Voor gastheer Rick Nieman een gevalletje ‘sliced cook’, want in zijn vroege journalistieke jaren studeerde hij in Amerika en werkte in London voor CNN. Zijn openingswoorden zijn dan ook niet zonder enkele zenuwen: “Goedenavond! En dat is gelijk het laatste woord dat ik in het Nederlands ga zeggen.”
Enfin, de IMTC van dit jaar dus – gehost door 3Rivers, BM en Beeld & Geluid. Engelstalig, maar voor deze glossy – op wat spierbaltermen na – teruggebracht naar het Nederlands. Het event is de internationale aftrap van Dutch Media Week en richt zich ditmaal op de onstuimige groei van de creatieve sector in het Verenigd Koninkrijk. Daar blaast het kabinet Sunak met flinke, breed gedragen investeringen de traditie om groot te denken nieuw leven in.
Ziet ook één van de zogeheten IMTC-founding fathers Oege Boonstra. “Eén van de redenen waarom ze het zo goed doen, is dat ze Engels spreken.” Na een kleine grinnik: “En dat is écht een voordeel. Daarnaast hebben ze een kabinet dat de tv-business snapt en ook stimuleert. Dat zie je terug in de enorme investeringen die worden gedaan.” Boonstra, zelf mediaconsultant voor 3Rivers, licht daarnaast ook zijn perspectief op de Nederlandse markt toe. Hoe staan ‘wij’ ervoor? “We hebben gouden jaren achter de rug en ervaren nu een markt die een beetje moet afkoelen.”
TV = Fun
Terug naar de Britten, waartussen Boonstra zelf ook lange tijd verkeerde. “Ik kwam in 2010 naar Londen en werkte voor Warner Bros. In de vijf jaar dat ik er woonde, was ik onder de indruk van hun surplus aan vertrouwen. En ook hun rijke tv-erfenis is natuurlijk ongelooflijk.”
Alex Mahon, de CEO van Channel 4, is onderdeel van die erfenis. Maar voordat ze daarin grasduint, blikt ze via een live gesprek op het grote scherm eerst terug op haar toch wat zeldzame route richting media. Nieman vraagt haar dan ook hoe het toch mogelijk is dat Mahons cv een afgeronde studie Medical Physics bevat. “Hoe lang heb ik daarover heb gedaan, kun je beter vragen”, retourneert Mahon. Om daarna te vervolgen: “Televisie is veel meer ‘fun’. En dan met name het producentenleven.”
Eén ding viel haar in al die tv-jaren vooral op: omroepen zijn langzamer dan producenten. “En ze hebben sowieso de neiging veel trager te veranderen. Of zich aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen.” Bij Channel 4 werkt dat – gelukkig voor haar – nét even anders. “We vallen niet onder staatscontrole. Dat betekent dat we nieuwe ideeën niet met een orgaan boven ons hoeven te overleggen en dus efficiënter kunnen uitwerken.”
Geen Netflix
Mahons gehele organisatie komt tot leven als het productieproces ingewikkeld wordt. Als voorbeeld geeft ze de kwestie rondom Russell Brand. De Britse komiek wordt beschuldigd van aanranding en verkrachting. Juist Channel 4, waarvoor hij Big Brother’s Big Mouth presenteerde, heeft dat onderzoek aangezwengeld.
“Dat is complex, omdat het niet alleen een zware aanklacht is, maar ook onszelf aangaat”, legt Mahon uit. “Maar we vinden het belangrijk dat wij op het gebied van gedrag onze verantwoordelijkheid nemen. Daarnaast wil ik een werkomgeving creëren waarin journalisten vrij hun ding kunnen doen. In dit geval vinden onze werknemers het zeldzaam dat zoiets kan, met name omdat er potentieel gedoe voor de werkgever op de loer ligt.”
Channel 4 is constant bezig met de balans: het maken van nieuwe content in combinatie met het uitbreiden van de meer gevestigde programma’s en series, geeft Mahon aan. “We willen zijn waar jonge mensen zich bevinden. En precies dáár moeten we slim opereren, want we kunnen niet als een soort Netflix zomaar onze eigen Originals de wereld in slingeren. Daar is ons budget niet voor.”
Dutch DNA
Mahon legt uit dat Channel 4 in de zoektocht naar content voor een groot deel ‘data driven’ werkt. “We zien op dit moment dat Engelsen vijf uur video per dag kijken. En als het om long form gaat, kiezen ze zorgvuldig wat te kijken en voelen ze positiviteit. Dat kan op een streamingdienst zijn, maar ook op tv.” Het beeld voor short form is anders. “Daarbij is het gevoel vaak negatief. Neem nou TikTok, de gebruiker voelt zich vaak slecht als hij of zij daarop gekeken heeft. Dat komt omdat ze een gevoel van controle missen, ze maken geen specifieke keuze over wat ze te zien krijgen.”
Terug naar de emotie op de eventvloer, waar Rick Nieman op zijn beurt benieuwd is naar Mahons advies aan de Nederlandse media-industrie. Een korte rits goedbedoelde clichés volgt: “If you don’t switch you’re dying.” Daarmee doelt ze op meebewegen waar je publiek zit. “Met Videoland doen jullie dat heel goed, maar je moet het blijven doen. En omroepen: investeer in de ideeën van jullie producenten. Wees niet bang.”
In Mahons slotwoord schuilt nog een specifiek compliment voor een specifiek Nederlands topproduct: De Verraders. “Dat was ook op Britse bodem een groot succes. Het laat zien dat jullie creatief zijn, ook door jullie historie. Jullie waren lange tijd leidend in nieuwe formats. Dat is de laatste jaren een beetje achteruit gegaan, maar De Verraders – en in zekere mate ook The Floor – laten zien dat het nog in jullie DNA zit.”
Oranje stropdas
Na het voorgerecht is het tijd voor de tweede spreker. Ditmaal wél in fysieke staat aanwezig: Andrew Zein. Voordat hij ook nog maar één woord geroepen heeft, is de stand toch al snel 3-0 in zijn voordeel. Zein draagt namelijk een oranje stropdas en bekent: “Mijn Nederlandse baas (de in de zaal aanwezige Ronald Goes) is onder de indruk. Maar heel eerlijk: ik heb in geen vijf jaar meer een om gehad. Hij lag toevallig vooraan in mijn kledingkast, geen idee hoe ‘ie daar belandde…”
Als creatief bij Warner Bros heeft Zein zich voorgenomen om zijn toespraak te starten met wat veren voor de zaal. “Het is een voorrecht om voor de crème de la crème van de Nederlandse televisie te spreken. De bijdrage die jullie geleverd hebben aan het volledige landschap gaat veel verder dan jullie eigen omvang. Van Big Brother tot The Voice en door naar De Verraders: onze tv is verrijkt met wat jullie bedachten.”
Een (logisch) applaus volgt. En dan de vraag die over deze avond gesluierd is, want waarom zijn de Britten zo florerend? “Onze producenten zijn creatiever, ze hebben meer budget en zijn omringd door betere mensen dan ooit. Waar de beste producenten vroeger nog weleens adviseurs, commissioners of zenderbazen werden, bleven ze de afgelopen twintig jaar juist op hun plek zitten. Producenten zijn rock ‘n roll-sterren geworden. Een heel goede ontwikkeling.”
Winnaars van de industrie
Als tweede richt Zein zich op de financiële kracht van de sector. “Die is maar blijven groeien, en zorgde er mede voor dat makers konden maken wat ze wilden maken. Het heeft ervoor gezorgd dat carrièremogelijkheden in de sector uitgebreid zijn. Ook omroepen, distributeurs en kijkers, maar vooral de Britse economie als geheel, hebben hiervan geprofiteerd.”
En wat Nederland daarvan kan leren? “We hebben er net allemaal om gelachen, maar Oege had gelijk: de Engelse taal is mega belangrijk. Dat ik hier sta en voor jullie mijn visie deel, is mogelijk omdat ik Engels spreek en jullie dat verstaan. Dat simpele feit wordt soms te snel voor lief genomen.” Zeins advies aan ons: “Ook jullie hadden echte rock ‘n roll-producenten. John de Mol, Joop van den Ende, Harry de Winter en Reinout Oerlemans zorgden voor de beste tv van de wereld.”
Zein omschrijft hen als ‘big people with big ambitions’, mensen die keuzes durfden te maken en bijgedragen hebben een compleet landschap vorm te geven. “Ik geloof niet dat dat nu écht anders is. Bij Warner Bros werken we ook met Nederlandse producenten. Denk aan Michiel van der Hoeven, Maarten van Dijk en Erwin Godschalk. Ik zie die ‘oude’ eigenschappen bij hen terug.”
Hoe onze markt weer kan herstellen? “Daarvoor moet het in een omgeving acteren waarin de beste ideeën uiteindelijk op het scherm terechtkomen. Ook moeten creativiteit en talentvolle producenten eerlijk worden beloond. Als dát gebeurt, is het aftellen tot jullie weer tot de winnaars van onze industrie horen.”
Tot slot staat ook Zein – en niet voor de laatste keer deze avond – stil bij De Verraders: “Een briljant format waar jullie je aan vast moeten houden. Een Nederlands idee, uitgewerkt en verder ontwikkeld door Nederlandse makers. Als dit soort voorbeelden niet meer tot jullie kern voor de toekomst behoren, dan riskeer je terug te vallen in de sector. Misschien wel tot een gemiddeld product. Nou, daar is weinig rock ‘n roll aan.”
Nooit bang geweeest
En dat maakt Zeins speech kogelrond. Het is de ideale interlude voor eerst het hoofdgerecht en vervolgens de slottoespraak. Die wordt verzorgd, in felrood, door Camilla Lewis, voorheen werkzaam voor BBC Factual en nu haar eigen productiebedrijf Curve Media runnend. Haar begin is daverend: “Ik beloof vrijuit te spreken over hoe ik denk over de BBC en de gehele UK. Ik heb een heel andere kijk op onze industrie. Het voelt gek om te vertellen dat het zo ongelooflijk goed met ons gaat, want in sommige opzichten gaat het dat helemaal niet.”
“Ik kan vrijuit spreken, omdat ik niet bang ben. Ook niet voor een baas die zegt wat ik moet doen of laten. Sterker nog: ik ben eigenlijk nooit bang geweest. Want één ding weet ik inmiddels: alles draait om afwijzing.” Haar showreel volgt, bomvol grote mediamerken. “Dit filmpje straalt alleen succes uit, maar er gaat een loopbaan vol afwijzingen aan vooraf.” Een compliment aan de Nederlandse markt volgt, en ook nu weer voor één titel in het bijzonder.
“De Verraders veranderde ons landschap. Het is groots. Velen zeiden dat het niet uit Nederland komt, maar ik wist dat het wel zo was.” Ze wijst naar de zaal. “Ik heb veel respect voor wat jullie doen. Ik ken veel Nederlandse producenten uit mijn Fremantle-tijd. En let op: ik ben een ‘arrogant fucker’ en er zijn maar weinig markten waar ik respect voor heb, maar Nederland is daar zeker één van.”
Donkere wolken
Het is een repeterend trucje: eerst wat veren voor de Dutchies, daarna zelf in de spiegel kijken – maar ook zeker niet nalaten om te vertellen wat goed gaat in eigen land. “Wij Britten zijn heel sterk in snel produceren”, duidt Lewis de huidige situatie. “Voor veel doelgroepen doen wij mee op het wereldtoneel. We wonnen een Emmy met kindertelevisie en we investeren in mensen die met ons werken, omdat we op die manier hopen dat ze met ons blijven werken.”
Het valt nog maar eens op hoe groot de rol van investeren speelt in het Engelse succesverhaal. Niet alleen in mensen, zoals Lewis zegt, maar ook zéker in een idee en potentieel eindproduct. “Iedereen heeft weleens te maken met een slecht verhaal. Maar als je iets goed hebt, wees dan niet bang om er geld in te steken. Dat verdienen goede verhalen. En dat is zeker een kracht van ons, het is onderdeel van ons huidige succes.”
Toch ziet Lewis ook donkere wolken boven Engeland. “Het economische klimaat in Nederland is grillig, maar zeker ook bij ons. 75% van de zelfstandigen is werkloos.” Ze laat een stilte vallen. “Dat is drie uit vier – laat dat even bezinken. Daarnaast leiden we dikke verliezen op de advertentiemarkt. Niet iedereen zal dus meegaan in het verhaal dat het zó goed gaat.”
Onderschatting
Dat heeft volgens haar ook te maken met het feit dat Britse omroepen de markt vaak niet helemaal begrijpen. “Kleine titels worden snel genegeerd. Maar dergelijke shows scoren soms geweldig in een bepaalde, hechte kijkersgroep en tellen na een paar seizoenen op tot honderden episodes. Dat is écht knap en goed, want series met zoveel afleveringen zijn en blijven zeldzaam. En tegelijk worden ze vreselijk onderschat.”
Lewis denkt dat vooral het startpunt van veel omroepen verkeerd is. “Start niet met het doel om zoveel mogelijk geld aan een format te verdienen, maar begin met het waarom deze film of serie nu moet worden gemaakt. Neem The Office: gemaakt door een vriend van me. Een gek, fucked up idee. Maar een wereldwijd succes en iedereen die eraan werkte, heeft er goed aan verdiend. In dat geval is geld dus het eindresultaat, begin er alsjeblieft niet mee.”
In haar laatste woorden van de avond staat Lewis nog eenmaal stil bij het Nederlandse visitekaartje. “Iedereen die vanavond aanwezig is, zoekt naar die ene grote hit. Iedereen wil zijn eigen Verraders. Ook ik wil die hele grote titel. Maar in het zoeken daarnaar vergeten we vaak alles wat daartoe leidt. En dát is juist de grote reis.”
Stimuleren vs. controleren
Voor het toetje van de IMTC, naast chocolademousse op iedere tafel, is Oege Boonstra weer het podium opgeklommen. Een round-up met de lessen van de afgelopen drie uren volgt. “Wat ik in ieder geval weet, is dat we een motiverende overheid nodig hebben die onze sector begrijpt. Helaas gebeurt dat nu niet. Op dit moment wordt onze industrie gecontroleerd en niet gestimuleerd.” Boonstra haalt, en nu is het écht voor het laatst, nog eens De Verraders aan: “Dat is een perfect voorbeeld van hoe iedereen samenwerkt om iets speciaals de wereld in te brengen.” Nieman heeft daar – en dat is misschien wel voor het eerst – niets tegenin te brengen. “Volgend jaar de tiende IMTC, ik hoop jullie dan allemaal weer te zien. Good night!”
Bron: BM/Oane Born
Foto’s: Feike Faase