dinsdag 16 januari 2018

Omroepen en NPO doen voorstel voor vernieuwing publiek bestel

Het college van Omroepen en de NPO doen een gezamenlijk voorstel voor de inrichting van de publieke omroep vanaf de nieuwe concessieperiode na 2016. Dat voorstel staat concreet beschreven in een brief aan de minister van OCW. De brief zal donderdag worden verzonden nadat  ledenraden van diverse omroepen zijn geraadpleegd.

De inhoud van de brief luidt als volgt:

Geachte mevrouw Van Bijsterveldt,

In het voorjaar van 2010 hebben de omroepen gezamenlijk hun visie op de toekomst van het publieke bestel geformuleerd als bijdrage aan de Toekomst-verkenning door de minister van OC&W.

Onder de titel ‘Van bolwerk naar netwerk’ onderstrepen de omroepen daarin de blijvende waarde van een extern pluriform mediabestel met omroeporga-nisaties die zelf invulling geven aan vorm en inhoud van hun programma’s. Om dit bestel op een toekomstvaste en efficiënte wijze in te richten is in die verkenning al aangekondigd dat een reductie van het aantal vaste bespelers nodig is. Daarom hebben de omroepen in het najaar van 2010 aan u laten weten dat ze streven naar een maximum van acht bespelers in een bestel dat zodanig is ingericht dat het borg staat voor een pluriform en hoogwaardig media-aanbod voor alle Nederlanders.

In uw brief van 3 december 2010, over de uitvoering van het vigerende regeerakkoord, neemt u dit voorstel over. U neemt u voor ook via wetswijziging het publieke bestel zo te hervormen dat per 2016 maximaal acht erkenningen beschikbaar zijn. In uw brief van 4 februari geeft u aan dat u het liefst ziet dat de omroepen in gezamenlijkheid aangeven hoe de nieuwe constellatie na 2016 er uit zou moeten zien. Dat voorstel doen wij u concreet in deze brief.

Wij stellen voor dat in het nieuwe bestel de acht beschikbare erkenningen als volgt verdeeld worden.
– twee erkenningen voor taakorganisaties: één voor de NOS met exclusieve taken (nieuws, sport, evenementen) en één aan de reeds gefuseerde NTR voor specifieke taken (o.a. educatie, kunst & cultuur, minderheden).
– drie erkenningen voor gefuseerde omroepbedrijven, die elk door hun grote ledental een brede stroming in de samenleving vertegenwoordigen. Concreet hebben VARA/BNN, KRO/NCRV en AVRO/TROS het voornemen om onder voorwaarden te fuseren.
– drie erkenningen voor omroepen die op zichzelf blijven en op basis van een lager ledental een specifieke bijdrage leveren aan de pluriformiteit van het omroepbestel. Concreet hebben EO, VPRO en MAX het voornemen om onder voorwaarden zelfstandig te blijven.
– de levensbeschouwelijke omroepen (zogeheten 2.42-omroepen) sluiten zich op basis van verwantschap aan bij één van de acht bovenstaande omroepen en komen daarmee tot vergaande integratie.

In de nieuwe constellatie ontstaan er zo drie typen vaste bespelers: twee taakorganisaties, drie grote A-omroepen op basis van fusies tussen verwante omroepen en drie kleinere B-omroepen met een specifieke bijdrage aan de pluriformiteit van het bestel. In de nieuwe mediawet zal dit verschil in status in termen van zendtijd en budgetgaranties moeten worden verankerd.

De partijen die het voornemen hebben om te fuseren hebben aangegeven dat zij van mening zijn dat een toekomstige A-omroep in zendtijd en budget groter moet zijn dan een B-omroep, waarbij het totaal substantieel meer moet zijn dan de som der delen. De toekomstige B-omroepen zijn van mening dat hun garanties in termen van zendtijd en budget voldoende moeten blijven om als volwaardig bespeler in het nieuwe mediabestel mee te doen.

Het wettelijk ‘inregelen’ van deze nieuwe systematiek vraagt nader overleg dat wij graag met u willen voeren. Ook willen wij graag met u in overleg over een wettelijk overgangsregime vanaf 2013 zodat voornemens tot fusie onder heldere voorwaarden kunnen worden omgezet in concrete acties.

Met dit vereenvoudigde mediabestel wordt het unieke karakter van het Nederlandse omroepbestel behouden en tegelijk kan door de vereenvoudiging een bijdrage geleverd worden aan de aangekondigde bezuinigingen en de gewenste vermindering van de bureaucratie. De NPO zal zich in dat kader meer richten op zijn kerntaken en zijn bestuurs-organisatie efficiënter inrichten.

De uiteindelijke bezuinigingen zullen overigens niet eenzijdig neerslaan bij omroepen die gaan fuseren, maar afgewogen verdeeld worden over alle partijen binnen het bestel. Wij realiseren ons dat dit voorstel nog geen duidelijkheid geeft over de toekomst van de huidige twee aspiranten (WNL, Powned). Of zij in aanmerking komen voor een plek in de nieuwe concessieperiode kan pas later beoordeeld worden in het licht van hun prestaties en in het kader van een nadere discussie over de openheid van het bestel.

Wij verzoeken u vriendelijk om de inrichting van het publieke bestel, zoals door ons wordt voorgesteld, als uitgangpunt te nemen voor de hervorming van het publieke bestel en de Kamer hiervan in uw brief over de implementatie van het regeerakkoord op de hoogte te stellen. Ook vragen wij u wettelijke belemmeringen voor fusies weg te nemen en een herinrichting van het bestel al vanaf 2013 stapsgewijs mogelijk te maken.

Namens het College van Omroepen

Lennart van der Meulen
voorzitter

Namens de Raad van Bestuur van de NPO

Henk Hagoort
voorzitter

Bron: NPO

Bericht delen