De tools en looks

Voor het maken van de look ben ik op zoek gegaan naar wat ‘werkt’ voor het programma. Zo zou bijvoorbeeld een zachte, fleurige look niet fijn aanvoelen. Ook heb ik met de regisseur overlegd dat het best wat meer de filmische kant op mocht gaan met veel contrast. Dan begin ik met het bouwen van de look en het uitproberen van verschillende dingen. Het helpt om veel content te kijken en veel te maken, want zo ontwikkel je langzamerhand een gevoel voor wat wel en wat niet zou kunnen werken.

Met het kleurpaneel (de tool die ik gebruik om te kleuren) kan een heleboel, maar in de basis wordt met het grote paneel op het bureau het beeld in 3 zones van helderheid opgehakt. Daardoor kan ik de helderheid en kleur van donkere partijen, middenpartijen en lichte partijen apart aanpassen. Zo zijn de schaduwen in de look allemaal wat blauwig en de lichtste delen neigen iets naar warmgeel, zoals je ook bij veel films tegenkomt. Dit is al een belangrijk deel van de look van het programma, maar is niet alles. Contrast aanpassen doe je door lichtere en donkerdere delen verder uit elkaar te halen of juist meer naar elkaar toe te trekken.

Over het hele beeld ligt nog een zilverachtige filter. Het idee stamt uit de tijd van de analoge film. Bij sommige films (bijvoorbeeld Saving Private Ryan) werd een stap in de ontwikkeling overgeslagen, waardoor zilverkristallen die ontstaan op de filmstrip niet helemaal werden weggespoeld. Die zilverachtige laag zorgt ervoor dat het beeld meer contrast heeft dan de bedoeling is, en kleuren wat meer vervaagd lijken.
Dit idee heb ik nagemaakt en in een hele lichte mate toegevoegd aan de look. Het is in feite een kopie van het beeld wat in zwart-wit over het origineel heen wordt gemengd. Ik doe het vooral voor het volle contrast wat het oplevert, dus voor de kleuren die wat vervaagd raken, heb ik weer wat verzadiging gecompenseerd.

Verder is groen een kleur die je veel tegenkomt door alle natuur die je ziet in dit seizoen. De mooie omgevingen mochten extra levendig aanvoelen. Daarom heb ik alle groentinten wat rijker gemaakt. In de kleursoftware zitten tools om specifieke kleuren te selecteren. Daarvoor is wel wat voorzichtigheid nodig, want voor je het weet krijg je last van beeldruis. Groen is meer verzadigd, maar ook wat donkerder. Dat geeft een natuurlijker en meer indrukwekkend effect dan alleen maar de verzadiging omhoog gooien. Niet alleen groen, maar ook rood/oranje heb ik op deze manier aangepast. Dat helpt bij de huidskleuren, én oranje komt ook met enige regelmaat terug in de tempels en gewaden. Dat alles maakt de kern van de look voor De Mol.

Daarna komen er nog allerlei andere dingen bij kijken die afhankelijk zijn van smaak en hoeveel tijd er staat voor een aflevering. Soms moet je keuzes maken als het té krap wordt. Tijdens het kleuren van de aflevering gaat de look op elk shot. Dan is het belichting, contrast en witbalans voor elk shot op peil brengen. Vragen die ik aan de regisseur stel zijn bijvoorbeeld of hij donkere scènes donker genoeg vindt, of dat we het echt wel mogen pushen. 

Denk voor dit seizoen aan de overval in aflevering 2 of het spookhotel in aflevering 8. Zijn er nog maskers nodig om echt een deel van het beeld aan te passen, of is alles expres zo uitgelicht? Datzelfde geldt voor gekleurd licht. Daarnaast vind ik het heel gaaf als er van dat ‘felle’ groenige TL-licht wordt gebruikt, maar is dat noodgedwongen gebruikt en moet ik het eruit halen? Of is het onderdeel van de sfeer en juist expres gekozen?
Zo ontstaan er snel veel afwegingen die je moet maken. Daarom probeer ik zo veel mogelijk iemand erbij te hebben als ik aan de eerste aflevering van een serie met nieuwe look werk. Zo komen we eruit wat de bedoeling is zodat we op één lijn zitten voor een mooi resultaat.

Sander de Lange
Colorist bij EMG