Tim Broers: “Dit blijft een grillig en onzeker bestaan”
maandag 3 februari 2025

Tim Broers: “Dit blijft een grillig en onzeker bestaan”

In de BMY-rubriek ‘Talentvol tot wasdom’ spreken we een maker die 10 jaar geleden min of meer aan het begin van zijn of haar carrière stond en inmiddels zijn draai in het dynamische medialandschap heeft gevonden. In dit 11e deel staat Tim Broers centraal: “Dit werk is zwoegen en afzien, maar uiteindelijk kijk je allemaal naar de monitor en ben je blij met hoe iets geworden is.”

Als 6-jarig jongetje kreeg Tim al een wegwerpcamera in zijn handen gedrukt. “Dan sta je daar op een kinderboerderij foto’s van geiten te maken.” Dat was tijdens de vakantie, maar onder schooltijd veranderde dat beeld niet. “Op de middelbare had ik mijn eerste mobieltje met daarin een camera. Ik maakte de hele tijd foto’s en filmpjes mee, ook in de jaren daarna.”

Tim denkt dat in die jaren de kiem is gelegd voor wat uiteindelijk zijn ultieme passie blijkt: audiovisueel werken, of beter: in mooie beelden denken. “Het frame van de camera dwingt me – en dat merk ik zeker als ik op reis ben – om goed naar de omgeving te kijken. Ik ben dan constant bezig met waar ik moet staan om dat ene mooie uitzicht vast te leggen. Zo ben ik veel bewuster van de situatie dan dat ik ‘gewoon’ door een stadje slenter.”

Afraffeltaakje
Tussen 2011 en 2016 studeert Tim journalistiek aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Al is deze studie volgen allesbehalve zijn eerste keuze. “Ik wilde audiovisuele media aan de Hogeschool van de Kunsten in Utrecht doen, met name om verder te gaan in de filmwereld. Maar eigenlijk bedacht ik me dat net iets te laat. Ik viel af in de tweede gespreksronde, simpelweg omdat mijn motivatie niet doortastend genoeg was. Ik moest het afleggen tegen kandidaten die veel gepassioneerder en strijdlustiger waren. Toen dat dus niks werd, ben ik gaan kijken bij welke opleiding ik óók iets met filmen kon doen. Een vriend van mijn zus tipte toen de studie journalistiek.”

Deze studie draait om veel meer dan alleen filmen, hoe beviel dat?
“In Zwolle kwam ik er steeds meer achter dat het vele schrijven en het razende reportergedeelte niet voor mij was weggelegd. Ik ontwikkelde me steeds meer tot een soort cameraman van de hele klas. Zeker in de laatste 2 jaren van de opleiding. Toen draaide ik niet alleen mijn eigen, maar ook de afstudeeropdrachten van klasgenoten.”

Hoe ontstond dat?
“Ik zat sowieso dieper in die materie in vergelijking met de rest. Waar zij het monteren een beetje als een afraffeltaakje zagen, vond ik dat juist heel leuk. Ik hield van prutsen met de kleuren waardoor de witbalans klopte. Of een lasje net een paar frames verplaatsen waardoor de overgang beter werd.”

“Ik zat sowieso dieper
in die materie in
vergelijking met de rest”

Geen netwerk
Een combi van veel anderen helpen én meer in beeld dan in inhoud denken, zorgt er uiteindelijk voor dat Tim een half jaar vertraging oploopt. “Drones kwamen steeds meer in het nieuws, dus daar zat wel iets in, dacht ik. Maar op dat moment viel er verder nog niet zoveel over te zeggen. Terwijl ik naar een interessant haakje zocht, kwam de deadline voor mijn afstudeeropdracht steeds dichterbij. Tot ik geen tijd meer had.”

Met een productie over zelfrijdende auto’s studeert Tim begin 2015 alsnog af. Vrij snel daarna begint hij als cameraman bij de Kennis van Nu en daar weer na voor Koffietijd. “Eigenlijk ben ik pas in die jaren, toen ik tv-items draaide, er achter gekomen wat ik nou qua camerawerk wilde. En dat was niet dat.”

Wat vond je daar niet leuk aan?
“Hoe het resultaat eruit zag, maakte niet zoveel uit. Zolang het ‘er maar op stond’, er een paar snijshots overheen lagen en het te verstaan was. Dan vonden ze het allang goed. Het was nooit het doel om écht eens uit te pakken en er iets moois van te maken. Daar was ook geen tijd voor en dat vond ik jammer.”

Hoe kwam je erachter wat je wél wilde?
“Dat heeft wel een aantal jaren geduurd. Ik verlangde naar film, maar omdat ik nog nooit in die wereld had gewerkt, wist ik ook niet wat ik daar dan precies moest. In de zomerstops van Koffietijd had ik tijd om dat beter te ontdekken. Via stages en junior-functies. Toen ik ergens als een soort 3e camera-assistent mee mocht draaien, kon ik zien wat er allemaal kwam kijken op zo’n set. Zo rolde ik er vrij natuurlijk in.”

Klinkt bijna alsof je na journalistiek nog een opleiding gedaan hebt.
“Zo is het ook wel. Alleen was dit meer uitdagend. Vanuit je studie neem je vaak adresjes mee waar je later nog eens terecht kan. Of je leert mensen kennen die je later ook weer tegenkomt en aan werk helpen. Maar dat had ik in de filmwereld niet. Ik had geen netwerk en moest in zekere zin vanaf nul beginnen.”

Tim Broers

Onzeker
Via-via komt Tim steeds vaker aan klussen die hem meer aanspreken, sowieso meer fictiewerk. Hij is actief achter de schermen bij titels als Oogappels, Het Verhaal van Nederland en Smeris. Voor sommige producties vervult hij meerdere rollen. Van camera-assistent tot datahandler en van licht tot grip. “Via een vriend, die wél op de HKU studeerde, werd ik op een gegeven moment gevraagd om de focus te doen. In die rol werk je nauw samen met de director of photography, zeg maar de hoofd-cameraman. Hij bepaalt het plaatje en jij zorgt er dan voor dat de lens scherp afgesteld staat. Ik had dat nog nooit gedaan, maar het ging me van nature hartstikke goed af.”

Hoe verklaar je dat?
“Ik had natuurlijk in de jaren daarvoor, maar ook toen ik nog niet studeerde, al heel veel camera’s in mijn handen gehad. Dus een draai aan een ring geven als iets in beeld dichterbij komt en daarmee het beeld scherpstellen, ging bijna vanzelf. En vrij snel daarna viel ook het kwartje en dacht ik: moet ik niet gewoon als focus puller doorgroeien? Dat is vanaf dat moment het doel geworden.”

“Ik heb ook gratis producties
gedraaid, simpelweg om zo
meer mensen te leren kennen”

Wat heb je daar vervolgens mee gedaan?
“Op zoek gaan naar meer klussen, en dat is nog best een uitdaging. In de filmwereld, en dan vooral het cameradepartement, zijn er amper vacatures waarop je kan solliciteren. Dat gaat allemaal via-via. Ze vragen bijna altijd iemand die ze bij een andere klus ook al hadden. Aangezien mijn netwerk nog niet groot is, is dat soms lastig. En je kan moeilijk zomaar op iemand afstappen en zeggen: Hé, ik ga vandaag jouw assistent worden. Zo gaat dat niet.”

En hoe dan wel?
“Ik moet het bijvoorbeeld van afstudeeropdrachten hebben waarbij ze een focus puller zoeken. Of van last minute afzeggingen. Ik heb ook gratis producties gedraaid, simpelweg om zo meer mensen te leren kennen. Als zij zich doorontwikkelen, hoop ik dat ze me later herinneren en bij betaalde klussen weer vragen.”

Klinkt als een onzekere basis.
“Dat is het ook, het is een onzeker bestaan. Je moet er ook een beetje geluk mee hebben. En erop vertrouwen dat je vanzelf weer wordt benaderd.”

Grillig
Ook Tim maakt meermaals mee dat het qua klussen een poos stil blijft. Het is volgens hem ‘een way of life’ dat je soms wekenlang niet in je favoriete werkveld actief bent. Zeker in het najaar droogt het aanbod vaak op. “De dagen zijn dan korter, dus je hebt gewoon niet zoveel daglicht om in te filmen.” Hij ziet vakgenoten in deze periode dan ook op andere manieren hun geld verdienen.

Zelf besloot Tim dat vorig jaar ook te doen, door een periode voor Picnic boodschappen te bezorgen. “Ik heb dat 2 maanden gedaan. Ik zocht iets waarin je niet lang ingewerkt hoefde te worden, iets wat redelijk vrij in te plannen was en wat je ook makkelijk weer van de hand kon doen. Want als er wél een cameraklus voorbij zou komen, wilde ik daar meteen op in kunnen springen.”

Hoe kijk je op die periode terug?
“Ik vond het wel lastig hoor. Ik weet nog dat ik vaak maar thuis zat, te wachten tot de telefoon eens ging. Dat was best deprimerend. Veel branchegenoten krijgen te maken met die onzekerheid van wel of niet gevraagd worden. Het ligt aan jezelf hoe je daarmee omgaat. Ik ben van nature een piekeraar. Als ik een periode geen uitzicht op camerawerk heb, dan ga ik met mijn handen in het haar zitten. Inmiddels raak ik er steeds meer aan gewend en is het stresslevel wel prima. Maar ja, het blijft een redelijk grillig bestaan.”

In hoeverre is die onzekerheid het uiteindelijk tóch waard?
“Ja, het maakt het ook wel heel leuk. Ik werk met allemaal mensen die dagen van 10, 12, 13 uur maken. Collega’s die niet de absolute hoofdprijs betaald krijgen en ook nog eens onder allerlei, soms zware omstandigheden hun klus moeten klaren. Soms sta je midden in de nacht te draaien, soms sta je buiten urenlang in de regen. Maar uiteindelijk komt daar wel een product uit: een film of een serie waar je naar kan kijken. En dan denk je: ‘Oh, maar het is wel echt heel vet geworden!’ Daar gaat zwoegen en afzien aan vooraf, maar uiteindelijk kijk je allemaal naar de monitor en ben je blij met hoe iets geworden is.”

Bron: BM/Oane Born

Bericht delen