Article header image
Article header image

Beeld & Geluid lanceert online tentoonstelling Joop van den Ende

Joop van den Endes wortels liggen in het theater. Zijn eerste grote theaterproductie, in 1969, is de André van Duin-revue ’n Lach in de ruimte. Al snel volgden toneel en televisie. In seizoen 1971/1972 brengt hij zijn eerste toneelstuk op de planken: Twee op de wip, met Willeke Alberti en Jeroen Krabbé. In diezelfde periode lanceert hij ook zijn eerste televisieproductie: Citroentje met Suiker, een vervolg op de KRO-hitserie ’t Schaep met de 5 pooten.

Online tentoonstelling
In de interactieve online tentoonstelling leidt André van Duin de bezoeker langs het rijke oeuvre van Joop van den Ende, verdeeld over negen genres: (internationale)musical, toneel, tv-amusement, talentontwikkeling, drama en soap, variété, circus en klucht, comedy en film. De tentoonstelling is interactief dus de bezoeker kan zelf zijn favoriete fragmenten zoeken of nieuwe parels ontdekken.

De negen genres worden uitgelicht met zeer veel historische fragmenten uit bijvoorbeeld De Fabriek, Wedden dat?, de Playbackshow, Goede Tijden, Slechte Tijden, Dagboek van een Herdershond, maar ook musicals als Ciske de Rat, Cyrano de musical en Tina komen aan bod. De genres worden ingeleid met boeiende verhalen van Simone Kleinsma, Pia Douwes, Jeroen Krabbé, Ron Brandsteder, Henny Huisman, Danique Graanoogst, Caroline De Bruijn, Erik de Vogel, Hans Klok, Johnny Kraaijkamp en Tim Oliehoek.

Joop van den Ende: “Het betekent veel voor mij dat Beeld & Geluid mijn tv- en theaterwerk voor de toekomst heeft vastgelegd. Dat voelt als een grote erkenning – voor mij én voor alle mensen die achter de schermen altijd zo hard gewerkt hebben om dit allemaal mogelijk te maken.”

Eppo van Nispen tot Sevenaer: “Het is buitengewoon indrukwekkend wat Joop van den Ende voor de Nederlandse cultuur en daarbuiten tot op de dag van vandaag betekent. Dat Beeld & Geluid zijn gehele oeuvre, van theater, musical tot film en televisie, met alle Nederlanders online kan delen, is fantastisch. Het vormt een prachtige inspiratiebron voor iedereen, van jong tot oud. Waarin een mens een klein land groot kan maken.”

Publieksevenement
In het verlengde van de online tentoonstelling, organiseert Beeld & Geluid op zondagmiddag 25 februari een publieksevenement Het gouden tv-tijdperk van Joop van den Ende dat wordt gepresenteerd door Irene Moors.

Bron: Beeld & Geluid/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Cast van comedyserie SamSam hoopt op terugkeer programma

De actrices Ruyten (Chris) en Elle van Rijn (Jo) hebben ook een idee voor een nieuw verhaal. “Alleen wordt er geen sitcom meer gemaakt in Nederland. Zo met publiek, dat vonden wij juist het allerleukst”, zei Ruyten. “Maar ik denk ook weleens: alles komt in golven, dus misschien komt de sitcom wel weer een keer terug.”

Volgens de 63-jarige actrice wil een groot deel van de oude cast dat de serie opnieuw gemaakt wordt. “Dus John Jones, Joost Buitenweg, Elle van Rijn en ik”, zei Ruyten. “Bea Meulman, Rietje in de serie, is helaas al overleden. En Jules Royaards, Nol in de serie, zit in een verzorgingshuis, dus die zou dat niet meer kunnen.”

SamSam was in 1994 te zien op RTL 4. Later verscheen de serie op Veronica en Yorin. In 2003 stopte het programma. Joop van den Ende was de producent. SamSam gaat over vier jongeren die een bovenverdieping en een zolderkamer huren van een ouder stel. De serie is gebaseerd op het Britse programma Man About the House.

Bron: Nu.nl/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Beeld & Geluid presenteert gratis online masterclass van Joop van den Ende

Vanaf vandaag is de masterclass voor iedereen gratis online toegankelijk via beeldengeluid.nl/joopvandenende. Presentatie is in handen van talkshow-host Eva Jinek.

In de opening van de masterclass vertelt Jinek over de totstandkoming van de masterclass. “Beeld & Geluid vindt het belangrijk dat kennis over media gedeeld blijft worden. Dat we leren van de mensen die middenin dat medialandschap staan of hebben gestaan. In dat kader vindt ook deze masterclass plaats. Gegeven door één van die grootheden die op de Wall of Fame van Beeld & Geluid is vereeuwigd.”

In Het kan altijd beter vertelt Van den Ende over het media-productievak en cultureel ondernemerschap. In gesprek met Eva Jinek komen aan de hand van vijf thema’s (succes, talent, zaken doen, creativiteit en geld) zijn ervaringen, successen en tips aan bod. Een masterclass voor de nieuwe generatie media- en cultuurmakers.

Beeld & Geluid werkt in samenwerking met Joop van den Ende aan het vereeuwigen van zijn uitgebreide oeuvre op het gebied van televisie, drama, toneel, musical en film. Daarnaast tracht het instituut zijn kennis op het gebied van mediaproductie en cultureel ondernemen te borgen voor toekomstige generaties.

De presentatie van de online masterclass vond vrijdag plaats bij Beeld & Geluid tijdens Dutch Media Week. In het bijzijn van ruim 300 jonge mediamakers sprak Van den Ende, op basis van fragmenten uit de masterclass, met presentator Joost Koning en beantwoordde hij diverse vragen van aanwezigen in de zaal.

Bron: Beeld & Geluid/BM
Foto: Amy van Leiden

Bericht delen
Article header image
Article header image

BMY Podcast met Joop van den Ende

Joop van den Ende stond op zijn 9de al met een poppenkast op straat om – tegen de betaling van een cent – voor buurtkinderen een voorstelling te spelen. Later had hij onder andere een feestwinkel, een impresariaat en een cabaretgroep. Hij merkte echter dat produceren zijn grootste talent was en maakte zo onder andere GTST, Bassie & Adriaan en de revue’s van Andre van Duin. Hij fuseerde met concurrent John de Mol tot Endemol, wat onder andere met Big Brother, Onderweg naar morgen en Idols kwam. Met activiteit in 21 landen groeide Endemol uit tot de grootste onafhankelijke tv-producent ter wereld en in 1999 werd het voor 5,5 miljard euro verkocht.

Joop van den Ende

De live entertainment-tak had Joop van den Ende daarvoor al uitgekocht, waarmee hij – na een burnout – zich weer volledig ging focussen op zijn grote liefde: het theater. Hij ontwikkelde met Stage Entertainment eigen musicals als Ciske de Rat, Tina en Hij gelooft in Mij. Stage Entertainment groeide uit tot het grootste theaterbedrijf van Europa, met 29 theaters in 8 landen. In 2018 verkocht hij dit, om nu cultuur en talent te ondersteunen met de Van Den Ende Foundation en op zijn 81ste nog altijd plannen de smeden. Joop zegt in het interview immers: “Je bent pas jezelf, als je doet met je talent wat je talent waard is.”

Waar let Joop vooral op als hij voor en achter de schermen talent scout? Wat doen geld en succes met mensen? En hoe moet je daar dan mee om gaan? En wanneer kan boosheid in een creatief proces geoorloofd, productief en zelfs nodig zijn? De antwoorden van Joop van den Ende op onder andere deze vragen hoor je in de laatste BMY Podcast!

De BMY Podcast is ook beschikbaar op Soundcloud en de Apple podcast app.

Bron: BMY

Bericht delen
Article header image
Article header image

In Memoriam Willibrord Frequin door Fons de Poel

Willibrord Frequin werkte kort voor zijn overlijden mee aan de biografie Willibrord, verlegen vlegel over zijn leven, gemaakt door Brandpunt-collega Fons de Poel die Frequin in zijn beginjaren als mentor had. Fons de Poel heeft onderstaand In Memoriam over Willibrord Frequin geschreven en uitgesproken tijdens de begrafenis.

Lieve Willibrord,

Ik sta hier natuurlijk als vriend. Iets minder als degene die een boek over je leven en carrière mocht schrijven. Maar vooral wil ik hier staan als jouw collega. Collega-journalist.

Mies Bouman – relativering was haar niet vreemd – heeft ooit eens gezegd: Ach, er bestaan eigenlijk maar vijf, misschien maximaal zes soorten televisieprogramma’s. De rest is een eindeloze variatie op het voorgaande. Daar had zij grotendeels gelijk in. Beter goed gejat, dan slecht bedacht, is een belangrijk adagium in Hilversum. En televisie, gelijkmatiger dan ooit tevoren, is in heel veel gevallen een dag na uitzending alweer sneeuw van gisteren.

Ik neem de vrijheid om Mies, de Grand Dame van ons medium, ietsje te corrigeren. Er was namelijk nog een zevende, onvergetelijke (en lang niet altijd waarachtig te kopiëren) programmasoort. Dat was jij Willibrord. Niemand kan ’t je nazeggen. Maar: jij was zelf een genre.

Ik heb het in het boek beschreven. Jij was mijn mentor. En ik moest mijn eerste reportage maken voor Brandpunt. Over spookrijden. Het ging over dat nieuwe bordje langs de op-en afritten. Het bordje: Ga Terug. Niet onmiddellijk jouw belangrijkste eigenschap, trouwens.

Het was mijn eerste kennismaking jou als tv-maker. Je wilde dat we op een leeg stukje snelweg zouden laten zien hoe gevaarlijk dat is: spookrijden. Van postkamer tot directiesecretariaat: de hele KRO werd opgetrommeld om te gaan spookrijden. Om zo in colonne de cameraploeg tegemoet te rijden. Daar stond je in een open politie-Porsche te regisseren, zwaaiend, schreeuwend, nog een keer, slappe hap, harder, sneller. Ik zag al die KRO-ers een kruisje slaan en opnieuw het gaspedaal indrukken. Dat zouden ze voor geen ander hebben gedaan, makker.

Een week later stond je in een oorlogsgebied, in een hongergebied, in een watersnoodgebied, in een aardbevingsgebied, in een opstandengebied. Nooit als cynische nieuwjager, maar altijd met je poten in de drek. Je was geen CNN-verslaggever, zo’n pratend hoofd met in de verte het vermoeden van een ernstige gebeurtenis. Nee, jij kroop, joeg en banjerde langs het wereldleed. Je hebt dikwijls je ogen ten hemel gericht. God boos aangesproken, zonder ooit blasfemisch te zijn. Want je bent een gelovige kwajongen gebleven tot in het uur van je dood. Ik durf vandaag te zeggen: diepgelovig.

Zie hier de basiliek, hoor het gezang, in de geur van wierook, voel de liefde van honderden mensen, die hier toch eigenlijk namens miljoenen afscheid van je moeten nemen. Kijkers die van je hebben genoten, van je hebben gehouden, (of juist helemaal niet, dat zullen er toch ook wel een paar zijn geweest), mensen die je uit de shit hebt gehaald, ook later in programma’s als Ooggetuige, De Week van Willibrord: je was een full time vrijheidsstrijder. Telefoon aan het oor, jakkeren, nerveus, dwingend, borrelend, aan alle kanten borrelend, letterlijk en figuurlijk. Borrelend. Leermeester voor complete generaties tv-makers.

Lange wapperende jas, klein hartje. Groot hart. Zachtmoedig mens. Dat woord zachtmoedig is speciaal voor jou bedacht, Willibrord. Zachtmoedig. Knip dat woord in tweeën en het is de samenvatting van wie jij was. Zacht en moedig. Een combinatie van grote zeldzaamheidswaarde. Dat is wat al die mensen (dichtbij of verder weg) van jou hebben gezien, gevoeld.

Ja… je was een genre, Willibrord. En er is jou, in de uren na je hemelvaart, op radio en televisie, kranten, sociale media daarom ook terecht zoveel eer bewezen. Je kon de tv niet aanzetten of daar was je. In tijd en intensiteit gemeten was het alsof een prominent van koninklijken bloede was heengegaan.

Willibrord. Je bent het kind van een groot journalist. Op een of andere manier is dat vak je met de paplepel ingegoten. Je was een lastige jongen. Geen land mee bezeilen. Help hem in hemelsnaam aan een baantje, vroeg jouw vader, Louis Frequin sr. in lichte wanhoop aan de KRO. Je kwam als krullenjongen binnen. Bescheiden en leergierig werd je snel one of the boys van het legendarische Brandpunt-team. Om uit te groeien tot een monumentale maker.

Uiteraard zijn de voorbije dagen wat fragmenten voorbijgevlogen uit dat immense ouevre. Ik het boek schrijf ik letterlijk: Z’n oeuvre, dat zou een dronken scenarioschrijver niet hebben kunnen verzinnen.

1976. Prins Bernhard. Lockheed. Frequin die de prins ermee lastig valt. Wie is die vlerk? riep Juliana uit de verte. Dat was dapper van je. Maar je had ook een dappere eindredacteur, die het durfde uit te zenden. Richard Schoonhoven: stamvader van Brandpunt. Zoals ook later Ad Langebent jouw schutspatroon was. Je bent gedragen door mensen in je geloofden. Ook in je jaren op de commerciële zenders. Ik noem ze met ere, mensen als Bert van de Veer, Ruud Hendriks, Joop van den Ende, Marijke Schaaphok, Fons van Westerloo.

Je was een kanon, zoals Aad van den Heuvel het typeerde. Al moet je ’t verrekt goed richten. Zei Aad erbij. Soms was het op of ver over de rand. So what?, Willibrord. Dit is geen vak voor bange mensen. Jouw reportages waren al na tien seconden te herkennen. Niks statiefgebruik, geen drone-camera’s die tegenwoordig door het luchtruim vliegen, geen mooi-filmerijen, maar uit de heup geschoten, met het hart op de tong.

En natuurlijk moet hier ik ook jouw, onze grote vriend Lajos Kalanos noemen. Cameraman uit hartstocht. Na een mislukte jeugd in de Stalinstische gevangenissen van Hongarije. De vluchteling en het televisiebeest, wat een duo. Niemand kon jouw naam zo mooi uitspreken als Lajos: ‘Vreekein’. In Amerika zou de jongen multimiljonair zijn geworden, geloof je me?

Ik heb niet de indruk dat dat helemaal gelukt is, Willibrord. In je latere carrière liet je je omringen door redacties die opereerden als Gideonsbendes. Ze waren dol op je. Al was je veeleisender dan Louis van Gaal, onmogelijke, compromisloze drijver en gedrevene. Om nou te zeggen, dat je een hele gemakkelijke man was… hmmm. Maar Ik heb ze gesproken de mensen die voor jou jaar na jaar door het vuur zijn gegaan. Het was een grote liefdesverklaring.

Maar veel meer dan als programmamaker en collega, koester ik je als diep-loyale man. We hebben altijd een band gehad, al zagen we elkaar soms zelfs jarenlang niet of nauwelijks. Maakte niks uit. De voorbije anderhalf jaar waren zo intens. Ik rij nog dagelijks langs je huis. Soms bel ik aan. Ook met Gesina – jouw fantastische Gesina – heb ik een band voor het leven opgebouwd. Je kinderen zijn mij dierbaar.

Lieve Willibrord. Ik ben slecht in huilen. Maar soms voel ik de tranen opkomen. Ik mis je. Dan zie ik je zitten in die rooie stoel. Hoor ik je bij het opstaan vragen om je benen recht te zetten, overeind te trekken, je te ondersteunen. Ik zie je naar de koelkast lopen, voetje voor voetje. Nooit geweten dat je ook melk dronk.

Ik heb je bij onze laatste ontmoeting op je voorhoofd gekust. Je was op. De woorden waren op. Op je gezicht zag ik een lachje. Denk aan de mooie dingen, zei dat lachje.

Fons de Poel

Bericht delen
Article header image
Article header image

Portret van Joop van den Ende in Volle Zalen

Met Cornald Maas blikt hij terug op zijn leven en kijkt hij vooruit. Zijn echtgenote Janine en de kinderen Iris en Vincent komen eveneens aan het woord. Volle Zalen mocht bij hoge uitzondering bij Van den Ende thuis en op zijn kantoor filmen. Hij maakt met Maas de balans op van zijn lange carrière. Wat heeft die hem gebracht? Wat laat hij na? Denkt hij ooit te kunnen stoppen met werken?

Passie voor theater
In het programma is er ruime aandacht voor zijn passie voor theater. Hoe hij ooit zelf, volkomen onverwacht, door de magie van het theater werd geraakt. Hoe hij, met dank aan mensen als Mary Dresselhuys, werd ‘opgevoed’ en smaak leerde ontwikkelen – in een wereld die hij van huis uit niet kende. Over wat toneel en kunst voor hem betekenen en zijn ambitie grote groepen mensen naar de schouwburg zalen te lokken. Met enige trots vertelt Van den Ende hoe leden van de F-side van Ajax binnen enkele ogenblikken gebiologeerd raakten door de voorstelling Hij Gelooft in Mij, over het leven van Rachel Hazes met volks idool André. “Dat is wat theater, een verhaal, met je kan doen, dat vind ik magisch.”

Joop van den Ende

Tegen de stroom in
Van den Ende’s betekenis als televisie- en theaterproducent kan niet genoeg worden benadrukt. Toch was er niet zelden kritiek op wat hij maakte. Regelmatig vond hij geen gehoor voor zijn ideeën bij omroepen of de politiek. Tegen Cornald Maas: “Ik heb mij m’n leven lang een outcast gevoeld, ik ben altijd tegen de stroom ingegaan, en dat doe ik nog steeds.”

Van den Ende ziet altijd nieuwe kansen of mogelijkheden. Het hebben van een plan is daarbij zijn houvast. “Als ik geen plan meer heb is het klaar”, aldus de bijna 80-jarige.
Joop van den Ende heeft nog steeds een druk bezette agenda. Veel tijd steekt hij in zijn Foundation die kunst- en cultuurprojecten in brede zin financieel ondersteunt, met bijzondere aandacht voor nieuw jong talent. Nog altijd waaien er plannen in zijn hoofd voor nieuwe voorstellingen of raakt hij betrokken bij projecten van dochter Iris van den Ende, eveneens tv- en theaterproducent. Zij vroeg haar vader voor een adviserende rol bij de ontwikkeling van de musical Diana & Zonen toen ze in verwachting raakte.

Grootvader
Van den Ende is sinds vorig jaar grootvader van kleinzoon Liam. Het grootouderschap is vanzelfsprekend ook onderwerp van gesprek, evenals zijn vaderschap en de betekenis voor hem van zijn vrouw Janine. Omgekeerd spreken Janine en de kinderen Iris en Vincent onverbloemd over wat Joop als echtgenoot en vader voor hen betekent.

Volle Zalen: Joop van den Ende 80 jaar is op dinsdag 22 februari om 20.25 uur bij AVROTROS op NPO 2 te zien.

Bron: AVROTROS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Marianne van Wijnkoop op De Perstribune van MAX

Marianne van Wijnkoop (76) is onder meer bekend als actrice, als voormalig casting-director van de musicals en tv-producties van Joop van den Ende, maar vooral ook als jurylid van de talentenshow X Factor. In De Perstribune praat zij onder meer over de onthullingen inzake The Voice of Holland.

In De Perstribune signaleert mediadeskundige Ron Vergouwen daarnaast opvallende mediatrends uit heden en verleden. De Perstribune wordt gepresenteerd door Margreet Reijntjes.

Bron: Omroep MAX/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Ode aan de crew

‘Kijkers naar televisie kennen grofweg twee namen: die van het uithangbord en die van de producent. De voorkant en de achterkant. De voorkant heet André of Chantal, Carlo of Irene, Ivo of Jinek. Aan de achterkant kleeft de titel van de kassa. Zeg Talpa, oftewel John de Mol: vermogen 2,4 miljard. Joop van den Ende: vermogen 1,7 miljard. Reinout Oerlemans: ik heb werkelijk geen idee, 170 miljoen, en René Stokvis, jullie weten wel, Schiet ‘m erin, Vlieg er eens uit, Plak ‘m erop, Trek aan de bel en dat Te land, ter zee en in de lucht: 35 miljoen.

Wat dat betreft is Stokvis maar een sardientje in de vermogens-zee van televisie tycoons.
Maar nu het vermogen van de makers van het werk, dat deze heren en anderen zo puissant rijk hebben gemaakt. Hun vermogen is SCHEPPEN! Dat doen wat de vermogende tycoons niét kunnen, namelijk het praktisch omzetten van een idee tot een uitzendbaar programma. De mannen en vrouwen die met elkaar televisie maken.

Volwassen titelrollen
In het begin van mijn actieve televisieperiode in Nederland was het gebruikelijk dat op de aftiteling alleen de decorontwerper en graficus werden vermeld. In Duitsland, waar ik vanaf 1966 programma’s ging maken, was het vanzelfsprekend dat de crew op de aftiteling stond. Ik heb daar in Nederland, samen met anderen, ook voor geijverd. Steeds een paar namen erbij en uiteindelijk kregen we volwassen titelrollen. Er werd weliswaar geen fortuin aan verdiend, maar het legde wel de credit waar die ook thuishoort.

Er was altijd wel gedoe over naamsvermelding op aftitelingen. ‘Wat heb je eraan als kijker?’ ‘Wie interesseert zich nou voor al die namen’? Dat is in zekere zin ook wel waar natuurlijk. Bij de aftiteling van een film in de bioscoop loopt de zaal leeg. Ik hoor ook wel regisseurs die het om persoonlijke redenen helemaal niet erg vinden dat hun naam niet zichtbaar is. Anderzijds is het voor de mensen die hun ziel en zaligheid leggen in het maken van een programma een vorm van waardering en een visitekaartje.

Tegenwoordig wordt, behalve het uithangbord en de producent, in heel veel gevallen niemand meer vermeld. Ik kijk naar Matthijs Gaat Door, zie daar een eigen, zich onderscheidende dynamische regie van mijn oude editor en schakeltechnicus Henk van Engen, prachtig camerawerk, muziek die klinkt als een klok en een belichting die stemmingen omvat van feestelijk tot ingetogen, maar aan het eind van het liedje staat op de aftiteling alleen de naam van de producent. Het dedain voor de studiovloer is daarmee wel voltooid.

Selectieproces
Heeft dat invloed op de inzet bij programma maken? Ik hoop van niet. Wederzijds respect en waardering, zowel voor persoon als talent, tussen crew en regisseur, is allesbepalend voor het eindresultaat. Toen ik begon, bleek vrij snel dat de crew die bij mij paste, ontstond uit een natuurlijk selectieproces. The Origin of Species zegt: Struggle for life, survival of the fittest. Dat geldt zeker ook voor gedreven programma maken.

Als je internationaal werkt, word je steeds opnieuw geconfronteerd met een nieuwe crew. Mijn eerste producties in Duitsland waren in 1966 voor ZDF. In Studio Hamburg heb ik alles bij elkaar zo’n vier jaar gewerkt met een vaste crew. Jong, ambitieus, gedreven. Een familie. Heerlijke tijd. In 1968 begon ik bij de WDR, de grootste zender van de ARD. Die bestond toen uit negen zenders met allemaal een mediapark met minstens de omvang van wat we hier hebben. Elke omroep met een eigen manier van werken. Met de wil en de gedrevenheid zat het wel goed, maar de snelheid, efficiëntie en kwaliteit was nogal wisselend.

Ik kon de komende twee
uur in de kantine zitten,
zodat hij licht kon maken

In Baden Baden bij de Südwestfunk maakte ik een show met Michael Schanze. Meerdere gründlich gedetailleerde voorbesprekingen. We gingen de studio in, ik repeteerde het eerste nummer en kreeg toen van de Lichtsetzenden Kameraman te horen dat ik de komende twee uur in de kantine kon gaan zitten zodat hij licht kon maken. Ik wist niet wat ik hoorde. Daarmee haal je de flow uit een productie, dus dat kon natuurlijk niet.

Het café in
In Parijs werkte ik met de ORTF. In het Olympia-theater van Bruno Coquatrix ging ik een show opnemen met Mireille Mathieu. De reportagewagen zou om 13.00 uur aankomen en tussen 15.00 en 18.00 konden we dan wat repeteren. De reportagewagen kwam pas om 15.00 uur en de crew rende meteen het café in. Daarna bouwen en tegen 17.00 uur had ik een plaatje. Nou bleek dat de brandweer voorschreef dat camera’s maar aan één kant van de zaal mochten staan. De techniekchef had besloten om twee camera’s dan maar rechts te zetten, want dat deden ze daar nou eenmaal altijd.

Dat die twee camera’s aan één kant stonden, zat me niet lekker. Coquatrix erbij gehaald, babbel, babbel, babbel, haalde niks uit. Toen dacht ik: als ik nou de scanning van één camera niet van links naar rechts, maar van rechts naar links omdraai, dan lijkt het net alsof ik dat zangeresje met die enorme Piaf-strot zowel van links als van rechts aanschiet. De chef techniek deed niet moeilijk, pakte een soldeerbout en draaide de scanning om.

De wat oudere cameraman, die waarschijnlijk al een paar Pernodjes achter de kiezen had, raakte in paniek, dacht wellicht dat het delirium had toegeslagen en vulde de intercom met een ongekend repertoire aan vloeken. Hij snapte niet waarom het beeld naar rechts ging als hij naar links pande. Als ik riep: Grand plan a droite, dan ging hij gegarandeerd eerst de verkeerde kant op en dan in een lawine van vloeken en uiteenspattende merdes kwam er een shot. Het was een hele bijzondere ervaring.

Hoog niveau
Door de manier van werken (snel, veeleisend) ontstond in Nederland in een aantal disciplines – met name handcamera, schakeltechniek en digital effects – een periode van ongeëvenaard hoog niveau. Zonder die toppers had ik in Duitsland een aantal producties niet kunnen maken zoals ze zijn geworden. Ik denk aan Alex Bordewijk, Johan van Elk, Ruud Stienen, Theo Joosten, Media Diamant-winnaar Berto, Han Budding, Frank Enkelaar, Henk van Engen en ik doe er vast een paar te kort. Daarvoor excuus.

Een goede crew legt een ziel in een productie. Een goede crew is als een familie die om elkaar geeft. Een goede crew heeft een pater familias en een mater. Die mater was voor mij vele jaren Myra van der Werff. Zij was de mitraillette die niet alleen tweehonderd shots per minuut kon cuen, maar ze was ook de moeder van de familie. En zoals in elke familie ontstond er door stress of wanhoop weleens wat spanning. Dan was mijn hoofd Geluid Wil Zuiderduijn er als de kippen bij om een bandje af te draaien met een scabreuze tekst of een luide boer. Daarmee ontsnapte de perslucht uit de ballon en kon iedereen weer opgelucht ademhalen. Diezelfde Wil serveerde, gekleed als vrouw Antje, blokjes kaas, terwijl Bert Majoor met een haringkraam de vloer opkwam en een visje uitdeelde. De eisen waren hoog, er was stress, maar ook oneindig veel plezier en voldoening.

Zeker twintig jaar heb ik als mijn number one op camera gewerkt met Ruud Stienen. Ruudje stelde de ploeg samen en bepaalde wie er wel en niet in thuis hoorde. Als mijn programma’s er qua camerawerk uitsprongen, dan is dat vooral te danken aan zijn oog voor cameratalent en zijn persoonlijke hoge eisen aan dat prachtige vak. Ruud overleed op 10 augustus. Een kleine man, maar een gigant in zijn vak. Daarom tot slot een eresaluut voor Ruud Stienen.’

Bron: Bob Rooyens/BM
Foto: Peter de Vink

Bericht delen
Article header image
Article header image

André van Duin ontroert tijdens lancering van zijn boek: Gewoon André

Uiteraard ontbrak Joop van den Ende niet, maar ook Ron Brandsteder, Caroline Tensen, Cornald Maas en Youp van ’t Hek waren present. Harm Edens praatte het geheel soepel aan elkaar en Jan Slagter, namens MAX mede verantwoordelijk voor die metamorfose, reikte het eerste exemplaar uit aan André van Duin. BM maakte een video-impressie met de hoofdrolspelers.

Bron: BM

Bericht delen