dinsdag 16 januari 2018

Publiek krijgt stem bij programmabeoordeling

De publieke omroep ligt onder vuur. Sleutelwoorden zijn: bezuinigen en terug naar de kerntaken. Dat meldde Henk Hagoort, voorzitter van de Raad van Bestuur van de NPO, donderdagmiddag in zijn nieuwjaars-toespraak.

Hagoort: “Wie vanmiddag een verhaal over de bezuinigingen verwacht, moet ik teleurstellen. Die zijn onredelijk hoog en tegelijk moet nog veel worden uitgewerkt. Maar wat zijn nu die kerntaken? Daar geeft het nieuwe kabinet al wel een duidelijk antwoord op. Ik citeer: ‘De wezenskenmerken van de publieke omroep blijven dezelfde. Zijn opdracht is om een goed en gevarieerd audiovisueel aanbod te verzorgen dat de gehele Nederlandse bevolking aanspreekt en bereikt’. Aldus de nieuwe minister. Het gaat dus om een kwalitatief hoogwaardig aanbod en wel voor alle Nederlanders. Of nog korter: het gaat om kwaliteit én bereik. Om een brede publieke omroep.”

“Ik heb gemerkt hoeveel het losmaakt om als voorzitter te roepen dat Bananasplit minder publieke waarde heeft dan Paul de Leeuw. Dat was en is goed voor de discussie, maar wel buiten mijn bevoegdheid. Wie gaan er dan wel over over de inhoud van de programma’s? Inderdaad de omroepen! De omroepen en de makers bepalen wat ze met een programma of site willen bereiken. Maar… en dat is nieuw: we gaan er in de toekomst niet langer stilzwijgend vanuit dat dat wel goed zit. Omroepen gaan per programma vooraf aangeven wat in hun ogen de publieke meerwaarde is en waarin een programma vanuit hun missie onderscheidend is. Dat is voorwaarde voor uitzending.”

“Gaan de omroepen er dan alleen over? Nee, dat ook niet. Want je kunt van alles opschrijven, maar de vraag is of de kijker en luisteraar dat terugziet of terughoort. Bovendien: eigentijds publiek wil ook kunnen terugpraten. Je kunt wel opschrijven dat een programma mensen aan het denken moet zetten, innovatief is, progressief of educatief is, maar we gaan voortaan toetsen of het publiek dat ook herkent. Uiteindelijk heeft het publiek het laatste woord. Op dit moment ontwikkelen we binnen de NPO onderzoeksinstrumenten om permanent rond elk programma te meten wat het publiek vindt van de kwaliteit en de publieke waarde. Dat doen we al voor de publieke omroep als geheel en voor onze zenders (via de Kwaliteitskaart), maar dat gaan we nu per programma doen. We lopen daarin Europees voorop.”

“Dat is geen vrijblijvende exercitie. We zullen transparant zijn door de uitkomsten van deze publieksmetingen te publiceren op internet. En we verwachten van omroepen dat ze hun verantwoordelijkheid nemen door programma’s, die niet of onvoldoende waarmaken wat ze beloven of geen herkenbare meerwaarde hebben, aan te passen of te schrappen. Het gaat tenslotte om de legitimatie van de publieke omroep en die moet in het digitale landschap met elk programma en met elke site opnieuw verdiend worden.”

Bron: NPO/Broadcast Magazine

Bericht delen