dinsdag 16 januari 2018

Norma vangt bot bij Hoge Raad

Kabelmaatschappijen hoeven geen vergoedingen aan belangenbehartiger Norma te betalen voor het doorgeven via de kabel van RTV-programma’s. Dat heeft de Hoge Raad vrijdag geoordeeld.

Norma  is een organisatie die de belangen behartigt van uitvoerende kunstenaars, zoals acteurs en musici. Bijna alle professionele Nederlandse uitvoerende kunstenaars zijn bij Norma aangesloten. Hun rechten (die ‘naburige rechten’ worden genoemd omdat ze verwant zijn aan auteursrechten) worden op grond van de wet door Norma gehandhaafd. Tot de naburige rechten behoort ook het recht om toestemming te verlenen voor het uitzenden of heruitzenden door omroepen van een opname van een uitvoering.

In het verleden werden opnamen van uitvoeringen door omroeporganisaties als radio- of televisieprogramma (RTV-programma) uitgezonden, door via de ether signalen te verspreiden die met een antenne door het publiek konden worden opgevangen. Voor deze vorm van openbaarmaking van uitvoeringen hadden de uitvoerende kunstenaars recht op een vergoeding van de omroepen.

In de jaren zeventig is in Nederland de kabel opgekomen als distributiekanaal voor RTV-programma’s. Gedurende vele jaren gebeurde dat doordat kabelexploitanten door omroepen in de ether uitgezonden RTV-programma’s ‘uit de lucht plukten’ om deze via de kabel verder te verspreiden. Deze verdere verspreiding gold als een ‘heruitzending’ omdat daarmee een nieuw publiek werd bereikt. Uitvoerende kunstenaars hadden daarom, naast de vergoeding voor de ‘primaire’ uitzending via de ether, recht op een aparte vergoeding van de kabelexploitanten. Deze vergoedingen werden door Norma geïnd en onder de rechthebbenden verdeeld.

In 2001 is de Media Gateway in Hilversum opgericht, waarna geleidelijk aan steeds meer omroepen de RTV-programma’s rechtstreeks (bijv. via een glasvezelkabel of via een satelliet in gecodeerde vorm) aan de Media Gateway aanleverden, waar de programma’s door de kabelexploitanten werden ‘opgehaald’ en vervolgens op de kabel gezet ter distributie naar het publiek. Vanaf  11 december 2006 (de ‘switch-off’) verkregen de kabelexploitanten uitsluitend nog via deze nieuwe weg de RTV-programma’s van de omroepen en niet meer via de ether.

Door deze ontwikkeling is een geschil ontstaan tussen Norma en de kabelexploitanten. Volgens Norma zijn de kabelexploitanten nog steeds een vergoeding ten behoeve van de uitvoerende kunstenaars verschuldigd voor het via de kabel aan het publiek doorgeven van de RTV-programma’s.

Volgens de kabelexploitanten (en hun branchevereniging NLKabel) is dat niet meer het geval, omdat zij via de Media Gateway een ‘schoon product’ van de omroepen kopen waarvoor reeds alle verschuldigde rechten zijn voldaan, en omdat van ‘heruitzenden’ niet langer sprake is. Zij betogen dat de producent van de programma’s al toestemming van de meewerkende uitvoerende kunstenaars heeft verkregen voor uitzending via de kabel en hen daarvoor de verschuldigde vergoeding heeft betaald. Die programma’s kunnen dus ‘vrij van rechten’ aan de omroepen en vervolgens aan de kabelexploitanten worden verkocht.

In de procedure waarin de Hoge Raad vrijdag uitspraak heeft gedaan, vordert Norma dat de kabelexploitanten worden veroordeeld om de verschuldigde vergoedingen te betalen voor het doorgeven via de kabel van RTV-programma’s waaraan bij haar aangesloten uitvoerende kunstenaars hebben meegewerkt.

Het gerechtshof in Den Haag heeft die vordering voor het grootste deel afgewezen. Alleen voor een korte periode voorafgaande aan de ‘switch-off’ zijn de kabelexploitanten volgens het gerechtshof nog vergoedingen verschuldigd, omdat zij toen nog programma’s via de ether hebben ontvangen en zonder toestemming van de rechthebbenden via de kabel aan een nieuw publiek hebben doorgegeven.

Norma is bij de Hoge Raad in beroep gegaan tegen de afwijzing van het grootste deel van haar vordering. Ook de kabelexploitanten hebben beroep ingesteld voor zover zij (voor een klein gedeelte) tot vergoeding werden verplicht.

Bron: Rechtspraak.nl

Bericht delen