Regering presenteert noodpakket voor ondernemers en ZZP’ers
Dinsdagavond heeft de regering een pakket van financiële maatregelen aangekondigd om ondernemers en ZZP’ers die worden getroffen door het coronavirus tegemoet te komen. De komende drie maanden wordt er tot 20 miljard euro uitgetrokken om bedrijven en zelfstandigen overeind te houden.
Tijdens de presentatie van het steunpakket werd de culturele sector expliciet benoemd als één van de sectoren die hard worden getroffen. Ondernemers die minimaal 20 procent minder omzet verwachten, kunnen bij uitkeringsinstantie UWV maximale werktijdverkorting aanvragen. Bij goedkeuring zal de overheid maximaal 90 procent van het salaris betalen. Dit was 75 procent. De overheid stelt als voorwaarde dat bedrijven geen mensen ontslaan en de rest van het loon zelf doorbetalen.
De maatregel is omgedoopt tot Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). De regeling geldt ook voor werknemers met een flexibel contract en voor oproepkrachten. Ondernemers die direct worden getroffen door de coronamaatregelen en hun omzetten (bijna) compleet zien teruglopen, krijgen de komende drie maanden 4.000 euro als noodvoorziening. Het gaat onder meer om de horeca, de cultuursector en de reisbranche.
Zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) kunnen voor drie maanden een uitkering aanvragen bij hun gemeenten. Het gaat om een inkomen op minimaal bijstandsniveau. Deze uitkering is een gift. Bij de aanvraag wordt niet gekeken naar de financiële situatie van de aanvrager. Er vindt dus geen vermogens- of partnertoets plaats. Voor de regeling wordt een versnelde procedure opgezet, maar het kabinet waarschuwt dat deze regeling nog juridisch uitgewerkt moet worden. Het kan daardoor nog enige tijd duren voordat ZZP’ers de uitkering kunnen aanvragen.
Ondernemers die door het coronavirus in de problemen zitten, mogen later hun belastingen betalen. Zodra de aanvraag is toegekend, wordt de invordering door de Belastingdienst stopgezet. Het gaat om de inkomsten-, vennootschaps-, loon- en omzetbelasting. Verschuldigde invorderingsrentes die normaal betaald moeten worden nadat de betalingstermijn is verstreken, gaan van 4 naar bijna 0 procent.
Bron: EB/BM