de NOS en heeft een baan waarvan ze niet durfde te dromen, maar wat als het door haar gevreesde plafond weer in zicht komt? Het Achtuurjournaal is het vlaggenschip van de NOS en dat wil ze nog weleens presenteren, maar heeft ze nog meer te wensen over? “De NOS doet ook verslag van grote evenementen en ik kan mij voorstellen dat ik daar in de toekomst aan meewerk. Buiten, tussen de mensen. Er is een tijd geweest dat de NOS werd gezien als een ivoren toren. Dat beeld help ik graag om zeep. Dan trek ik mijn lieslaarzen aan en ga ik eropuit. Naar een schelpenbank bij Ameland, om maar iets te noemen.”