Article header image
Article header image

André van Duin eert Jeroen te Nuijl

Bron: BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Topberaad over 30 jaar BM

Tekst: Erik Klap // Fotografie: Eelco Hofstra

Voordat BM-hoofdredacteur Jeroen te Nuijl als gespreksleider een set stellingen opwerpt, duiken we terug in de tijd. Sjors Fröhlich: “Wat deed ik dertig jaar geleden? Jeetje! Ik maakte in 1989 radio bij 3FM, nee Hilversum 3 heette dat nog. The Magic Friends was wat later. Ik werkte ook voor de NOS bij Met het oog op morgen.”
Ruud Hendriks: “Ik was toen programmadirecteur van RTL Véronique wat nog niet uitzond, want wij begonnen op 2 oktober 1989. Zo rond deze tijd kregen we net het eerste miljoen van Rob Out overgemaakt, waarna een aantal Luxemburgers ook zijn gaan storten. Het was een periode waarin Lex Harding en ik vooral contracten sloten met nieuwe medewerkers, terwijl we die eigenlijk nog niet konden betalen. Lex zei dan: ‘Wij zijn hoofdelijk aansprakelijk en ik zit wat beter in de slappe was, dus ik teken er drie, dan doen jij er één. Dus ik tekende bijvoorbeeld het contract van Catherine Keyl.”

Groepsfoto binnenin

Jeroen te Nuijl: “Wat verdienden zij toen?”
Ruud Hendriks: “Allemaal hetzelfde. Onze stelregel was: we gaan niet boven de ton betalen. Jan de Hoop, Catherine Keyl, Loretta Schrijver, Jeroen Pauw, Irene Moors en Caroline Tensen geloof ik ook, verdienden 85.000, 90.000 en 95.000 gulden in een driejarig contract.”
Georgette Schlick verontschuldigt zich: “Tussen al deze ikonen heb ik geen tekst. Ik was 18 en ging op mijn 17e rechten studeren in Utrecht.” Grijnzend: “Ik neem aan dat je niet wilt weten wat ik toen allemaal uitspookte.”
Gerard Timmer: “Ik zat in mijn eerste jaar als clubkid van Club Veronica. Mijn beste vriend zei: ‘Oh, dat is het jaar dat jouw ouders je hebben verkocht aan Rob Out.’ Ik begon als cameraman. Dat heb ik anderhalf jaar gedaan en vervolgens ben ik langzaam gaan produceren. Wij maakten Club Veronica, een magazine op zaterdagmiddag.”
Georgette: “Je bent echt gaan besturen, maar je was dus een maker.”
Gerard, strak in pak en lijf, lacht minzaam: “Daar zitten wel een paar jaar tussen Georgette. Maar diezelfde vriend zei ook, toen ik vorig jaar vijftig werd: ‘Je hebt eindelijk de leeftijd bereikt, waarnaar jij je al dertig jaar gedraagt.’ Hoe dan ook: ik ben altijd hartstochtelijk maker geweest. Producer, later uitvoerend producent. Toen ontmoette ik Bart de Graaff. Even later zat Bart met vier man in de garage van Willem Dubois wilde plannen te smeden. Op een bepaalde moment kwam de vraag aan de orde: ‘Maar wie gaat BNN dan leiden?’ Ze keken allemaal naar mij. Ik zei: ‘Dat heb ik nog nooit gedaan!’ Waarop het antwoord, in koor, was: ‘Ja, maar jij gaat het wel doen!’ Zo ben ik dus per ongeluk in die bestuurlijke rol terechtgekomen. Ik weet nog goed dat ik, zeker die eerste drie jaar, in de toenmalige Raad van Toezicht van de toenmalige NOS zat en bij momenten knap ongelukkig was in die rol. Het was een heel andere tijd.”

Stelling: Steevast wordt beweerd dat het medialandschap razendsnel verandert, maar fundamenteel gezien valt dat de laatste 30 jaar wel mee.
RH: “Nee, dat is natuurlijk niet waar. Er waren drie tv-zenders in Nederland. Vergelijk dat eens met het huidige aanbod. Er was nog geen internet. Dertig jaar geleden konden adverteerders niet zonder televisie. De publieke omroep had een marktaandeel van bijna honderd procent. Er was geen on-demand. Alle voetbalrechten zaten keurig bij Studio Sport. Ik denk dus dat er fundamenteel ongelooflijk veel is veranderd. Media zijn letterlijk, of je dit nu leuk vindt of niet, commercieel geworden. Nu wordt veel meer kwalitatief hoogwaardige televisie uitgezonden en ook veel meer pulp. Maar als je een beetje zoekt, kun je echt wel mooie programma’s vinden.”
GS: “Die fragmentatie heeft natuurlijk tot een volwassen industrie geleid, want al die content wordt nu veel gerichter voor allerlei doelgroepen op verschillende platformen gemaakt.”
RH: “De kijker en luisteraar is natuurlijk de grote winnaar van de afgelopen dertig jaar. Commerciële radiostations, zoals Sky Radio, zonden nog niet via de ether uit, maar op de kabel. Kijkers en luisteraars hebben nu zo veel meer keuze, ook op de persoon toegesneden. En dan hebben we het nog niet eens over je eigen playlist die volautomatisch door Spotify – of de BNR’s van deze wereld – voor je kan worden samengesteld.”
GT: “Eén ding noemde je niet. Verzuiling. Je kunt nu bijna zeggen dat dit niet meer bestaat, er zijn nog wel smaakgroepen waarop publieke omroepen zich moeten inrichten. En: er was nog geen tweerichtingsverkeer. Het zenden van toen, is het interacteren van nu geworden.”

“Het zenden van toen, is het interacteren van nu geworden”

SF: “Op radio zijn er bizar veel zenders bijgekomen. Waar die ontwikkeling bij televisie met on-demand al langer gaande is, zien we dit as we speak ook bij radio gebeuren, waarbij we veel meer kleine doelgroepen kunnen aanspreken. Bij audio zoeken we nu actief naar de verdienmodellen, maar het feit alleen al dat jij zelf je menu kunt samenstellen van wat je hoort, is natuurlijk wel een trend. Vroeger luisterde je op maandag naar de AVRO en op vrijdag naar Veronica. Punt. Nu bepaal je op de dag zelf wat je doet, dus dat is een wezenlijke verandering.”

Sjors Frohlich klein

Stelling: Dat zal de komende 30 jaar eigenlijk niet veel anders zijn.
SF: “Het zal nog harder gaan; de technologie helpt ons daar natuurlijk ongelooflijk bij. Dat proces stopt niet meer. Die technische distributie is zo belangrijk én bepalend van hoe al die programma’s en podcasts bij mensen terechtkomen. Misschien heb ik straks wel een koelkast die automatisch mijn favoriete radiostation aanpast als ik begin met koken. Maar de basis blijft: goede content. Je kunt innoveren tot je een ons weegt, maar je moet wel programma’s blijven maken die mensen willen horen of bekijken.”
RH: “Ik denk ook dat het exponentieel harder zal gaan. Gaming wordt gigantisch. Het toekomstperspectief voor kabelexploitanten is somber. Op dit moment is Elon Musk Starlink aan het opzetten, een netwerk van bijna 5.000 mini-satellieten waarmee je wereldwijd hoogwaardige videoverbindingen kunt realiseren. Dus waarom zou je nog een kabelabonnement nemen als je straks zonder schotel kunt kijken?

Netflix
“Ik denk ook dat kabelexploitanten onder druk staan door een speler als Netflix. Laten we het eens omdraaien. Stel dat het slecht gaat met commerciële televisie en dat Netflix tegen RTL zegt: ‘Luister, geef ons nou die reclame, wij betalen jullie x honderd miljoen per jaar en jullie zorgen ervoor dat jullie zenders alleen nog maar via Netflix te zien zijn.’ Dan wordt de rol van de kabelexploitant door Netflix, of dat soort partijen, overgenomen. Je zult dus zien dat de rollen gaan veranderen. Toen Netflix net kwam werd het als grote concurrent gezien, nu is dat eigenlijk een partner in crime, want de exploitant kan niet meer bestaan zonder Netflix. En straks verandert die rol misschien opnieuw.”

“Het is veel goedkoper geworden om een medium of zender te beginnen”

“Dat gebeurde dertig jaar geleden ook. Toen wij met RTL begonnen, moesten we sommige kabelexploitanten ook meenemen naar bordelen om de ernst van de situatie uit te leggen en legaal op de kabel te komen. Nu gaan er tientallen miljoenen naar de zenders toe! Het is letterlijk veel goedkoper geworden om een medium of een zender te beginnen. Kijk naar al die influencers met miljoenen aanhangers. Ik denk dus dat het alleen maar harder gaat. Het enige is: er zijn veel soorten media bijgekomen, maar er zijn geen media verdwenen. De krant bestaat nog steeds, zij het op een marginaler niveau. Ik denk dat ook televisie zal blijven bestaan, maar wel op een meer bescheiden niveau. Dat geldt ook voor radio.”

JtN: Eens?
GS: “Ja, volledig. Ik denk wel dat de fragmentatie verder doorzet. Maar als je met Netflix, Disney+, YouTube of het in aantocht zijnde Amazon praat, merk ik ook dat deze partijen worstelen met content. Bij Netflix is de voornaamste zorg: voldoende programma’s voor alle doelgroepen. Nu zit ik weer even op mijn eigen stoel als producent. Gek genoeg zie ik hier nog niet zo veel verandering in komen. De vraag is nog steeds: hoe ben je in staat om, weliswaar met steeds minder geld, content te maken voor zo veel mogelijk doelgroepen op zoveel mogelijk platformen. Dat maakt de rol van de contentmaker ook al anders. Daarnaast draait het om techniek, distributie én hogere volumes. Op de manier waarop al die inhoud tot je kan komen worden we waarschijnlijk enorm ingehaald. Maar het goede nieuws is: er moet content gemaakt blijven worden.”

Ruud Hendriks klein
GT: “Ik ben het absoluut eens met Georgette over het feit dat die content noodzakelijk is en blijft. De rol van de traditionele platformen zal slinken, maar tegelijkertijd is mijn overtuiging wel dat je die hele keten nodig hebt om kwalitatieve content te blijven verspreiden. Dan rijst vanuit de NOS de vraag: hoe serveer je dat zo slim mogelijk uit, want we willen al die doelgroepen blijven bereiken en bedienen. De complexiteit zit ‘m toch ook in slinkende budgetten. Je moet dus steeds inventiever worden, ook al omdat je de wetmatigheden van al die afzonderlijke, relatief nieuwe platformen moet leren begrijpen.”
RH: “Krimpen budgetten echt overal? Voor televisie kan ik me dat nog voorstellen, maar voor Undercover op Netflix was toch prima budget beschikbaar om kwalitatief hoogstaand drama te maken? Of kijk naar Mocro Maffia.”
GS: “Oeps, dan zal ik je meteen uit de droom helpen. Wij maken Mocro Maffia en ik kan je melden: die budgetten zijn verre van hoog.”
RH: “Nou, dan moet ik je mijn complimenten maken, want het ziet er allesbehalve goedkoop uit. Ik denk dat nu vooral partijen aan de on-demand kant profiteren. Allereerst Pirate Bay. In vergelijking tot Spotify is er nog geen partij die alles zo slim met video combineert als Spotify met muziek en audio, maar content blijft nodig. Ook straks als Disney+ naar Nederland komt. Als je daar als producent op kunt inspelen, ga je een gouden toekomst tegemoet.”

“De hele keten kruipt naar elkaar toe”

GS: “Nog even los van rechtenkwesties, maar als Disney+, Amazon, Netflix aan de weg willen timmeren met content, dan kunnen we in principe voor de hele wereld produceren. De praktijk is echter, dat wij vooral in gesprek zijn met lokale VOD-aanbieders die minder ruimte hebben om te kapitaliseren, dus daar zit ook een budgetbeperking.”
RH: “Ik mag toch hopen dat RTL met zenders in 21 landen Videoland laat samenwerken met andere on-demand platformen om straks echt met Netflix te kunnen concurreren.”
GS: “Ja, maar wat Gerard zegt is ook waar: de hele keten kruipt naar elkaar toe. De NPO gebruikt ook steeds vaker een publieke zender als eerste window en pas daarna gaat de serie – op het tweede venster – naar Netflix. Dat was twee jaar geleden echt onbespreekbaar. Nu gebeurt dat gewoon.”
RH: “Ik denk dat Talpa in Nederland een groot probleem heeft dat ze op dat terrein nog geen platform hebben.”
GS gedecideerd: “Dat komt.”
RH: “Maar dan zijn ze wel laat. In deze markt is het ook een beetje zo van: The winner takes it all. Zoals Uber in taxiland of Netflix de on-demand-markt domineert en Videoland een beetje kan meedoen… Als Talpa daarmee stand alone moet komen en niet, zoals RTL, op 21 landen kan terugvallen waarmee je gezamenlijk kunt inkopen, dan wordt dit een moeilijk verhaal.”

JtN: “Kan er over dertig jaar een dominante partij zijn die we nu nog helemaal niet kennen?”
RH: “Natuurlijk! YouTube, Spotify, Google of Netflix bestonden dertig jaar terug ook nog niet.”
GT: “Wij denken sterk aan de strijd tussen Europa en Amerika, maar de Chinese markt versus de Nederlandse is weer van een totaal ander kaliber. Nu redeneren wij nog vooral vanuit ons traditionele perspectief. Als je kijkt naar de grote spelers, waarvoor we allemaal een ‘beetje bang’ zijn én die een groot aandeel aan het verwerven zijn, dan zijn dit geen klassieke omroepbedrijven. Het zijn tech-organisaties die media gebruiken – en content nodig hebben – om data te vergaren die ze weer aan andere businessmodellen willen verbinden.”
GS: “Dat zijn eerder marketingtools.”
GT: “Waar wij op moeten letten is dat we de Nederlandse markt goed tegen die invloed wapenen. En daar zie ik best een grote dreiging de komende jaren.”

JtN: “Sjors, hoe zie jij dit op radio? Behoort BNR straks ook tot een grote tech-reus?”
SF: “Dat weet ik niet. Wij hebben zo’n tech-reus wel nodig op dit moment, want voor de exploitatie van onze podcasts hebben wij Spotify en i-Tunes gewoon keihard nodig. Als we dat allemaal op het leuke maar betrekkelijk kleine BNR-platform doen, dan scheelt dat ongeveer de helft van het aantal luister-acties. Als het om video gaat, is het wachten op een soort Spotify die al die zaken gaat combineren. Ik zie het bij mij thuis. Mijn kinderen willen Disney+, maar wij hebben al Netflix. En daar komt misschien nog meer bij. Veertig of vijftig euro per maand voor meerdere streamingdiensten wordt een beetje veel van het goede…”
RH: “Jullie Smart Radio is toch ook mede tot stand gekomen dankzij subsidie van Google.”
SF: “Die vorm van Artificial Intelligence is inderdaad onder meer bekostigd uit het Google DNA-Fund. Podcast doen we op eigen kracht. Het wordt eigenlijk alleen maar mooier. Een jaar of tien geleden schreven veel mensen radio af. Nu is audio overal. Ik zie de toekomst dan ook zonnig in.”

Georgette Schlick klein

Stelling: BM bestaat ook nog steeds over dertig jaar.
RH: “Als je met je tijd meegaat wel. Er is dan heel veel cast, maar weinig broadcast meer.”
GS: “Ik weet niet of het blad er dan nog is. Eén van de essentiële dingen die jullie natuurlijk ook doen is het doorontwikkelen naar andere platforms, onder meer met BM Talk, en met evenementen als BMS, Holland Beach Party of IMTC. In bepaalde opzichten is het vergelijkbaar met televisie, huidige successen zullen echt nog wel even blijven bestaan.”
GT: “Ik wil terug naar wat Ruud zei: dat het vooral cast gaat worden in plaats van broadcast. Broadcast zal best minder worden, maar ik blijf ervan overtuigd dat er content-types zijn die zich uitstekend lenen voor broadcasting. Met support van andere platformen, maar ik geloof nog niet dat ze zonder elkaar kunnen.”

EK: Doel je dan vooral op live-voetbal of The Voice-achtige shows?
GT: “Ja, live, evenementen en nieuws wil je samen beleven. Die functie blijft. Eén van de zaken die we nog niet hebben genoemd is vindbaarheid, ook om je merk-autoriteit – voor al die doelgroepen – in stand te houden. In dat opzicht zag ik iets verheugends. Als het gaat over nieuws zag je tot twee jaar terug dat voor nieuwe generaties de social mediakanalen nieuwsbron werden. Nu hoor je steeds meer dat we betrouwbare bronnen nodig hebben om het echte verhaal te horen. Tegelijkertijd zien we dat die platformen ook steeds meer betrouwbare bronnen aan zich willen binden, omdat ze daarmee zelf ook geloofwaardiger worden. Die beweging stemt me vrolijk. Je moet alleen ontzettend je best doen om die merk-autoriteit – en in ons geval ook de betrouwbaarheid – op peil te houden.”
GS: “Ik denk alleen dat die merk-autoriteit niet meer zo gekoppeld zal zijn aan een omroep. Het is nu al zo dat een programma meer status heeft dan een omroep.”

“Het is nu al zo dat een programma meer status heeft dan een omroep”

Stelling: Nederland blijft technisch en programma-inhoudelijk (lees: formats) één van de koplopers in de internationale media-industrie.
GS: “Ik zeg ja.”
RH: “In welk opzicht lopen wij technisch voor?”
GS: “Technisch niet.”
RH: “Ik zie ook niet zoveel innovatie uit Nederland komen.”

JtN: “United en NEP lopen internationaal toch voorop, bijvoorbeeld in 4K-registratie of Cloudproductie.”
GS: “NEP is een groot Amerikaanse bedrijf, dus daar is niks Nederlands aan, behalve dat ze een grote vestiging hebben op het Media Park. Er zijn wel bepaalde technische ontwikkelingen die in Nederland vleugels krijgen, maar die vloeien voort uit Amerikaanse investeringen. Hierin zijn wij een Ieniemienie-landje. Begrijp me goed, dat is helemaal geen diskwalificatie, want ik werk heel graag met iedereen samen.”

JtN: “En op het gebied van formats?”
RH: “Ik denk dat wij, omdat hits als Big Brother of The Voice uit Nederland komen, al snel de neiging hebben om te roepen dat we voorop lopen. Maar of er zoveel meer top-formats bij ons vandaan komen? Nou ja, misschien wel ten opzichte van landen van vergelijkbare omvang.”
GS: “Dat ben ik wel met je eens. Ik weet niet of Nederland nog tot de Top 3 behoort, maar je hebt UK, Amerika, Scandinavië en Nederland. Ik zie vooral – en ik denk dat dit echt zo blijft – dat wij een heel goed land zijn om te ‘piloteren’. Veel partijen willen een format hier testen omdat ons publiek toegankelijk én eerlijk is. Dus om iets te kunnen doorontwikkelen, blijft Nederland een belangrijk land.”
RH: “Dat was ook al zo met platenmaatschappijen die Amerikaanse of Engelse producties eerst in Nederland uitbrachten, voordat ze het verder in Europa gingen distribueren.”
SF: “Daar heeft Countdown nog behoorlijk van geprofiteerd.”
GT: “Maar dat zie je nu toch ook aan de aankondiging van Disney+: dat begint in Amerika, Canada én Nederland.”
RH: “Heeft dat er ook niet mee te maken dat er veel managementfuncties voor Disney+ uit Nederland gaan komen? Ze willen, vooral technisch, veel in Amsterdam-Noord gaan ontwikkelen.”
GT: “We hebben hier natuurlijk een goede technische infrastructuur, dus we zijn een prima testmarkt. Niet alleen omdat wij breedband op orde hebben, maar ook omdat wij bereid zijn te betalen voor on-demand abonnementen. We zijn een interessant experimenteer-land.”

Goedkoper produceren
GT: “We zien dat vooral onze facilitaire bedrijven bij mondiale sportevenementen wel met technische innovaties komen, ook omdat ze zich goed in de makers kunnen verplaatsen.”
SF: “Essentieel is dan wel dat ze cameramensen en regisseurs bij het ‘pakketje’ meeleveren om die vertaalslag te kunnen maken.”
GT: “In combinatie met die makers-capaciteit zijn we ook vaak in staat om goedkoper te kunnen produceren. Daar zijn we uiterst slim in.”
RH: “Dat is ook vaak een noodzakelijk kwaad, want onze budgetten zijn kleiner.”
GT: “Maar op dat gebied lopen we dus wel voor.”
RH: “Ik denk dat die ontwikkeling nog veel verder gaat. Bij Start Up Bootcamp maken we nu een mediaprogramma die voetbalsamenvattingen volledig geautomatiseerd produceert. Ik ben mijn omroep-carrière bij Studio Sport begonnen als Ampex-redacteur, ik mocht dus een samenvatting van 7 of 9 minuten maken. Zij hebben nu software ontwikkeld die luistert naar het publiek en het commentaar en kijkt naar het beeld, waardoor we een montage van 8 minuten kunnen maken. Is nog niet perfect, maar het werkt wel. Dit gaan we de komende jaren alleen maar verder verfijnen.”

Gerard Timmer klein

Stelling: Als ik mijn mediacarrière de laatste 30 jaar over zou mogen doen, dan deed ik het precies zo.
SF: “Honderd procent ja. Ik ben van de ene snoepwinkel tegen de andere aangereden. En dat gaat maar door. Ik prijs me gelukkig dat ik radio op de ouderwetse manier – met Nagra’s en bandjes – hebben mogen maken en dat wij nu Smart Radio produceren. Ik zou dezelfde afslagen opnieuw nemen. Nee, ik heb nergens spijt van.”

“Ik ben van de ene snoepwinkel tegen de andere aangereden”

RH: “Ik denk dat je bevoorrecht bent als je tot een generatie behoort die een aantal revoluties hebben meegemaakt. Commerciële televisie, opkomst van internet, commerciële radio. Ik zou zeker bij dezelfde bedrijven hebben willen werken, maar ik zou een paar dingen anders hebben gedaan… Nee, het Sport 7-project hoef ik niet nog eens mee te maken. Ik ben zestig, maar je kunt niet ondernemen zonder risico’s te nemen. En daar heb ik helemaal geen spijt van. Sterker nog, ik vind risico’s nemen en ondernemen nog steeds leuk.”
SF: “Ho ho, bij mij is zeker niet alles goed gegaan. Neem mijn carrière als tv-presentator… maar ik bedoel ermee: ook van zaken die niet vlekkeloos zijn verlopen, heb ik geen spijt. Daar leer je van en zo voorkom je dat je later je weer in die valkuil trapt.”
RH: “Sommige lessen zijn wel heel duur. Bij RTL en later ook bij Sport 7 geloofde ik nog wel in revolutie, nu ben ik meer van de evolutie.”
GS: “Ik vind spijt sowieso een nutteloos gevoel. Ik heb geen spijt, maar ik zou het misschien beter in een andere volgorde hebben kunnen doen. Ik heb geleerd van mijn struikelen, maar dat hoef ik niet nog een keer mee te maken. Aan de andere kant: ik had het ook niet willen missen. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat ik pas aan de vooravond sta van allemaal nieuwe avonturen, dus stel mij deze vraag nog eens over 30 jaar.”
GT: “Nee, ik zou het niet zoveel anders doen.”
GS: “Jij bent smetteloos!”
GT: “Totaal niet! Ik heb wel een boeiende carrière die zich totaal niet laat voorspellen of uitschrijven. Ik heb fantastische kansen gekregen en ik heb ook risico genomen, maar ik was en ben ook bereid om risico te nemen. Dit wil overigens niet zeggen dat ik op alles even trots ben. Maar het hoort wel bij wie ik ben. Er zijn dus ook omgevingen waar ik minder goed pas. Of waar ik minder op blauwe ogen zal vertrouwen. Maar dat zijn de lessen van het leven. Ik kijk nog altijd met een beetje nare nasmaak terug op mijn tijd bij SBS, bij radiozender Caz. Maar daar heb ik wel mijn echtgenote leren kennen met wie ik nu twee prachtige kinderen heb, dus ja: You win some, you lose some.”
GS: “In de dingen die wij op onze posities doen kan dat eigenlijk ook alleen maar als je bereid bent risico te nemen. Dan kun je onderweg een keer struikelen.”
RH: “De dure lessen van Sport 7 pas ik nog bijna dagelijks toe. Dat moest ‘groots’ beginnen. Revolutie! Nu test je klein en alleen als je product market fit bent, dan rol je het groot uit. We hadden Sport 7 op een klein kanaal met handbal of korfbal moeten beginnen en gestaag moeten uitbouwen.”

Klein beginnen
RH: “Toen we bij RTL begonnen, hadden we weinig grote namen en moesten we klein beginnen. In de eerste maanden scoorden we 8 procent marktaandeel; daar werd een beetje lacherig over gedaan, maar in die periode lieten we de kabeldistributie groeien en leerden we veel en snel bij. Toen we het een beetje doorhadden, kwam Joop van den Ende met zijn programma’s en presentatoren en stoomden we door naar 32 procent.”

Stelling: Ik kijk uit naar de toekomst. Of: Ik hou mijn hart vast voor wat de toekomst gaat brengen.
SF: “Als het antwoord twee is moet je onmiddellijk stoppen. Ik ben juist heel erg benieuwd naar wat er allemaal gaat gebeuren. Als ik naar de publieke omroep kijk, houd ik mijn hart wel een beetje vast. Wanneer hakt de politiek daar nu eens echt een goede knoop door? Gaan we het met de NOS regelen? Met de NPO? Of met de individuele omroepen? Ook in de meest recente plannen zitten alle straatgevechten alweer ingebakken.”
GT: “Ik zit hier natuurlijk niet namens de NPO, maar op abstractieniveau kan ik alleen maar enthousiast worden over de toekomst, vooral dankzij alle technologische mogelijkheden. Ik kijk met grote gretigheid naar de snelheid waarmee we nieuws kunnen brengen. Maar ik maak me ook zorgen over de toekomst van de publieke omroep, want de huidige plannen geven geen duidelijke antwoorden. Er zit een grote bezuiniging aan te komen en het staat dus opnieuw financieel onder druk. Ik maak me zorgen over de specifieke functie van de NOS om tot een goede brede nieuwsvoorziening te blijven komen. Wij lijken één van de keuzes te zijn, in plaats van dat er echt een duidelijke keuze wordt gemaakt van wat écht bij de publieke omroep hoort. Ik maak me ook druk over het sportrechten-pakket. We zijn innovatief, maar we moeten het ook benoemen, want die zorg is er nu eenmaal.”

Omslagpunt
GS: “Ik kijk ook met spanning uit naar wat komen gaat. Mijn zorg gaat ook uit naar het feit dat we in zo’n klein land zo moeilijk doen over het verbeteren van samenwerking. We zitten allemaal in die keten – waarbij wij weten dat concurrentie nadert – en toch omarmen we elkaar niet echt. Ergens moet een omslagpunt komen. Niet alleen om ons te verdedigen tegen die buitenlandse media-invasie, maar ook voor ons eigen bestaansrecht. Om beter te worden in ons vak.”
RH: “Over 30 jaar ben ik 90! Dan hoop ik te hebben meegemaakt dat er mensen op Mars hebben rondgelopen, mensen permanent op de maan wonen en dat kwantuminternet, wat nu in de kinderschoenen staat, fantastische nieuwe kansen biedt. Intussen denk ik ook dat het tijd wordt dat we als land een beslissing nemen: vinden wij dat we een publieke omroep nodig hebben, dan moeten we dat als maatschappij gewoon financieren, simpelweg omdat wij het belangrijk vinden dat we een betrouwbare publieke omroep hebben in een goede journalistieke bedding. Stop met reclame. En.. het kan. Kijk naar de New York Times. Nu 2.5 miljoen digitale abonnees, dus veel meer online inkomsten dan uit de papieren krant. Zo lang je maar de juiste content brengt!”

Over de sprekers:

Ruud Hendriks – Na klussen voor zeezenders Radio Mi Amigo en Radio Caroline, werd hij redacteur Studio Sport, tv-presentator Info (Veronica), initieerde hij Veronica Nieuwsradio en presenteerde AVRO’s Televizier. Hendriks zette, terug bij Veronica, Nieuwslijn op. Samen met Patrick Cox schreef hij het businessplan waaruit RTL-Veronique voortvloeide. In 1992 werd hij directeur van NBC Superchannel en eind 1993 lid van de Raad van Bestuur van Endemol. Twee jaar later was hij één van de oprichters van Sport 7. Ondanks die domper bleef hij actief in de media. Eind april 2007 lanceerde Hendriks met Frits Barend, Pieter Storms en Derk Sauer het tv-station Het Gesprek. Dit werd geen succes. Vanaf 2011 was hij te horen bij BNR Nieuwsradio waar hij Zakendoen met Ruud Hendriks en BNR Mediazaken presenteerde. Hendriks is ook mede-oprichter van Startupbootcamp, Innoleaps en The Talent Institute.
Gerard Timmer – Na zijn periode als maker bij Club Veronica richtte hij met Bart de Graaff BNN op, waarvan hij tot 2005 voorzitter was. Timmer werd in 2004 gekroond tot Omroepman van het Jaar. Na een uitstapje bij de radiozenders van SBS keerde hij in 2007 terug bij de publieke omroep, als directeur tv-programmering NPO. In 2014 werd Timmer algemeen directeur van BNNVARA en sinds 1 mei 2018 is hij algemeen directeur van de NOS, waar hij Jan de Jong opvolgde.
Sjors Fröhlich – Hij begon in 1982 als radiodeejay bij de NCRV, waar hij op Hilversum 3 onder meer Tussenuur, Paperclip en (met Peter Plaisier) The Magic Friends presenteerde. Later, op Radio 2, volgde Cappuccino, opinieprogramma Stand.nl (Radio 1), waarvan ook een tv-versie verscheen. Bij de NOS werkte hij mee aan Langs de Lijn en volgde de Ronde van Frankrijk in Radio Tour de France. Na een pittige periode met stemproblemen, koos hij voor een rol achter de schermen. Sinds februari 2013 is Fröhlich hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio.
Georgette Schlick – Na haar rechtenstudie belandde ze als manusje van alles bij producent Palm Plus. Ze maakte de overstap naar het bedrijfsleven (als directeur van detacheerder Brunel) en keerde pas tien jaar later terug in tv-land, als directeur van Dutchview. Het runnen van dat facilitaire bedrijf verruilde ze voor een topbaan als CEO bij SBS, waar ze na anderhalf jaar moest vertrekken. Na een poosje in de luwte, keerde ze terug als CEO van Blue Circle, de Nederlandse dochter van Fremantle, en een van de grootste tv-producenten van onder meer RTL Boulevard, Boer Zoekt Vrouw, Holland’s Got Talent en Heel Holland Bakt.

Bericht delen