Article header image
Article header image

Hilversum krijgt een Mediafonds

Al eerder was er een subsidieregeling lokale media 2020. In de periode mei 2020 tot mei 2021 gaf de gemeente subsidie om het bestaande lokale media-aanbod in stand houden dat dreigde te verdwijnen als gevolg van de coronacrisis. Deze financiële steun was toen ook bedoeld om de lokale nieuwsvoorziening te versterken of aan te vullen door nieuwe projecten te ondersteunen.

’Groepen die slecht worden bereikt, met name jongeren, willen we betrekken bij het journalistieke proces, om zo de betekenis van lokaal nieuws binnen hun netwerken te vergroten’, meldt het Hilversumse college. De Stichting Mediafonds Hilversum gaat hiervoor lokale nieuwsprojecten ondersteunen.

Bron: De Gooi- en Eemlander/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Hilversum lanceert subsidieregeling Lokale Media

Aldus Gerard Kuipers, de opvolger van Wimar Jaeger als wethouder Economie & Media van de gemeente Hilversum, in de nieuwe editie van mediavakblad BM. “Daarnaast is de mediasector natuurlijk ook van groot belang voor de werkgelegenheid en de identiteit van Hilversum. We werken dan ook nauw samen met de mediasector en doen alles binnen onze mogelijkheden om de sector ook in deze lastige tijd te steunen.”
Zo heeft Hilversum, naast de maatregelen vanuit het rijk, een aanvullend pakket aan maatregelen vastgesteld om ondernemers (media en andere sectoren) te ondersteunen. Het lokale pakket omvat zaken als:

  • uitstel van het betalen van lokale belastingen;
  • coulant omgaan met subsidies (bijvoorbeeld voor Dutch Media Week en partijen als Media Perspectives en Hilversum Marketing);
  • het garanderen van de Stadsfonds-inkomsten (waar evenementen als Dutch Media Week en verbeteringen op het Media Park uit gefinancierd worden);
  • en belangenbehartiging voor de mediasector.

Interessant in dit kader is ook de subsidieregeling Lokale Media. Deze is door B&W vastgesteld en kreeg half april de zegen van de raadscommissie. Bedoeling is een onafhankelijk Hilversums mediafonds op te zetten dat zich richt op de opgave om lokale/regionale media en journalistiek voor Hilversum te behouden en projectmatige subsidies te verstrekken voor lokale (onderzoeks)journalistiek. De regeling heeft een looptijd van maximaal drie jaar. Dit voorstel is aangepast aan de nieuwe en urgente behoeften die zijn ontstaan na uitbraak van het coronavirus.

Bron: Hilversum/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

NPO-fonds: wantrouwen geweken

Tekst: Jeroen te Nuijl // Fotografie: NPO, VPRO

Toen het Mediafonds, gehuisvest in Amsterdam in een mooi pand aan een mooie gracht, tot groot verdriet van de sector door een ingreep van OCW in 2017 ophield te bestaan, maakte de Raad van Bestuur van de NPO uit de omroepbegroting 16 miljoen euro vrij. Om daarmee ook in de toekomst hoogwaardige producties op gebied van drama en documentaire voor televisie/video en radio/audio mogelijk te maken. Het was de start van het NPO-fonds, dat aanvankelijk wel de nodige scepsis moest overwinnen, erkent Bouwsema.
“Het Mediafonds had in de 28 jaar van zijn bestaan een enorme naam en dito expertise opgebouwd. Daarbij was er niet veel vertrouwen in zo’n fonds bij de publieke omroep. Want zou dat vroeg of laat toch niet betekenen dat de NPO de beoordeling van aanvragen door onafhankelijke commissies zou gaan beïnvloeden? En die 16 miljoen, hoe lang zou dat standhouden?”

Hanneke Bouwsema2 klein

Meenemen
Kortom, er was een klus te klaren. Processen, protocollen, werkwijzen, voorwaarden, criteria, werven van commissieleden, het maken van een website, alles moest opnieuw worden bedacht en beschreven. Langzaam week het wantrouwen: net- en zendermanagers en de Raad van Bestuur bemoeiden zich inderdaad nergens mee, en ook die 16 miljoen bleef overeind. “Sterker nog, wat over is, mogen we meenemen”, aldus Bouwsema. “Zo hadden we afgelopen jaar circa 20 miljoen te besteden, wat niet is opgemaakt. We zijn uitgekomen op ongeveer 17 miljoen. De aanvragen variëren van grote dramaprojecten, die met maximaal een miljoen euro kunnen worden ondersteund, tot kleine bedragen voor concepten voor webseries of podcasts.”
Waar het Mediafonds in de laatste fase 13.7 fte had, moest het NPO-fonds het aanvankelijk met twee mensen stellen. “Kaisa Kriek als secretaris documentaire en ik, terwijl we wel ongeveer hetzelfde werk moesten doen. Inmiddels zitten we hier met 4.1 fte. We zijn digitaler geworden en werken goed samen met de omroepen en de sector.”

Mooie combinatie
Het helpt zeker ook mee dat zowel Kriek als Bouwsema gepokt en gemazeld zijn in de Hilversumse (bestuurs)cultuur. Laatstgenoemde begon ooit bij de VPRO en was vier jaar secretaris van het NPO-bestuur ten tijde van voorzitters Harm Bruins Slot en Henk Hagoort, waarna ze zes jaar als directeur Cultuurpromotie Utrecht (SCU) fungeerde. “Er was en is zeker leven na Hilversum, maar ik had onderschat hoezeer de publieke omroep na twintig jaar ‘mijn familie’ was geworden. Toen het NPO-fonds voorbijkwam, dacht ik: dat is wel een hele mooie combinatie van alles wat ik heb gedaan. Ik ken de omroepen, de directies, het politieke verhaal én de inhoud.”

“Het NRC-artikel heeft geleid tot het publiceren van profielen van de commissieleden, om zo transparant mogelijk te zijn”

Los van eerder genoemde scepsis werd Bouwsema vorig jaar ook geconfronteerd met een kritisch artikel in NRC Handelsblad. Journalist Joep Dohmen schreef dat de miljoenen euro’s werden verdeeld door anonieme commissies, wat ruimte zou laten voor belangenverstrengeling. NRC liet diverse programmamakers aan het woord die zich stoorden aan de werkwijze van het NPO-fonds. “Wij luisteren bij het NPO-fonds altijd naar kritiek, maar in dit geval was al snel duidelijk dat die vooral afkomstig was van één persoon, van wie tien projecten werden afgewezen.”
“Als het echt grond had gehad, zouden we hier met hele vervelende dingen zijn geconfronteerd en dat is niet gebeurd. Maar goed, je leert van alles; het NRC-artikel heeft geleid tot het publiceren van profielen van de commissieleden, om zo transparant mogelijk te zijn. Ik wil overigens benadrukken dat ik enorm trots ben op onze commissieleden en onder de indruk van hun betrokkenheid en beoordeling van aanvragen. Ze bereiden de vergaderingen onder andere schriftelijk voor, een feest om te lezen, echt een vak.”

Luisteren
Dat het NPO-fonds goed functioneert, blijkt volgens Bouwsema ook uit het feit dat “we in drie jaar tijd één bezwaar hebben gehad dat niet-ontvankelijk is verklaard omdat het van een producent kwam. Bij het Mediafonds waren er soms vijftien bezwaren in een jaar. Dat komt denk ik ook omdat we in Hilversum zitten en steeds de dialoog en de kritiek opzoeken. We proberen goed te luisteren.”
“Er zijn heus verschillen van mening, de aanvragende omroepen zijn het regelmatig niet eens met de uitkomst van de commissies en afwijzingen blijven natuurlijk altijd lastig, maar het grote wantrouwen lijkt voorbij. Mensen weten ons te vinden. En het klinkt misschien weeïg, maar dat komt omdat we het fonds echt samen met de omroepen en sector ‘doen’ en verder ontwikkelen. ‘We hebben nieuwe regelingen geschreven, willen jullie meekijken?’ Ik denk te mogen zeggen dat er een ‘wij-gevoel’ is ontstaan.”

Hanneke Bouwsema klein
De grootste opdracht en uitdaging is nu volgens Bouwsema “om nieuwe makers – en dan niet alleen jong, maar ook met een andere achtergrond – binnen te halen. Daar zijn we hard mee bezig, maar vooral daar is nog een wereld te winnen. Wat dat betreft zie ik het fonds ook een beetje als een vooruitgeschoven post voor het snel ontwikkelen van nieuwe initiatieven, onder andere in overleg met de netmanagers. Want wij kunnen niets doen als zij het niet zien zitten; nieuwe regelingen zoals voor webdrama, korte documentaire, documentaireseries, podcasts et cetera moeten wel passen in de schema’s van de netten.”

Tot stilstand
Het NPO-fonds is slechts een kleine schakel in het verhaal van talentontwikkeling, maar ook hier gaat er toch nog ruim 2,5 miljoen in om. Bouwsema: “En wij zien dat het huidige lineair gerichte systeem, jarenlang een prachtige springplank voor documentaire en dramatalent, piepend en krakend tot stilstand komt. Volle zalen bij premières, maar steeds minder aandacht voor de films op het massamedium dat televisie heet; en dat ligt echt niet alleen aan lastige uitzendtijden.”

“De kunst is om projecten binnen te brengen die de nieuwe generatie zelf ook na aan het hart gaan”

“We deden allereerst onderzoek bij de startende en mid-career makers zelf en inventariseerden knelpunten en ideeën voor verandering. Eén van hen formuleerde het zo: ‘Vraag de makers wat zij kijken op welke platforms en kijk dan naar de plannen die zij denken bij de publieke omroep te moeten indienen: daar is geen match’. Regisseurs, scenaristen en producenten bedienen hun eigen generatie dus niet meer. De kunst is om projecten binnen te brengen die henzelf ook na aan het hart liggen. Teledoc Campus, KORT!, One Night Stand, het zijn prachtige formats, maar ze worden soms ook als min of meer knellende formats ervaren.”

Vernieuwing
“Een fijne ontdekking is dat de eindredacteuren van omroepen vooralsnog veel dichter bij de makers lijken te staan dan wij dachten. Dat geldt zowel voor hun bevindingen over de huidige gang van zaken als wat betreft ideeën voor toekomstige trajecten”, constateert Bouwsema. “Dit jaar zetten we vol in op vernieuwing.”
Dat deed het NPO-fonds eigenlijk ook al in 2019, bijvoorbeeld tijdens het Nederlands Film Festival. “We hadden met de sector een nieuwe regeling getroffen voor webdrama, maar daar kregen we niet veel aanvragen voor. Tijdens het NFF hebben we toen een inspiratiesessie georganiseerd met voorbeelden uit binnen- en buitenland. Drie, vier maanden later lagen er ineens zeven aanvragen voor webdrama. Daar zijn wij dan echt trots op. Datzelfde hebben we gedaan voor webdocumentaire tijdens IDFA, weer zo’n enthousiasmerende bijeenkomst waar echt jong en oud zat. En iedereen was enthousiast. Dat is fijn, dat je startende en gevorderde makers een mooie ochtend bezorgt en inspireert tot misschien een nieuwe aanvraag bij het NPO-fonds. Dit jaar gaan we voor het eerst speeddates organiseren tussen ervaren en nieuwe schrijvers, omroepen en producenten. Want met de grote inzet op series is er een tekort aan talentvolle scenarioschrijvers.”

Podcast
Wat Hanneke Bouwsema ook met veel plezier memoreert, is de verdubbeling van het aantal audio-aanvragen. “Vooral natuurlijk dankzij de vlucht die de podcast heeft genomen en de regeling die het fonds daarvoor heeft geïntroduceerd. Het mooie is ook dat waar media zo hard op zoek zijn naar jongeren, dat met podcast als vanzelf lijkt te gebeuren: jongeren luisteren. Harde cijfers zijn er bij ons (nog) niet, maar indrukken zeer zeker. Het Radio 1-publiek bijvoorbeeld is niet afgenomen, terwijl het aantal podcastluisteraars flink blijft groeien. In de afgelopen novembermaand waren er 4,3 miljoen plays van alle podcasts op Radio 1, tegenover 1,9 miljoen plays in januari 2019.”

“Wat we straks voor het eerst doen, is een aantal producties evalueren met de commissies”

“Ook mooi is dat audio-aanvragen vroeger vooral afkomstig waren van VPRO, NTR en AVROTROS, maar tegenwoordig is dat echt omroepbreed, ook van bijvoorbeeld PowNed, KRO-NCRV en EO. Het Mediafonds gaf in zijn laatste jaar slechts 5 ton uit aan audio, terwijl wij in 2019 ruim 1 miljoen hebben kunnen inzetten. Als het zo doorgaat, moet ik misschien toch eens in gesprek met de NPO Raad van Bestuur om een kleine verschuiving te laten plaatsvinden.”
“Temeer omdat je podcasts ook weer kunt koppelen aan video. Vertellen hoe een grote dramaproductie tot stand is gekomen, zou bijvoorbeeld een interessante podcast kunnen opleveren. Dat soort regelingen hebben we nu allemaal ontwikkeld. En wat we straks ook voor het eerst doen, is een aantal producties evalueren met de commissies. Dan nemen we niet de makkelijkste projecten, maar die waar de nodige discussie over was, of hoge verwachtingen. Nee, ik weet nog niet welke, maar daar kan ik me op verheugen. Tegelijkertijd hopen we uit de gesprekken met de commissieleden ook lijnen voor de toekomst van het fonds te halen.”

Zeven kleine criminelen grootDe met een Gouden Kalf bekroonde VPRO-productie Zeven kleine criminelen werd door het NPO-fonds ondersteund met 1 miljoen euro.

NPO-fonds in cijfers

Het NPO-fonds is de opvolger van het Mediafonds, onderdeel van de NPO en stimuleert hoogwaardige dramaproducties, documentaires en talentontwikkeling bij de publieke omroep, uitgezonden en geplaatst via radio, televisie en online. Alleen landelijke publieke omroepen kunnen aanvragen indienen bij het fonds.
Het NPO-fonds heeft jaarlijks een budget van 16 miljoen euro. Afgelopen jaar kwam daar eenmalig 4 miljoen bij (resultaat 2017/2018). Het budget was onderverdeeld in:
– 9 miljoen voor ontwikkeling en productie van televisie- en webdrama (inclusief 1,9 miljoen voor de talentontwikkelingsprojecten KORT!, De Straat en De Oversteek);
– 9,6 miljoen voor ontwikkeling en productie voor televisie- en webdocumentaire (inclusief 5 ton voor de talentontwikkelingsprojecten Kids&Docs, IDFAcademy & NPO-fonds workshop, Karen de Bok Talent Prijs en Teledoc Campus;
– 1,3 miljoen voor ontwikkeling en productie van radiodrama, radiodocumentaire en podcast (inclusief 1,4 ton voor talentontwikkelingsprojecten);
– 3 ton voor de ontwikkeling en productie van platformonafhankelijke projecten.
Alle toekenningen staan op de website van het NPO-fonds. Daar is ook meer informatie te vinden over de criteria en de werkwijze: www.npo-fonds.nl

Bericht delen