Verisure, Henny Huisman en Maxime Meiland winnaars van Loden Leeuw
Meest irritante reclame
Verisure krijgt 44 procent van de stemmen en wint daarmee op het nippertje van de matrasreclame van Decupré. Kijkers stemden op de reclame van Verisure omdat deze taaltechnisch niet klopt en het ongeëmancipeerd wordt gevonden dat een vrouw haar man op werk belt om een alarmsysteem te regelen.
Meest irritante BN’er
Henny Huisman neemt met 48 procent van de stemmen voor de tweede keer de Loden Leeuw in ontvangst, dit keer voor de reclame van Meubelzorg. Hierin verrast Huisman een dame met een cheque van Meubelzorg en roept: ‘Surprise!’ Stemmers vinden de reclame een toneelstukje en geven aan dat hij op deze manier teert op het succes van de Surpriseshow. In 2008 kreeg Huisman ook al kritiek van de kijker. Toen won hij de Loden Leeuw voor zijn rol in de reclame van de Postcodeloterij. Bekijk hier hoe Henny Huisman de Loden Leeuw in ontvangst neemt.
Meest irritante influencer
Omdat irritante reclames zich tegenwoordig niet meer alleen beperken tot televisie, is dit jaar een nieuwe categorie geïntroduceerd: ‘meest irritante influencer die reclame maakt’. Tien influencers zijn in deze rubriek door de kijkers genomineerd en met 24 procent van de stemmen is Maxime Meiland met haar promotie voor HelloFresh verkozen tot winnares. De stemmers vinden dat Maxime met haar online posts alleen maar wil cashen en continu haar kind hiervoor inzet. Door de vele promoties voor HelloFresh komt, volgens de kijkers, het merk niet meer betrouwbaar over.
De Loden Leeuw wordt elk jaar uitgereikt door consumentenprogramma Radar. De prijs voor de meest irritante reclame is door het programma in 2002 in het leven geroepen en is de tegenhanger van de Gouden Loeki, de publieksprijs voor de beste reclame.
Bron: AVROTROS/BM
Foto: Roland J. Reinders/AVROTROS
Mischa Blok: “Als je een masker laat vallen, gebeuren er dingen”
16:30 uur in foodhall Mout in Hilversum. Een half uur na de uitzending, de tweede na haar vakantie. Ze was onder andere op Curaçao, de plek waar haar radioavontuur begon. “Bijna twintig jaar geleden woonde ik in Willemstad. Ik trok de stoute schoenen aan en stapte bij Dolfijn FM naar binnen om te vragen of ik daar aan de slag kon. Het voelde laagdrempelig, een station op een tropisch eiland. En bovendien had ik niet veel te verliezen. Ik mocht beginnen als nieuwslezer, maar al snel presenteerde ik ook een datingshow.”
‘Buiten is het negen graden. Binnen zit…’ Als klein meisje luisterde ze via haar wekkerradio naar Met het Oog op Morgen en droomde ervan dat de zenderstem ‘Mischa Blok’ zou invullen op de puntjes. “Ik lag in mijn bed en hoorde mensen interessante gesprekken met elkaar voeren – waarvan ik de helft nog niet begreep. Magisch, dat wilde ik ook. Maar ik maakte me zorgen: ik kon de R niet zeggen en vroeg mij af hoe het ooít goed zou komen. Het heeft me ruim een jaar logopedie gekost om dat op te lossen. Ik weet nog goed wat ik toen dacht: nu kan ik echt alles worden wat ik wil.”
Ze deed er nog een schep bovenop door later ook logopedie te gaan studeren, maar deed tegelijkertijd een studie geschiedenis aan de Erasmusuniversiteit. “Logopedie komt ontzettend van pas als je radio en podcasts maakt en met geschiedenis leg je een goede basis om de journalistiek in te gaan.” Dat met haar feitenkennis niets mis is, liet Blok zien door in 2017 onder toeziend oog van Philip Freriks en Maarten van Rossum de een na slimste mens te worden. In de finale verloor zij van tv-recensent Angela de Jong.
De straat op
Na vier jaar op Curaçao had Blok het idee dat zij elke straatsteen van het eiland kende. “Ik verwonderde mij niet meer en dat gevoel van nieuwe dingen ontdekken miste ik enorm.” Tijd om terug te gaan naar Nederland. Blok ging op zoek naar een nieuwe baan en begon in de tussentijd als camjo bij regionale omroep RNN7 in Rotterdam. “Ik had aangeboden om dat gratis te doen, want ik zag het als een stoomcursus. Hoe maak je een verhaal, hoe kunnen beelden dat ondersteunen, hoe stel je de juiste vragen? Dat waren ontzettend leerzame maanden.”
Via BNR Nieuwsradio waar ze redacteur was en het ANP waarvoor ze het nieuws las, kwam Blok terecht bij TROS in Bedrijf als redacteur en eindredacteur. De TROS werd AVROTROS en Blok kreeg een buitenkans: ze kon aan de slag als eindredacteur/samensteller van Radio 1Vandaag. “Óf als nieuwsverslaggever, de straat op met een microfoon. Die keuze was snel gemaakt. Zo’n lossere rol past veel beter bij mij dan een leidinggevende en bovendien wilde ik graag zélf de vragen stellen.”
Stevig interviewen
In de tussentijd liet Blok haar meisjesdroom, een programma presenteren, niet varen. “Ik ben een tikkie eigenwijs en heb altijd al heel duidelijk in mijn hoofd gehad: zo moet een programma klinken of zo moet een gesprek gaan. Dat bepaalt degene die presenteert, dus zat ik het liefst zélf achter die microfoon.” Die kans deed zich voor toen de presentator én de invalpresentator zich ziek hadden gemeld. “Mijn chef stelde voor om dan maar iemand van een andere omroep te vragen. Ik werd zo boos dat ik er zelf van schrok, maar ik dacht: dít gaat niet gebeuren. Gelukkig gaven ze mij een kans en dat ging goed.”
“Ik werd zo boos dat
ik er zelf van schrok”
Antoinette Hertsenberg kreeg Blok op de radar en vroeg haar voor de nieuw op te zetten radioversie van het bekende consumentenprogramma. Vanaf januari 2017 presenteerde Blok Radar Radio, een uur lang op zaterdagmiddag op NPO Radio 1. Spannend? “Dat viel erg mee, ik had er vooral veel zin in. Eindelijk! Het format moest nog worden verzonnen, dus daaraan kon ik meebouwen. Niets mooiers dan dat. Terugkerend onderwerp in vergaderingen in Hilversum is dat een programma ‘dicht bij de mensen’ moet staan. Dat geldt voor Radar ontegenzeggelijk. Ik heb daar stevig leren interviewen. Bedrijven worden op het matje geroepen en de directeuren zijn er meestal heel slim in om zich van verantwoordelijkheden te ontdoen, dus die moest ik krachtig aanspreken. Iemand aanvallen gaat niet zonder munitie, dus stak ik veel tijd in de voorbereiding. In dit type interviews red je het niet zonder drie stappen vooruit te denken.”
Echte gesprekken
Die aanpak lijkt in de verste verte niet op haar manier van interviewen in Miss Podcast, een programma dat zijzelf bedacht en dat sinds januari 2020 van maandag tot en met donderdag van 01:00 tot 02:00 uur te horen is op NPO Radio 1. “Op een radiocongres in Lausanne hoorde ik de radiobaas van het Amerikaanse iHeartMedia zeggen dat podcasts op de radio laten horen de beste manier is om ze aan de man te brengen. Er viel bij mij een kwartje. Ik wist dat de NPO een cross-over wilde tussen podcast en radio en bedacht een format waarin ik een gast een podcast laat recenseren en dat gebruik als kapstok om over iemands leven te praten.”
Kenmerkend voor de interviews is de openheid van zowel Blok als haar gasten. “Ik nodig gasten uit naar wie ik nieuwsgierig ben en zet van tevoren geen vraag op papier, want ik wil het zoveel mogelijk een echt gesprek laten zijn. Vanuit oprechte interesse kom ik veel meer tot een echt gesprek in plaats van een interview. En dat is waar ikzelf in elk geval veel liever naar luister.”
Wat die gasten vaak níet weten, is dat Blok aan het eind van de uitzending nog een ontwapenende karaokesessie voor ze in petto heeft. “‘Wat een belachelijk idee, je zet ze voor het blok, doe het alsjeblieft niet’, kreeg ik van tevoren te horen. Het ís natuurlijk ook atypisch om op NPO Radio 1, na een serieus gesprek waarin emoties niet geschuwd worden, met zo’n voorstel te komen. Ik zette door en de grote grap is dat je in de luistercijfers het ‘karaoke-effect’ terugziet. Mensen blijven luisteren omdat ze willen weten: gaan ze zingen, hoe reageren ze, kúnnen ze zingen? Het is een soort cliffhanger.”
‘Weet je hoe het eindigt?’ vroeg Blok na haar interview met Hedy d’Ancona? ‘Je bedoelt het leven?’ ‘Nee, dit programma.’ ‘Nee?’ ‘Met een karaoke.’ “Dat is altijd een heel grappig moment. Mensen schrikken of schieten in de lach.” D’Ancona deed mee, en zong uit volle borst I am Woman.
Opschudden
Ontregelen. Als het aan Blok ligt, gebeurt dat veel vaker op de radio. “Programma’s zijn vaak dichtgemetseld met vaste riedeltjes. ‘Mag ik jou bedanken.’ ‘Jij bent hier omdat dit en dat.’ Ik hou van opschudden. Mijn helden van vroeger zijn Ischa Meijer en Wim T. Schippers. Natuurlijk maakten zij soms ongemakkelijke, pijnlijke of flauwe radio, maar er gebeurde iets en het bleef me bij. Nu is het veelal een makkelijke brei die op zich lekker klinkt, maar ik blijf niet aan de radio gekluisterd in de auto zitten omdat ik wil weten hoe iets afloopt. Een gast die boos wegloopt of begint te huilen, het komt niet of nauwelijks voor.”
Blok geeft haar programma’s overduidelijk een eigen geluid. Met haar radiodocumentaire Meneer Park, over de kennismaking met haar biologische vader in Zuid-Korea, sloeg zij voor het eerst de persoonlijke weg in. Ze is niet bang om zich bloot te geven en anderen te vragen hetzelfde te doen. Gasten lijken zich bij haar op hun gemak te voelen en misschien nét iets meer te vertellen dan ze aanvankelijk van plan waren. “Ik heb nog nooit zoveel huilende mensen geïnterviewd als in Miss Podcast. Ik wil een gelijkwaardig gesprek voeren; mijn gasten mogen ook altijd alles aan míj vragen. Die interviewstijl roept vragen op: het is zó persoonlijk, waarom doe je dat? Ik vind het heel normaal dat je dat soort gesprekken ook op de radio hoort. Zelf luister ik tien keer liever naar een echt gesprek dan naar een gesprek van een interviewer die in zijn rol zit met een deskundige die in zijn rol zit. Het is veel mooier als je een masker laat vallen. Dan gebeuren er dingen.”
Peppie en Blokkie
In maart van dit jaar veranderde de naam van het nieuwsprogramma Stax&Toine in Blok&Toine: Blok werd door AVROTROS gevraagd om het stokje over te nemen van Dionne Stax. Met de start van Blok&Toine kwam een eind aan haar rol als presentator van VINK, een podcastgids met recensies die ze samen met Vincent Bijlo en Stan Putman maakte op NPO Radio 1. Ook het presenteren van Miss Podcast liet ze drie van de vier dagen voor wat het is; alleen in de nacht van donderdag op vrijdag is Blok nog te horen. Hoe haar opvolger in alle twee de programma’s, Milou Brand, het doet, weet ze niet. “Dat is geen desinteresse, maar het zijn formats die ik zelf heb bedacht en waarvan ik precies in mijn hoofd heb hoe ik het wil. Dat vind ik te moeilijk, dat laat ik los.” Desalniettemin twijfelde ze geen seconde over Blok&Toine. “Radio 1. Overdag.”
“Een goed presentatieduo
heeft best veel gemeenschappelijk
met de juiste levenspartner”
Natuurlijk heeft ze in die rol minder ruimte voor diepte-interviews. “We maken duidelijk een nieuwsprogramma en de items duren hooguit een paar minuten. Een heel andere tak van sport, maar mínstens zo leuk. Ik zie er een heel mooie uitdaging in om het nieuws zo dicht mogelijk naar de luisteraar te brengen: wat betekent dit voor mij? Die vertaalslag maken, zodat het niet de ver-van-hun-bed-show is. Sec de nieuwsberichten neem je de hele dag door tot je. Ik denk dat het de functie van presentatoren is om het nieuws te duiden, te plaatsen en de praktische vragen te beantwoorden.”
Peppie en Blokkie, noemen Van Peperstraten en Blok elkaar gekscherend. “Een goed presentatieduo heeft best veel gemeenschappelijk met de juiste levenspartner. Het moet echt een goede match zijn. Je moet elkaar in de basis een leuk persoon vinden, iets gunnen, respecteren en een bepaalde humor delen. Toine en ik hebben het echt gezellig. Als je een nieuwsprogramma presenteert, mag er best óók gelachen worden. Bij de BBC zijn ze daar onwijs goed in. Je kunt wel aan de lopende band nieuwsfeiten oprakelen of heel serieuze gesprekken voeren, maar uiteindelijk luisteren mensen naar de radio omdat ze een gevoel hebben bij een bepaald persoon; juist díegene moet mij bijpraten. Dat is wat we doen, maar bijpraten wordt behapbaar voor luisteraars als het af en toe ook iets informeler wordt. De gesprekken die wij hebben en de grappen die we maken tussen de onderwerpen door, zijn dezelfde als wanneer we niet achter de microfoon zitten.”
Exen de Podcast
Je bent radiomaker. Je vriend is radiomaker. De relatie gaat over. Dan maak je er een podcast over, dat is vanzelfsprekend. Of misschien toch opzienbarend, lief en leed delen achter de microfoon. “Mensen verklaarden ons voor gek. Inderdaad gingen Jacob en ik afgelopen december uit elkaar. We wilden graag vrienden blijven, maar dat was ons eerder – ondanks goede voornemens – nooit gelukt met exen. Een podcast maken was een goede stok achter de deur om elke twee weken een open gesprek met elkaar te voeren over het proces.”
En dus kwam er vanaf februari om de zondag een aflevering online. ‘Oh oh oooh, het is over, de liefde tussen jou en mij…’ zong Xander de Buisonjé aan het begin van elke aflevering. Een emotionele rollercoaster en de podcastluisteraar zat op de eerste rang. Exen de Podcast is goed beluisterd en de kritieken zijn zowel lovend als niet van de lucht. “We krijgen regelmatig de vraag waarom we dit in hemelsnaam doen. Mensen voelen zich er ongemakkelijk bij. Dat vind ík dan weer gek, dat je ongemakkelijk wordt van een persoonlijk gesprek van twee mensen die kwetsbaar durven te zijn. Er zijn zoveel programma’s over hoe een liefde begint, maar er zijn weinig programma’s over hoe een liefde eindigt. Bij mij is altijd de afweging: is dit iets wat anderen ook meemaken en waar ze iets aan hebben als ze het horen? Als het antwoord ja is, wil ik het maken.”
Podcasts
Het is inmiddels wel duidelijk: Blok is podcastfan. Ze luisterde jaren geleden naar This American Life en werd gegrepen door verteller David Sedaris. “Ik dacht direct: hij heeft het tegen míj. Als radioluisteraar voel ik veel meer afstand. De mooiste podcasts zijn vanuit persoonlijke verwondering of drive gemaakt. Dat kan ook, omdat je er geen rekening mee hoeft te houden dat het voor honderdduizend mensen interessant moet zijn. Je kunt ook kleine onderwerpen aansnijden, de niches opzoeken.”
“Radio is een boekenwinkel binnenkomen en door de verkoper een boek onder je neus gedrukt krijgen. ‘Hier, dit ga jij het komende uur lezen.’ Terwijl een podcast is voor een boekenkast staan en zelf zorgvuldig een titel uitkiezen. Als podcastmaker weet je een ding zeker: de luisteraar heeft volledig voor jou en het onderwerp gekozen. Als radiopresentator heb je toch altijd in je achterhoofd: oké, we doen nu een item over sportvissen, maar er is ook een heel grote groep die dit niet interessant vindt, dus we moeten ook weer snel verder naar het volgende onderwerp.”
Omdat Jan en alleman een podcast kan maken en aanbieden, is er inmiddels een enorme wildgroei. “Ik vind wel dat je de luisteraar moet respecteren. Het geluid moet niet bagger zijn, je stemgebruik moet goed zijn en je moet nadenken over wat je wilt vertellen en de manier waarop. Er zijn best wat podcastmakers die daar achteloos mee omgaan. Ik denk dat podcastmakers op dat vlak kunnen leren van radiomakers. Podcasts worden ook weleens ‘radio zonder eindredactie’ genoemd. Andersom kunnen radiomakers van podcastmakers leren om luisteraars directer aan te spreken en andere manieren van storytelling te gebruiken. Niet altijd: ‘Dit is gebeurd, deze deskundige is er, vertel.’ Je kunt een onderwerp in talloze andere vormen bespreken.”
Tv zonder voorgesprek
Voorlopig biedt haar agenda weinig lucht, maar haar hoofd staat nooit stil. Ook tv wordt niet uitgesloten bij het smeden van nieuwe plannen. Eerder maakte Blok tijdens de Olympische Winterspelen reportages voor NOS Sport. En afgelopen zomer was ze op Terschelling voor Opium op Oerol. “Ik heb de vooropleiding van de Dansacademie gedaan en zou het leuk vinden om een programma te maken waarin dans een rol speelt. Dansen verbindt én haalt mensen uit hun comfortzone, dus volgens mij is het een prachtige manier om contact te maken en een gesprek te voeren. Überhaupt mis ik op televisie een programma waarin een écht gesprek tussen twee mensen centraal staat. Ook voor tv wordt zoveel dichtgetimmerd, geënsceneerd en kapotgemaakt met voorgesprekken. Over Media Inside van Marcel van Roosmalen en Gijs Groenteman werd gezegd: wat een goed programma, het is net een podcast. Podcasts zijn zo populair. Mensen vinden het zo fijn om een langer gesprek te horen, waarom zou dat niet op tv kunnen? Daarover ben ik aan het nadenken.”
“NPO heeft ons vorige week laten weten dat er in 2022 geen plek meer is voor het programma Opgelicht?!. Dit terwijl het programma’s wekelijks circa een miljoen kijkers trekt en een zeer sterke bijdrage levert aan een veilige en rechtvaardige samenleving”, zegt een woordvoerder van AVROTROS.
Opgelicht?! werd in 2000 voor het eerst uitgezonden. Destijds werd het programma gepresenteerd door Antoinette Hertsenberg. In 2016 nam Jaap Jongbloed de presentatie van haar over. Het programma biedt tips om oplichting te voorkomen en doet – al dan niet met een verborgen camera – onderzoek naar oplichtingspraktijken om oplichters te ontmaskeren.
“Het klopt dat we in het licht van de brede programmavernieuwing met EO en AVROTROS in gesprek zijn over nieuwe programma’s”, laat een woordvoerder van de NPO desgevraagd aan Nu.nl weten. “Wat het verdwijnen van Typisch betreft: we maken budget vrij om regionale omroepen content te laten produceren voor het programma Noord-Zuid-Oost-West.”
In een reactie aan Nu.nl laat AVROTROS weten dat er geen ruimte voor gesprek lijkt. “We hebben het gevoel dat het besluit al genomen is en dat NPO niet meer openstaat voor een heroverweging.” Van de NPO hebben zij te horen gekregen dat Opgelicht?! procentueel niet hoog genoeg scoort in de doelgroep 20-49 jaar, waar de NPO de komende jaren meer op wil focussen.
‘We vernieuwen ons aanbod continu’
De NPO is bezig met de planning voor 2022, waarbij het zwaartepunt ligt bij het toekomstbestendig maken van de programmering. “Het is onze missie om een breed en soms ook specifiek publiek te bereiken met onze rijke programmering vol publieke waarde. Dat doen we met programma’s die informeren, inspireren en amuseren. We vernieuwen ons aanbod continu en daarbij volgen we het kijkgedrag van ons publiek.”
Om dat doel te bereiken, verlegt de NPO een deel van het geld van de televisienetten naar het on demand-kanaal NPO Start. Volgens de woordvoerder is dat van belang, omdat het publiek steeds meer on demand kijkt.
“Zeker de middengroep van 20 tot en met 49 jaar. Wat verder nog bij het maken van onze toekomstplannen meespeelt, is dat de omroepen Human, PowNed en WNL groeien en er mogelijk nog twee omroepen bij komen. Die moeten ook programma’s kunnen maken en daar is budget en zendtijd voor nodig.”
Gert-Jan Hox, Directeur Content BNNVARA: “Dit is een onbegrijpelijke keuze van de NPO. Programma’s als Kassa en Radar kunnen uitsluitend bij de publieke omroep gemaakt worden en zijn van groot belang als tegenmacht in een goed functionerende democratie. Rutte pleitte onlangs voor ‘een club die uitzoekt waar het misgaat tussen de overheid en burger’, dat is precies wat Kassa al 30 jaar doet. Zo laten we in de uitzending van vanavond bijvoorbeeld zien dat zo’n 3000 AOW-gerechtigden ten onrechte naheffingen worden opgelegd die kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s.”
“Bij Kassa vindt de burger een stem in de strijd tegen onrechtvaardigheid, daar waar niemand anders luistert. Of dat nu gaat over onrecht vanuit overheidsinstanties of vanuit het bedrijfsleven. Kassa vecht tegen grote organisaties waar burgers zich klein voelen, niet gezien worden. Banken, verzekeraars en overheid. De onderwerpen die we behandelen gaan door alle lagen van de bevolking, van jong tot oud en van arm tot rijk. En daarbij bereiken we iedere uitzending meer dan een miljoen kijkers.”
“Kassa vernieuwt continu en dus juichen we verandering van harte toe, maar aan het volume van dit soort programma’s moet je niet willen morrelen. Kassa en Radar zijn samen verantwoordelijk voor 1,5 uur consumentenjournalistiek per week op het hoofdpodium van NPO 1. Als je dat terugbrengt, betekent het dat je veel minder zaken kunt behandelen en de burger daar de dupe van wordt. Dat is de reden dat we de komende tijd stevig in discussie gaan met de NPO om op dit besluit terug te komen.”
Ook AVROTROS is tegen, stelt Antoinette Hertsenberg, presentator van Radar. “De NPO is de enige die dit een goed idee vindt”, stelt ze. “De redacties vinden van niet, de omroepen niet en de kijkers denk ik ook niet. Het komt allemaal voort uit de dringende behoefte van de NPO om te verjongen en te vernieuwen. Het wrange is: als je naar absolute kijkcijfers kijkt onder jongeren dan zie je dat Radar het helemaal niet zo slecht doet. Dat we misschien onze percentuele marktaandelen niet halen, maar wij denken niet in percentages. Maar als je kijkt dat wij in 2020 gemiddeld 220.000 kijkers hadden in de doelgroep 20-49, en daarnaast ontzettend veel in 50 plus, waarvan ik zeg: die vind ik niet per definitie oud. En die willen óók gewoon geïnformeerd worden, weten hoe het met hun pensioen zit. Ik vind helemaal niet dat dat onze doelgroep niet is.”
Inmiddels is er een petitie gestart tegen de plannen. Die is hier te vinden.
Omroepen voelen zich onder druk gezet te verjongen
Ze wijzen onder meer op recente mislukkingen op NPO 1. Daar oogstte de publieke omroep veel kritiek met het nieuwe amusementsprogramma Dino’s Bezorgservice, dat vervroegd is stopgezet, en de spelshow Showcolade, waarin bekende Nederlanders raden of iets van chocolade is gemaakt. Ook de kijkcijfers vielen tegen: respectievelijk 335.000 en 538.000.
Vooral bij AVROTROS leven zorgen over aanvullende eisen van de netmanager van NPO 1, die meer kijkers in de groep 20-49 jaar wil bereiken. Deze criteria kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor programma’s die een groot, relatief oud publiek bereiken, zoals Radar.
Druk
“Wij staan onder druk”, zegt Antoinette Hertsenberg, presentator en eindredacteur van het consumentenprogramma Radar. Remco van Westerloo, de netmanager van NPO 1, wil dat gemiddeld minstens 16,5 procent van de kijkers 20 tot 50 jaar oud is. “Radar scoort veel lager: 9,9 procent. Voor ons is het lastig dit percentage flink te verhogen, mede omdat we zo’n groot publiek trekken: gemiddeld 1,5 miljoen kijkers. En jongeren kijken volgens mij niet zo snel naar een gedegen, inhoudelijk programma.”
Ook al wordt Radar niet geschrapt, Hertsenberg maakt zich zorgen. “Wat zijn de gevolgen als we onder de norm blijven? Een minder populair uitzendtijdstip? Minder budget? In drie jaar tijd is ons jaarlijkse aantal uitzendingen al beperkt, van 38 naar 24. Wij hebben een vaste redactie, die zich vastbijt in dossiers. Dat wordt steeds moeilijker.”
Eric van Stade, directeur van AVROTROS, wijst erop dat de website van Radar goed bezocht wordt, ook door jongeren. “Mijn indruk is dat de NPO onvoldoende let op online prestaties. En ik betwijfel of televisie nog wel de plaats is om jongeren te trekken. Dat lukt ook niet met Showcolade. Jongeren bepalen liever zelf op welk moment ze een programma kijken.”
Jan Slagter, directeur van Omroep MAX: “Ik zeg geregeld tegen de NPO: let op, de missie van MAX is het bereiken van 50-plussers. Daar krijg ik gelukkig nog de ruimte voor. Dat moet zo blijven, de NPO moet niet doordenderen. Leeftijd mag geen criterium worden om programma’s af te wijzen.”
De kernjury, bestaande uit tv-recensenten Maaike Bos (Trouw), Emma Curvers (de Volkskrant), Arjen Fortuin (NRC) en Roy van Vilsteren (hoofdredacteur VARAgids), blikt terug op ‘een uitzonderlijk goed jaar’ en koos een aantal opvallende nieuwe kanshebbers voor de prijs.
De tien kanshebbers, op volgorde van uitzending:
Antoinette Hertsenberg (met Joris Wilton, Radar, 16 september 2019)
Tijs van den Brink (met Theo Maassen, Adieu God?, 20 oktober 2019)
Hugo Logtenberg (met Sigrid Kaag, Buitenhof, 24 november 2019)
Matthijs van Nieuwkerk (met Selma van de Perre, De Wereld Draait Door special, 7 januari 2020)
Adriaan van Dis (met Yuval Noah Harari, Hier is… Adriaan van Dis, 4 februari 2020)
Danny Ghosen (met Nelson, Danny op straat, 13 februari 2020)
Jeroen Wollaars (met Marion Koopmans, Nieuwsuur, 17 maart 2020)
Coen Verbraak (met Liesbeth Beukeboom, Srebrenica – de machteloze missie van Dutchbat, 6 juli 2020)
Joris Linssen (Hello Goodbye, 28 juli 2020)
Eva Jinek (met Henk Krol, Jinek, 18 augustus 2020)
De winnaar
Deze lijst wordt nu voorgelegd aan zo’n veertig mediarecensenten, mediajournalisten en interviewers. Zij kiezen ieder een persoonlijke Top 3, waaruit de uiteindelijke winnaar komt. De prijs wordt donderdag 22 oktober in De Vooravond uitgereikt, uit handen van Sonja Barend zelf. Alle interviews met beschrijvingen zijn terug te kijken via sonjabarendaward.nl. Daar verschijnt na de uitreiking ook het juryrapport.
Thuis, in het piepkleine Veluwse dorp Vierhouten, vertelt Hertsenberg (55) met zoveel enthousiasme over ‘haar’ programma dat het fonkelnieuw lijkt, maar niets is dus minder waar. Even terug in de tijd: het decor van NOVA halverwege de jaren negentig. Aan tafel zitten presentator van dienst Paul Witteman, een jager en Antoinette Hertsenberg, projectleider bij de Dierenbescherming. “Het werd een behoorlijk felle discussie over de plezierjacht.” De dierenbeschermer was op dreef en dat bleef niet onopgemerkt: na de uitzending nam Gerard Baars, destijds programmaleider bij de TROS, contact met haar op.
“‘Jij moet iets op televisie gaan doen,’ zei hij, ‘daar ben je geknipt voor.’” Dat telefoontje kwam voor Hertsenberg als een volslagen verrassing. “Ik had er nog nooit een seconde over nagedacht. Ik kom uit Apeldoorn en daar was tv zo ver weg dat het helemaal niet Im Frage was.” Ze ging het gesprek met Baars aan, maar maakte van tevoren een lijst met wat ze vooral níet zou willen.
“Geen bordjes omdraaien, geen spelletjes presenteren. Maar hij nam me meteen heel serieus: je moet niet alleen de presentatie, maar ook de eindredactie van een nieuw consumentenprogramma gaan doen, een heel breed maatschappelijk georiënteerde rubriek. Dat was zo’n mooie kans dat ik avontuurlijk genoeg was om daar geen nee tegen te zeggen.” De rest is geschiedenis: sinds januari 1995 is Antoinette Hertsenberg het gezicht én de eindredacteur van Radar.
Actievoerder
Het is een terugkerend thema in Hertsenbergs leven: op de barricade voor mensen en dieren die, in meer of mindere mate, in een achtergestelde positie verkeren. “Dat klopt, er zit gewoon een activist in mij. Die is er altijd geweest en zal er waarschijnlijk altijd blijven.” Ze koos voor een studie hoger sociaal agogisch onderwijs en werkte onder andere in een meidenwegloophuis. “Ik was 21 toen ik afstudeerde en wilde per se met jongeren werken, niet met kinderen. Helaas: overal waar ik solliciteerde, vonden ze mij te jong om met jongeren te werken. Dat vond ik toentertijd volkomen onzin, inmiddels denk ik daar iets genuanceerder over.”
Een uitzendbureau stelde haar voor bij de Anti-vivisectie Stichting, een stichting tegen dierproeven. Ze werd publiciteitsmedewerker en schopte het tot directeur. Als ze misstanden signaleert, is ze nu eenmaal vastberaden en volhardend. “Dat is denk ik ook waarom Radar zo ontzettend goed bij mij past. De vraag of het niet tijd is voor iets anders wordt mij herhaaldelijk gesteld, maar ook na 25 jaar verveelt het echt niet. Het is niet alleen researchen en zaken tot op de bodem uitzoeken, maar er ook een slinger aan geven en onderwerpen op de kaart zetten. Ik heb genoeg andere programma’s gedaan, maar het eerste wat ik altijd heb gezegd: níet ten koste van Radar.”
Basis
Een greep uit andere programma’s: actualiteitenrubriek 2Vandaag, Opgelicht?! en – op dit moment – Dokters van Morgen. En ondanks het feit dat ook Opgelicht?! allesbehalve een eendagsvlieg was en Antoinette Hertsenberg in één adem met de programmatitel wordt genoemd, was de liefde voor Radar “heel stiekem” altijd een stuk groter. “Dat ik daarvoor ook de eindredactie doe, maakt automatisch dat ik meer betrokken ben. Radar is de basis.”
“Dat ik tot eindredacteur werd gebombardeerd, leverde links en rechts scheve gezichten op”
Radar en Antoinette Hertsenberg is al jarenlang een onlosmakelijke combinatie, maar ze heeft haar plek in die beginjaren moeten veroveren. “TROS-collega’s vonden het best leuk dat een nieuwe presentator was aangesteld, maar dat ik zónder verstand van zaken ook tot eindredacteur werd gebombardeerd, leverde links en rechts scheve gezichten op. En dat snap ik, maar Gerard was heel beslist: van meet af aan word jij degene die de lijnen uitzet. Ik werd op een negendaagse cursus presenteren gestuurd – voor je rijbewijs krijg je nog meer lessen! – maar ook hiervoor geldt: al doende leert men.”
De consumentenrubriek was niet onmiddellijk een schot in de roos. “Nu terugkijkend: voordat we onze vorm hadden gevonden, waren we vijf jaar verder. Wij wisten steeds beter wat we aan het doen waren en kijkers wisten ons te vinden. Rond het tiende jaar keken er zo’n miljoen mensen en die stijgende lijn zette door tot 2,4 miljoen op het hoogtepunt. De ontwikkeling dat er minder lineair wordt gekeken, zie je natuurlijk ook bij Radar: we zitten nu op 1,6 miljoen kijkers. Nog steeds veel, zeker voor een informatief programma.”
Gezamenlijk geheugen
Aan de televisie-uitzendingen werkt een team van vijf redacteuren en vier verslaggevers. “En nu een extra eindredacteur, omdat ik vanwege Dokters van Morgen heel veel op pad ben. We hebben voortdurend nauw contact. Normaal gesproken ben ik zeker drie, vier dagen per week met Radar bezig. En dat dat kan en het geen vijf dagen zijn, is omdat er zo’n geweldige redactie op zit.”
“Natuurlijk komen er altijd wel weer jonge mensen bij en vertrekt er uiteindelijk ook weleens iemand, maar we hebben een relatief grote groep die er langer dan vijftien jaar werkt. Dat is voor televisiebegrippen bijzonder, maar we zijn stuk voor stuk erg verknocht aan het programma en ook erg verknocht aan elkaar.” Dat komt het programma ten goede. “Als je Radar zou moeten maken met alleen maar mensen met negen maandencontracten wordt het nooit echt wat. We hebben een gezamenlijk geheugen en vullen elkaar aan. Dat is heel, heel fijn.”
Aan het format van Radar is de afgelopen 25 jaar maar mondjesmaat geschaafd; het zijn de onderwerpen die aan verandering onderhevig waren. “We signaleren als redactie een probleem of thema waarmee we aan de slag willen. Bijvoorbeeld de enorme energietransitie waar we in Nederland voor staan. Dat houdt mensen bezig: als ik op verjaardagen kom, hoor ik gesprekken over zonnepanelen of van het gas af en hoe doe ik dat en wat kost dat dan?”
“Voor de komende tijd zullen die energievraagstukken dus een speerpunt zijn voor ons. Onze aanpak is in de loop der jaren niet of nauwelijks veranderd, maar op een gegeven moment is Radar wel zo groot geworden dat de zaken die we onder handen hebben ook omvangrijker werden. Het voelde als een ongelijk speelveld om nog een kleine middenstander aan te pakken. Als willens en wetens iemand wordt opgelicht of de kluit wordt belazerd, vind ik het weer anders. Maar iemand die z’n best doet en een keer een verkeerde service heeft gegeven, past niet meer bij ons programma.”
Online
De programmasite speelt een belangrijke rol. Radar.avrotros.nl is, de nieuwspagina van de NOS daargelaten, nog altijd de best scorende programmasite van de NPO. “Zeker in de eerste jaren, toen internet relatief nieuw was, waren wij voor veel kijkers een strohalm. Ik herinner me een uitzending waarin we een gezin een schone computer leenden. Na een week keken we hoeveel spyware erop verzameld was. Vervolgens had ik een presentatietekst waarin ik vertelde over het stappenplan op onze site: hoe bescherm je de computer? We hadden destijds rond de anderhalf miljoen kijkers en ik geloof dat het document zo’n 300.000 keer gedownload is. Dat voorzag in een enorme behoefte.”
Kenmerkend voor de site is het what’s in it for me-gehalte. “Als je een probleem hebt, doen we uit de doeken hoe je dat kunt oplossen. Je vindt voorbeelden van klachtenbrieven die je met een paar kleine aanpassingen op de post kunt doen, maar ook tips en testresultaten. Als wij een onderwerp op tv behandelen, kun je daar alles nog eens rustig doorlezen, inclusief alle details. Het zijn echt handvatten die mensen vooruithelpen.”
Met grofweg 200.000 forumleden is ook dat onderdeel van de site razend populair: kijkers en consumenten weten de weg ernaartoe goed te vinden en bieden elkaar de helpende hand. Rondom de uitzendingen over de woekerpolisaffaire – het woord alleen al doet Hertsenberg opnieuw zuchten – nam de populariteit van het forum een enorme vlucht.
Woekerpolisaffaire
Die woekerpolisaffaire. Een schoolvoorbeeld van wat Radar teweeg kan brengen en hoe de altijd aanwezige waakvlam in Hertsenberg in alle hevigheid kan ontbranden. Zij was het die Nederland eind 2006 live op tv in kennis liet maken met die verzamelnaam voor de ophef rond beleggingsverzekeringen.
“Poeh! Veel partijen bleken vage, rare polissen hadden. De ergste die ik gezien heb, was een koopsompolis met een inleg van tienduizend euro, waarvan 85% meteen door de verzekeringsmaatschappij werd afgeroomd als provisie. Nou, dan moet je toch wel een behoorlijk rendement halen voordat je dat weer hebt terugverdiend op de beurs. Onvoorstelbaar. Onvoorstelbaar dat dit jarenlang op zo’n grote schaal heeft kunnen plaatsvinden.”
De ‘woekerpolisaffaire’ werd vlot opgepikt en behandeld door andere media. “Daar was ik heel blij mee, want dit veelomvattende onderwerp werd al snel groter dan we bij Radar alleen aankonden.” Hertsenberg vond het heerlijk om dit schandaal aan te tonen en tegen het licht te houden, maar de uiteindelijke uitwerking is allerminst bevredigend. “De compensaties zijn eigenlijk minimaal geweest. Er zijn nog steeds gedupeerden die vechten voor rechtvaardigheid.”
Meedogenloos
De stem van Hertsenberg gaat naarmate ze haar verhaal vertelt een paar octaven omhoog van verontwaardiging en haar blik spreekt boekdelen: het maakt haar opnieuw kwaad. “Paginagrote misleidende krantenadvertenties, en nergens stond het woord lening of krediet. Het waren moedwillig ingewikkelde producten die mensen op het verkeerde been zetten. Het gaat niet over geld, maar over mensenlevens. Het is meedogenloos wat je mensen aandoet. Je huis en je pensioen is je zekerheid voor later en als je daaraan morrelt, heeft dat ook invloed op de levensvreugde. Daar gaat je huwelijk van naar de gallemiezen als je niet uitkijkt! Echt, hoor!”
“Ik probeer mijn boosheid te verbergen”
Dat ze haar interviewkandidaten waanzinnig goed voorbereid en onomwonden te lijf gaat, is bekend. Maar haar razernij roept de vraag op of ze in een uitzending weleens echt uit haar vel gesprongen is. “Ja, dat geloof ik wel…” En toch: lang leve de zelfbeheersing. “Ik ben mij er zeer van bewust dat het een live uitzending is en ik me netjes moet gedragen, dus ik probeer mijn boosheid te verbergen. Ik weet dat ik ooit een man van Nationale Nederlanden, die had ook zo’n verschrikkelijke woekerpolis, vroeg: ‘En zou u die verzekering nou verkocht hebben aan uw eigen moeder?’ Het floepte er zomaar uit, ook uit een soort nijd. ‘Ja,’ zei hij, zonder blikken of blozen. Waardoor hij zijn geloofwaardigheid totaal kwijtraakte. Natuurlijk kon hij ook niet met nee antwoorden, maar het was een heel pijnlijk moment.”
Alle ruimte
Het grote rechtvaardigheidsgevoel ziet ze ook terug in de andere redactieleden. “Ik denk dat we, ook als programmastrategie, volhardend zijn. We stoppen niet na twee keer als het een derde of vierde keer nodig is. We gaan door, zelfs als kijkers afhaken; ik ben ervan overtuigd dat ze snappen waarmee we bezig zijn. Onze achterban is trouw: de nieuwsbrieven worden goed gelezen en ze doen mee aan ons testpanel. Misschien hebben ze even geen zin in het onderwerp dat we behandelen, maar ze denken: goed dat ze het doen. Daar geloof ik heilig in.”
En ook AVROTROS schrikt niet als de kijkcijfers een keer tegenvallen. “Ze geven ons alle ruimte. Wat dat betreft ben ik bij de beste omroep terechtgekomen. Nog nooit hebben ze daarover kritische vragen gesteld. Ook als we juristen van grote bedrijven achter ons aan hadden, stonden ze altijd vierkant achter ons.”
Nieuw op Instagram
Onlangs verdween Radar Radio voor de tweede keer uit de ether. “Dat programma begon ooit op Radio 5, maar dat vonden we niet zo’n gelukkige keuze: We hebben een groot publiek nodig om echt invloed te kunnen uitoefen. Het verhuisde naar Radio 1, maar daar liet het tijdstip – zaterdagmiddag tussen 15:00 en 16:00 uur – te wensen over. Nu is er Stax&Toine, het programma waarin onder meer de inhoud van Radar Radio wordt besproken. In 2020 wil Radar proberen op Instagram voet aan de grond te krijgen. “Natuurlijk om jongeren te bereiken, maar ook om zelf ruimte te creëren. Zendtijd moet onder alle omroepen worden verdeeld. Online is altijd plek! Arieke van Liere gaat voor ons aan de slag met de invulling van het Instagram account, zij won de Afstudeerprijs Villamedia 2018 en is zeer talentvol.”
“Mensen die roepen dat ik mensen altijd in de rede val, geef ik groot gelijk”
Het type vraaggesprekken waarin Hertsenberg uitblinkt, is specifiek. “Ik heb ongeveer zes minuten de tijd om live in de televisiestudio een confronterend interview te doen, dus ik móet mijn gasten bij de les houden. Mensen die op Twitter roepen dat ik mensen altijd in de rede val, geef ik groot gelijk: er ligt een probleem op tafel en we moeten snel to the point komen. Het programma zou er niet beter van worden als ik iedereen laat uitpraten.”
Van kritiek trekt ze zich alleen iets aan als die terecht is. “Als ik vind dat ze géén punt hebben, kan ik het heel makkelijk naast me neerleggen. En ík ben degene die daarover oordeelt, hahaha, dat is ook wel aangenaam. Ze mogen me een bitch vinden, prima. Als ze een vraag hebben gemist waarvan ik inderdaad denk: damn, die had ik moeten stellen, trek ik me dat aan. In een split second maak ik heel veel keuzes. Als ik een bepaalde kant opga, is er niet altijd een weg terug, dat hoort er nu eenmaal bij.”
Waardering
Ze was Journalist van het Jaar 2009, dankzij de berichtgeving over de kredietcrisis en in het bijzonder de DSB Bank. “Het is alweer even geleden, maar die uitverkiezing heb ik zeker op prijs gesteld. Vooral omdat consumentenjournalistiek door journalisten van het harde nieuws niet altijd op waarde wordt geschat. Het is allerminst makkelijk en het is een heel waardevolle vorm van journalistiek: het gaat over de mensen voor wie je televisie maakt. Het is bij uitstek een manier van journalistiek bedrijven die alleen bij de publieke omroep kan. Opgelicht?! zou je nog kunnen maken bij een commerciële zender, want daarbij heb je niet met grote adverteerders te maken. Maar Radar? Vergeet het maar. No way. Dan kun je echt je werk niet doen.”
In het rustgevende Vierhouten, ver weg van alle televisiestudio’s, is Hertsenberg in haar vrije tijd gelukkig. De bekendheid waarvan ze nooit droomde, kreeg ze bij haar baan op de koop toe. “Als ik herkend word, kruip ik meer in mijn schulp. Ik vind het ongemakkelijk als mensen naar me staren. Maar: het levert ook weleens grappige situaties op, het is niet alleen kommer en kwel. Ik krijg altijd een buitengewoon goede service in een winkel. Als ik bijvoorbeeld iets wil ruilen, is dat bijna nooit een probleem. Meestal moeten de verkopers dan zelf ook lachen: o mijn God, heb ik dat, hahaha, staat zíj hier.”