100 jaar radio: BM kiest Hoogste Binnenkomer 1919-2019
maandag 4 november 2019

100 jaar radio: BM kiest Hoogste Binnenkomer 1919-2019

Woensdag vieren we honderd jaar radioprogramma’s in Nederland (en de wereld). Alsof zo’n ordening na 876.600 uur mogelijk is, zijn inmiddels loftuitingen toebedeeld aan de belangrijkste stemmen, de best herinnerde fragmenten, de leukst geklede dj’s en de vaakst achter op een motor wielrenverslaggeving gedaan hebbende ex-nieuwsradiobazen die het uiteindelijk tot burgemeester wisten te schoppen (gefeliciteerd, Sjors). Maar wat maakt goede radio nu tot gewéldige radio? Wanneer komt radio écht binnen bij de luisteraar?

Geweldige radio komt bij je binnen. Dat betekent dat veel afhangt van de beleving van de luisteraar en je gaat het dan ook ongetwijfeld niet eens zijn met mijn keus, mijn Top 1. Wel hoop ik je te inspireren om zelf na te denken over wat jij geweldige radio vindt en waarom.

Ik heb in heel wat radiojury’s meegedraaid. Daarin werk je van een individueel gevoel naar een groepsgewijs onderbouwde waardering. Daar horen criteria bij, om te pogen tot een objectivering te komen (dit lukt niet iedereen, zoals de middagjock die als jurylid volhield dat zijn show zonder twijfel objectief de beste was).

Ik kom uit op twee groepen van vijf criteria.

Criteria
Groep A: goede radio weet de balans te vinden in een aantal schijnbare tegenstrijdigheden:

1. Originaliteit versus herkenbaarheid. De grote aantrekkingskracht van Edwin Evers was niet dat hij mensen perfect kon nadoen, maar juist dat je altijd bleef horen dat hij het was en waar hij zich had laten inspireren door De Dik Voormekaar Show.
2. Urgentie versus houdbaarheid. De Top 40 werd uiteindelijk zo’n belangwekkend instituut, doordat het voor opeenvolgende generaties de muzikale actualiteit blijvend wist te stroomlijnen.
3. Toegankelijkheid versus verrijking. Voorkennis bij de luisteraar wordt beloond, maar is ook weer niet essentieel, doordat de makers de verscheidenheid van het publiek onderkennen. Mede hierom werd De Stemband ooit verkozen tot leukste radiospel.
4. Verhaaltechniek versus taalspel. Boeit, maar komt ter zake en koppelt correcte taal aan beheerste creativiteit. Hierin zit het ambacht. Rob Stenders vertelt altijd met een clou en wist een eigen vrolijke draai te geven aan termen, zoals “80’s verantwoord”.
5. Vorm versus inhoud. Dit gaat niet noodzakelijkerwijs over muzikaliteit. Er is hoorbaar hard gewerkt aan hoe inhoud en uitwerking elkaar in dit specifieke radiomoment het best kunnen versterken; Giel Beelen was met zijn geluidenpaneel zijn tijd ver vooruit.

Groep B: naast de balanceeracts heeft goede radio die binnenkomt vijf kerneigenschappen:

1. Beeldend: het fictieve weesje Morrison van het Weeshuis van de Hits bracht zelfs de jeugdinspectie op de been. Radio heeft de beste beeldkwaliteit, dankzij het brein van de luisteraar; (té) visual radio maakt het medium dus kapot. (sorry, 3FM Glazen Huis)
2. Neemt zichzelf niet onnodig serieus: in een oude krant kun je tenminste nog vis verpakken. Het is maar radio, al je werk vervliegt weer op het hele uur. (sorry, Frits)
3. Het moet – vind ik – wel een beetje schuren: was Ronflonflon niet op z’n best toen er echt ruzie ontstond met de filelezer? (sorry, veilige themaweken van de NPO)
4. De passie is leidend. Radio mag best een verdienmachine zijn die wil dat er niemand wegzapt, maar dan is het niet gemaakt om écht binnen te komen. (sorry, Talpa)
5. Het is verdomd lastig te vergelijken omdat het zich niet in een hoekje laat drukken. (sorry, dienstbare waterstandenvertolkers en andere servicegerichte radiohelden)

De winnaar
Het is makkelijk schrijven vanaf de zijlijn: in de vijftien jaar dat ikzelf intensief radio maakte, heb ik nooit op alle tien de criteria tegelijk bovenmatig gescoord. Wat me wel sterkt in mijn keuze, is dat er door een kritische jury al eens een radioprijs is uitgereikt aan mijn favoriet. De Hoogste Binnenkomer weet, wat mij betreft, perfect de balans te vinden in alle criteria van Groep A, terwijl hij vanzelfsprekend voldoet aan heel Groep B. De winnaar werd medio 2013 semi-live gemaakt en vertolkt door het cabaretduo Edo & Jasper (dat daarna met hun uiteenvallen de zorgwekkende trend inzette van slaande ruzie in de ochtend van Q-music). Hoor wat klopt daar? Alles. En niet ondanks, maar juist vanwége het zielloze onderwerp, dat in drie minuutjes volledig tot leven wordt gebracht. Hoe knap! Dit legendarische voorbeeld van liefdevolle radio die bij je binnenkomt nemen we graag mee naar de nieuwe radio-eeuw. De Hoogste Binnenkomer 1919-2019 is: Purschuim, de Q-musical.

Roeland van Zeijst
Radioreporter BM

Bericht delen