Tekst & fotografie: Marloes Levie
Veel studeren, hard werken en moed verzamelen om op het juiste moment op iemand af te stappen. Die optelsom bracht Brantsen via de lokale omroep in recordtempo naar ‘de Grand Prix van het nieuws’, de NOS. ‘Ik houd mijn spreekbeurt over nieuwslezen’, zei ze in groep 5 van haar basisschool in Zoetermeer. “Dat was vooral een goed excuus om aan te kunnen kloppen bij TV West. Ik was toen al heel nieuwsgierig, las vaak meerdere boeken tegelijkertijd en op die leeftijd trok ook de glamour van tv me aan.” Presentaties voor de klas, verhaaltjes schrijven, informatie opnemen, Brantsen deed het veel en graag en ging bíjna in één rechte streep op haar doel af. “Dat is íets te romantisch, want stewardess en dokter waren ook serieuze kanshebbers.”
Open en onbevangen
Na haar middelbare schooltijd koos Brantsen voor een studie Media en Cultuur, met het idee om in de journalistiek te gaan werken. “Het was een interessante, maar heel theoretische opleiding. Ik was bang dat ze op een redactie zouden zeggen: ‘Leuk dat je zoveel kennis in huis hebt, maar kun je ook een interview afnemen, of een artikel schrijven?’ Dat zou ik dan niet kunnen, dus ik ben gestopt en koos voor Bestuurskunde.”
Wie denkt dat ze daarmee haar journalistieke ambities vaarwel zegde, heeft het mis. “Ik wilde me onderscheiden door een vakgebied te kiezen dat ik interessant vind: politiek, recht, sociologie, het openbaar bestuur, het komt allemaal samen in Bestuurskunde. Die studie was voor mij een goed fundament: als journalist vertel je een verhaal, maar je spreekt met mensen die allemaal een belang hebben. Ik wil me bewust zijn van hoe die mechanismen werken, hoe de verhoudingen liggen en proberen om de samenleving te doorzien.” Haar kritische blik werd flink aangescherpt. “Als nieuwslezer moet je ook breed georiënteerd zijn. Het is de dood van de journalist als je verkokerd gaat kijken. Bij de NOS zeggen we: open en onbevangen.”
Nieuwslezen
Om ook praktijkervaring op te doen, ging Brantsen aan de slag bij de lokale omroep. “Eerst een blauwe maandag bij RTV Diemen, daar las ik de krantenoverzichten op de radio. Maar de eerste, echte stappen zette ik bij de lokale omroep in Leiden, Unity FM. Of ik kon nieuwslezen, vroegen ze. Ik keek ze glazig aan en antwoordde dat ik een stem heb en kan lezen, maar verder: géén idee.” Goed geantwoord: ze werd aangenomen. Na een gezamenlijke uitzending rondom de Leiden Marathon trok ook Brantsen een sprintje: ze maakte de stap naar Omroep West. “Ik was ontzettend op mijn plek en vond radio ook heel fijn: het gaat echt om de inhoud, om wat je zegt en de manier wáárop. Een fantastisch vakgebied.”
NOS-debuut
Aan het eind van haar studie, tijdens het schrijven van haar scriptie, meldde Brantsen zich alsnog aan voor de stagepitchdag bij de NOS – een extraatje. “Ik wilde op de valreep proefdraaien in Hilversum. Tegen mijn vriend [Rachid Finge, toentertijd nieuwslezer bij 3FM, red.] zei ik duizend keer dat hij niet mocht vertellen dat ik solliciteerde, want ik wilde niet binnenkomen als ‘het vriendinnetje van’.” Op eigen houtje hielp Brantsen zichzelf in het zadel en startte met haar stage op de binnenlandredactie. “Een drukke tijd, want ik was natuurlijk ook aan het afstuderen en freelancete bij Omroep West en Bureau Regio – het samenwerkingsverband van regionale omroepen. Bij de NOS liet ik al snel vallen dat ik zou willen blijven en raapte ik al mijn moed bij elkaar om op Raymond Serré – voor mij een grootheid in radionieuwsleesland – af te stappen. Echt, met het lood in mijn schoenen. Of hij mijn mailtje had gelezen? Of ik een keer met hem mocht meelopen?” Dat mocht zeker, en Serré vroeg Brantsen om een bandje van een nieuwsuitzending van RTV West. “Nooit meer wat van gehoord, maar zonder mijn medeweten informeerde hij de chef van de radioredactie. Ik had ingezet op blijven bij de NOS, maar ik was redacteur, achter de schermen. En opeens werd ik gevraagd als radionieuwslezer, wow.”
“Als ik iets in mijn hoofd heb, wil ik dat het lukt, links- of rechtsom”
Dat die kans niet uit de lucht kwam vallen en dat ze er hard voor gewerkt heeft, moge duidelijk zijn. “Het is ook wel een beetje faalangst misschien. Als ik iets in mijn hoofd heb, wil ik dat het lukt, links- of rechtsom. Of op z’n mínst wil ik alles eraan gedaan hebben. Op een van mijn eerste stagedagen bij de NOS zat ik op planning binnenland, waar je de items voorbereidt voor de komende dagen. Dat is in principe een kantoorbaan van negen tot vijf, maar de rest van de redactie draait 24/7 door, dus er zijn altijd mensen. Om half acht ’s avonds zat ik nog tot over mijn oren in een onderwerp toen er een redacteur naar me toekwam die bezorgd vroeg of ik het zo moeilijk vond, omdat ik het nog niet af had? Grappig, maar ik realiseerde me ook dat ik een beetje doorsloeg met opgaan in mijn werk. Dat is een kant van mij om in de gaten te houden: ik moet mijn grenzen goed bewaken.”
3FM
Nadat Brantsen een tijdje de NOS-bulletins voor de regio las, verhuisde ze naar 3FM, waar ze bij Frank van der Lende in de middagshow te horen was. Een zender met een heel eigen geluid en bijbehorende tone of voice. “Wat het spannend maakte, is dat nieuwslezers op 3FM interactie hebben met de deejays. Bij Frank heb ik een bulletin gelezen in een imkerpak, ik weet niet eens meer waarom. We hebben samen frikandellenpizza’s en sprinkhanenlolly’s gegeten. Eerder zat ik veilig in een nieuwsleeshokje en was er minutenlang niemand die me onderbrak, maar dit was een show, echt radio maken.”
De 3FM-deejays schromen niet om vragen te stellen over onderwerpen uit het nieuws en steken hun mening niet onder stoelen of banken. “Maar Amber, ik snap niet wat je vertelt, hoe zit dat? Dan moest ik wel een antwoord paraat hebben, of zeggen dat ik het niet wist en erop terug zou komen. Dat draagt wel bij aan je zelfvertrouwen, je moet best stevig in je schoenen staan. Als een instantie op de barricade stond te roepen en de deejay was het daar heel erg mee oneens, moest ik me inhouden om niet in discussie te gaan. Je wilt misschien iets er tegenover stellen, maar het beste is om het neutraal te houden, zonder het af te kappen, want het programma moet wel gezellig blijven. Een heel andere uitdaging, maar superleuk.”
Het summum
Aan haar 3FM-avontuur kwam een vroegtijdig einde toen ze na een half jaar werd gevraagd als co-host, naast Jurgen van den Berg, van het vernieuwde NOS Radio 1 Journaal. “Dat was een superkans, het summum, ik kón ‘m niet laten lopen.” Op 4 januari 2016 was de allereerste uitzending. “Het programma bestaat al heel lang en Jurgen heeft enorm veel ervaring, dus ik dacht: oeh, nu gaat het beginnen. Nu val ik óf heel hard door de mand óf het komt goed. Eng, hoor.”
Luisteraars moesten even wennen aan de nieuwe versie van ‘hun’ programma, maar al snel waren de reacties overwegend positief en de luistercijfers hoog. “Ik was erg onder de indruk van Jurgens gefocuste en vakkundige manier van presenteren, ik heb ontzettend veel van hem geleerd. Af en toe moest ik tegen mezelf zeggen: ‘Oké Amber, hij is ook je collega, dus ga er een beetje relaxed mee om.’ Ik wilde het heel goed doen, soms misschien té, waardoor het in het begin niet heel natuurlijk overkwam. Vond ik zelf. Jurgen heeft me gestimuleerd en laten groeien, die samenwerking vond ik heel prettig.”
Haar radiocollega vertellen dat ze de overstap naar televisie ging maken, was even slikken. “Hij had dat meisje van 26 jaar oud bij 3FM weggehaald en die geweldige kans gegeven. We waren anderhalf jaar lang met elkaar opgestaan en maakten dagelijks heel intensieve uren met elkaar mee. ‘Ik ga ervandoor’ zeggen, vond ik zo moeilijk! Bijna emotioneel. Hij zei – dat was zo lief – dat hij het al had zien aankomen en het mij van harte gunt. Dus no hard feelings, gelukkig.”
Screentest met succes
Na anderhalf jaar won haar nieuwsgierigheid het van de vertrouwde plek op de radio. À la Pippi Langkous – ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’ – stapte Brantsen op de hoofdredactie van het NOS Journaal af. “Ik had het nog nooit gedaan en had géén idee of ik het kon! Dat vind ik juíst leuk, het moet niet te relaxed worden. Met collega’s sprak ik over een eventuele stap en uiteindelijk trok ik de stoute schoenen aan. ‘Hoi, denken jullie dat ik ooit, misschien, over honderd jaar, naar tv zou kunnen?’ Ik kreeg de legendarische woorden ‘Geen idee, want we hebben je nog nooit gezien op tv’ terug. Daar was geen speld tussen te krijgen.”
“Nog bijna elke dienst ben ik dankbaar dat ik dit werk mag doen”
“Er volgden een paar gesprekken waarin naar voren kwam dat ze zagen dat ik ambitie en potentie had, maar nog zo jong was en niet te ongeduldig moest zijn. Kortom: rustig, rustig, rustig.” Die boodschap was aan dovemansoren gericht. “Ik heb toch een piepklein beetje gepusht en mocht uiteindelijk gaan praten met de presentatiecoach; zij neemt screentests af en begeleidt alle presentatoren, echt een ankerpunt voor ons. We kletsten over mijn ambities en hadden een heel leuke klik. Ik voelde me een beetje gegeneerd, want ik laat liever zien wat ik kan dan dat ik leur om kansen. Zij kwam met het voorstel om een screentest te doen en die pakte, wat haar betreft, goed uit.” One down, maar nu nog de hoofdredactie overtuigen én… een vacature. “Wat bleek? Ze waren nog op zoek naar een vervanger voor Rik van de Westelaken!” En hoe dit verhaal afliep, zien we bijna dagelijks op televisie. “Nog bijna elke dienst ben ik dankbaar dat ik dit werk mag doen.”
Dicht bij de kijker
“Radio is persoonlijk, ‘een-op-een’ wordt vaak gezegd, maar met tv heb ik nóg meer mogelijkheden om dicht bij de kijker te zijn. De manier waarop je in de camera kijkt, een glimlach, of juist een heel serieuze blik: dat geeft een extra dimensie aan het overbrengen van de boodschap. Ik heb het gevoel dat ik nu echt een verhaal kan vertellen, terwijl ik als nieuwslezer op de radio vaak maar enkele minuten had om wat headlines te delen.”
De conceptteksten die de maker van een item schrijft, worden niet klakkeloos in de autocue gezet. “Ik vind het heel fijn om erdoorheen te gaan en een presentatietekst eigen te maken, van boven naar beneden en dan nog een keer. Zo krijg ik ‘m in mijn systeem en blijf ik ook kritisch: klopt het wat ik zeg? Als ik iets geloofwaardig wil overbrengen, moet ik eerst zelf weten hoe het precies zit. Mijn tekst moet bovendien het beeld ondersteunen, maar niet de boventoon voeren. Voor tv geldt nog veel meer dan voor radio: het moet in één keer duidelijk zijn, dus korte zinnen, spreektaal.”
Helaas is ook haar verschijning opeens gesprek van de dag. “Natuurlijk besteden we zorg aan mijn uiterlijk: bij de NOS hebben we een stylist en visagisten, dat hoort erbij. Maar we doen ons best om inhoudelijk sterke nieuwsuitzendingen te maken en tóch gaat het altijd over mijn jurk, mijn haar, hoe ik sta en of ik niet te dik of te dun ben. Het is allemaal niet relevant en leidt af van waar het om gaat.”
Verhalen vertellen
In de ochtend en middag brengt het NOS Journaal het nieuws in behoorlijk beknopte headlines. “Een paar regels tekst, een kort filmpje en door naar het volgende onderwerp. In de uitzending van zes uur ‘s avonds, die ik sinds kort ook mag presenteren, ligt het tempo een stuk lager. Ik kan rondlopen in de studio, er hangen extra schermen voor tekst en uitleg, er is tijd voor een kruisgesprek. In die langere uitzendingen kan ik nog veel meer een verhaal vertellen en daar geniet ik enorm van.”
De presentatie van het regeerakkoord, afgelopen najaar, was voor Brantsen een krent uit de pap. “Een twee uur durend programma waarin we schakelden met zo’n zeven verslaggevers in het land, interviewtjes, er is tijd voor langere kruisgesprekken, reacties halen, draaiboeken die op het allerlaatste moment op de schop gaan; ik vond het héérlijk. Super gefocust zijn en op de toppen van mijn kunnen moeten presteren, dat vind ik tof. Geen tijd voor fouten.”
“Tijdens het proefdraaien ging zoveel mis dat het me verbaasde hoe soepel een uitzending in real life gaat”
Bang dat er tijdens zo’n grote uitzending iets misgaat, is Brantsen niet. “Voordat je überhaupt de eerste keer op zender mag, is er een aanlooptijd van een maand, waarin je met je coach oefent in de studio. In het begin is dat vrij straight forward, gewoon zoals een NOS Journaal zou gaan. En dan gaan ze klooien. Dus dan gaat er een keer een licht, scherm of autocue uit en start een filmpje niet. Tijdens dat proefdraaien ging zoveel mis dat het me verbaasde hoe soepel een uitzending in real life gaat. En als het toch een keer misgaat, schiet ik niet in de stress.”
Baas boven baas
Naast de bulletins die de NOS overdag uitzendt, presenteert Brantsen nu dus ook het Journaal van 18.00 uur, de blokjes in Nieuwsuur, het late Journaal en regelmatig evenementen, zoals op 19 mei aanstaande de uitzending rondom de bruiloft van prins Harry en Meghan. What’s next, het vlaggenschip, het Achtuurjournaal? “Ik zou het een enorme eer vinden als dat op een dag gebeurt, maar als je een jaar geleden had gezegd dat ik überhaupt het NOS Journaal ging presenteren, had ik je voor gek verklaard. Mijn leven is zo veranderd in één jaar tijd dat ik geen uitspraken meer durf te doen over de toekomst.”
Voorlopig kan de presentatrice haar “haast onverzadigbare nieuwsgierigheid” goed kwijt. “Werken bij de NOS maakt me ook een tikkeltje nederig, want er is altijd iemand die meer weet. Als ik alles over de Formule 1 denk te weten, is er altijd iemand die er een schep bovenop doet. En als ik praat over de laatste ontwikkelingen in Turkije is er toch nog een collega met contacten en een update. Dat is heel goed om elkaar scherp, en het niveau hoog te houden. Tijdens dit gesprek hebben wij al veel nieuws gemist, dus er is weer een heleboel in te halen. Dat is heel fijn voor een nieuwsjunkie zoals ik.”