Hoe kleurenblind is Hilversum?
Hoe kleurenblind is Hilversum nu eigenlijk, en hoe zwart-wit de mediapraktijk? Dat was vrij vertaald de centrale vraag tijdens de Broadcast Media Society, het sluitstuk van de serie Wéér een talkshow over diversiteit die Andrew Makkinga presenteerde tijdens Dutch Media Week.
Op het podium zitten Madeleijn van den Nieuwenhuizen (mediacriticus, rechtshistoricus en bekend van de Instagram-accounts Zeikschrift en Directiekamers van Nederland), Bouchra Talidi (directeur-eigenaar van INCLUSIONCY), Giselle van Cann (plaatsvervangend hoofdredacteur NOS Nieuws) en Guilly Koster (auteur en medeoprichter Omroep X).
Makkinga trapt af met Van den Nieuwenhuizen, die precies een jaar eerder haar Mediarede over diversiteit en inclusie heeft uitgesproken aan de vooravond van Dutch Media Week 2019. “Er is relatief veel aan het veranderen, er wordt proactief nagedacht om het beter te doen en inclusiever te zijn. Maar er valt nog veel winst te behalen. Ik vond het bijvoorbeeld bizar en ongemakkelijk dat ik twee weken lang plat werd gebeld om Black Lives Matter te duiden. Dat is niet mijn expertise en ik ben daarvoor niet de aangewezen stem. Witheid wordt geassocieerd met de neutrale standaard en met die redenering heb ik wel een probleem.”
“Je kunt je ook afvragen: in hoeverre dient de dynamiek van de journalistiek een afspiegeling te zijn van de samenleving? Heeft NRC een soortgelijke publieke verantwoordelijkheid als het Limburgs Dagblad? Moet de NPO van ons belastinggeld representatiever zijn dan een commerciële omroep en wat is dat dan precies? Wat mij betreft gaan die vragen hand in hand met hoe het er bijvoorbeeld in sollicitatieprocedures bij machtsfuncties aan toe gaat. Aan de top zijn mensen van kleur er vaak al uitgefilterd, omdat ze in een veel eerder stadium reeds achter beginnen te lopen.”
Lege stoel
Er staat ook een lege stoel naast het podium opgesteld, die de gevoeligheid van deze talkshow en de afwezigheid van een aantal mensen, op sleutelposities binnen de publieke omroep verantwoordelijk voor diversiteit, symboliseert. NPO’s directeur Video Frans Klein maakt dat gemis aan het eind vanuit de zaal overigens goed. Giselle van Cann (NOS): “Het is ook gewoon een moeilijk gesprek.” Bouchra Talidi: “Wat ook meespeelt, is dat organisaties wel het een en ander doen, maar tegelijkertijd verlegen zijn en zich afvragen: doe ik wel voldoende? Als je dan de aanval zoekt, kan dat afschrikken.”
Guilly Koster en Giselle van Cann
Van Cann: “Je moet je ook realiseren: journalistiek kent heel veel vormen. Een vrouwenblad is iets anders dan een krant, is iets anders dan een dagelijkse actualiteitenrubriek of journaal. Ik denk dat er voor al die verschillende vormen niet één oplossing is. Voor mij is helder dat de Telegraaf niet hetzelfde diversiteitsbeleid hoeft te hebben als de NOS. Het is een no brainer dat wij inclusiever moeten zijn en mensen zich kunnen herkennen. En langzaam bewegen we in de goede richting. Maar zo ingewikkeld als het gesprek in de samenleving is, zo ingewikkeld is het ook bij de NOS. Diversiteit is voor ons niet alleen representativiteit op afkomst of sekse, maar ook op politieke of culturele achtergrond.”
Ideale schoonzoon
Guilly Koster: “Ik ben blij dat je dat noemt, want het is mij opgevallen dat ik nog nooit een zwarte man het nieuws heb zien lezen. Ik smacht ook naar een ideale schoonzoon. En Nederland zit bomvol Humberto Tan’s hoor!” Van Cann: “Ik snap dat en ik neem de handschoen op.”
En over de veelbesproken Divibokaal: “De ene helft van de mensen van kleur die bij ons werken, vond dat een goed idee en de andere helft niet. Wat ik graag wil, is de ruimte om onorthodoxe dingen te doen. Beoordeel me nou op het resultaat daarvan. En in dit geval heeft het wel degelijk positief effect gehad. Maar ook als er geen ophef over was ontstaan, zouden we zijn gestopt met de Divibokaal omdat het gewoon wel klaar en uitgewerkt was.”
Gaan quota uiteindelijk helpen, vraagt Makkinga zich af. Talidi: “Die zijn het ultieme redmiddel. Wat me bij de meeste organisaties opvalt, is dat ze dit onderwerp niet gestructureerd aanpakken. Ik zeg altijd: weet waar je staat en waar je naartoe wilt. Dan gaat het ook over inclusief leiderschap, iemand die zijn eigen vooroordelen goed kent en opstaat als er iets speelt, zijn mond opentrekt. Daarin lopen we achter. Er mist coördinatie en transparantie, omroepen moeten gezamenlijk optrekken. Wanneer zijn we tevreden met z’n allen? Die vraag wordt nooit gesteld.”
Van Cann: “Maar is het antwoord op die vraag niet voor iedereen verschillend? Voor de NOS ligt dat anders dan voor bijvoorbeeld KRO-NCRV. Ik ben vorig jaar bij de BBC geweest en ja, het helpt enorm dat ze daar expliciet zijn over doelen en de CEO voorop gaat. Maar als je door gaat vragen, hebben ze daar precies dezelfde discussies en problemen op de werkvloer als hier in Hilversum. Ik ben uiteindelijk best positief over de veranderingen die gaande zijn en bij ons op de redactie in de mindset tot stand zijn gebracht.”
Niets gebeurd
Koster heeft “minder vertrouwen in dat proces.” Hij was een van de eerste zwarte presentatoren op televisie, maar zoals hij zegt in de getoonde video over zijn carrière: “Je moet gewoon beoordeeld worden op wat je kan en wie je bent. Ik wil niet geaccepteerd worden in het publieke bestel omdát ik zwart ben, maar om mijn daadwerkelijke bijdrage.”
De medeoprichter van Omroep X schiet in de lach na het zien van het filmpje. “Dat is minstens dertig jaar geleden en toen dacht ik ook: het gaat veranderen! Maar er is geen bal gebeurd, echt niets. En het gaat niet om mij, maar ik ben bang dat straks tegen mijn kleinkinderen, die dezelfde kleur hebben als ik, precies hetzelfde wordt gezegd. Het komt niet goed als we geen adequate maatregelen nemen! Ik ben heel geduldig geweest, maar nu zover dat ik ook voor quota ben.”
Bouchra Talidi: “Dat is goed, maar zorg dan ook dat er sancties zijn. Ik zou dan ook de politiek willen oproepen: stel Kamervragen! Als het pijn doet in de portemonnee, gaat iedereen bewegen. Dat kunnen wij voor elkaar krijgen.” Koster, lachend: “Er is alleen een klein probleem: er zijn ook geen zwarte politici!”
Frans Klein reageert uit de zaal: “Ik weet niet of ik meer of minder hoopvol ben, maar ik heb wel het gevoel dat we met een enorm mechanisme te maken hebben in Hilversum dat we op dit moment niet goed weten te doorbreken. We hebben hier veertig à vijftig leidinggevenden bij elkaar en van hen heeft er niet één een niet-westerse culturele achtergrond. Ik vind dat veelzeggend en we hebben dus nog heel veel werk te doen. We reflecteren nu waar we wonen, het witte Gooi, en ook vanuit de politiek komen geen prikkels: jullie móeten veranderen.”
Bron: BM