Scholten Scoort: Ode aan Wytse
vrijdag 11 juli 2025

Scholten Scoort: Ode aan Wytse

Ik ben het huis van mijn ouders aan het leegruimen. Dat is al een emotioneel proces op zich. Ik ben er geboren en mijn ouders zijn nooit verhuisd. Maar omdat ik de dozen niet via de voordeur naar buiten draag, maar via de achterdeur, kom ik ineens op het achterpad terecht. Het pad waar ik als kind altijd het huis verliet om te gaan buitenspelen.

Dat achterpad, aan de Karel Doormanlaan in Papendrecht, is gemaakt van betonnen tegels van 90 x 60 centimeter en loopt langs een rijtje van 6 huizen uit 1968. En als je dat pad volgt, kom je op een klein pleintje. Niet veel meer dan 4 garagedeuren en wat beton, maar voor mij was het het centrum van het universum. Tussen mijn 4e en mijn 14e bracht ik daar misschien wel 80% van mijn vrije tijd door.

We speelden eindeloos met een bal. Hooghouden, overkoppen, partijtjes met vriendjes uit de buurt. Guido Donk, Ivo Priem, Jan Pieter Laauwen… Tussendoor luisterden we naar Langs de Lijn op een klein, krakend radiootje. Tijdens de muziek speelden we gewoon door. Maar zodra een commentator aan het woord kwam, lieten we de bal rollen, hurkten we neer en hoopten we op die magische zin: “We gaan naar Rotterdam, naar de Kuip.” Dan luisterden we of Michel Valke, Peter Houtman of Andrej Jeliazkov had gescoord.

Hij doet waar ik als kind (en nu nog) van droomde

Daar, op dat pleintje, is mijn mediadroom geboren: ik wilde voetbalcommentator worden. Niet op televisie per se, gewoon: de stem zijn die de spanning vangt. Die de magie overbrengt. Het is er nooit van gekomen. Maar die droom is nooit helemaal verdwenen.

De laatste maanden werd dat ineens weer zo mooi duidelijk. Ik heb zó ongelooflijk jaloers en bewonderend zitten luisteren naar Wytse van der Goot bij Ziggo Sport. Zijn commentaar bij de Champions Leaguewedstrijden Barcelona-Inter en Inter-Barcelona was magisch. Niet door bombast of effectbejag, maar juist door precisie. Door rust. Door gevoel. Hij doet waar ik als kind (en nu nog) van droomde.

Wytse heeft de gave om net iets voor jouw eigen gedachten te zijn. Hij zegt precies wat jij denkt, vlak voordat je het denkt. En wat nog knapper is: hij geeft me het gevoel dat ik live getuige ben van geschiedenis. Niet pas achteraf, zoals bij het EK van ’88. Nee, tijdens de wedstrijd voel ik al: dit is een moment dat blijft hangen en dat komt door Wytse.
Hij strooit niet met feitjes om indruk te maken. En tóch leer ik iets over een speler, een club, een stadion. Het is precies goed gedoseerd. Het voelt nooit als opscheppen, eerder als delen. En dat is zeldzaam.

En dan is er nog iets. Als ik ‘Van der Goot’ hoor, denk ik niet alleen aan Wytse. Dan denk ik aan zijn vader Leo. Ooit programmadirecteur bij RTL. En de man die mij onder het genot van een broodje kroket in zijn kantoor in Kerkelanden vertelde dat mijn presentatiecontract niet werd verlengd. Een mokerslag toen, met een hypotheek en 3 kinderen – en ik kon opnieuw beginnen.

Maar hij gaf me daarmee ook de harde duw richting een carrière achter de schermen, die uiteindelijk veel beter bij me bleek te passen.
Dus: dankjewel, Wytse. Voor je stem, je timing, je vakmanschap. Jij bent de reden waarom ik mijn Ziggo-abonnement niet inruil voor een misschien goedkopere variant ergens. En dankjewel, Leo. Voor je oordeel destijds, maar vooral dat jij en José Wytse op de wereld hebben gezet.

Matthias Scholten
Matthias Scholten startte zijn mediacarrière als applausmeester. Na een corporate RTL-leven bedenkt hij nu ‘leuke dingen’

Bericht delen