Manon van der Hoek geeft meteen haar visitekaartje af: “Ik heb een enorme passie voor deze industrie. Als ik naar mijn voorgangers kijk, zijn dat zelf producenten geweest die van de vloer komen. Dat ik dit nu vanuit mijn juridische achtergrond mag doen – maar ik zit er niet als jurist hè! – voelt wel heel goed. Ik vind het hartstikke leuk het ambacht van de producenten te kunnen vertegenwoordigen, juist nu het zulke spannende tijden zijn.”
Je zou ook kunnen denken: dit is niet bepaald het beste moment om aan zo’n voorzittersfunctie te beginnen.
“Het is wel intensief, ook in mijn ‘gewone werk’ bij Fremantle is echt sprake van topdrukte. En dat hoor je eigenlijk van iedereen. Maar ik voel: we staan op een keerpunt, er gaat heel veel veranderen. We moeten intern, in Den Haag en in het buitenland écht met elkaar samenwerken om in die top 3 van formatexporterende landen te blijven, maar ook op het gebied van scripted mee te gaan met de ontwikkelingen. Je ziet dat de Scandinavische landen, die al tien jaar lang echt in scriptontwikkeling investeren en scenarioschrijvers goed betalen, ons eigenlijk voorbijschieten. In België heb je tax shelters waardoor veel wordt geïnvesteerd. Dus ik denk: verdorie, we moeten wel echt stappen maken. We kunnen niet op onze lauweren rusten en afwachten wat er allemaal op ons afkomt.”
Eyeworks
Ze mag dan zelf geen achtergrond als programmamaker hebben, Manon van der Hoek is wel degelijk vertrouwd met de productiesector. “Na mijn rechtenstudie in Groningen zei een professor, die overigens ook de scriptiebegeleider was van Wilfred Genee, tegen me: ik heb contacten bij Endemol, ze zoeken daar een jurist, is dat iets voor jou? Zo kwam ik daar terecht als junior. Leuk, maar ik wilde een bredere basis in de advocatuur, waarna ik vier jaar bij een middelgroot kantoor in Enschede heb gewerkt. Toen ik een vacature bij Eyeworks langs zag komen, dacht ik: daar staat mijn naam boven!”
Van der Hoek ging als 29-jarige aan de slag bij het snelgroeiende, ondernemende bedrijf. “Een sprong in het diepe, waarbij ik al snel veel verantwoordelijkheden kreeg en uiteindelijk hoofd juridische zaken werd. Een mooie tijd onder leiding van de drie ‘R-en’ (Robert van den Bogaard, Ronald van Wechem en Reinout Oerlemans, red.) met talloze deals en overnames, waarbij ik veel heb geleerd en lol heb gehad. Na de overname door Warner Bros. ben ik gebleven en business director geworden van de scripted afdeling, films vooral. Vervolgens sprak ik Georgette Schlick een paar keer in NCP-verband en vroeg ze mij naar Fremantle te komen. En Georgette kan best overtuigend zijn, dus daar ging ik… Wat ik ook leuk vond: bij Fremantle kreeg ik te maken met de combinatie van scripted en non-scripted en zat ook België erbij. Ondanks dat ik met ongelooflijk veel plezier terugkijk op de Eyeworks- en Warner-tijd en de collega’s, heb ik er geen seconde spijt van gehad”, aldus de huidige director business en legal affairs.
Enthousiast
NCP-directeur Arie Landsmeer, ook aanwezig bij het gesprek, schiet in de lach: “Grappig dat je dat vertelt, want ik ben ook door Georgette gestrikt, maar dan voor de NCP. En dan wil ik meteen even benadrukken dat Manon er echt met kop en schouders bovenuit stak toen de opvolging van Willem Zijlstra als voorzitter ter sprake kwam. Ik was daar eerlijk gezegd best verbaasd over. (Grijnzend) Producenten blijven natuurlijk eigenheimers, maar niemand heeft gezegd: ze is geen producent, wat moeten we met haar? Iedereen was heel enthousiast en ook erg blij dat Manon het wilde doen.”
Van der Hoek: “Het fijne is dat iedereen in het bestuur zijn of haar eigen expertise heeft en we elkaar mooi aanvullen. Creatieven willen gewoon maken, klaar. Maar dan is het wel handig wanneer iemand zegt: als je dít nu afspreekt, betekent het wel dat je volgens de voorwaarden dát niet meer kunt doen. Ik vind het leuk om van producenten te horen waar ze tegenaan lopen en ben dan van de dealmaking.”
“Laten we nou eens afspreken
hoeveel omroepen moeten
besteden bij producenten”
Er ligt veel op je bord. Wat heeft topprioriteit?
Van der Hoek: “De zogeheten Samenwerkingscode, die moet voortvloeien uit het overleg tussen de publieke omroepen, de NPO, het ministerie van OCW en de producenten.”
Landsmeer: “Eén van de punten is: laten we nou eens afspreken hoeveel omroepen moeten besteden bij producenten. Als we dat nu op een bepaald minimum niveau houden, dan heb je daar in elk geval geen omkijken meer naar. In zijn brief van alweer anderhalf jaar geleden heeft minister Slob gezegd dat de positie van buitenproducenten moet worden verbeterd en is de bestedingsverplichting van 16,5 naar 25% gegaan. Nu gaat de discussie nog over de grondslag waarover: is dat over het hele NPO-budget van ruim een miljard, over de ongeveer 740 miljoen die de NPO krijgt van OCW of over een lager bedrag?”
Rompslomp
Van der Hoek: “Succesvolle formats komen voor 90% bij buitenproducenten vandaan, dat vraagt om zoveel mogelijk duidelijke randvoorwaarden en spelregels. De NCP zegt: als iets een succes is, moet het wereldwijd uitgerold kunnen worden en producenten zijn daar zelf heel goed in. Maak dan vervolgens afspraken over hoe omroepen daarvan kunnen meeprofiteren. Zo houdt iedereen zijn core business. Maar er ontstaat nu veel te veel administratieve rompslomp; twintig, dertig, veertig pagina’s voor een contract is niet ongebruikelijk, ik weet er alles van. Laten we nou heldere afspraken maken die voor iedereen leesbaar en begrijpelijk zijn.”
Als het gaat om programmarechtenexploitatie zit het publieke Dutch CORE op het vinkentouw. Wringt het daar ook?
Landsmeer: “Zeker. Dutch CORE kan voor een aantal producenten heel handig zijn omdat ze via hen programma’s in het buitenland kunnen verkopen, maar veel producenten zijn daartoe zelf veel beter in staat. Wat je in elk geval niet wilt, is gedwongen winkelnering. Daarnaast kun je vraagtekens zetten bij de 30% fee die Dutch CORE in rekening brengt. De discussie daarover krijgt waarschijnlijk ook zijn weerslag in de Samenwerkingscode.”
Van der Hoek: “Als ik kijk naar de historie en de praktijk vanuit Fremantle: we hebben een grote internationale tak met top of the bill professionals uit de hele wereld die elk gebied en alle betaalde prijzen kennen. Dan kun je hier wel flink gaan investeren, maar dat ga je dan echt niet beter doen. Alleen in bepaalde niches, zoals films, kan het misschien wel werken.”
Meeliften
Moet de NCP die rechtenexploitatie niet gewoon zelf ter hand nemen, als brancheclub?
Beiden in koor: “Nou, dat is weleens geopperd. Het zou best kunnen dat we daar weer eens naar kijken, maar zoiets opzetten, kost veel tijd en energie; en het is onze core business niet. Als je ziet hoe kostenefficiënt die grote partijen dat doen, met al die contacten en expertise, dan kun je daar waarschijnlijk beter op meeliften, een marktconforme fee mee afspreken en de opbrengsten verdelen tussen zender en producent.”
“Onze focus is: Nederland is
een land om van te kopen,
maar ook om naartoe te komen”
Een ander cruciaal thema dat de NCP-gemoederen bezighoudt, is het opzetten van een zogeheten Garantiefonds. Van der Hoek: “De pandemie is niet te verzekeren, dus onze leden lopen echt enorme risico’s. Als een productie wegens corona uit- of stilvalt, dan kijken ze aan tegen enorme meerkosten. We zijn nu naar een goede balans aan het zoeken tussen zenders en producenten om in navolging van de filmwereld tot een Garantiefonds te komen, ook in afstemming met OCW.”
“Wat me soms wel stoort, is dat je een soort framing ziet van producenten versus andere makers, dat het twee verschillende groepen zijn”, vult Landsmeer aan. “Dat is onzin, een waanidee; we zijn onderling van elkaar afhankelijk, we willen allemaal blijven produceren. Het besef dat we dezelfde richting op willen, zou er meer moeten zijn, ook bij de omroepen.”
Groeien
Van der Hoek knikt. “We zitten met de hele branche in hetzelfde schuitje, met in totaal twintigduizend banen waarvan tienduizend zzp’ers. Die willen we echt behouden en liever nog flink laten groeien. Als je ziet dat zo’n klein land met relatief zo weinig middelen al zo goed op de kaart staat, dan vind ik dat fantastisch en gaat het over de hele linie eigenlijk best goed. We kunnen nooit concurreren met de mondiale budgetten, dus we moeten dat creatief en op een slimme manier aanpakken, dat moeten we blijven behouden. Onze focus is: Nederland is een land om van te kopen, maar ook om naartoe te komen. Zoals de film Dunkirk gedeeltelijk in Nederland, op Urk, is opgenomen; dat dient als lichtend voorbeeld. En dat we voor de streamingpartijen interessant blijven.”
Landsmeer: “Daar zit een investeringsverplichting aan te komen, waarbij de streamers een gedeelte van hun in Nederland gehaalde omzet, waarschijnlijk 6%, ook hier weer moeten investeren. Dat voorstel ligt nog steeds bij het ministerie, maar de verwachting is dat het nieuwe kabinet dit heel snel zal behandelen, want het komt voort uit een politieke wens. Ondanks het feit dat die verplichting er nog niet is, investeren die partijen al wel behoorlijk.”
“We hebben gelukkig ook nog steeds een goede naam als testmarkt. Als het in Nederland werkt, werkt het ook vaak in andere landen”, beseft Van der Hoek. “Uiteindelijk willen we product dat scoort en investeringen in nieuwe ideeën, en daar hebben we elkaar allemaal bij nodig. Als een producent Nederland beter op de kaart zet, liften we daar ook weer allemaal op mee, blijft onze proeftuinfunctie in stand en komt er geld deze kant op; dat is wat we willen.”
Volwaardige rol
Waar moet de NCP over pakweg drie jaar staan, wanneer ben jij tevreden?
“Als we onze positie in de top 3 van formatexporterende landen hebben weten te behouden en te versterken, als die twintigduizend banen in onze branche er nog steeds zijn, met liefst nog een schepje erbovenop, én als we in de driehoek Den Haag-Hilversum-buitenland een volwaardige rol spelen. Als we kunnen laten zien dat Nederland nog steeds die onderscheidende content heeft en dat daar echt in wordt geïnvesteerd. En het liefst begint dat al bij de ontwikkeling van nieuwe ideeën.”
“We hebben echt een
serieuze missie, ik doe
dit er niet eventjes bij”
Landsmeer: “En ter aanvulling: de NCP móet binnen het gehele bestel echt een volwaardig gesprekspartner zijn als het gaat om de producenten. Dat gaat gelukkig steeds beter. Als je ziet waar we vandaan komen sinds de tijden van de OTP, dan is al veel bereikt en zitten we aan tafel bij OCW, EZK, Financiën, zelfs bij Justitie als het gaat over auteursrecht. Dan zie je dat we daadwerkelijk stappen aan het maken zijn.”
Springplank
Voormalig NCP-voorzitter Willem Zijlstra liet vorig jaar in dit blad noteren: “Onze sector is voor Nederland zeer waardevol en wij moeten onszelf zo organiseren dat het maximale eruit komt, zodat we ons echt kunnen profileren als ‘Nederland Productieland’. We spreken geweldig Engels, zowel de mensen als de apparatuur zijn van de hoogste kwaliteit en we zijn economisch een sterk en stabiel land, zoals blijkt in deze bizarre tijd. Eigenlijk zouden we de huidige situatie als springplank moeten gebruiken om die rol sterker na te jagen. Het klinkt misschien een beetje abstract wat ik zeg, maar dan gaat het over nieuwe initiatieven, over creativiteit en over een gezamenlijke inspanning om de sector gezond te houden.”
Manon van der Hoek: “Ja, we hebben echt een serieuze missie, ik doe dit er niet eventjes bij. Daarom heb ik er ook goed over nagedacht: als ik het doe, wil ik ook echt samen de schouders eronder zetten om het uiterste te bereiken. En in een zo vroeg mogelijk stadium, zodat we medebepalend kunnen zijn. Die twintigduizend banen en die 800 miljoen omzet zijn een grote impuls voor de Nederlandse economie en hoe bijzonder zijn onze wereldwijde positie en talent wel niet, voor zo’n klein land met verhoudingsgewijs zulke ‘lullige’ budgetten? Die trots hoop ik ook in Den Haag iets meer te kunnen overbrengen.”
Bron: BM
Foto’s: Dirk-Jan van Dijk