SimpelZodiak maakt documentaireserie Prins Bernhard voor Videoland
Regisseur en Gouden Kalf winnaar Joost van Ginkel werpt met de eerste Videoland royalty documentaireserie nieuw licht op het ‘fenomeen Bernhard’. Met uniek en nooit eerder vertoond beeldmateriaal uit onder andere Bernhards privécollectie. Vriend en vijand komen in het drieluik aan het woord en doen opvallende en persoonlijke uitspraken over het turbulente leven van de prins. Prins Bernhard is vanaf vrijdag 24 februari te zien bij Videoland. SimpelZodiak is de producent.
Persoonlijke vrienden, historici, journalisten en biografen: niet eerder werd zoveel kennis van en persoonlijke ervaringen met Bernhard samengebracht. Het resultaat is een meeslepende, zinderende film, die de levenslust van de Prins weerspiegelt en daarbij scherp inzoomt op het soms ongrijpbare en fascinerende karakter van de Prins.
Onder anderen Maarten van Rossum, Gerard Aalders, Pieter Broertjes, Jan Tromp, Jutta Chorus, Jolande Withuis, Dik van der Meulen, Marc van der Linden en Dries van Agt komen aan het woord. Ook worden de buitenechtelijke kinderen van Prins Bernhard besproken en komt zijn nooit erkende dochter Mildred Zijlstra aan het woord.
Regisseur Joost van Ginkel: “Als filmmaker was het een bijzondere uitdaging om gedurende de vele interviews met Bernhard-kenners zijn karakter uit te diepen. Wat lastig is: mensen zijn ofwel vóór of tegen Bernhard. Zijn vrienden zullen de film wellicht te hard vinden, de critici vinden het wellicht te zacht. Het zij zo. Vaak is er weinig nuance; die heb ik proberen te zoeken om hem als mens te benaderen en samen met Annejet van der Zijl ook zijn achtergrond te duiden.”
“Bernhard is in feite het ultieme hoofdpersonage voor een film; hij was charmant, maar had tegelijkertijd een rafelige, opportunistische, donkere kant. De scène waarin journalisten Pieter Broertjes en Jan Tromp terugkijken op hun geheime -postume- interviews met de Prins is wellicht de scène die de essentie van het karakter van Bernhard het meest blootlegt. Onder het genot van witte wijn wilde hij schoon schip maken terwijl hij postuum zijn familie verbluft en intens verdrietig achterliet.”
De documentaire kwam tot stand in nauwe samenwerking met Het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid, beeldredacteur Gerard Nijssen en biografe/schrijver Annejet van der Zijl, die promoveerde op haar onderzoek naar Prins Bernhard en zij won hiervoor de M.J. Brusseprijs voor het beste journalistieke boek.
Dat heeft Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur Beeld en Geluid, samen met de burgemeester van Hilversum Pieter Broertjes, bekendgemaakt tijdens de onthulling van de twaalfde Media Diamant, die van Henk-Jan van Beek. De onthulling van de dertiende Media Diamant voor Ivo Palmen, op de speciale Diamantmuur op het Media Park, vindt op 6 oktober aanstaande plaats tijdens Dutch Media Week.
Juryrapport
‘Ivo blinkt als eerste cameraman al tientallen jaren uit door tomeloze inzet, geweldig vakmanschap, echte passie en duidelijk aantoonbaar talent; de vier basiseigenschappen waarop deze onderscheiding is gebaseerd. De Nederlandse top van presentatoren, producenten en regisseurs geniet dagelijks van zijn diensten als 1e cameraman en zijn inzet tijdens onder meer het Eurovisie Songfestival in Ahoy, de kroon op zijn werk dit jaar.’ Het juryrapport vermeldt verder: ‘Na vele jaren werkzaam te zijn voor en achter de schermen van de Nederlandse televisie is Ivo persoonlijk geliefd en populair bij al zijn directe collega’s. Dit alles doet hem zonder twijfel recht geven op een eindeloze aanwezigheid op het Media Park in Hilversum.’
Ivo Palmen
Ivo Palmen (1958, Geleen) begon zijn carrière bij de ziekenomroep OMC. Hij studeerde af als docent Nederlands en Engels bij de Katholieke Lerarenopleiding Sittard (KLS). Echter, bij de audiovisuele dienst van deze KLS raakte hij besmet met het videovirus. In 1987 begon Ivo aan een opleiding bij het vermaarde ‘Santbergen’ waarna hij in 1988 bij de NOS in dienst kwam als cameraman. Kort hierna werd dat het NOB, later DutchView en tegenwoordig internationaal bekend als NEP. Hij werkte mee aan vele honderden programma’s waaronder jarenlang Het Prinsengrachtconcert, The Passion, The Voice of Holland en De Wereld Draait Door. Ook bij vele opera- en balletvoorstellingen leidde hij de cameraploeg en eerder dit jaar was hij Eerste Cameraman bij het Eurovisie Songfestival in Rotterdam.
Over de Media Diamant
Met de Media Diamant wordt erkenning gegeven aan bijzondere medewerkers áchter de schermen van radio, televisie en internet. Het initiatief van regisseur Jos Budie werd in 2015 voor het eerst toegekend aan Regie Assistente Ilse Pollen. Hierna viel de eer aan Hoofd Geluidstechnicus Theo Rutten, Senior Geluidstechnicus Paul Raaijman, Projectbegeleider Juliet Wagenaar, Senior Cameraman Peter Bakker, Opnameleider Tommy Byrne, Steadicam Specialist Job Scholtze, Colorist Xandra ter Horst, Grippers Wouter Visser en Berto Oude Veldhuis, Workflow Specialist Martijn Swart en Lichtontwerper Henk-Jan van Beek. De prijs bestaat uit een plaquette, ontworpen door Anneke Schat, die wordt geplaatst op de Diamantmuur van het Joop van den Endeplein op het Media Park en een aquarel. De Media Diamant zal op 6 oktober feestelijk worden onthuld op het Media Park tijdens Dutch Media Week.
Dutch Media Week
Dutch Media Week promoot, stimuleert en viert media. Van 30 september tot en met 10 oktober 2021 laat het festival de bezoeker ervaren hoe belangrijk media zijn in ons dagelijks leven. Van innovatie en creatie tot bijzondere verhalen en talentontwikkeling. Het festival wordt georganiseerd door Beeld en Geluid, in nauwe samenwerking met de gemeente Hilversum en Hilversum Marketing.
In 2016 werd de Stichting Media Diamant opgericht om de continuïteit van de Media Diamant te waarborgen. De Media Diamant wordt ondersteund door de Gemeente Hilversum, het Media Park en een grote groep van donateurs uit de mediawereld.
Burgemeester Pieter Broertjes: “NPO moet meer centrale regie krijgen”
Half april schrok Hilversum wakker met de mededeling dat de burgemeester in het ziekenhuis lag. Pieter Broertjes (PvdA) liep een hersenontsteking op door een virus, was enkele dagen buiten bewustzijn en ontliep de comateuze toestand op een haar na. “Hoe een mens aan zo’n ontsteking komt weet ik niet”, verzucht de burgemeester. “Dat konden de artsen mij ook niet vertellen.”
Over twee weken pakt hij zijn taken weer op, al is het herstel nog niet helemaal voltooid. “Ik merk nog steeds dat ik minder energie heb dan voorheen.” Een half uur lang betrad hij het fictieve bordes van Frénk van der Linden op NPO Radio 1 als ‘minister voor Mediazaken’. De voormalig hoofdredacteur van de Volkskrant zou geen milde maatregelen nemen op die post. “De versplintering in de politiek zet zich ook door naar Hilversum. Dat moeten we tegengaan.”
Centrale regie NPO
‘Minister’ Broertjes pleit daarom voor meer centrale regie bij de NPO. “De omroepen veranderen in interne productiehuizen. Niet het ledenaantal, maar de kwaliteit komt voorop te staan.”
Broertjes zou ook voor meer samenwerking tussen de verschillende mediabedrijven zijn. “Op dit moment liggen ze met elkaar in de clinch, terwijl buitenlandse reuzen als Apple en Google alles zullen opvreten op termijn.” Het is een grauw toekomstbeeld dat volgens Broertjes vermeden kan worden. “Een platform als NLZIET is een goed voorbeeld. Alle programma’s van de NPO, RTL en Talpa zijn daarop te bekijken. Op die manier maak je een vuist tegen de grote buitenlandse bedrijven.”
Broertjes, als burgemeester niet onbekend met regionale media, signaleert ook steeds minder kleur op de wangen van de regio-pers. “En dat terwijl de controle van de lokale democratie zo ontzettend belangrijk is. Als minister zou ik flink meer subsidie richting de regionale omroepen en kranten willen.”
Normaal wordt de nieuwe Omroepman of –vrouw gehuldigd onder het toeziend oog van honderden aanwezigen in Beeld en Geluid in Hilversum, maar daar kon ditmaal geen sprake van zijn. In plaats daarvan maakte FC Klap, de uitgever van BM, een verrassende videoregistratie, inclusief terugblik op het bizarre (media)jaar. Daarin onder andere een zoektocht op het Media Park, de ‘overval’ bij Frans Klein thuis, een interview met Jeroen Pauw en felicitaties van Eva Jinek, Matthijs van Nieuwkerk, Paul de Leeuw, Pieter Broertjes en Beeld en Geluid-directeur Eppo van Nispen tot Sevenaer.
Meerwaarde
Jaar in, jaar uit onderstreept de Nederlandse publieke omroep haar impact. Waar de grote commerciële omroepblokken de laatste jaren flink terrein moesten prijsgeven, daar blijft de NPO fier overeind als marktleider. Kijkcijfers zeggen natuurlijk niet alles, maar dat de publieke omroep van grote meerwaarde is in het Nederlandse medialandschap staat buiten kijf. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan Frans Klein, als directeur Video bij de NPO eindverantwoordelijk voor het publieke programma-aanbod op tv, on demand en online.
Doorslaand succes
Juist in dit coronajaar bewijst de NPO zich weer als degelijk en betrouwbaar baken, een ‘veilig buurthuis’ waar de waan van de dag alle ruimte krijgt, maar ook in perspectief wordt geplaatst en geduid. Dat gebeurt onder andere ook in Op1, de dagelijkse talkshow met wisselende presentatieduo’s die vooraf tot veel scepsis leidde.
De gewaagde opzet is echter een doorslaand succes gebleken, wat mede op het conto van Frans Klein mag worden geschreven. Gevoegd bij het feit dat hij al zo lang loyaal bouwt en stuurt aan de publieke programmering en het schip strak op koers weet te houden in zeer woelige baren, geeft dat de redactie van BM voldoende redenen om Frans Klein te benoemen tot Omroepman van het Jaar 2020.
Reactie Shula Rijxman
De NPO feliciteert Frans Klein van harte met zijn uitverkiezing tot Omroepman van het Jaar 2020. “We zien dit ook als een erkenning voor wat de publieke omroep voor Nederland heeft kunnen betekenen. Wij zijn trots op wat Frans samen met de omroepen en alle NPO-collega’s in het afgelopen jaar heeft gerealiseerd”, aldus Shula Rijxman, bestuursvoorzitter NPO.
De winnaars
De lijst met Omroepmannen en -vrouwen van het Jaar ziet er in chronologische volgorde als volgt uit:
1991 Boudewijn Paans
1992 Aart Geurtsen
1993 Freddy Thyes
1994 Lejo Schenk
1995 Paul Witteman
1996 Fons van Westerloo
1997 Joop van den Ende
1998 Burny Bos
1999 John de Mol
2000 Frits Barend & Henk van Dorp
2001 Arthur Valkieser
2002 Cathy Spierenburg
2003 Peter R. de Vries
2004 Gerard Timmer
2005 John de Mol
2006 Paul de Leeuw
2007 Ton F. van Dijk
2008 Tina Nijkamp
2009 Linda de Mol
2010 Erland Galjaard
2011 John de Mol
2012 Matthijs van Nieuwkerk
2013 Bert Habets
2014 Jan Slagter
2015 Humberto Tan
2016 Floortje Dessing
2017 Eva Jinek
2018 Beau van Erven Dorens
2019 Jeroen Pauw
2020 Frans Klein
In BM 393 komt Frans Klein uitgebreid aan het woord, dat is hier te lezen. Hij siert ook de cover van het blad, dat vanaf 10 december eenmalig verkrijgbaar is in de losse verkoop. Behalve voor de Omroepman van het Jaar heeft de extra dikke editie van hét mediavakblad ook plaats ingeruimd voor een uitgebreide radioterugblik, de terugkeer van Big Brother en interviews met onder anderen Ruud de Wild & Olcay Gulsen, Fresia Cousiño Arias (ESPN), Karin de Groot (ITV Studios Netherlands), Paul Römer (Talpa Network) en Maurice Hols (ViacomCBS).
Maandag 7 december om 12.00 uur gaat BM900 live. We namen het op in de vertrouwde BM90 studio, maar maken vervolgens ook veel uitstapjes. In het jaaroverzicht schetsen we een samenvatting van het afgelopen mediajaar waarin de coronapandemie zwaar op de wereld – en daarmee ook op het Nederlandse medialandschap – drukte.
Hoofdredacteur Jeroen te Nuijl verrast de kersverse Omroepman/-vrouw thuis met het heugelijke nieuws, maar niet voordat hij een inspiratierondje door het land maakte. En de Omroepman van 2019, Jeroen Pauw, interviewt tot slot het nieuwe “clublid”. Kijken dus!
We kunnen en willen niet om het redelijk recente nieuws heen: het lintje! Anniko van Santen werd verrast met een koninklijke onderscheiding. De 49-jarige presentatrice mag zich sinds 25 augustus Ridder in de Orde van Oranje-Nassau noemen. Ze kreeg het lintje van Pieter Broertjes, de Hilversumse burgemeester, die haar als volgt complimenteerde: “Mede onder haar leiding is Opsporing Verzocht uitgegroeid tot een onmisbare schakel in rechercheonderzoeken en levert het een grote bijdrage aan het oplossen van misdrijven. Daarnaast richt Van Santen zich ook op de belangen van slachtoffers en nabestaanden en kan worden gesproken van persoonlijke bijzondere verdiensten,” aldus Broertjes. Waarvan akte.
Was je nu eens zelf ‘overvallen’ door het eerbetoon?
“Het was zo’n rare situatie! Het was de eerste uitzending van het nieuwe seizoen en er zat een ontsnapte TBS-er in het programma. We hadden de camera repetities net achter de rug, dan gaan we eten, doen aansluitend de generale en gaan live op NPO 1. In die dinerpauze zat ik met teksten te klooien en bleek die TBS-er ook nog op de fiets gezien in België, terwijl ze mij maar aan mijn hoofd zaten te zeuren dat ik wel moest eten… Lichtelijk geïrriteerd ging ik naar boven, zag in mijn ooghoek wel wat mensen in de gang scharrelen en riep: ‘Ik ben toch geen kleuter? Ik ben nu even druk, ik heb geen honger en ga zo nog wel iets eten.’ In de kantine wapperen vrolijk vlaggetjes met 15 – bij mij ging nog steeds geen lampje branden – en terwijl ik wat wil eten, zegt een collega: ‘Hé, daar komt de burgemeester aan.’ Maar heeft hij nu zijn ambtsketting om? Ineens zag ik mijn man Remco (van Leen, red) in pak staan, dat is sowieso heel gek. Toen ik ook mijn kinderen zag, dacht ik: dit is wel de setting voor een lintje. Maar mijn associatie bij zo’n onderscheiding is dat dit voor mensen is die stoppen met werken, dus dit voelde ik niet aankomen als mijn lintje, maar toen was ik al onderdeel van de speech. En was het een lintje!”
Het is toch ook gewoon een mooi compliment voor jou als vakvrouw?
“Zeker! Dit programma is alleen groter dan de mensen die eraan meewerken, dus mijn eerste reactie was ook: Opsporing Verzocht is gebouwd op slachtoffers. Op ellende. Hier werken zo veel mensen aan mee, dus het voelde ook een beetje gênant om met die eer te gaan strijken. Achteraf heb ik alle brieven gelezen – ook Politie, Openbaar Ministerie en Slachtofferhulp zijn voor mij in de pen geklommen – en het is wel bijzonder dat mensen dit mij kennelijk gunnen. Die waardering is fijn, maar het is vooral een lintje voor het programma.”
Opsporing Verzocht is er sinds 1982 en na 38 jaar still going strong. Kun jij een verklaring geven voor het succes?
“De premisse klopt: politie zoekt crimineel. Natuurlijk weten 17 miljoen mensen meer dan 60.000 politieagenten. Het heeft te maken met je eigen gevoel van veiligheid, maar ook met ‘Och och och, wat gebeurt er toch allemaal in de wereld?’ waarbij jij als kijker – helemaal aan het eind van de keten – ook nog iets kunt doen! Elke week leg je die bal bij mensen neer. Kijkers vinden het spannend, vandaar dat je ook anoniem kunt tippen, en soms gewoon eng: ‘Wat fijn dat dit niet bij ons in de straat gebeurt.’ Mensen kijken graag naar detectives en misdaadseries, maar dit is het echte leven en juist daarom zo fascinerend.”
Strak op het format
“Ik denk dat wij het zo lang volhouden omdat we zo strak op het format zijn blijven zitten. Wij doen in feite niks anders dan Jaap van Meekren en Will Simon ooit deden. Als je ziet welke lineaire programma’s het goed doen, dan speelt dat gevoel van je moet ‘nu’ kijken mee. Kijk je een dag later naar Wie is de Mol? dan is de kans groot dat je al weet wie eruit is. Bij Opsporing Verzocht is de urgentie van die ‘live-emotie’ er ook. Het gevoel van ‘we trekken nu met een miljoen andere ‘goeien’ ten strijde tegen de ‘slechten’. Als we dit nu samen doen, dan kunnen we ze vanavond nog van straat trekken en slapen we ook weer beter…”
Hoe belangrijk is de site – met een overzicht van zaken, de opsporingslijst en de manier waarop je tips kunt geven – bij het oplossen van misdrijven?
“Heel belangrijk. We merken ook dat een week na uitzending, als we niet veel verder zijn gekomen en een zaak in herinnering roepen, nog nieuwe tips krijgen, vaak ook omdat mensen denken dat iemand anders het wel oplost. Verder is die site de enige plek waar nog niet opgeloste zaken staan. Wij zijn nooit voorloper geweest als het gaat om de site of social media. Bij ons is ook online alles super functioneel.”
Dat heeft ook te maken met de specifieke rol- en regelgeving van het Ministerie van Justitie en Politie.
“Zeker. Social media wordt weliswaar belangrijker, maar je ziet dat veel mensen toch wachten op de uitzending van dinsdagavond tot ze gaan bellen. Of tippen. Maar televisie is lang niet meer het enige instrument van ons medianetwerk.”
Oogsten
“Wij willen ook oogsten. Het is leuk en aardig dat we we in de Eredivisie op NPO1 veel kijkers trekken, maar als we geen zaak meer oplossen, dan stel je indirect het bestaansrecht ter discussie. Bruikbare tips halen we ook via social media en de site binnen, maar de redactie is niet de plek waar de zaak wordt opgelost. Toen wij met Facebook of ons YouTube-kanaal begonnen, moeten we ons ook aanpassen aan de ethische normen van de politie. Anders loop je het risico dat mensen eigen rechter gaan spelen of de verkeerde mensen aan de schandpaal worden genageld.”
Productioneel heeft de Afdeling Opsporingscommunicatie stappen gezet om het meedenken van het publiek met de politie toegankelijker te maken en het ‘minder stoffig en meer televisie’ te maken. Of heb jij daarin nog wel wensen…
“Er is echt al heel veranderd. Hoe langer je samenwerkt, hoe meer ook het impliciet vertrouwen groeit. Bij twijfel leggen we het voor. Mogen we het eens proberen? Bekijk de voormontage eens, dat verduidelijkt ons idee. Vind je het dan nog niks, dan doen we het niet. Op die basis kun je fijn samenwerken.”
Kun je daarvan een voorbeeld geven?
“Het Openbaar Ministerie cirkelt als een helikopter boven de onderzoeken en vanuit het OM is er een gezonde koudwatervrees om die grenzen op te zoeken. Dus als we de voormontage tonen, met die tekst, is het zo dan okay? Het gaat vaak om geweld. Iemand tegen zijn hoofd schoppen, is schokkend beeld. Voor kijkers én slachtoffer. Dan zegt het OM: ‘We tonen dat schoppen niet!’ Maar we overleggen dan wel waar we die beelden precies stoppen… Je hoopt dat iemand die de dader kent denkt: ‘Ik wist wel dat hij pittig kan reageren, maar dit is echt tè erg, ik ga tippen’.”
Samenwerking
“Wij zoeken natuurlijk altijd mensen. Soms kan het juridisch beter zijn om iemand geblurred in beeld te brengen, zegt de Officier dan, want dan heeft de dader nog de kans om zich te melden. Maar dat is lastig, want dan zendt je alleen een signaal uit naar die dader (‘Hallo, je kunt je nog melden’) in plaats van naar 1,1 miljoen mensen. De kijker is ook boos met zo’n blur! Laat die man gewoon zien… Maar aan de andere kant: je kunt bij Opsporing Verzocht niet alleen in de schoenen van een tv-maker gaan staan, want het is echt een samenwerking waarin we zaken moeten uitvoeren.”
Opsporing Verzocht is het best bekeken programma in de bajes. Ervaar je dat als compliment of is het griezelig?
“Het is niet griezelig, want het is een gegeven. We krijgen ook wel tips uit die hoek, maar we weten in de studio natuurlijk niet of er vanuit een PI wordt gebeld of vanuit de huiskamer. Wij weten dat daders misschien zelf ook kijken, van dat feit zijn we ons voortdurend bewust.”
In hoeverre kan eindredacteur Van Santen presentator Anniko corrigeren? Of heb je helemaal geen last van die dubbelrol?
“Het is vrijwel ongemerkt in elkaar overgelopen, maar dat komt ook omdat ik al zo lang bij Opsporing betrokken ben. Je kunt wel goed horen welke toon ik aan het programma wil meegeven.”
Hoe is de hiërarchie op de werkvloer bij een inhoudelijk of productioneel dilemma: beslist de regisseur of de presentator / annex eindredacteur?
“Uiteindelijk ik, vooral omdat ik alle uitzendingen doe. En we met diverse regieteams werken, er is dus niet één regisseur. Vooraf koppen we al veel heen en weer. Er is geen armpje-druk-wedstrijd meer op de uitzenddag. Ik hoor mezelf wel regelmatig zeggen: ‘Ja, maar zo doen we dat dus niet!’ Dat is vaak een onderbuikgevoel. Het kan visueel fantastisch zijn om een slachtoffer op een megascherm te tonen, maar als ik daar dan als presentator vlak voor sta, voelt het niet okay. Er komt toch een dode over mijn schouder de huiskamer binnen. Stel dat zij mijn moeder was, zou ik dit dan een fijn shot vinden? Die afweging maak ik. Verder werken we met een hecht team, dus bepaalde zaken toets ik met de kern en dan hakken we zo’n knoop door.”
Drukt het stempel van die dubbelfunctie zwaar op jou of wil je niet meer anders?
“Het is een zware functie, maar ik geloof ook dat ik het zo langzamerhand niet meer anders zou willen. Een tijd terug had ik een flinke oogontsteking. Toen presenteerde Jaap Jongbloed, terwijl ik wel eindregie deed. Toch merkte ik dat ik onbewust ‘lakser’ werd: als ik zelf op de vloer sta, weet ik precies of het intro lekker loopt of ik nog een woordje aanpas. En of we iets in de volgorde van items schuiven. Zolang er niemand aan de bel trekt, ben ik misschien de enige die zich aan dat woord stoort, dus… laat maar. Ik weet ook niet of ik het nog leuk zou vinden om ‘alleen maar’ te presenteren. Dat komt ook omdat Opsporing een optelsom is van een puzzel die we de hele week consciëntieus in elkaar zetten, waarbij ik zelf dat laatste puntje op de i kan zetten.”
Schets eens hoe een werkweek OV eruit ziet?
“De bulk begint op de donderdag met de redactievergadering waarin we de line up voor dinsdag bepalen. De dagen hiervoor is er al overleg geweest over zaken. Door corona hebben we de workflow moeten omgooien. Waar we voorheen drie grote zaken met vaak reconstructies draaiden, hebben we nu meer kleinere zaken en interviews op afstand omdat we het nu anders in beeld moeten brengen. We zijn dus nog meer afhankelijk van bewakingsbeelden. Het belteam zit nu ook niet meer in de studio. Die anderhalve meter kunnen we wel waarborgen, maar we willen en mogen niet kritiek politiewerk in gevaar brengen puur voor een ‘plaatje’. De politie is leidend in urgentie van zaken, wij zijn verantwoordelijk voor het productieproces, maar denken wel mee over de combinatie van zaken. Een uitzending met alleen maar bivakmutsdaders is gewoon niet fijn kijken en minder kijkers betekent ook minder potentiële tipgevers. Vrijdag is een schrijfdag voor mij. En de doorloop van wat er in de montage binnenkomt.”
Jij bekijkt als eindredacteur dus ook je eigen montage- en presentatieteksten?
“Hmm ja. Ik ben geen eindredacteur geworden omdat ik zo graag wilde managen, maar omdat ik helemaal ‘in het programma’ zit. Als je bij mij dat schrijfdeel weghaalt, zou ik subiet stoppen. Ik haal de lol uit de inhoud. Bijsturen. Soms een rustpunt-item met een slachtoffer interview, dan weer wat meer pit toevoegen.”
Benutten jullie het weekend nog om door te produceren?
“Af en toe monteren we dan nog wel en de politie kijkt filmpjes via beveiligde linkjes na. Maandag is eindmontage en dinsdag camera repetitie en laatste puntjes op de i, voordat we ‘s avonds live gaan.”
Sinds 2019 is ook online platform Slachtofferhulp Nederland aan Opsporing Verzocht verbonden. Mede op jouw initiatief toch?
“Die samenwerking is ontstaan omdat ik de behoefte voel om slachtoffers sterkte te wensen. Van kijkers hoor ik vaak: ‘Ik vind het zo erg en baal ervan dat ik geen tip kan geven.’ Dat is een rotgevoel. Je kunt niets met die emoties. Een berichtje voor het slachtoffer geeft jou het gevoel dat je meeleeft, maar dat is natuurlijk niet onze core-business. Politie wil slachtoffers wel helpen, maar vooral tijd stoppen in zaken oplossen. Bij het OM zei iemand: ‘Dit is écht iets voor Slachtofferhulp.’ Uiteindelijk is het ons doel om criminelen op te pakken, maar iets meer oog voor de emotionele kant – of nazorg – sluit mooi aan. Je kunt focussen op hoe ‘eng’ het is, maar dit programma gaat ook om medeleven en voor elkaar zorgen.”
Spar jij nog wel eens met Frits Sissing, jouw voorganger, over inhoud, toon en vorm?
“Frits doet nu leuke andere dingen, maar blijft een goede programmamaker en is als ex-marketeer een enorme ‘merken’-man. Soms onthoud je één zo’n karakteristiek zinnetje. Frits zei: Opsporing Verzocht is Douwe Egberts koffie. Gewoon een A-merk. Dat is fijn omdat het klopt en meteen ook een soort identiteit verschaft: het geeft richting én verantwoordelijkheidsgevoel.”
Waar ben jij trots op?
“Op ons team, dat altijd tot ‘het gaatje’ gaat. Soms is er een cruciale ontwikkeling in een zaak, waarbij iemand vraagt: ‘Kan dat over twee uur in de uitzending?’ Dan is het antwoord altijd ‘ja’. Achteraf zitten we dan bij elkaar en concluderen: eigenlijk was het gewoon te veel en amper haalbaar. Maar ja, als het beter is voor het programma… dan lukt het altijd.”
Die uitzenddag is voor jou ook een marathon…
“Die dinsdag is een achterlijk lange dag, want ik begin ‘s ochtends eerst gewoon op kantoor, dan vanaf 15.00 uur repetities en de uitzending is pas ‘s avonds laat. En live! Maar na afloop is alle ellende weer vergeten en was het die inspanning waard. Er zit een soort DNA in de makers, iedereen werkt ‘door’ en valt dan om. Ik ben er trots op dat het programma, ook in tempo, met de tijd is meegegroeid, waarbij we ook nog jongere kijkers trekken. En dat we peper in onze reet blijven steken… want we willen altijd beter.”
Doe jij dat bij jezelf of doen collega’s dat?
“Ook zelf wel. Zo vind ik het, na al die jaren, nog steeds vreselijk om mezelf terug te zien. Dat is de beste peper die er is… ‘Heel stom Van Santen dat je dit zo deed!’ Ik doe nu wat vaker zelf Slachtoffer-interviews, ook omdat ik zo terugkeer naar de kern: waarom maak ik dit programma?”
Kijken je kinderen mee?
“Nee, ze zijn nu 17 en 19.” Lachend: “Zij hopen dat ik gewoon weer eens een programma over dieren of de natuur ga maken.”
Is de zingeving van ouderschap juist een reden – en jouw drijfveer – om zo’n relevant programma te willen blijven maken?
“Ik maak wel eens de afweging: is er een programma dat ik liever zou doen? Natuurlijk zou ik nog wel eens voor WNF naar bijzondere natuurgebieden willen afreizen, maar als je kijkt naar een programma wat écht impact heeft, dan heeft Opsporing dat. En dat vind ik fijn.”
Hoe conservatief ook: ouder worden op televisie is voor vrouwen ‘anders’ dan voor mannen, want vrouwen worden nog altijd meer op hun uiterlijk beoordeeld. Ben jij daarmee bezig?
“Volgens mij ligt dat bij Opsporing iets genuanceerder. Natuurlijk, je bent belangrijk als presentator, maar het draait niet om jou. In het algemeen wordt het ‘nut van de vrouw als presentator’ meer aan het uiterlijk afgelezen dan bij een man. Ik lees Twitter omdat ik moet weten wat mensen van het programma vinden, maar als ik daar lees: ‘Jezus, ze is wel dik geworden zeg,’ dan raakt me dat wel.”
Wat doe jij op 19 april 2021? Of kan ik dat beter aan Remco van Leen vragen?
“Ha ha. Ik had me ooit voorgenomen om dan de marathon van Boston te lopen, maar dat gaat me niet meer lukken. Vijftig worden is geen groot ding. Gelukkig schatten de meeste mensen mij jonger, maar ik vind ouder worden niet leuk.”
Is het bereiken van die leeftijd en 15 jaar zo nauw betrokken zijn bij een programma een logisch kantelpunt om weer eens wat anders te gaan doen bij AVROTROS – of een andere omroep – of is die focus juist zo prettig?
“Tot nu toe zijn zaken vrij organisch gegaan. Pas als je ‘klaar’ bent met dingen, zie je ook weer nieuwe dingen. Ik zit bij Opsporing heerlijk in mijn tunneltje en ik zie die andere dingen dus ook helemaal niet. Ik weet dat ik veel verschillende dingen leuk vind, dus ik maak me niet zo’n zorgen. Tijdens evaluaties hoor ik dat het fantastisch gaat en dat mensen zich het programma zonder mij niet meer kunnen voorstellen. Nou, dan gaan we toch vrolijk verder! Ik ben nooit zo’n carrièreplanner geweest.”
Laat ik het anders vragen: had jij toen je 20 of 30 was gedacht dat je op je vijftigste nog steeds als presentator op NPO1 te zien zou zijn…
“Nee, absoluut niet. Ik houd van hard leven, van hard werken. Ik doe niet iets op zestig procent, zo van: ik bewaar nog wat energie voor als ik tachtig ben… Als ik morgen omval, heb ik echt een topleven gehad. Ook met diepe dalen, maar ik ben op droomplekken geweest. Ik houd ervan om in ‘zijn vijf’ te leven, je doet dingen met heel je hart. Of niet. Dan moet je als de sodemieter ophouden en iets anders zoeken. Ik hou niet van zesjes: het is een nul of een tien, daar zit niks tussen.”
Dat lijkt me een mooie afsluiter. Of wil je nog iets kwijt?
“Ja! Opsporing Verzocht is uniek omdat mensen meedenken. Het vertrouwen in de politie en de bereidheid om te tippen is bijzonder. Dat lintje is dus ook voor onze kijkers.”
Anniko van Santen ontvangt Koninklijke onderscheiding
Hij roemde haar voor haar inzet bij het opsporen van verdachten en de aandacht die ze daarbij heeft voor de slachtoffers. Het is een jubileumjaar voor Van Santen; precies vijftien jaar geleden presenteerde zij voor het eerst Opsporing Verzocht. Sinds 2014 is ze ook de eindredacteur van het AVROTROS-programma.
Anniko van Santen reageert verheugd op haar onderscheiding: “Ik ben ontzettend vereerd. Ik sta hier niet voor mezelf, maar voor alle slachtoffers en nabestaanden die ons hun vertrouwen geven en elke week op ons rekenen.”
Opsporing Verzocht, het nationale opsporingsprogramma, bestaat al sinds 1982 en heeft als doel de samenleving veiliger te maken. Maar liefst 40 procent van de zaken die in het programma te zien zijn, worden opgelost. Dat is ongeveer 15 procent hoger dan wanneer de politie en het Openbaar Ministerie het zonder de hulp van de kijkers moet doen.
Opsporing Verzocht is elke dinsdag om 20.30 uur te zien bij AVROTROS op NPO 1.
Jet Schouten en Joop Bouma verkozen tot Journalist van het Jaar 2018
De jury, bestaande uit de redactie van NVJ-vakblad Villamedia en de adviesraad, was unaniem in haar keuze. Schouten en Bouma verdienen de titel Journalist van het Jaar 2018 volgens de jury vanwege het onderzoek naar medische implantaten.
Op initiatief van het duo onderzochten in totaal 250 journalisten in tientallen landen de regelgeving rondom medische implantaten. Ze legden bloot dat regels ontbreken of slecht worden toegepast waardoor patiënten wereldwijd risico’s lopen.
De feestelijke bekendmaking vond plaats in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. De winnaars werden bekendgemaakt door Pieter Broertjes, de burgemeester van Hilversum.
De prijs voor Villamedia’s Journalist van het Jaar werd voor de dertiende keer uitgereikt. Eerdere winnaars waren Follow the Money-journalisten Eric Smit en Kim van Keken, documentairemakers Sarah Sylbing en Ester Gould, Nieuwsuur-journalist Bas Haan, buitenlandcorrespondent Olaf Koens, De Correspondent-oprichter Rob Wijnberg, oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen en onderzoeksjournalist Brenno de Winter.
Media geweigerd bij herdenking Februaristaking Hilversum
De organisatie noemt de vijf niet-journalistieke propaganda-organisaties. “Hun werk zal uiteraard niet worden gefaciliteerd en onze ordedienst zal zoveel mogelijk eventuele opnamen tegenhouden. Bij hinderlijk gedrag zal de politie, die aanwezig is, meteen worden ingeschakeld.”
Burgemeester Pieter Broertjes is uit protest niet naar de bijeenkomst gegaan. Hij schrijft op Twitter: “Ik ben – uit protest- niet aanwezig tijdens de herdenking van de Februaristaking op de Kerkbrink in Hilversum. Dat de organisator een aantal redacties van de vrije pers toegang ontzegt is zeer verwerpelijk en tegen de geest van de februaristakers. Leve het vrije woord.”
In een aanvullende reactie laat Broertjes weten dat organisator Graaff hem er ooit op heeft gewezen dat de Februaristaking – een protest tegen het oppakken van Joden in Amsterdam – niet alleen in Amsterdam was, maar ook in omliggende steden, zoals Hilversum. Daarom werd de eerste herdenking samen met Graaff georganiseerd.
Graaff zegt tegen NH Nieuws dat de vijf media geen pers genoemd mogen worden. “Dat soort journalistieke organisaties had je tijdens de bezetting in Nederland ook. Dat noemde je de gelijkgeschakelde pers. Pieter Broertjes kan blijkbaar dat onderscheid niet maken.”