dinsdag 16 januari 2018

Commerciële media stappen naar Europese Commissie

In hoger beroep heeft de Raad van State woensdag geoordeeld dat de minister met de in 2010 gevolgde goedkeuringsprocedure voor nieuwe diensten van de publieke omroep voldoet aan de afspraken die haar voorganger begin 2010 met de Europese Commissie heeft gemaakt. De uitspraak volgde in een zaak tussen de brancheverenigingen van commerciële media en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De commerciële media vinden dat de minister de Europese regels te beperkt uitlegt en dat de belangen van de private sector daarom onvoldoende worden meegewogen. De commerciële media stappen daarom naar de Europese Commissie.

De brancheverenigingen van commerciële omroepen (VESTRA), commerciële radio (VCR) en nieuwsbedrijven (NDP Nieuwsmedia) daagden de minister van OCW in 2010 voor de rechter. Uit de Europese Omroepmededeling en de beschikking van de Europese Commissie van 26 januari 2010 volgt dat de minister in een goedkeuringsprocedure voor nieuwe diensten van de publieke omroep de publieke meerwaarde van de diensten moet afwegen tegen de veroorzaakte marktverstoring.

Omdat de minister in de eerste goedkeuringsprocedure die daar op volgde zelf geen onderzoek liet verrichten naar de markteffecten, vinden de commerciële media dat de minister niet conform de Europese Omroepmededeling en voornoemde beschikking handelt. In de ons omringende landen zijn nieuwe diensten van de publieke omroep aan een veel zwaardere goedkeuringsprocedure onderworpen.

Het fiat van de Raad van State aan de gevolgde goedkeuringsprocedure heeft tot gevolg dat de minister de marktverstorende effecten van nieuwe diensten van de publieke omroep niet zelf hoeft te onderzoeken. Alleen marktpartijen die op eigen initiatief en voor eigen rekening onderzoek laten verrichten, hebben in een bezwaar- en beroepsprocedure de mogelijkheid om aandacht voor marktverstoring te vragen.

De commerciële media zijn van mening dat die gang van zaken onvoldoende waarborg biedt voor private media en daarmee een pluriform medialandschap in gevaar brengt.

De uitspraak betekent een voortzetting van het beleid van voormalig minister Plasterk, die bij de totstandkoming van de Europese Omroepmededeling al een actieve – maar mislukte – lobby voerde onder zijn buitenlandse collega-ministers om een verplichte markttoets voor nieuwe diensten van de publieke omroep te voorkomen.

Met de zeer restrictieve uitleg van de Europese regels is een serieuze markttoets op dit moment van de baan en ligt strijd met de staatssteunregels op de loer. De commerciële media wordt immers noodzakelijke speelruimte ontnomen, zo vinden zij. De commerciële media zullen deze kwestie aankaarten bij de Europese Commissie.

Bron: Nederlands Uitgevers Verbond/Broadcast Magazine

Bericht delen