Article header image
Article header image

Onze kennismaking met John de Mol

Gisteren kregen wij met onze groep van 11 leden de bijzondere kans om een uur door te brengen met John de Mol. Ook voor de nieuwe generatie blijft hij een van de weinige voorbeelden van een selfmade mediamagnaat. We waren dan ook best een beetje zenuwachtig. Stipt om 11.00 uur stormde John energiek en enthousiast de vergaderruimte binnen. Vrijwel meteen begon hij uit te leggen hoe hij dit uur wilde indelen: “Ik wil dat jullie mij allemaal iets over jezelf vertellen, daarna zal ik iets over het vak vertellen en jullie vragen beantwoorden.”
We begonnen met een voorstelrondje, waarin iedereen in 30 seconden probeerde te vertellen waar zijn of haar ambities liggen. Tijdens de rondes stelde John directe vragen, zoals: “En waar zie je jezelf over 10 jaar?”, “Hoe denk je dat te gaan bereiken?” en “Wat leer je nou eigenlijk op die Filmacademie?”

Later legt hij uit dat de eerste 30 seconden van je pitch of ontmoeting cruciaal zijn. Wanneer hij iemand uitnodigt voor een sollicitatie voor een topfunctie, weet hij vaak al binnen die eerste halve minuut of iemand geschikt is, puur door de manier waarop die persoon binnenkomt of een handdruk geeft. Waarschijnlijk had hij ons tijdens het voorstelrondje ook al door deze bril bekeken.
Hij begon zijn verhaal met het benadrukken van zijn bekende motto: zorg dat je zelf de rechten in handen hebt, dat je eigenaarschap hebt. Na zijn tijd als producent voor andere programma’s besloot hij zijn bedrijfsstrategie volledig om te gooien. Vanaf dat moment zouden hij en zijn bedrijf alle formatideeën zelf bedenken en geen ideeën van anderen meer uitvoeren. Het verdienmodel werd gebaseerd op de verkoop van formats aan het buitenland.
In Nederland verdient Talpa Studios niet het meeste geld, soms moeten ze zelf investeren in de shows om het format vervolgens internationaal te kunnen verkopen. Daar ligt de echte winst. Inmiddels is er een nieuw verdienmodel bijgekomen. Naast de verkoop van de formatrechten produceren ze ook de volledig buitenlandse shows in een van hun eigen studio’s. Dat is goedkoper voor hen en meer omzet voor Talpa. Het decor van De Quiz met Ballen wordt bijvoorbeeld in Hilversum gebouwd, waarbij alle landen hun eigen kandidaten en teams invliegen. Dat is extra winstgevend, vooral als de Amerikanen grotendeels de bouwkosten betalen, voegt John met een glimlach toe.

NCP Young en John de Mol564

John is met zijn 69 jaar nog altijd enorm energiek. Volgens hem komt dat doordat hij nog steeds met jonge mensen werkt en dezelfde ‘kick’ voelt wanneer hij zijn programma’s op tv ziet verschijnen. “Sommige mensen die gestopt zijn met werken, zitten er al heel anders bij,” zegt hij. John heeft besloten dat hij nooit zal stoppen met werken, tenzij hij die kick niet meer voelt.
Vanwege deze houding blijft hij enorm goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. John is een echte ‘Early Adopter’ van AI. De eerste keer dat hij hoorde over het bestaan van AI, stelde hij direct iemand aan om alle informatie op dit gebied te verzamelen. Daarnaast heeft Talpa Studios trendwatchers in dienst, zodat ze met hun formats kunnen inspelen op de laatste trends.

Toch waarschuwt John dat het voorspellen van trends niet de grootste uitdaging is en de echte kunst zit volgens hem in het perfect timen van een trend. Als je vóór de trend zit, begrijpt niemand waar je het over hebt, en als je ná de trend zit, ben je te laat en word je ingehaald door de volgende. Tegelijkertijd geeft John eerlijk toe dat veel van zijn absolute hits niet per se met trends te maken hadden. Sterker nog, zenders zaten vaak helemaal niet te wachten op wat later bleek uit te groeien tot enorme successen. 

Voor ons, als gedreven jonge aspirant-producenten, was het hele gesprek inspirerend. John de Mol wist zijn ongekende passie over te brengen. In zijn bedrijf gaat hij voor niets minder dan de absolute top. Een 7 is simpelweg niet hoog genoeg. Dat werd bevestigd door Daniël Kovtun, een Junior Creative van onze vereniging die bij Talpa Studios werkt. John doet er ook alles aan om creativiteit te stimuleren.
Een goed voorbeeld daarvan zijn de speciale brainstormavonden, Johns persoonlijke favoriet, waar er geen vaste agenda is en de meest bizarre ideeën welkom zijn. Volgens John mogen er in de eerste conceptfase geen beperkingen zijn. Als het idee inhoudt dat het dak van de studio moet worden verwijderd om 6 helikopters te laten landen, zou hij serieus onderzoeken of het haalbaar is, mits hij het idee goed vindt. 

John de Mol’s succes ligt, denk ik, in de perfecte balans tussen betrokkenheid en het zien van het grotere plaatje. Hij is behoorlijk perfectionistisch en bezoekt regelmatig de set van een productie. Daarnaast weet hij precies wanneer het tijd is om een groot risico te nemen. Hij vertelt dat Big Brother tot in de puntjes was uitgewerkt, maar dat geen enkele zender het zomaar wilde oppakken. Uiteindelijk besloot hij, samen met Joop van den Ende, zelf een grote som geld te investeren. En nu is er al 25 jaar geen dag voorbijgegaan zonder dat ergens ter wereld Big Brother op televisie is. 

Voordat hij vertrekt, zegt John: “Nou, ik hoop over 10 jaar een paar van jullie als mediamagnaten terug te zien.”

Staas Nelis
Student-producent en lid NCP-Young 

 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Een plekje op de Oscars shortlist

Vorige zomer hielp ik mee in het artteam van de Amerikaans-Nederlandse korte film The Ice Cream Man. Een oorlogsfilm met Noah Emmerich (The Truman Show) en Derek de Lint, waarvoor we het Waterlooplein en het Amstelveld omtoverden tot bezet gebied.
De productie zelf was een grote chaos en het leek niet alsof hier, behalve de goedbetaalde cast, de crème de la crème aan mee werkte. Een uitnodiging voor de première liet ik aan me voorbijgaan. Maanden gingen voorbij, in veronderstelling dat ik nooit meer iets zou horen over deze korte film. Tot de Oscars shortlist werd gepubliceerd. En daar stond het: The Ice Cream Man op de shortlist voor Best Live Action Short…
Ook op de lijst: de Nederlandse film Ik ben geen robot van Victoria Warmerdam. Een hele grappige absurde film met Ellen Parren en Henry van Loon. Maar terwijl ik dat las, drong het ineens tot me door, eigenlijk had onze film Johnny op de Oscars shortlist moeten staan.
Een jaar eerder waren wij met Johnny geselecteerd voor het Indy Film Library Festival, een klein festivalletje in Filmhuis Cavia in Amsterdam. De selectie van de gedraaide films is niet heel streng. Laat ik het zo zeggen, de lieve organisator was oprecht verbaasd dat we ook echt kwamen opdagen. Hij keek nóg verbaasder toen we ook een paar vrienden hadden meegenomen die speciaal een kaartje hadden gekocht voor ons filmblok. 

Tussen de zeer abstracte langdradige films in het filmblok viel onze humoristische short over bodybuilder Johnny erg op. Zozeer zelfs dat we expliciet werden uitgenodigd voor de prijsuitreiking later die avond. De regisseur en ik besloten te blijven hangen en keken in de tussentijd nog een filmblok. Daar draaide Ik ben geen robot. Na de film vroegen we ons af waarom we nog voor de uitreiking zouden blijven, aangezien deze film onze competitie was. Toch bleven we zitten.
De keuze van de jury werd uiteindelijk van een telefoon afgelezen door de organisator. Ik heb het persbericht terug kunnen vinden: ‘Firstly, I have to give special thanks to all of our filmmakers this year – from my perspective, this has been our strongest year in terms of our final selection, and you gave our jury the best kind of nightmare trying to pick outright winners. Here are the winners: Serial-winner Victoria Warmerdam picks up the award for Best Screenplay for her satirical sci-fi ‘Ik ben geen robot’. Meanwhile, mockumentary ‘Johnny’ takes home the award for Best Short Narrative overall’.

Zie je wel, wij wonnen de prijs. En aangezien wij overduidelijk de beste film waren volgens het filmfestival dat nauwelijks selecteert, hadden we dan niet ook een plekje op de Oscars shortlist verdiend? Misschien wel het plekje van The Ice Cream Man.

Staas Nelis
Student-producent en lid NCP-Young 

Bericht delen
Article header image
Article header image

De inspirator en Amerika

Ik besloot me wat meer te verdiepen in de filmwereld, om te ontdekken wat er allemaal mogelijk was. Om ook iets te leren over een ander vakgebied, las ik het boek So You Want to Be a Producer van Lawrence Turman, producent van The Graduate en American History X. De titel leek me perfect voor iemand die nauwelijks wist wat een producent eigenlijk doet. En eerlijk gezegd, dat weten maar weinig mensen. Zelfs na een uitgebreide uitleg met woorden als ‘initiator’, ‘projectmanager’ en ‘eindverantwoordelijke’ blijft het vaak ongrijpbaar. En wist ik na het lezen van dat boek wat een producent precies doet? Absoluut niet.

Turman omschreef een producent als volgt: ‘A producer is the person who causes a film or show to be made. A good producer causes it to be made well.’ Een krachtige, maar ook abstracte definitie. Ook wijdde hij een heel hoofdstuk aan de titel ‘It’s not who you know, it’s what you know’ om vervolgens uit te leggen dat het in werkelijkheid vooral draait om wie je kent, en minder om wat je weet. Dat was mijn eerste kennismaking met het concept ‘netwerken’. Tussen zijn vele anekdotes benadrukte Turman regelmatig dat hij in de golden age van Hollywood werkte, een tijd die je niet meer kan voorstellen.
Hollywood staat letterlijk en figuurlijk in de fik: streamingdiensten breken het studiosysteem af, de schrijversstaking en acteursstaking hebben alles stilgelegd en producties wijken massaal uit naar andere staten omdat Californië simpelweg te duur is geworden. Toch wist het, soms wat vage, boek me te enthousiasmeren voor de rol van de producent. Niet veel later meldde ik me opnieuw aan voor de Filmacademie.

Op het moment van uitgave van zijn boek was Turman het hoofd van het prestigieuze Peter Stark Producing Program, een masteropleiding aan de University of Southern California. Daar leren ze creatieve, zelfstandige producenten hoe ze hun eigen projecten van de grond krijgen door te pitchen bij grote en kleine studio’s. Dat hij daar de leiding had, is me altijd bijgebleven.
Nu ik een veel beter beeld heb van wat produceren inhoudt, is het nog steeds een droom om die master te volgen. Het lijkt me enorm interessant om in een land te studeren waar de filmindustrie volledig op eigen benen staat, waar de mogelijkheden en budgetten geen plafond hebben, en waar komedie en genre diepgeworteld zijn in de cultuur. Ondanks de obstakels, zoals het aanvragen van visa, het regelen van beurzen en het vinden van een woning die de bosbranden heeft overleefd, blijft dit een doel waar ik aan wil werken.
Maar goed, terug naar de realiteit. Eerst verder met de casting en financiering van een afstudeerfilm, want dat moet op deze woensdag echt gebeuren.

Staas Nelis
Student-producent en lid NCP-Young 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Van film van 1000 euro naar serie

Tijdens mijn stage bij Horizon Film kreeg ik een waardevolle inkijk in het proces van serieontwikkeling. Van de eerste pitch tot een uitgewerkt script. Ik leerde waar de streamers en publieke omroep naar keken wanneer ze een plan beoordeelden. Het was inspirerend om te zien hoe speelse ideeën concreet vorm krijgen. Dat wilde ik zelf ook meer gaan proberen.
Afgelopen zomer kreeg ik, samen met 2 vrienden, een acteur/schrijver en een regisseur, de kans om een idee voor een comedyserie te pitchen bij ITV Studios. Dit gebeurde omdat ze nieuwsgierig waren naar jonge creatieven met frisse ideeën en onder de indruk waren van een korte komediefilm die wij eerder samen maakten. 

Deze 20 minuten durende film hebben we gemaakt met een crew van 4 man, een guerrillastijl en 1000 euro uit een samenwerkingspotje van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. In de montage zagen we in dat het hoofdpersonage echt heel interessant was en zijn korte format misschien kon gaan ontgroeien.
Inmiddels zijn we samen met ITV het serie-idee aan het ontwikkelen dat gebaseerd is op het karakter en de wereld van die film. Dat voelt als een geweldige kans. Ik geloof dat juist bij deze nieuwe generatie de meest originele verhalen ontstaan. Daarom wil ik vooral blijven brainstormen over ideeën. 

Gisteren zat ik nog met een scenarioschrijver (eigenlijk een toneelschrijver) te sparren over een idee dat een tijdje geleden ontstond onder het genot van een paar glazen bier. Een komedie over moderne zwendelaars. Het blijft leuk om de ruimte te vinden om samen met anderen te sparren over gekke personages en onverwachte verhalen. 
Tijdens mijn stage concludeerden we het volgende: ‘Creatief produceren is eigenlijk net een speeltuin. Je mag op sommige dagen nadenken over karakterbogen, wie met wie een relatie krijgt, en welke drugsdeal de bende deze keer mag uitvoeren’.

Staas Nelis
Student-producent en lid NCP-Young 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Vermaak en commercie op de Filmacademie

Toch doe ik er alles aan om dat doel te bereiken en deze week zal ik mijn eigen inzichten en activiteiten delen als aspirant-producent en lid van NCP-Young, de jongerentak van de Nederlandse Content Producentenvereniging.
Een paar dagen geleden ontving ik de eerste versie van de poster van onze afstudeerfilm ‘BUNGELEN’. Een commerciële grafisch vormgever heeft de komediestijl lekker vet aangezet voor onze poster. Grote rode letters en een uitgesneden filmkarakter met een witte achtergrond. De reactie van het productieteam op deze eerste versie was zeer positief. 

Ik liet de poster ook aan een docent van de Filmacademie zien. “Hij valt echt heel erg op en hij is lekker licht. Dat is eigenlijk wel verfrissend”, zei ze, wijzend naar de wand in haar kantoor met voornamelijk grauwe posters van voorgaande lichtingen met donkere kleuren en moeilijke lange titels.
Ook al was de keuze voor de poster niet bedoeld als een statement, ik vond het stiekem toch leuk om te horen. Ik heb mij 4 jaar lang best wel afgezet tegen de wat snobistische, prestigieuze cultuur die hing rond het filmmaken op de Academie. Vanaf het begin snapte ik niet helemaal waarom het hoogst haalbare het draaien op een festival is voor voornamelijk andere filmmakers. Ik zou heel graag het publiek willen vermaken met kwalitatieve genreverhalen. Binnen de muren van onze Academie is er iets minder begrip of ruimte voor dat ‘soort’ filmmaken.

Gelukkig heb ik in deze 4 jaar een groepje mensen om mij heen weten te verzamelen die wel heel graag genrefilms en series willen maken. Met veel van hen deel ik ook mijn passie voor komedie, wat toch wel het meest onverbiddelijke genre is van allemaal, aangezien je de kwaliteit rechtstreeks kunt meten aan de lachsalvo’s. Met deze regisseurs, schrijvers, productiemensen en cameramensen studeer ik nu ook af met een vrolijke familiefilm en een absurde komedie over een man met moorddrang. Dan voelt de keuze voor onze poster toch een beetje als een statement.

Staas Nelis
Student-producent en lid NCP-Young 

Bericht delen
Article header image
Article header image

De kracht van impact: documentaires die veranderen

Impact is lange tijd vooral iets geweest voor de laatste fase van een documentaire, maar die tijd is voorbij. Voor nieuwe projecten neem ik een impacthoofdstuk al vanaf het begin mee. Het recent gelanceerde Impact Lab van Een van de Jongens laat zien hoe belangrijk dit wordt in de sector. Ook ik ga die kant op: binnenkort neem ik een impactproducer aan die zich vanaf de eerste schets verdiept in hoe een verhaal zijn volle potentieel kan bereiken, zowel voor het publiek als voor de mensen in de documentaire.
Een voorbeeld van impact die verder reikt dan de film zelf, is Niet Mijn Schuld, onze korte documentaire voor Omroep ZWART en NPO 3. In het verhaal stond Pascal centraal, een oud-student met een studieschuld die door een fout van DUO in levensgevaar kwam. Hij heeft HIV en kan door zijn paspoortblokkade moeilijk aan medicijnen komen. DUO erkende haar fout, schold zijn schuld kwijt en gaf hem zijn paspoort terug.
Waar Pascal 7 jaar lang voor vocht en van het kastje naar de muur werd gestuurd, lukte het met deze film wel om hem verder te helpen. De documentaire maakte wat los onder jongeren: een fragment van de film ging viraal, werd door meer dan een miljoen mensen bekeken en riep een landelijke discussie op over studieschulden en onrecht. Ik zat op een zonnig terras in Delft en hoorde aan de tafel naast mij een meisje toevallig praten over onze documentaire en dat zette een diep gesprek met haar vader in gang.

Een andere indrukwekkende ervaring beleefde ik bij de vertoning van de documentaire Mama, mag ik naar huis toe van Jesse van Venrooy over hoe moeders het ervaren als hun kind uit huis wordt geplaatst. Tijdens een vertoning in Tilburg vertelde een vrouw uit de film over misbruik en dwang waar ze als jong meisje mee te maken had gehad.
Dit verhaal werd niet uitgebreid toegelicht in de film, maar werd wel in het nagesprek naar boven gehaald op een indringende, rustige en empathische manier door de regisseur. De zaal was muisstil. Iemand stond op en riep huilend: “Ik wil een ding zeggen: RESPECT!”. De zaal stond op, floot en klapte en mensen waren diep geroerd. Toen wist ik: ik heb iets beleefd vanavond wat mij nog jaren achtervolgt. Kippenvel.
Documentaires zijn geen einddoel, maar een middel om maatschappelijke onderwerpen aan te kaarten, empathie te creëren en je innerlijke ik te raken. Daarom is impact voor mij geen losse stap meer, maar een kernonderdeel van hoe ik films wil maken. Mijn missie is om met mijn documentairebedrijf DocHuis verhalen te vertellen die niet alleen gehoord worden, maar ook daadwerkelijk iets teweegbrengen – bij kijkers, in gemeenschappen en in de maatschappij. 

Julian Klop
Documentaireproducent bij Dochuis 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Een nieuwe horizon in het Caribisch gebied

Het Caribisch gebied roept vaak beelden op van palmbomen en azuurblauwe zeeën. Maar achter dat paradijselijke plaatje schuilen urgente verhalen over klimaatverandering, massatoerisme en gemeenschappen in transitie. Mijn fascinatie voor de regio begon in 2023, toen mijn vriendin Puck Schmitz naar Curaçao verhuisde om als journalist voor de Amigoe te werken.
Tijdens mijn verblijf kreeg ik de kans om het eiland en zijn verhalen van dichtbij te ervaren. Curaçao is klein – qua oppervlakte vergelijkbaar met Texel, met een inwonertal van Amersfoort. Toch stapte ik er van het ene grote verhaal in het andere. Van stranden die worden gemoderniseerd (lees betegeld) door massatoerisme tot gemeenschappen die worstelen met klimaatverandering en economische afhankelijkheid.

De uitdagingen voor makers op de eilanden zijn groot. Er zijn geen specifieke opleidingen voor film of journalistiek, en fondsen zijn beperkt en eigenlijk alleen Nederlands. Bovendien kan de kleinschaligheid van de eilanden een obstakel zijn: iedereen kent elkaar, wat het lastig maakt om onafhankelijk en kritisch te werken.
Toch liggen hier juist kansen. Het Caribisch gebied ademt verhalen die verteld moeten worden. Verhalen die verder gaan dan het slavernijverleden – hoewel dat een grote rol speelt in de cultuur – en die actuele thema’s belichten zoals klimaatverandering en de modernisering van stranden, waardoor steeds meer van het eiland in handen komt van toeristen.

Het afgelopen jaar sprak ik veel getalenteerde makers, researchers en journalisten op de eilanden. Stuk voor stuk mensen met passie en visie, maar ook met dezelfde uitdaging: hoe maak ik mijn verhaal en bereik ik mijn publiek? Voor hen wil ik in 2025 en daarna met DocHuis verschil maken. Naast de producties die we in Nederland realiseren, richten we ons op samenwerking in het Caribisch gebied. Ons doel is niet alleen om sterke documentaires te maken, maar ook om kennis en tools achter te laten waarmee lokale makers hun eigen verhalen kunnen vertellen. Verhalen hebben de kracht om werelden te openen. In 2025 gaan we daar werk van maken, samen met de makers van het zonnigste deel van Nederland. 

Julian Klop
Documentaireproducent bij Dochuis

Bericht delen
Article header image
Article header image

Flexibel nieuwe wegen verkennen

De situatie wordt nijpender door de bezuinigingen op cultuursubsidies en de 100 miljoen bezuiniging op de NPO. Deze subsidies zijn cruciaal om onafhankelijke, neutrale documentaires te realiseren. Het verdwijnen van fondsen, zoals het Zuid-Hollands Mediafonds sinds januari en eerdere sluitingen zoals het landelijke Mediafonds, verslechtert de mogelijkheden voor makers. Het geld van het Mediafonds dat zich richtte op het stimuleren van audiovisuele producties voor regionale en landelijke media, ging destijds naar de NPO, maar ook daar zijn middelen schaars.

Het Filmfonds is met een budget van 96 miljoen euro het grootste en meest bekende fonds voor filmmakers. Hoewel het aantrekkelijk klinkt, ontvangt het Filmfonds jaarlijks honderden aanvragen. Door de grote concurrentie is het verstandig om ook andere opties te overwegen. Naast bekende fondsen zoals het Cultuurfonds bestaan tal van kleinere fondsen. Deze richten zich vaak op specifieke thema’s zoals journalistiek, bewustwording of educatie en ontvangen minder aanvragen, wat de kans op succes vergroot. 

Toch verdwijnen ook veel van deze kleinere fondsen. Mijn verwachting is dat dit extra druk zet op de overblijvende potjes, omdat het aantal makers dat financiering zoekt niet of nauwelijks zal afnemen. Tegelijkertijd bieden streamingdiensten zoals Videoland en Prime Video kansen. Deze partijen hebben flinke budgetten voor coproducties. Ze worden wel opdrachtgevers en hebben andere belangen dan de NPO, zoals het aantrekken van abonnees. Toch kunnen ze een documentaire volledig financieren. Bovendien verplicht wetgeving streamingdiensten om een deel van hun omzet in Nederlandse producties te investeren.

Terwijl de NPO kleiner wordt en programma’s zoals Tegenlicht verdwijnen, groeien tegelijkertijd de streamingdiensten. Dit benadrukt de noodzaak voor makers om flexibel te zijn en nieuwe wegen te verkennen. DocHuis ondersteunt makers bij het vinden van kansen in een steeds veranderend medialandschap. Zo blijven onafhankelijke documentaires mogelijk, ondanks de uitdagingen. 

Julian Klop
Documentaireproducent bij Dochuis 

Bericht delen
Article header image
Article header image

De producent: zakelijke ondernemer of inspirerende mogelijkmaker?

Bij DocHuis staan de maker en diens idee centraal, waarbij ik als producent de sleutel ben om dromen van makers waar te maken. Hoe ik producent het liefst zou omschrijven? Mogelijkmaker of waarmaker komt het meest in de buurt. Hand in hand met de maker schrijf ik wekenlang een creatief, origineel en urgent filmplan dat we aan de man proberen te brengen. De zoektocht van de maker naar diens eigen unieke stijl en het vinden van de beste vertelvorm voor een documentaire, daar draait het om. Of je nou een opleiding hebt gedaan of als autodidact groeit in je makerschap, iedereen is bij ons welkom.

Niet alleen het idee is waar wij bij projectvoorstellen van makers aan DocHuis naar kijken. Ook de vraag waarom juist de maker die met het idee komt het pitchidee moet maken, is voor ons net zo belangrijk. Een productie over het Caribisch gebied kán met een volledig Nederlandse crew, maar het gevaar is dat wij met onze westerse blik naar de problemen in deze regio kijken. Juist een maker (en crew) uit dat gebied weet waar de bevolking mee te maken heeft. Een plan wordt vaak dus alleen maar beter als de maker binding heeft met een bepaald onderwerp.

Authenticiteit, oorspronkelijkheid en vakmanschap, dat is zijn de 3 sleutels voor een goed filmplan. Het idee moet origineel en vernieuwend zijn, de maker en diens achtergrond moet naadloos bij het idee passen en er moet niet te veel aan het idee zijn gerommeld om het op de markt te kunnen brengen. Een producent kan meedenken over het vinden van een balans tussen een creatief gelikt idee en een eerlijk sociaal-maatschappelijk verhaal. Een puur idee maar ook een idee waar omroepen, fondsen en partners voor in de rij staan. Daar zoeken we naar binnen de DocHuis Open Call.

Een producent is dus meer dan een zakelijke regisseur achter de schermen. Bij DocHuis zien wij onszelf als katalysator: een partner die samen met de maker het creatieve proces tot leven brengt. Het gaat om meer dan financiering; het gaat om visie, samenwerking en geloof in de kracht van een goed verhaal. Want uiteindelijk draait het om die ene vraag: waarom moet juist jíj deze film maken? 

Julian Klop
Documentaireproducent bij Dochuis 

Bericht delen