dinsdag 16 januari 2018

Slagter: "Mediawet in strijd met Grondwet"

“Met deze wet zal een staatsorgaan, de NPO, voorafgaand toezicht uitoefenen op de programma’s van de omroepen. Dat is in strijd met artikel 7 van de Grondwet. En met artikel 10 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens. De Raad van State heeft in zijn advies hier ook al op gewezen”, aldus Jan Slagter vanochtend tijdens een bijeenkomst van de Commissie OCW van de Eerste Kamer. 

De deskundigen bijeenkomst ging over de wijziging van de Mediawet. Slagter sprak verder: “Op vragen over dat voorafgaand toezicht, stelt de staatssecretaris bij herhaling dat daar geen sprake van is. Ten onrechte. Voor wat betreft de programma’s die via derden bij de NPO worden aangedragen, geeft de staatssecretaris als uitleg dat omroepen als enige belast zijn met het verzorgen van media-aanbod en dus als enige de inhoud van de programma’s bepalen. Maar dat dat moet gebeuren binnen de kaders die de NPO heeft gesteld, bijvoorbeeld over budget, format, inhoudelijke kaders en rechten. Voorafgaand toezicht is daarmee juist een feit: omroepen bepalen niet de inhoud van programma’s als de inhoudelijke kaders al zijn vastgesteld door de NPO. Een omroep heeft niet eens de vrijheid om die kaders gedurende het productieproces in overleg met de producent aan te passen, dat kan alleen na toestemming van de NPO.”

“Voorafgaand toezicht beperkt zich echter niet tot die programma’s die op voorstel van externe producenten bij de NPO terecht komen. Ook bij de programma’s die omroepen vanuit het garantiebudget maken, is er sprake van voorafgaand toezicht. Dat wordt erkend door de staatssecretaris. Het is volgens hem onontkoombaar dat ‘in het programmeerproces de genrecoördinatoren en netmanagers een globaal oordeel hebben over de inhoud en dat dat de programmatische keuzes beïnvloedt.’ En dat is in strijd met de Grondwet. En bovendien in strijd met de eisen van een democratische en pluriforme samenleving. Willen we in Nederland een echte Staatsomroep die programma’s vooraf beoordeelt? De Staatssecretaris benoemt de leden van de Raad van Toezicht, die op hun beurt weer de raad van bestuur benoemen. De Minister dient daarbij instemming te verlenen. De raad van bestuur benoemt de genrecoördinatoren. De overheid heeft dus alle macht.”

“De Raad van State heeft een zeer kritisch advies gegeven, onder andere over dit punt van voorafgaand toezicht. Daar heeft de staatssecretaris niets mee gedaan. De Raad van State adviseerde dat de wet in ieder geval een regeling moet bevatten waarin de positie van de genrecoördinator zodanig wordt vastgelegd dat uitgesloten wordt dat zij voorafgaand toezicht op de inhoud van programma en uitzendingen kunnen uitoefenen. Als geruststelling op de machtspositie die de NPO krijgt, wijst de staatssecretaris op de mogelijkheid dat omroepen altijd in bezwaar en beroep kunnen tegen een inhoudelijke toetsing van programma’s door de NPO. Dat kan een omroep echter alleen als de beslissing op papier staat. De meeste beslissingen om programma’s inhoudelijk af te keuren, neemt de NPO tijdens gesprekken. Daar kunnen de omroepen niets tegen doen.”

“Wij merken nu al dat de NPO, vooruitlopend op de wet, programma’s inhoudelijk toetst. Ik geef u een aantal praktijkvoorbeelden. Wij maken het programma Recht van Spreken, een programma waarin oudere Nederlanders terugkijken op hun leven en carrière. Over welke keuzes zijn ze tevreden en wat hadden ze liever anders gedaan? Misschien heeft u een aflevering gezien met Bram Peper of Willem Aantjes. De NPO heeft dat programma geplaatst en budget toegekend, maar eist wel dat wij alle hoofdpersonen eerst aan hen voorleggen anders krijgen we geen budget. Onderzoeksprogramma’s als Reporter en Argos moeten vanaf januari 2016 per onderwerp een plek op het net zien te verwerven en dat steeds apart pitchen bij de net- of genrecoördinator. Die bepaalt dan aan de hand van de inhoud of het programma wordt gemaakt en hoeveel geld er komt. De criteria hierbij zijn onduidelijk en beroep is niet mogelijk. Voorafgaand toezicht is met deze wet een feit en dat is in strijd met de Grondwet. Bovendien gaat dat ten koste van de redactionele vrijheid van omroepen en makers.”

“De grote vraag die ik geregeld stel is: welk probleem lost de staatssecretaris met deze wet op? Hij heeft het over het toekomstbestendig maken van het bestel, maar straks bepalen een paar door de overheid benoemde mensen wat u en ik vanavond op televisie te zien krijgen. Het prachtige systeem van ledenorganisaties met wortels diep in de samenleving wordt zachtjes de nek omgedraaid. Hoewel de Staatssecretaris voortdurend stelt dat 3,5 miljoen leden niet representatief zouden zijn voor Nederland, weer zonder werkelijke onderbouwing, spreek ik hier namens alle MAX- én AVROTROS-leden als ik u vraag tegen de wet te stemmen.”

Bron: MAX/Broadcast Magazine

Bericht delen