Format tv-show bepalend voor keuze politieke gasten
Niet de presentator, niet de opvattingen van de redactie maar het format bepaalt volkomen welke politici worden uitgenodigd in de zes belangrijkste Nederlandse talkshows. Zij worden, naar gelang de aard van het programma, geselecteerd op politieke relevantie en ‘talkability’.
Redacties zijn daarbij huiverig om te experimenteren met onbekende hoofdgasten. Dat blijkt uit onderzoek van Birte Schohaus, die op 14 maart promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze weerlegt in het onderzoek ook de kritiek dat talkshows de ‘gewone man’ te weinig aan het woord zouden laten.
Wie zich op een onderhoudende manier wil laten bijpraten over het nieuws van de dag hoeft niets anders te doen dan een van de vier vrijwel dagelijkse talkshows (De Wereld Draait Door, Jinek, RTL Late Night en Pauw) of de twee zondagse shows Buitenhof en WNL op Zondag te volgen. Die zijn niet alleen voor de kijker belangrijk, ook voor politici zijn deze optredens onmisbaar om hun boodschap te kunnen verkopen. Dat roept de vraag op naar de relatie tussen de talkshows en de politiek. Schohaus onderzocht hoe de verschillende shows hun gasten en onderwerpen selecteren, aan de hand van tientallen interviews met programmamakers, voorlichters en politici, inhoudsanalyse en een etnografische studie op de redacties van Pauw en Jinek.
Al die programma’s hebben hun eigen format: het geheel van keuzes met betrekking tot cameravoering, regie, de toon van het gesprek, de sfeer van het programma en de onderwerpskeuzes. Schohaus: “Het blijkt dat de samenstelling van deze elementen per format verschilt. Juist deze specifieke combinatie maakt de programma’s uniek. Het is hun succesformule. Programma’s bewaken het daarom ook heel goed om hun doelgroep te blijven bereiken.”
De doelgroep hoeft niet noodzakelijk een miljoenenpubliek te zijn. Buitenhof mikt nadrukkelijk op de hoger opgeleide, DWDD wil een jong publiek en RTL Late Night de consumenten tussen 25 en 45. Toch blijkt dat de meeste programma’s hoge kijkcijfers nastreven. “Ze moeten een zo breed mogelijk publiek bereiken. Dat wordt vaak gemeten aan het aantal kijkers, terwijl dat niet hetzelfde is”, zegt Schohaus. “Dat niet alle programma’s dezelfde politieke gasten presenteren ligt eraan dat ze, afhankelijk van het format, een afweging maken tussen een maximale politieke relevantie en de talkability van de gasten. Wat ze zeggen moet nieuwswaardig zijn en ze moeten ook leuk kunnen praten. Voor een programma als Buitenhof is dat eerste belangrijker, voor RTL Late Night het laatste.”
Juist omdat een redactie liever een fractievoorzitter met politiek gewicht aan tafel heeft dan een backbencher met hetzelfde verhaal, zijn bepaalde gasten vaker te zien in talkshows dan andere. Datzelfde geldt ook voor de verschillende soorten experts die vaak in verband met politiek aanschuiven. Onbekende gasten betekenen een risico dat programma’s niet snel willen nemen. Schohaus: “De mogelijkheid om inhoudelijke, verrassende en persoonlijke gesprekken te creëren zou meer benut kunnen worden om politiek op een vernieuwende manier te bespreken, maar dan moeten de programma’s wel de ruimte krijgen om daarmee te experimenteren.”
Talkshows krijgen de kritiek dat zij de ‘gewone man’ niet laten horen. Maar daar wil Schohaus niets van weten: “Als je de programma’s analyseert dan zie je dat in veel van de uitzendingen ervaringsdeskundigen aan het woord komen die vertolken wat die gewone man meemaakt, bijvoorbeeld in de zorg of het onderwijs.”
Bron: RUG/BM