Spelmaker: Evenementenlijst
Nederlanders zijn generaties lang opgegroeid met gratis sport. De kabeltelevisie van de jaren ’70 en ’80 was onze troefkaart: bijna elk huishouden had toegang tot een royaal zenderpakket. Betaalmuur? Die kenden we niet. De infrastructuur, jarenlang een van de beste van Europa, maakte gratis sport kijken vanzelfsprekend, zonder hinder van abonnementen of exclusieve streaming platforms.
De overheid bakende het ‘recht’ op het kijken naar sport zelfs wettelijk af. De Evenementenlijst in de Mediawet garandeert dat evenementen met een aanzienlijk belang voor de samenleving vrij te bekijken zijn. Denk aan het WK en EK voetbal en de Olympische Spelen. Maar ook de finales van Wimbledon en Roland Garros staan op de lijst, evenals de WK’s en EK’s zwemmen, atletiek en hockey en de wedstrijden van de Nederlandse clubs in de Champions League en Europa League. De Elfstedentocht staat er ook op.
Een evaluatie van onderzoeksbureau Dialogic, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW, concludeerde vorig jaar dat de Evenementenlijst te omvangrijk en te weinig toekomstbestendig is. Het advies: beperk de lijst tot enkele mondiale topevenementen. Want hoe langer de lijst, des te minder waard de sportrechten.
De free-to-air-verplichting drukt namelijk de marktwaarde: als een zender het evenement gratis moet tonen, beperkt dit de uitbaatmogelijkheden (zoals exclusieve exploitatie). En dat raakt sportbonden, clubs en atleten direct in hun portemonnee; daardoor is er minder geld beschikbaar voor faciliteiten, talentontwikkeling en vergoedingen.
Er is een kentering zichtbaar, want de
betaalbereidheid neemt toe
Er is een kentering zichtbaar, want de betaalbereidheid neemt toe. Nederlanders sluiten massaal abonnementen af: gemiddeld 1,7 streamingabonnement per huishouden, goed voor een Europese top 3-notering. Als het om sport gaat, geldt die betaalbereidheid vooral voor de grote publiekstrekkers: voetbal en Formule 1. De vraag blijft: is topsport een publiek goed of een handelsproduct? Moet íedereen het kunnen zien, of alleen wie ervoor betaalt?
Sport heeft een belangrijke maatschappelijke functie: het brengt mensen bij elkaar, versterkt saamhorigheid, maakt dat we vreugde en verdriet kunnen delen, het zorgt voor inspiratie en trots, onze succesvolle sporters zijn een uithangbord voor ons land. Evenementen als de Olympische Spelen en het WK en EK voetbal moeten breed toegankelijk zijn. Dat zijn onze kroonjuwelen. Is het WK zwemmen of een finale van Wimbledon van aanzienlijk maatschappelijk belang? Of een Europese voetbalwedstrijd van PSV, Feyenoord of Go Ahead Eagles? Het ligt eraan wie je de vraag stelt, maar objectief gezien is het antwoord ontkennend.
We moeten de Evenementenlijst niet wegpoetsen, maar slimmer vormgeven; met minder vanzelfsprekendheid, meer strategisch inzicht en oog voor de veranderende waarde van sport in de samenleving. De echte kracht van topsport ligt niet alleen in gedeeld enthousiasme, maar ook in haar vermogen om investeringen terug te laten vloeien naar de basis, naar bonden, clubs en atleten. Als een heldere, beperkte Evenementenlijst die economische groei en maatschappelijk draagvlak in balans houdt, is sport straks niet langer een vanzelfsprekend recht, maar een gezamenlijke keuze: soms gratis, soms betaald, maar altijd met een waarde die klopt voor iedereen.
Marcel Beerthuizen
Marcel Beerthuizen is directeur van Ziggo Sport. Als vaste columnist van BM deelt hij zijn visie op sport, media en marketing.