Studenten Filmacademie nemen Nederlandse productiesector onder de loep
Meike van Engelen en Robbin van Mechelen, tweedejaars studenten Productie aan de Nederlandse Filmacademie, onderzoeken het fictie-productielandschap. Ze lopen stage bij NCP (Nederlandse Content Producenten) en schrijven onder begeleiding van Jaap Visser een position paper, waaruit moet blijken wat de branchebrede prioriteiten zijn voor de productiesector.
De productie-opleiding aan de Filmacademie focust zich voornamelijk op de uitvoerende kant van productie. Meike: “Televisie wordt niet meer belicht, terwijl non-fictie programma’s een steeds grotere rol gaan spelen binnen de geproduceerde content.” Robbin: “Daarnaast vinden wij de commerciële kant van de sector ook interessant, iets wat wij ook durven uit te spreken op de Filmacademie. Die mening is niet populair, maar het wordt toch onze baan, waarmee we straks ook zelf geld willen gaan verdienen.”
Zo maakten Meike en Robbin een inventariserende stage die hen meer kon leren over deze tak van de industrie.
Grote druk
Hun oog viel al snel op de branchevereniging van de Nederlandse Content Producenten. Een uitgelezen kans om de sector beter te leren begrijpen.
Meike: “Adjunct-directeur Jaap Visser bood ons aan om een onderzoek te doen onder fictieproducenten. Als je kijkt naar alle ontwikkelingen, is dit onderzoek bijzonder relevant.” Robbin: “Streamers schieten als paddenstoelen uit de grond. Dat resulteert in een grote druk voor de gehele sector: er is een gigantische vraag naar content. Producenten proberen hun kansen te grijpen, maar worstelen tegelijkertijd met moeilijkheden omtrent voorfinanciering, vragen over de rechtenverdeling en een tekort aan cast- en crewleden.”
“Producenten zijn de Amerikaanse werkwijze
nog niet gewend, waardoor de angst heerst
een ‘uitvoerend producent’ te worden”
Machtige streamers
Iets waarover veel producenten het roerend eens zijn, is dat ze in de toekomst inhoudelijk naar meer eigen verantwoordelijkheid streven. Daarentegen willen ze minder verantwoordelijk zijn voor het vooraf financieren bij streamingdiensten. Streamers worden steeds machtiger, zo merken Meike en Robbin in hun gesprekken met producenten.
Robbin: “Producenten zijn de Amerikaanse werkwijze nog niet gewend, waardoor de angst heerst een ‘uitvoerend’ producent te worden. En ze kunnen een creatieve beperking ervaren nu er opeens streamers meelezen tijdens de ontwikkeling van hun project. Daarnaast moet de producent het project voorfinancieren, tel daar een tekort aan cast en crew bij op en je kunt je voorstellen dat de werkdruk flink wordt opgevoerd.”
Tekorten
De NPO spreekt – in tegenstelling tot de streamers – wél dezelfde taal als de producenten. Maar bij de NPO loopt men tegen budgettering aan, zo ondervond het onderzoeksduo.
Meike: “Producenten die fictie produceren, werken op lange termijn. Producties die nu draaien, zijn vaak al jaren geleden gefinancierd. Een snel rekensommetje leert dat er soms ernstige tekorten kunnen zijn.” Robbin: “De NPO lijkt niet onder de indruk van die tekorten; het budget voor een Telefilm wordt volgend jaar met 1,2 procent verhoogd. Dat is praktisch één keer tanken.”
Fondsen
De NPO is niet het enige orgaan dat Meike en Robbin kritisch onder de loep hebben genomen. In hun position paper beschrijven ze ook hoe het ervoor staat bij het Filmfonds, het Abraham Tuschinski Fonds en het Co-productiefonds. Robbin: “Ondanks het feit dat veel producenten kritiek hebben op het Filmfonds, zeker als het gaat om inhoudelijke bemoeienis, betalingstermijnen en versplinterde subsidiëring, is er ook veel waardering voor het fonds.” Meike: “De meningen over de fondsen lopen sterk uiteen. Hierover valt straks meer te lezen in ons position paper.”
“Je kunt je voorstellen dat
de werkdruk flink wordt opgevoerd”
Meike: “Het is voor ons bijzonder leerzaam om de contentmarkt, de producenten en het overkoepelde orgaan, de NCP, binnen korte tijd zo goed te leren kennen. Daarnaast waarderen we het vertrouwen dat Jaap Visser in ons heeft. We zullen er dan ook alles aan doen om de situatie en ontwikkeling van de sector zo inzichtelijk mogelijk te ontleden en de wensen van de bij NCP aangesloten leden zo goed mogelijk in kaart te brengen.” Robbin: “Elk gesprek dat we voor dit onderzoek voeren, voelt als een soort mini-college.”
Mocht je met Meike en Robbin in contact willen komen, dan kun je ze bereiken via hun e-mailadres: robbinvmechelen@gmail.com, vanengelen.meike@gmail.com.
Bron: BMY/Jip Mendes
