Article header image
Article header image

Versterking lokale journalistiek door samenwerking publieke omroepen

Het bundelen van journalistieke kracht en kennis moet zorgen voor een verrijking en verbetering van de kwaliteit van de lokale berichtgeving.

De gedachte is dat nieuws en achtergronden uit de haarvaten van de maatschappij ook relevant kunnen zijn voor een regionaal en landelijk bereik. Daarvoor is samenwerking tussen de lagen in het mediabestel essentieel. De extra journalisten dragen bij aan een professioneel redactioneel netwerk dat – volledig gefaciliteerd – kwalitatieve content oplevert, beschikbaar voor alle lagen en platformen: lokaal, regionaal en nationaal.

Minister
De samenwerking is een uitwerking van plannen van minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media uit zijn zogenoemde Visiebrief. Hij heeft hiervoor 4,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Minister Slob: “Goede lokale en regionale journalistiek is essentieel voor een goede democratie en goede lokale informatievoorziening. Samenwerken versterkt dit. Ik ben dan ook blij dat deze partijen samen de schouders zetten onder deze belangrijke opgave.”

Het plan Versterking Lokale Journalistiek door Samenwerking sluit ook aan op een recent advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur. Zij pleitten daarin voor concrete afspraken, meer samenwerking en een stevigere financiering voor regionale en lokale media, zodat overal in Nederland goede lokale journalistiek aanwezig is. Het gaat hierbij om een experiment, waarbij NLPO, RPO en NOS hopen dat de ervaringen die worden opgedaan, ook op langere termijn waarde zullen hebben en een vervolg zullen krijgen.

Samenwerken
Marc Visch, directeur-bestuurder NLPO: “We zijn blij met dit gezamenlijke initiatief en de steun van de minister om de noodzakelijke lokale journalistiek ook via samenwerking verder te versterken, en waarbij iedere publieke laag werkt vanuit de eigen kracht en verantwoordelijkheid. Lokale omroepen zitten in de haarvaten van de samenleving en hebben als geen ander toegang tot wat er lokaal speelt en leeft. Door beter samen te werken kan dat aanbod verder worden versterkt en ook regionaal en zelfs landelijk een groter bereik vinden.”

Mark Minkman, bestuurder RPO: “Het speerpunt is de lokale journalistiek te versterken met journalisten. Met een journalist in alle dorpen, steden en streken vervullen we de essentiële rol die we spelen voor de lokale samenleving en democratie. We bouwen in een samenwerking tussen NOS, NLPO en RPO aan een publiek bestel met betrouwbaar nieuws voor heel Nederland met al het belangrijkste nieuws uit de eigen achtertuin tot aan de andere kant van de wereld.”

Verantwoordelijkheid
Gerard Timmer, Algemeen Directeur NOS: “Drie publieke zielen, één eigenlijk volstrekt logische gedachte. Het verzoek van minister Slob past in de filosofie van de NOS dat we naast onze publieke taak in berichtgeving op het gebied van Nieuws, Sport en Evenementen ook verantwoordelijkheid willen laten zien voor de journalistiek. Een verantwoordelijkheid die we meer en meer tonen in de samenwerking met de regionale omroepen. Die we constructief verkennen met private partijen en een filosofie die ertoe leidt dat we nu ook met regionale en lokale omroepen gaan experimenteren.”

Bron: NOS/NLPO/RPO

Bericht delen
Article header image
Article header image

Kwalificatieduels Oranjevrouwen ook bij de NOS

In het verlengde van deze nieuwe overeenkomst met de KNVB heeft de NOS ook de afspraken over de Vrouwen Eredivisie verlengd. De samenvattingen zullen niet alleen dit seizoen, maar ook de drie seizoenen daarna bij de NOS te zien zijn. Een aantal keer per seizoen zelfs live.

“De interlands van de Oranjevrouwen passen bij de NOS, bij de publieke omroep”, aldus algemeen directeur Gerard Timmer. “Met deze verbintenis zijn de belangrijkste duels van de voetbalmannen en -vrouwen, zowel in de Eredivisie als van Oranje, de komende tijd bij de NOS te volgen. Via de radio, televisie en online. Met onze journalistieke aanpak betekent dat het hele jaar door aandacht voor vrouwenvoetbal. En dat is goed voor de sport.”

Programma Oranjevrouwen 2021 – 2025
Het Nederlands vrouwenelftal start na de Olympische Spelen van 2021 met de kwalificatiewedstrijden voor het WK 2023 in Australië en Nieuw-Zeeland. De voornaamste interlands in aanloop naar het EK 2022 – waar Oranje zich reeds voor plaatste – en de duels op het EK in Engeland zelf zijn ook bij de NOS te zien. Ook duels in de kwalificatieperiode voor het EK 2025 zendt de NOS live uit.

NOS en vrouwenvoetbal
Sinds het EK van 2009 – de eerste keer dat het Nederlands vrouwenelftal zich plaatste voor een eindtoernooi – is de NOS erbij. Ook op het EK 2013 en WK 2015 zond de NOS live Oranje uit.

Het Europees Kampioenschap in eigen land werd voor Oranje hét toernooi. Alle 32 wedstrijden van het EK waren live bij de NOS te zien. Gemiddeld zagen zo’n 4,1 miljoen mensen hoe Nederland het Europees kampioenschap binnensleepte. Vorig jaar, op het WK in 2019, werd Oranje tweede. De finale tegen de USA – bij de NOS – was met 5,5 miljoen kijkers het best bekeken tv-moment van dat jaar.

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NOS en NTR gaan nauwer samenwerken

Het doel van de alliantie is verdere verhoging van de kwaliteit en verrijking van het huidige programma-aanbod van de twee omroepen. Niet alleen op televisie en radio, maar ook online. Nieuwe programmaconcepten behoren eveneens tot de mogelijkheden.

Als uitdrukkelijke voorwaarde geldt dat de bestaande merken en de afzonderlijke programmapakketten van beide organisaties in stand blijven. Zo willen NOS en NTR hun onafhankelijkheid en neutraliteit waarborgen.

Voorgeschiedenis
De nieuwe alliantie is een gevolg van de visiebrief van de minister van OC&W (juni 2019). In deze brief, over de toekomst van de publieke omroep, gaf hij aan een onderzoek te willen naar een samenwerking van NOS en NTR. Beide organisaties zijn vervolgens een zorgvuldige verkenning gestart naar de mogelijkheden daarvoor. De belangrijkste uitgangspunten daarbij: een samenwerking moet een meerwaarde hebben voor de organisaties én het publieke bestel. En er moet oog zijn voor het op onderdelen onvergelijkbare productieproces van NOS en NTR.

Programma-inhoudelijke samenwerking
De uitkomst van de verkenning: NOS en NTR zien kansen voor een programma-inhoudelijke samenwerking. Voor het komende jaar wordt gedacht aan verbreding van de samenwerking in vooral de onderzoeksjournalistiek, naar voorbeeld van Nieuwsuur. Het NOS Jeugdjournaal en Schooltv.nl zouden elkaar kunnen versterken.

Ook valt te denken aan een intensievere kennisdeling door de NTR-redacties Wetenschap en Geschiedenis en de NOS-onderdelen Nieuws, Sport en Evenementen. Verder liggen er kansen in het verdiepen van de aandacht voor de maatschappelijke betekenis van sport. Daarnaast kunnen studio’s gezamenlijk worden gebruikt en geeft de samenwerking ook nieuwe perspectieven voor het personeel.

Algemeen directeur Gerard Timmer van de NOS: “Vanuit de gedachte dat we als NOS – naast onze taak met betrekking tot Nieuws, Sport en Evenementen – van betekenis willen zijn voor een stevige journalistiek hebben we ook deze samenwerking onderzocht. Deze alliantie biedt, net als de inmiddels uitgebreide samenwerking met de regionale omroepen, inspiratie en kansen. Goed voor de publieke omroep, en nog belangrijker: voor de programmering en daarmee voor het publiek.”

Ook NTR-mediadirecteur Willemijn Francissen is enthousiast: “De passage in de visiebrief hebben we opgepakt als een uitnodiging om te onderzoeken hoe we de banden met onze collega-taakomroep kunnen aanhalen. Na een inspirerende verkenning kwamen we tot de conclusie dat een nauwere samenwerking veel moois zou kunnen opleveren voor zowel het programmapakket van de NTR als dat van de NOS; een goede reden om deze volgende stap te zetten.”

Agenda
Om de samenwerking handen en voeten te geven zal een samenwerkingsagenda worden vastgesteld. Programmamakers, managementteams en directies van beide omroepen zullen de onderlinge banden aanhalen. Na een jaar volgt een evaluatie van de samenwerking.

Bron: NOS/NTR/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NOS en Regionale Omroepen maken elkaars nieuws makkelijker beschikbaar

Andersom kunnen bezoekers van de sites en apps van de Regionale Omroepen kiezen voor een rubriek met steeds de twee belangrijkste nieuwsonderwerpen van de NOS. Deze innovatie is een volgende stap in de toch al nauwe samenwerking tussen de NOS en de Regionale Omroepen, door beide partijen begin vorig jaar nog eens vastgelegd in het Convenant Versterking Publieke Journalistiek.

NOS-directeur Gerard Timmer: “Het publiek is hier de grote winnaar: die krijgt zo makkelijk toegang tot internationaal, landelijk én regionaal nieuws. Op een efficiënte manier kunnen we zo het bereik en daarmee de betekenis van de publieke journalistiek vergroten. Bovendien is het ook een teken van vertrouwen in de kwaliteit van elkaars content.”

Voorzitter Guus van Kleef van de dertien Regionale Omroepen: “We zijn erg blij met deze nieuwe stap in de toch al intensieve samenwerking tussen de NOS en de Regionale Omroepen. Het publiek staat hierin altijd centraal. In tijden waarin alles onder druk staat is de behoefte aan onafhankelijke berichtgeving groot. Met deze krachtenbundeling willen we nog meer betekenis geven aan de onafhankelijke publieke journalistiek, landelijk én regionaal.”

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Werken bij de NOS in coronatijd, zo gebeurt dat

Afstand houden, plexiglas, tape op de grond, eigen plopkappen en heel, heel veel alcoholdoekjes. Bekijk de video hier.

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Aletta Oosten nieuw hoofd NOS-afdeling Evenementen

Oosten was de afgelopen acht jaar adjunct-hoofdredacteur van NOS Nieuws, waar ze in 1984 begon als radioredacteur. Bij het NOS Jeugdjournaal was ze redacteur, eindredacteur en verslaggever, waarna ze de NOS verruilde voor journalistiek werk bij de VPRO en NOVA (de voorganger van Nieuwsuur). In 2004 keerde ze terug om eindredacteur te worden bij het NOS Journaal, een functie die ze daarna ook vier jaar lang vervulde voor EénVandaag.

Die uitgebreide journalistieke ervaring in al z’n facetten is Oostens grote kracht, aldus algemeen directeur Gerard Timmer van de NOS. “Daar heeft ze bovendien een breed maatschappelijk netwerk aan overgehouden. Heel belangrijk voor een afdeling die grote nationale en internationale gebeurtenissen bij alle inwoners van Nederland onder de aandacht wil brengen. En die daarmee een verbindende rol heeft in de samenleving.”

Oosten over haar nieuwe stap: “Evenementen is een prachtige afdeling binnen de NOS. Ik vind het een grote eer om vanaf 1 oktober leiding te mogen geven aan een redactie die op eenzame hoogte staat als het gaat om het verslaan van live evenementen, en die zichzelf telkens opnieuw uitvindt om tot innovatieve en bijzondere producties te komen. Ik kijk er enorm naar uit om samen met hen te werken aan innovatieve multimediale producties rond evenementen die Nederland verbinden, en programma’s te maken die impact hebben op een groot en divers publiek.”

NOS Evenementen is de afdeling die voor de publieke omroep grote (inter)nationale gebeurtenissen in beeld brengt – zoals Dodenherdenking en Bevrijdingsdag, de bevrijding van Auschwitz, Koningsdag en Prinsjesdag, en de Paralympische Spelen. Ook verzorgt Evenementen de uitzendingen over activiteiten van het Koningshuis, jaaroverzichten in december en het Nieuwjaarsconcert.

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

BM Talk met Gerard Timmer (NOS)

Meer BM Talks bekijken? Ga naar broadcastmagazine.nl/bmtv en ontdek wat bijvoorbeeld Jan Slagter, Peter Lubbers, Suzanne Kunzeler, Jos Budie, Lucille Werner, Karin de Groot en Eric van Stade te melden hadden. De komende weken zijn te gast: Arun Maljaars (InsightTV), Gert-Jan Hox (BNNVARA), Taco Jelgersma (mediaconsultant), Ronen Wolf (5PM), Job Scholtze (The Crew) en Olcay Gulsen (presentator).

Bron: BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Topberaad over 30 jaar BM

Tekst: Erik Klap // Fotografie: Eelco Hofstra

Voordat BM-hoofdredacteur Jeroen te Nuijl als gespreksleider een set stellingen opwerpt, duiken we terug in de tijd. Sjors Fröhlich: “Wat deed ik dertig jaar geleden? Jeetje! Ik maakte in 1989 radio bij 3FM, nee Hilversum 3 heette dat nog. The Magic Friends was wat later. Ik werkte ook voor de NOS bij Met het oog op morgen.”
Ruud Hendriks: “Ik was toen programmadirecteur van RTL Véronique wat nog niet uitzond, want wij begonnen op 2 oktober 1989. Zo rond deze tijd kregen we net het eerste miljoen van Rob Out overgemaakt, waarna een aantal Luxemburgers ook zijn gaan storten. Het was een periode waarin Lex Harding en ik vooral contracten sloten met nieuwe medewerkers, terwijl we die eigenlijk nog niet konden betalen. Lex zei dan: ‘Wij zijn hoofdelijk aansprakelijk en ik zit wat beter in de slappe was, dus ik teken er drie, dan doen jij er één. Dus ik tekende bijvoorbeeld het contract van Catherine Keyl.”

Groepsfoto binnenin

Jeroen te Nuijl: “Wat verdienden zij toen?”
Ruud Hendriks: “Allemaal hetzelfde. Onze stelregel was: we gaan niet boven de ton betalen. Jan de Hoop, Catherine Keyl, Loretta Schrijver, Jeroen Pauw, Irene Moors en Caroline Tensen geloof ik ook, verdienden 85.000, 90.000 en 95.000 gulden in een driejarig contract.”
Georgette Schlick verontschuldigt zich: “Tussen al deze ikonen heb ik geen tekst. Ik was 18 en ging op mijn 17e rechten studeren in Utrecht.” Grijnzend: “Ik neem aan dat je niet wilt weten wat ik toen allemaal uitspookte.”
Gerard Timmer: “Ik zat in mijn eerste jaar als clubkid van Club Veronica. Mijn beste vriend zei: ‘Oh, dat is het jaar dat jouw ouders je hebben verkocht aan Rob Out.’ Ik begon als cameraman. Dat heb ik anderhalf jaar gedaan en vervolgens ben ik langzaam gaan produceren. Wij maakten Club Veronica, een magazine op zaterdagmiddag.”
Georgette: “Je bent echt gaan besturen, maar je was dus een maker.”
Gerard, strak in pak en lijf, lacht minzaam: “Daar zitten wel een paar jaar tussen Georgette. Maar diezelfde vriend zei ook, toen ik vorig jaar vijftig werd: ‘Je hebt eindelijk de leeftijd bereikt, waarnaar jij je al dertig jaar gedraagt.’ Hoe dan ook: ik ben altijd hartstochtelijk maker geweest. Producer, later uitvoerend producent. Toen ontmoette ik Bart de Graaff. Even later zat Bart met vier man in de garage van Willem Dubois wilde plannen te smeden. Op een bepaalde moment kwam de vraag aan de orde: ‘Maar wie gaat BNN dan leiden?’ Ze keken allemaal naar mij. Ik zei: ‘Dat heb ik nog nooit gedaan!’ Waarop het antwoord, in koor, was: ‘Ja, maar jij gaat het wel doen!’ Zo ben ik dus per ongeluk in die bestuurlijke rol terechtgekomen. Ik weet nog goed dat ik, zeker die eerste drie jaar, in de toenmalige Raad van Toezicht van de toenmalige NOS zat en bij momenten knap ongelukkig was in die rol. Het was een heel andere tijd.”

Stelling: Steevast wordt beweerd dat het medialandschap razendsnel verandert, maar fundamenteel gezien valt dat de laatste 30 jaar wel mee.
RH: “Nee, dat is natuurlijk niet waar. Er waren drie tv-zenders in Nederland. Vergelijk dat eens met het huidige aanbod. Er was nog geen internet. Dertig jaar geleden konden adverteerders niet zonder televisie. De publieke omroep had een marktaandeel van bijna honderd procent. Er was geen on-demand. Alle voetbalrechten zaten keurig bij Studio Sport. Ik denk dus dat er fundamenteel ongelooflijk veel is veranderd. Media zijn letterlijk, of je dit nu leuk vindt of niet, commercieel geworden. Nu wordt veel meer kwalitatief hoogwaardige televisie uitgezonden en ook veel meer pulp. Maar als je een beetje zoekt, kun je echt wel mooie programma’s vinden.”
GS: “Die fragmentatie heeft natuurlijk tot een volwassen industrie geleid, want al die content wordt nu veel gerichter voor allerlei doelgroepen op verschillende platformen gemaakt.”
RH: “De kijker en luisteraar is natuurlijk de grote winnaar van de afgelopen dertig jaar. Commerciële radiostations, zoals Sky Radio, zonden nog niet via de ether uit, maar op de kabel. Kijkers en luisteraars hebben nu zo veel meer keuze, ook op de persoon toegesneden. En dan hebben we het nog niet eens over je eigen playlist die volautomatisch door Spotify – of de BNR’s van deze wereld – voor je kan worden samengesteld.”
GT: “Eén ding noemde je niet. Verzuiling. Je kunt nu bijna zeggen dat dit niet meer bestaat, er zijn nog wel smaakgroepen waarop publieke omroepen zich moeten inrichten. En: er was nog geen tweerichtingsverkeer. Het zenden van toen, is het interacteren van nu geworden.”

“Het zenden van toen, is het interacteren van nu geworden”

SF: “Op radio zijn er bizar veel zenders bijgekomen. Waar die ontwikkeling bij televisie met on-demand al langer gaande is, zien we dit as we speak ook bij radio gebeuren, waarbij we veel meer kleine doelgroepen kunnen aanspreken. Bij audio zoeken we nu actief naar de verdienmodellen, maar het feit alleen al dat jij zelf je menu kunt samenstellen van wat je hoort, is natuurlijk wel een trend. Vroeger luisterde je op maandag naar de AVRO en op vrijdag naar Veronica. Punt. Nu bepaal je op de dag zelf wat je doet, dus dat is een wezenlijke verandering.”

Sjors Frohlich klein

Stelling: Dat zal de komende 30 jaar eigenlijk niet veel anders zijn.
SF: “Het zal nog harder gaan; de technologie helpt ons daar natuurlijk ongelooflijk bij. Dat proces stopt niet meer. Die technische distributie is zo belangrijk én bepalend van hoe al die programma’s en podcasts bij mensen terechtkomen. Misschien heb ik straks wel een koelkast die automatisch mijn favoriete radiostation aanpast als ik begin met koken. Maar de basis blijft: goede content. Je kunt innoveren tot je een ons weegt, maar je moet wel programma’s blijven maken die mensen willen horen of bekijken.”
RH: “Ik denk ook dat het exponentieel harder zal gaan. Gaming wordt gigantisch. Het toekomstperspectief voor kabelexploitanten is somber. Op dit moment is Elon Musk Starlink aan het opzetten, een netwerk van bijna 5.000 mini-satellieten waarmee je wereldwijd hoogwaardige videoverbindingen kunt realiseren. Dus waarom zou je nog een kabelabonnement nemen als je straks zonder schotel kunt kijken?

Netflix
“Ik denk ook dat kabelexploitanten onder druk staan door een speler als Netflix. Laten we het eens omdraaien. Stel dat het slecht gaat met commerciële televisie en dat Netflix tegen RTL zegt: ‘Luister, geef ons nou die reclame, wij betalen jullie x honderd miljoen per jaar en jullie zorgen ervoor dat jullie zenders alleen nog maar via Netflix te zien zijn.’ Dan wordt de rol van de kabelexploitant door Netflix, of dat soort partijen, overgenomen. Je zult dus zien dat de rollen gaan veranderen. Toen Netflix net kwam werd het als grote concurrent gezien, nu is dat eigenlijk een partner in crime, want de exploitant kan niet meer bestaan zonder Netflix. En straks verandert die rol misschien opnieuw.”

“Het is veel goedkoper geworden om een medium of zender te beginnen”

“Dat gebeurde dertig jaar geleden ook. Toen wij met RTL begonnen, moesten we sommige kabelexploitanten ook meenemen naar bordelen om de ernst van de situatie uit te leggen en legaal op de kabel te komen. Nu gaan er tientallen miljoenen naar de zenders toe! Het is letterlijk veel goedkoper geworden om een medium of een zender te beginnen. Kijk naar al die influencers met miljoenen aanhangers. Ik denk dus dat het alleen maar harder gaat. Het enige is: er zijn veel soorten media bijgekomen, maar er zijn geen media verdwenen. De krant bestaat nog steeds, zij het op een marginaler niveau. Ik denk dat ook televisie zal blijven bestaan, maar wel op een meer bescheiden niveau. Dat geldt ook voor radio.”

JtN: Eens?
GS: “Ja, volledig. Ik denk wel dat de fragmentatie verder doorzet. Maar als je met Netflix, Disney+, YouTube of het in aantocht zijnde Amazon praat, merk ik ook dat deze partijen worstelen met content. Bij Netflix is de voornaamste zorg: voldoende programma’s voor alle doelgroepen. Nu zit ik weer even op mijn eigen stoel als producent. Gek genoeg zie ik hier nog niet zo veel verandering in komen. De vraag is nog steeds: hoe ben je in staat om, weliswaar met steeds minder geld, content te maken voor zo veel mogelijk doelgroepen op zoveel mogelijk platformen. Dat maakt de rol van de contentmaker ook al anders. Daarnaast draait het om techniek, distributie én hogere volumes. Op de manier waarop al die inhoud tot je kan komen worden we waarschijnlijk enorm ingehaald. Maar het goede nieuws is: er moet content gemaakt blijven worden.”

Ruud Hendriks klein
GT: “Ik ben het absoluut eens met Georgette over het feit dat die content noodzakelijk is en blijft. De rol van de traditionele platformen zal slinken, maar tegelijkertijd is mijn overtuiging wel dat je die hele keten nodig hebt om kwalitatieve content te blijven verspreiden. Dan rijst vanuit de NOS de vraag: hoe serveer je dat zo slim mogelijk uit, want we willen al die doelgroepen blijven bereiken en bedienen. De complexiteit zit ‘m toch ook in slinkende budgetten. Je moet dus steeds inventiever worden, ook al omdat je de wetmatigheden van al die afzonderlijke, relatief nieuwe platformen moet leren begrijpen.”
RH: “Krimpen budgetten echt overal? Voor televisie kan ik me dat nog voorstellen, maar voor Undercover op Netflix was toch prima budget beschikbaar om kwalitatief hoogstaand drama te maken? Of kijk naar Mocro Maffia.”
GS: “Oeps, dan zal ik je meteen uit de droom helpen. Wij maken Mocro Maffia en ik kan je melden: die budgetten zijn verre van hoog.”
RH: “Nou, dan moet ik je mijn complimenten maken, want het ziet er allesbehalve goedkoop uit. Ik denk dat nu vooral partijen aan de on-demand kant profiteren. Allereerst Pirate Bay. In vergelijking tot Spotify is er nog geen partij die alles zo slim met video combineert als Spotify met muziek en audio, maar content blijft nodig. Ook straks als Disney+ naar Nederland komt. Als je daar als producent op kunt inspelen, ga je een gouden toekomst tegemoet.”

“De hele keten kruipt naar elkaar toe”

GS: “Nog even los van rechtenkwesties, maar als Disney+, Amazon, Netflix aan de weg willen timmeren met content, dan kunnen we in principe voor de hele wereld produceren. De praktijk is echter, dat wij vooral in gesprek zijn met lokale VOD-aanbieders die minder ruimte hebben om te kapitaliseren, dus daar zit ook een budgetbeperking.”
RH: “Ik mag toch hopen dat RTL met zenders in 21 landen Videoland laat samenwerken met andere on-demand platformen om straks echt met Netflix te kunnen concurreren.”
GS: “Ja, maar wat Gerard zegt is ook waar: de hele keten kruipt naar elkaar toe. De NPO gebruikt ook steeds vaker een publieke zender als eerste window en pas daarna gaat de serie – op het tweede venster – naar Netflix. Dat was twee jaar geleden echt onbespreekbaar. Nu gebeurt dat gewoon.”
RH: “Ik denk dat Talpa in Nederland een groot probleem heeft dat ze op dat terrein nog geen platform hebben.”
GS gedecideerd: “Dat komt.”
RH: “Maar dan zijn ze wel laat. In deze markt is het ook een beetje zo van: The winner takes it all. Zoals Uber in taxiland of Netflix de on-demand-markt domineert en Videoland een beetje kan meedoen… Als Talpa daarmee stand alone moet komen en niet, zoals RTL, op 21 landen kan terugvallen waarmee je gezamenlijk kunt inkopen, dan wordt dit een moeilijk verhaal.”

JtN: “Kan er over dertig jaar een dominante partij zijn die we nu nog helemaal niet kennen?”
RH: “Natuurlijk! YouTube, Spotify, Google of Netflix bestonden dertig jaar terug ook nog niet.”
GT: “Wij denken sterk aan de strijd tussen Europa en Amerika, maar de Chinese markt versus de Nederlandse is weer van een totaal ander kaliber. Nu redeneren wij nog vooral vanuit ons traditionele perspectief. Als je kijkt naar de grote spelers, waarvoor we allemaal een ‘beetje bang’ zijn én die een groot aandeel aan het verwerven zijn, dan zijn dit geen klassieke omroepbedrijven. Het zijn tech-organisaties die media gebruiken – en content nodig hebben – om data te vergaren die ze weer aan andere businessmodellen willen verbinden.”
GS: “Dat zijn eerder marketingtools.”
GT: “Waar wij op moeten letten is dat we de Nederlandse markt goed tegen die invloed wapenen. En daar zie ik best een grote dreiging de komende jaren.”

JtN: “Sjors, hoe zie jij dit op radio? Behoort BNR straks ook tot een grote tech-reus?”
SF: “Dat weet ik niet. Wij hebben zo’n tech-reus wel nodig op dit moment, want voor de exploitatie van onze podcasts hebben wij Spotify en i-Tunes gewoon keihard nodig. Als we dat allemaal op het leuke maar betrekkelijk kleine BNR-platform doen, dan scheelt dat ongeveer de helft van het aantal luister-acties. Als het om video gaat, is het wachten op een soort Spotify die al die zaken gaat combineren. Ik zie het bij mij thuis. Mijn kinderen willen Disney+, maar wij hebben al Netflix. En daar komt misschien nog meer bij. Veertig of vijftig euro per maand voor meerdere streamingdiensten wordt een beetje veel van het goede…”
RH: “Jullie Smart Radio is toch ook mede tot stand gekomen dankzij subsidie van Google.”
SF: “Die vorm van Artificial Intelligence is inderdaad onder meer bekostigd uit het Google DNA-Fund. Podcast doen we op eigen kracht. Het wordt eigenlijk alleen maar mooier. Een jaar of tien geleden schreven veel mensen radio af. Nu is audio overal. Ik zie de toekomst dan ook zonnig in.”

Georgette Schlick klein

Stelling: BM bestaat ook nog steeds over dertig jaar.
RH: “Als je met je tijd meegaat wel. Er is dan heel veel cast, maar weinig broadcast meer.”
GS: “Ik weet niet of het blad er dan nog is. Eén van de essentiële dingen die jullie natuurlijk ook doen is het doorontwikkelen naar andere platforms, onder meer met BM Talk, en met evenementen als BMS, Holland Beach Party of IMTC. In bepaalde opzichten is het vergelijkbaar met televisie, huidige successen zullen echt nog wel even blijven bestaan.”
GT: “Ik wil terug naar wat Ruud zei: dat het vooral cast gaat worden in plaats van broadcast. Broadcast zal best minder worden, maar ik blijf ervan overtuigd dat er content-types zijn die zich uitstekend lenen voor broadcasting. Met support van andere platformen, maar ik geloof nog niet dat ze zonder elkaar kunnen.”

EK: Doel je dan vooral op live-voetbal of The Voice-achtige shows?
GT: “Ja, live, evenementen en nieuws wil je samen beleven. Die functie blijft. Eén van de zaken die we nog niet hebben genoemd is vindbaarheid, ook om je merk-autoriteit – voor al die doelgroepen – in stand te houden. In dat opzicht zag ik iets verheugends. Als het gaat over nieuws zag je tot twee jaar terug dat voor nieuwe generaties de social mediakanalen nieuwsbron werden. Nu hoor je steeds meer dat we betrouwbare bronnen nodig hebben om het echte verhaal te horen. Tegelijkertijd zien we dat die platformen ook steeds meer betrouwbare bronnen aan zich willen binden, omdat ze daarmee zelf ook geloofwaardiger worden. Die beweging stemt me vrolijk. Je moet alleen ontzettend je best doen om die merk-autoriteit – en in ons geval ook de betrouwbaarheid – op peil te houden.”
GS: “Ik denk alleen dat die merk-autoriteit niet meer zo gekoppeld zal zijn aan een omroep. Het is nu al zo dat een programma meer status heeft dan een omroep.”

“Het is nu al zo dat een programma meer status heeft dan een omroep”

Stelling: Nederland blijft technisch en programma-inhoudelijk (lees: formats) één van de koplopers in de internationale media-industrie.
GS: “Ik zeg ja.”
RH: “In welk opzicht lopen wij technisch voor?”
GS: “Technisch niet.”
RH: “Ik zie ook niet zoveel innovatie uit Nederland komen.”

JtN: “United en NEP lopen internationaal toch voorop, bijvoorbeeld in 4K-registratie of Cloudproductie.”
GS: “NEP is een groot Amerikaanse bedrijf, dus daar is niks Nederlands aan, behalve dat ze een grote vestiging hebben op het Media Park. Er zijn wel bepaalde technische ontwikkelingen die in Nederland vleugels krijgen, maar die vloeien voort uit Amerikaanse investeringen. Hierin zijn wij een Ieniemienie-landje. Begrijp me goed, dat is helemaal geen diskwalificatie, want ik werk heel graag met iedereen samen.”

JtN: “En op het gebied van formats?”
RH: “Ik denk dat wij, omdat hits als Big Brother of The Voice uit Nederland komen, al snel de neiging hebben om te roepen dat we voorop lopen. Maar of er zoveel meer top-formats bij ons vandaan komen? Nou ja, misschien wel ten opzichte van landen van vergelijkbare omvang.”
GS: “Dat ben ik wel met je eens. Ik weet niet of Nederland nog tot de Top 3 behoort, maar je hebt UK, Amerika, Scandinavië en Nederland. Ik zie vooral – en ik denk dat dit echt zo blijft – dat wij een heel goed land zijn om te ‘piloteren’. Veel partijen willen een format hier testen omdat ons publiek toegankelijk én eerlijk is. Dus om iets te kunnen doorontwikkelen, blijft Nederland een belangrijk land.”
RH: “Dat was ook al zo met platenmaatschappijen die Amerikaanse of Engelse producties eerst in Nederland uitbrachten, voordat ze het verder in Europa gingen distribueren.”
SF: “Daar heeft Countdown nog behoorlijk van geprofiteerd.”
GT: “Maar dat zie je nu toch ook aan de aankondiging van Disney+: dat begint in Amerika, Canada én Nederland.”
RH: “Heeft dat er ook niet mee te maken dat er veel managementfuncties voor Disney+ uit Nederland gaan komen? Ze willen, vooral technisch, veel in Amsterdam-Noord gaan ontwikkelen.”
GT: “We hebben hier natuurlijk een goede technische infrastructuur, dus we zijn een prima testmarkt. Niet alleen omdat wij breedband op orde hebben, maar ook omdat wij bereid zijn te betalen voor on-demand abonnementen. We zijn een interessant experimenteer-land.”

Goedkoper produceren
GT: “We zien dat vooral onze facilitaire bedrijven bij mondiale sportevenementen wel met technische innovaties komen, ook omdat ze zich goed in de makers kunnen verplaatsen.”
SF: “Essentieel is dan wel dat ze cameramensen en regisseurs bij het ‘pakketje’ meeleveren om die vertaalslag te kunnen maken.”
GT: “In combinatie met die makers-capaciteit zijn we ook vaak in staat om goedkoper te kunnen produceren. Daar zijn we uiterst slim in.”
RH: “Dat is ook vaak een noodzakelijk kwaad, want onze budgetten zijn kleiner.”
GT: “Maar op dat gebied lopen we dus wel voor.”
RH: “Ik denk dat die ontwikkeling nog veel verder gaat. Bij Start Up Bootcamp maken we nu een mediaprogramma die voetbalsamenvattingen volledig geautomatiseerd produceert. Ik ben mijn omroep-carrière bij Studio Sport begonnen als Ampex-redacteur, ik mocht dus een samenvatting van 7 of 9 minuten maken. Zij hebben nu software ontwikkeld die luistert naar het publiek en het commentaar en kijkt naar het beeld, waardoor we een montage van 8 minuten kunnen maken. Is nog niet perfect, maar het werkt wel. Dit gaan we de komende jaren alleen maar verder verfijnen.”

Gerard Timmer klein

Stelling: Als ik mijn mediacarrière de laatste 30 jaar over zou mogen doen, dan deed ik het precies zo.
SF: “Honderd procent ja. Ik ben van de ene snoepwinkel tegen de andere aangereden. En dat gaat maar door. Ik prijs me gelukkig dat ik radio op de ouderwetse manier – met Nagra’s en bandjes – hebben mogen maken en dat wij nu Smart Radio produceren. Ik zou dezelfde afslagen opnieuw nemen. Nee, ik heb nergens spijt van.”

“Ik ben van de ene snoepwinkel tegen de andere aangereden”

RH: “Ik denk dat je bevoorrecht bent als je tot een generatie behoort die een aantal revoluties hebben meegemaakt. Commerciële televisie, opkomst van internet, commerciële radio. Ik zou zeker bij dezelfde bedrijven hebben willen werken, maar ik zou een paar dingen anders hebben gedaan… Nee, het Sport 7-project hoef ik niet nog eens mee te maken. Ik ben zestig, maar je kunt niet ondernemen zonder risico’s te nemen. En daar heb ik helemaal geen spijt van. Sterker nog, ik vind risico’s nemen en ondernemen nog steeds leuk.”
SF: “Ho ho, bij mij is zeker niet alles goed gegaan. Neem mijn carrière als tv-presentator… maar ik bedoel ermee: ook van zaken die niet vlekkeloos zijn verlopen, heb ik geen spijt. Daar leer je van en zo voorkom je dat je later je weer in die valkuil trapt.”
RH: “Sommige lessen zijn wel heel duur. Bij RTL en later ook bij Sport 7 geloofde ik nog wel in revolutie, nu ben ik meer van de evolutie.”
GS: “Ik vind spijt sowieso een nutteloos gevoel. Ik heb geen spijt, maar ik zou het misschien beter in een andere volgorde hebben kunnen doen. Ik heb geleerd van mijn struikelen, maar dat hoef ik niet nog een keer mee te maken. Aan de andere kant: ik had het ook niet willen missen. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat ik pas aan de vooravond sta van allemaal nieuwe avonturen, dus stel mij deze vraag nog eens over 30 jaar.”
GT: “Nee, ik zou het niet zoveel anders doen.”
GS: “Jij bent smetteloos!”
GT: “Totaal niet! Ik heb wel een boeiende carrière die zich totaal niet laat voorspellen of uitschrijven. Ik heb fantastische kansen gekregen en ik heb ook risico genomen, maar ik was en ben ook bereid om risico te nemen. Dit wil overigens niet zeggen dat ik op alles even trots ben. Maar het hoort wel bij wie ik ben. Er zijn dus ook omgevingen waar ik minder goed pas. Of waar ik minder op blauwe ogen zal vertrouwen. Maar dat zijn de lessen van het leven. Ik kijk nog altijd met een beetje nare nasmaak terug op mijn tijd bij SBS, bij radiozender Caz. Maar daar heb ik wel mijn echtgenote leren kennen met wie ik nu twee prachtige kinderen heb, dus ja: You win some, you lose some.”
GS: “In de dingen die wij op onze posities doen kan dat eigenlijk ook alleen maar als je bereid bent risico te nemen. Dan kun je onderweg een keer struikelen.”
RH: “De dure lessen van Sport 7 pas ik nog bijna dagelijks toe. Dat moest ‘groots’ beginnen. Revolutie! Nu test je klein en alleen als je product market fit bent, dan rol je het groot uit. We hadden Sport 7 op een klein kanaal met handbal of korfbal moeten beginnen en gestaag moeten uitbouwen.”

Klein beginnen
RH: “Toen we bij RTL begonnen, hadden we weinig grote namen en moesten we klein beginnen. In de eerste maanden scoorden we 8 procent marktaandeel; daar werd een beetje lacherig over gedaan, maar in die periode lieten we de kabeldistributie groeien en leerden we veel en snel bij. Toen we het een beetje doorhadden, kwam Joop van den Ende met zijn programma’s en presentatoren en stoomden we door naar 32 procent.”

Stelling: Ik kijk uit naar de toekomst. Of: Ik hou mijn hart vast voor wat de toekomst gaat brengen.
SF: “Als het antwoord twee is moet je onmiddellijk stoppen. Ik ben juist heel erg benieuwd naar wat er allemaal gaat gebeuren. Als ik naar de publieke omroep kijk, houd ik mijn hart wel een beetje vast. Wanneer hakt de politiek daar nu eens echt een goede knoop door? Gaan we het met de NOS regelen? Met de NPO? Of met de individuele omroepen? Ook in de meest recente plannen zitten alle straatgevechten alweer ingebakken.”
GT: “Ik zit hier natuurlijk niet namens de NPO, maar op abstractieniveau kan ik alleen maar enthousiast worden over de toekomst, vooral dankzij alle technologische mogelijkheden. Ik kijk met grote gretigheid naar de snelheid waarmee we nieuws kunnen brengen. Maar ik maak me ook zorgen over de toekomst van de publieke omroep, want de huidige plannen geven geen duidelijke antwoorden. Er zit een grote bezuiniging aan te komen en het staat dus opnieuw financieel onder druk. Ik maak me zorgen over de specifieke functie van de NOS om tot een goede brede nieuwsvoorziening te blijven komen. Wij lijken één van de keuzes te zijn, in plaats van dat er echt een duidelijke keuze wordt gemaakt van wat écht bij de publieke omroep hoort. Ik maak me ook druk over het sportrechten-pakket. We zijn innovatief, maar we moeten het ook benoemen, want die zorg is er nu eenmaal.”

Omslagpunt
GS: “Ik kijk ook met spanning uit naar wat komen gaat. Mijn zorg gaat ook uit naar het feit dat we in zo’n klein land zo moeilijk doen over het verbeteren van samenwerking. We zitten allemaal in die keten – waarbij wij weten dat concurrentie nadert – en toch omarmen we elkaar niet echt. Ergens moet een omslagpunt komen. Niet alleen om ons te verdedigen tegen die buitenlandse media-invasie, maar ook voor ons eigen bestaansrecht. Om beter te worden in ons vak.”
RH: “Over 30 jaar ben ik 90! Dan hoop ik te hebben meegemaakt dat er mensen op Mars hebben rondgelopen, mensen permanent op de maan wonen en dat kwantuminternet, wat nu in de kinderschoenen staat, fantastische nieuwe kansen biedt. Intussen denk ik ook dat het tijd wordt dat we als land een beslissing nemen: vinden wij dat we een publieke omroep nodig hebben, dan moeten we dat als maatschappij gewoon financieren, simpelweg omdat wij het belangrijk vinden dat we een betrouwbare publieke omroep hebben in een goede journalistieke bedding. Stop met reclame. En.. het kan. Kijk naar de New York Times. Nu 2.5 miljoen digitale abonnees, dus veel meer online inkomsten dan uit de papieren krant. Zo lang je maar de juiste content brengt!”

Over de sprekers:

Ruud Hendriks – Na klussen voor zeezenders Radio Mi Amigo en Radio Caroline, werd hij redacteur Studio Sport, tv-presentator Info (Veronica), initieerde hij Veronica Nieuwsradio en presenteerde AVRO’s Televizier. Hendriks zette, terug bij Veronica, Nieuwslijn op. Samen met Patrick Cox schreef hij het businessplan waaruit RTL-Veronique voortvloeide. In 1992 werd hij directeur van NBC Superchannel en eind 1993 lid van de Raad van Bestuur van Endemol. Twee jaar later was hij één van de oprichters van Sport 7. Ondanks die domper bleef hij actief in de media. Eind april 2007 lanceerde Hendriks met Frits Barend, Pieter Storms en Derk Sauer het tv-station Het Gesprek. Dit werd geen succes. Vanaf 2011 was hij te horen bij BNR Nieuwsradio waar hij Zakendoen met Ruud Hendriks en BNR Mediazaken presenteerde. Hendriks is ook mede-oprichter van Startupbootcamp, Innoleaps en The Talent Institute.
Gerard Timmer – Na zijn periode als maker bij Club Veronica richtte hij met Bart de Graaff BNN op, waarvan hij tot 2005 voorzitter was. Timmer werd in 2004 gekroond tot Omroepman van het Jaar. Na een uitstapje bij de radiozenders van SBS keerde hij in 2007 terug bij de publieke omroep, als directeur tv-programmering NPO. In 2014 werd Timmer algemeen directeur van BNNVARA en sinds 1 mei 2018 is hij algemeen directeur van de NOS, waar hij Jan de Jong opvolgde.
Sjors Fröhlich – Hij begon in 1982 als radiodeejay bij de NCRV, waar hij op Hilversum 3 onder meer Tussenuur, Paperclip en (met Peter Plaisier) The Magic Friends presenteerde. Later, op Radio 2, volgde Cappuccino, opinieprogramma Stand.nl (Radio 1), waarvan ook een tv-versie verscheen. Bij de NOS werkte hij mee aan Langs de Lijn en volgde de Ronde van Frankrijk in Radio Tour de France. Na een pittige periode met stemproblemen, koos hij voor een rol achter de schermen. Sinds februari 2013 is Fröhlich hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio.
Georgette Schlick – Na haar rechtenstudie belandde ze als manusje van alles bij producent Palm Plus. Ze maakte de overstap naar het bedrijfsleven (als directeur van detacheerder Brunel) en keerde pas tien jaar later terug in tv-land, als directeur van Dutchview. Het runnen van dat facilitaire bedrijf verruilde ze voor een topbaan als CEO bij SBS, waar ze na anderhalf jaar moest vertrekken. Na een poosje in de luwte, keerde ze terug als CEO van Blue Circle, de Nederlandse dochter van Fremantle, en een van de grootste tv-producenten van onder meer RTL Boulevard, Boer Zoekt Vrouw, Holland’s Got Talent en Heel Holland Bakt.

Bericht delen
Article header image
Article header image

Voormalig hoofdredacteur NOS Journaal Ed van Westerloo overleden

Van Westerloo kwam uit een gezin dat meerdere journalisten en omroepbestuurders grootbracht. Zijn broer Fons werd bekend als bestuurder van onder meer RTL Nederland en de AVRO. Een andere broer, Gerard, schreef verschillende boeken en publiceerde jarenlang in Vrij Nederland, de Groene Amsterdammer, de Volkskrant en de magazines van NRC Handelsblad en Hollands Diep.

Ed van Westerloo begon zijn loopbaan in 1958 bij het ANP, waar hij na functies bij verschillende redacties correspondent werd in Nieuw-Guinea, dat toen nog bij Nederland hoorde. In 1964 verruilde hij het persbureau voor de KRO. Daar kwam hij te werken bij het actualiteitenprogramma Brandpunt (foto).

Na zeven jaar, en jaren van verslaggeving van onder meer de oorlog in Vietnam, werd Van Westerloo hoofdredacteur bij Brandpunt. In 1976 maakte hij de overstap naar het NOS Journaal, waar hij hoofdredacteur werd. In die rol zette hij zich in voor het journalistieker en levendiger brengen van het nieuws. Verder kwam het Jeugdjournaal onder Van Westerloo tot stand.

In de jaren daarna werd Van Westerloo hoofdredacteur van de rubriek Den Haag Vandaag en nog later werd hij hoofd Dienst Televisie Programma van de NOS. Tussen 1988 en 1994 was Van Westerloo directeur televisie van de NOS. Als directeur interviewde hij toen nog kroonprins Willem-Alexander, over diens voorbereiding op het koningschap.

Eind 1994 vertrok Van Westerloo bij de omroep, uit onvrede over de splitsing van de NOS en de NPS. In de jaren daarna was hij werkzaam bij de Europese omroeporganisatie en directeur van Forto 2000, dat ging over de beelden van het EK voetbal in 2000, in Nederland en België.

Directeur Gerard Timmer van de NOS zegt in een reactie dat zijn omroep Ed van Westerloo heel veel dank is verschuldigd. “Hij is de man die het NOS Journaal journalistiek volwassen heeft gemaakt: van een doorgeefluik van feiten naar de duider van het nieuws zoals we die nu kennen. Zijn streven naar objectiviteit en naar begrijpelijkheid voor iedereen zit inmiddels in ons dna gebakken.”

Over Van Westerloos periode als NOS-directeur zegt Timmer: “Ed stond pal voor de belangen van de NOS als onafhankelijke omroep. Maar los van al zijn zakelijke en diplomatieke gaven herinneren we ons Ed bovenal als een heel aimabel mens.”

Bron: NOS/BM

Bericht delen