Article header image
Article header image

AVROTROS: Na 100 jaar weer pionieren

Je bent sinds januari 2014 algemeen directeur van AVROTROS. Had je verwacht hier nog steeds te zitten?
“Eeh ja, ergens wel. Als ik naar mijn verleden kijk – tien, elf jaar John de Mol, twaalf jaar SBS – dan ben ik wel iemand van de lange adem, die houdt van dingen uitbouwen, groter maken, op een andere manier doen. Dus die lange zit verbaast me niet helemaal.”

Je begon als nieuwe baas in een nieuw kantoor met nieuwe mensen van twee verschillende bloedgroepen die moesten fuseren. Hoe kijk je daarop terug?
“Alle voorbereidingen waren al getroffen voor mijn komst en ik denk dat we de mensen op een hele goede manier hebben samengesmeed. Dat was niet binnen een week gebeurd, maar ik kan nu wel zeggen dat hier gewoon één AVROTROS-gevoel in het pand hangt. Als je binnenkomt en je ziet de muur vol met gezichten die hier werken of hebben gewerkt, dan spreekt daar grote trots uit. Natuurlijk moet je in die eerste jaren soms vervelende beslissingen nemen omdat sommige mensen gewoon niet in de ideeën pasten over hoe we de toekomst zagen. Dan moet je onderweg afscheid nemen van elkaar, maar ik kwam er toch vooral snel achter dat hier ontzettend veel zeer gemotiveerde mensen zaten en zitten. En dat die echt waanzinnig goed programma’s konden maken, voor de waarheid en de waarheidsvinding gingen en daar alles voor over hadden. Dat vakmanschap was fantastisch om te voelen en te merken.”

Was dat als voormalig SBS’er een cultuurschok voor jou?
“Nou, die zat er vooral in dat ik van een commercieel bedrijf kwam en gewend was: we gaan het zó doen en dat het dan overmorgen gebeurde. Hier moet je eerst heel veel praten en vergaderen, alles gaat via de NPO. Dus dát was de cultuurschok. Maar de makers hier vond ik echt een openbaring. Altijd maatschappelijke waarde in een programma stoppen, dat was beslist anders dan ik gewend was.”

“De makers hier vond
ik echt een openbaring”

We hebben het nu over 100 jaar AVRO. Wat voor gevoel heb je daar zelf bij?
“Enorm trots, want ik ben echt wel een AVROTROS-er geworden. En het idee dat 100 jaar geleden iemand bezig was met techniek die leidde naar de eerste radio-uitzendingen, dat is eigenlijk een beetje hetzelfde als Artificial Intelligence nu. Op dat terrein zetten we momenteel de beginstappen, toen was dat radio. Iedereen had het erover, want het was de nieuwste techniek. Het feit dat wij daaruit voort zijn gekomen, vervolgens televisie gingen maken en van een lineair tv-bedrijf echt zijn uitgegroeid tot een multimediabedrijf na een enorme digitaliseringsslag, dat vervult mij met grote trots. Net als dat onze mensen daar vol in meegaan, kansen zien en die ook pakken.”

Wat is jouw eigen eerste herinnering aan de AVRO?
“Een van de kijkmomenten die ik me heel bewust herinner als kind, is dat mijn moeder op dinsdagavond in een stoel voor de televisie zat en ik ernaast op de grond. En dan keek ze naar Peyton Place. Volgens mij was dat van de AVRO. (Correct: tussen september 1967 en 1973 zond de AVRO 514 afleveringen uit van deze Amerikaanse soap, die wekelijks zes van de dertien miljoen Nederlanders aan de buis kluisterde en voor een ware hype zorgde, JtN). Dokter Rossi! Ik geloof niet dat ik veel snapte van wat er op het scherm gebeurde, maar het was magisch. En het was een mooi moment samen met mijn moeder. Ook helder voor de geest: met het hele gezin op zaterdagavond naar Eén van de acht kijken met Mies Bouwman. Ik zie nog steeds die blije man voor me toen hij een televisie won.”

“Dat rijke verleden met al die kwaliteitsprogramma’s van Mies, Willem Duys, Ria Bremer, Ad Visser et cetera willen we doortrekken naar het nu en de toekomst. Aandacht voor het ambacht tv en radio maken, en tegenwoordig ook online en via podcast. Ik zie het vooral als mijn taak om ervoor te zorgen dat bij AVROTROS makers kunnen máken en niet worden afgeleid door andere zaken. Dat er ruimte is voor vernieuwing, maar vooral ruimte en tijd voor die kwaliteit van maken.”

Waar zit die afleiding vooral in?
“Dat mensen vergeten dat programma’s echt landen als er een maatschappelijke waarde in zit, en mensen dat thuis voelen. Dat ze er ook iets aan hebben, dat het meer is dan alleen maar vermaak. Dat je de tv uitzet en denkt: ik heb wat leuks gezien, en ik heb er ook nog iets van opgestoken. Dat moet in elk programma van ons zitten. Bij Radar is dat obvious en bij EenVandaag ook, maar we willen mensen net zo goed met andere programma’s inspireren. Ook bij titels die al lang bestaan, kijken we hoe we daar maatschappelijke waarden aan toe kunnen voegen. Dan kan inhoudelijk zijn, door bijvoorbeeld spellen of activiteiten in Wie is de Mol? meer te laten zeggen over de kunst en cultuur van een land, of door een meer duidende, actuele podcast ernaast te zetten. In die vernieuwing proberen we onze weg te vinden, zonder het format aan te tasten.”

Eric van Stade

Is het jammer dat Lingo niet meer bij AVROTROS zit?
“Ja, dat vind ik heel jammer, dat format heeft grote maatschappelijke waarde.”

Waarom komt het niet terug?
“Omdat de rechten nu, denk ik, zijn ondergebracht bij commerciële partijen. Maar ik vind ook dat je niet altijd moet teruggrijpen op het oude. Ik heb liever dat wij hier iets nieuws verzinnen met taal, waardoor we een volgende stap zetten. We doen ook dit jaar weer De Week van de Taal en dat dat koppelen we dan aan het Nederlandse lied. Dat vinden we leuk om te organiseren en daar stoppen we ook best veel geld en moeite in, want taal is wat ons verbindt in Nederland.”

“De muziekindustrie is natuurlijk
totaal veranderd, maar ergens broeit
het, om met dat merk TopPop nog een
keer iets verrassends te doen op tv”

Welk tv-programma uit het verleden zou je wel nog eens willen terugbrengen?
“Eigenlijk geen enkel, ik wil kijkers vooral confronteren met nieuwe programma’s. Maar wat wel door mijn hoofd speelt, is iets doen met ons YouTubekanaal TopPop. Dat heeft nu bijna anderhalf miljoen abonnees, wat betekent dat nog steeds ongelooflijk veel mensen graag naar muziek willen luisteren én kijken en met grote regelmaat terugkomen om dat te doen. En ik weet niet waarom, maar ikzelf moet dan altijd meteen aan Kate Bush denken, haha. De muziekindustrie is natuurlijk totaal veranderd, maar ergens broeit het, om met dat merk TopPop nog een keer iets verrassends te doen op tv.”

Is AVROTROS echt één club geworden?
“Ja, er was eigenlijk nooit sprake van twee culturen. Ik denk dat 50% van de huidige mensen ook zijn binnengekomen toen het AVROTROS was en die hebben toch wel de overhand gekregen. Programma’s als Mindf*ck en Hunted hebben echt het AVROTROS-stempel. Ik denk ook wel dat we the best of both worlds naar boven hebben gehaald. Daar is ook veel moeite voor gedaan, om dat DNA te vinden, maar dat hebben we nu wel te pakken. Los van een stroming, meer op onderwerp. Allereerst rechtvaardigheid, wat we heel belangrijk vinden, met onder andere Radar, Opsporing Verzocht en ook EenVandaag, dat voor de fusie al een samenvoeging van AVRO en TROS was. En dan natuurlijk cultuur, die voor verbinding zorgt in de samenleving. De Nederlandse muziek van de TROS, de (podium)kunst en het culturele karakter van de AVRO, dat hebben we gewoon samengevoegd in één groot pakket waar we stevig op sturen. Dat werkt verfrissend, verhelderend en voelt heel goed, als vanzelf.”

Is AVROTROS daarmee herkenbaar genoeg?
“Nee, nog lang niet. We hebben nog steeds het probleem dat heel veel mensen televisie kijken en eigenlijk niet weten wie de afzender van het programma is, anders dan de NPO. Dus die slag zijn we nu aan het maken, met onze nieuwe positionering en vormgeving. In de nieuwe strategie die we samen met de NPO hebben besproken en waar we in gezamenlijkheid voor gaan, komt er gelukkig meer ruimte voor een omroep om zich te profileren. Daar ben ik heel erg blij mee.”

Wat is het grootste misverstand over AVROTROS?
“Dat we gewoon een oude, bedompte publieke omroep zijn, terwijl dit een ontzettend levendig bedrijf is met ongelooflijk leuke programma’s. Alleen, niet veel mensen weten dat. Mensen in mijn kennissenkring of die ik toevallig ontmoet, vragen wel eens: AVROTROS, dat zie ik niet, wat maken jullie dan? En dan noem ik bijvoorbeeld Radar, EenVandaag, Tussen Kunst en Kitsch, Mindf*ck, Flikken Rotterdam, Flikken Maastricht, ik kom zo aan twintig programma’s die iedereen kent. Dan hoor ik alleen: oh, oh, oh, maken jullie dat ook? Die bewustwording is dus onze grote uitdaging de komende tijd.”

“Mensen in mijn kennissenkring
of die ik toevallig ontmoet, vragen
wel eens: AVROTROS, dat zie ik
niet, wat maken jullie dan?”

Maar is het erg dat de gemiddelde Nederlander dat niet weet? Je kunt ook redeneren: ze kijken in elk geval naar de publieke omroep.
“Ik denk dat het goed is dat ze weten wie de afzender is, omdat AVROTROS een kwaliteitsmerk is. Al van oudsher, toen we nog ‘de Algemeene’ werden genoemd. Iedereen denkt dat de algemene betekent: voor iedereen. Nee, voor ons betekent dat vrij van invloed vanuit politieke kleur of religie. En daar leven wij nog steeds naar, vanuit die gedachte maken wij nog steeds programma’s op een hele toegankelijke manier. Wij vinden dat we ons daar wezenlijk onderscheiden, ook door duidelijk te kiezen voor rechtvaardigheid en cultuur, in de volle breedte.”

“Dat is ook de boodschap die we hebben meegekregen vanuit de Verenigingsraad, nog steeds een belangrijk orgaan bij AVROTROS. Die nemen we echt mee op het ingeslagen pad, de profilering en de programma’s die daaruit voortkomen en de toekomstvisie. Als we bijvoorbeeld nieuwe mensen werven, moet er inhoudelijke betrokkenheid zijn bij cultuur.”

Jij bent zelf ook veranderd bij deze omroep. In een BM-interview met Harm Edens in 2018 zeg je: “Ik begrijp klassieke muziek ook steeds beter. Dat is het leuke van hier werken, ik ben midden in die kunstwereld terechtgekomen. (…) Het voelt veilig en fascinerend. Ik ben er ingezogen. Net als de kijkers. Het is voor een breed publiek en het heeft een extra laag.”
“Ik kan niet anders zeggen dat dat inderdaad zo is, dat heb ik hier geleerd. Twee collega’s, Jet en Fieke, hebben ooit de podcast Beethoven is meer dan een hond gemaakt en ik weet nog goed dat ik die samen met mijn vrouw onderweg naar Zuid-Frankrijk beluisterde. In vijf afleveringen wordt klip en klaar uitgelegd hoe klassieke muziek in elkaar zit en daardoor ga je anders luisteren. Echt fantastisch, ik leer daarvan. En niet alleen met klassiek hoor, ook alle podiumkunst die ik mocht bezoeken of een festival als Oerol. Dat heeft mijn leven echt wel verrijkt en een heel andere blik op cultuur gegeven.”

Waar ben je nou extra trots op, wat vind jij heel goed gelukt?
“Nou ja, dat is een simpele: het Songfestival. Dat hebben we in negen jaar tijd uitgebouwd van iets dat bijna weg was tot weer echt een nationaal evenement. Na een keer tweede worden en een keer winnen, is dit jaar helaas niet zo succesvol verlopen, maar dat zet je ook weer aan het denken. En ik ben trots op hoe we EenVandaag weer hebben neergezet als platform en met een Opiniepanel waar tachtigduizend mensen onderdeel van zijn. Daarmee zitten we echt in de haarvaten van Nederland en brengen we de dialoog op gang. Die interactiviteit met het publiek vind ik van wezenlijk belang.”

“Maar ik kan ook genieten van de app die is toegevoegd aan Wie is de Mol? en die een miljoen actieve gebruikers kent. En daarin zitten weer 300.000 groepen waarin ze met elkaar het spel spelen, dus over verbinding gesproken… Dan word ik uitgenodigd in een groep met alleen Eric-en gespeld met een c en speel ik met veertig, vijftig naamgenoten die ik niet ken. Ja, dat vind ik fantastisch.”

“Ik ben ervan overtuigd dat we
weer een voortrekkersrol kunnen
spelen en zo’n mooie positie kunnen
innemen, net als 100 jaar geleden
bij die eerste radio-uitzending”

“We hebben al met al een zeer geslaagde transitie gemaakt van lineair- naar multimediabedrijf. De website van Radar is de grootste programmasite van de publieke omroep en we hebben laatst eens laten berekenen dat wat onze impact is. We hebben toen Beste Zangers als voorbeeld genomen, waarna bleek dat Miss Montreal die een liedje van Stef Bos vertolkte maar liefst 15,5 miljoen views scoorde op YouTube. Ik kan me daar helemaal niets bij voorstellen, weet ook niet wat we daarmee moeten – advertenties verkopen mogen we niet – maar het tekent de enorme impact van zo’n programma en dan nog maar één onderdeel daaruit. Dat vind ik echt ongelooflijk interessant en daar moeten we meer werk van maken.”

Is je vak leuker of lastiger geworden?
“Ik vind leuker. Van alleen lineair publiek naar commercieel met een steeds groter, rijker en diverser media-aanbod voor de kijker. Dat is het doel van onze branche, denk ik. En nu zitten we midden in de platformtechniek en streaming, daar moeten we onze weg in vinden. We zien natuurlijk dat we daar marktaandeel verliezen, maar als wij goede programma’s blijven maken en op de juiste plekken aanbieden, zal er altijd publiek voor zijn. Er is nog nooit een medium verdwenen, alleen kleiner geworden waardoor je jezelf opnieuw moet uitvinden. Dat zal met televisie ook gaan gebeuren.”

“Na VOD ontstaat vast weer een nieuwe manier van kijken en eigenlijk vind ik dat we met z’n allen moeten proberen bij die volgende technische ontwikkeling een pioniersfunctie te vervullen. Daar probeer ik ook de NPO in mee te nemen, want vergeet niet: de publieke omroep in Nederland was wereldwijd de eerste die uitgesteld kijken mogelijk maakte. Ik ben ervan overtuigd dat we weer een voortrekkersrol kunnen spelen en zo’n mooie positie kunnen innemen, net als 100 jaar geleden bij die eerste radio-uitzending. We zijn creatief en innovatief, het Nederlands publiek past zich makkelijk aan en staat open voor nieuwe dingen, ik denk absoluut dat het kan.”

“Daarom is de nieuwe strategie die we nu samen met de NPO ontwikkelen ook van wezenlijk belang. Die richt zich ook nadrukkelijk op jongeren, die vaak niet kiezen voor specifieke content maar voor een platform waar ze zich thuis voelen. Dus zullen wij met programmaonderdelen ook heel nadrukkelijk aanwezig moeten zijn op TikTok en YouTube. Die kids zijn natuurlijk veelvraten, maar als wij hen de juiste dingen voorschotelen, of het nou muziek is of een Radar-item over wat een telefoonabonnement nou eigenlijk mag kosten, dan is daar een wereld te winnen en kun je ze kennis laten maken met een betrouwbare afzender.”

Ik ga niet zeggen over 100 jaar, maar bestaat AVROTROS over pakweg 20, 25 jaar nog?
“Ja, absoluut. Het zal een andere vorm hebben, maar het zal nog steeds media, video en audio, blijven maken. Hoe het gedistribueerd wordt en waar, dat weten we niet helemaal, maar dat zal zeker blijven bestaan. Omdat er enorme behoefte is aan de content die wij nu brengen. De actualiteit, maar vooral ook de culturele verhalen en de visie op de maatschappij. Dus ja, ik ben zeer optimistisch over onze toekomst, we staan er ongelooflijk goed voor, ook financieel. Met ons programmapakket dragen we ontzettend veel bij aan het succes van de NPO en dat samenspel is cruciaal.”

Bron: BM
Foto’s: Roland J. Reinders

Bericht delen
Article header image
Article header image

Ria Bremer (80) is eerste kandidaat Maestro

In gesprek met de krant vertelt de tachtigjarige Vinger aan de Pols-presentatrice dat ze altijd al droomde van een rol in een musical. “Het is jammer dat dat niet is gelukt, maar nu moet ik dat ook maar niet meer doen. Maestro biedt me de kans om toch nog iets muzikaals te doen. Dirigeren is iets fascinerends.”

Bremer is de oudste deelnemer aan het programma tot dusver. Volgens haar “hadden de makers iemand nodig die de oudere garde bedient. En ze zeiden: ‘Als jij ja zegt, is het bijzonder. We hebben jou nooit ergens gezien, in geen enkel televisiespel bijvoorbeeld.’ En dat klopt. Daar ben ik altijd ver van uit de buurt gebleven. Maar Maestro past me precies.”

Het vijfde seizoen van het amusementsprogramma zal vanaf zondag 27 oktober te zien zijn bij AVROTROS. De opnames van de show vinden binnenkort plaats in de Philharmonie te Haarlem. Frits Sissing verzorgt de presentatie. Dit jaar zal NPO Radio 4-dj Jet Berkhout ook een achter de schermen-programma maken voor NPO 2 Extra en de online kanalen van AVROTROS.

Bron: Nu.nl/BM

Bericht delen