Hoe beviel dat, meester Lürsen?
“Ik ben onwijs blij met dit project. Het is bedoeld om jonge schrijvers een podium te geven. Verschillende schrijvers, met ieder hun eigen idee. Met alle twaalf gingen we tot de kern. Waar gaat het verhaal over? Wie is de hoofdpersonage? Wat moet hij of zij meemaken? We konden de basiswetten van een scenario twaalf keer analyseren en dat was voor mij ook heel erg leerzaam. Ik ben het niet gewend om tien keer tegen een scenarist te zeggen: sorry, maar ik vind het nog niet goed genoeg, maar hier kon ik daar best ver in gaan. Daar hadden we ook de tijd voor, want daar was het ‘t project naar.”
Maakt het jouw werk niet veel ingewikkelder?
“Natuurlijk is het fijn om met iemand te werken van wie je ‘weet’ dat het wel goed komt. Toch begin je met wie dan ook altijd op nul. Ik probeer voor elke serie opnieuw te beginnen en mezelf uit te dagen. Dat was hier ook zeker aan de hand; ik werkte met twee cameramensen met wie ik nog nooit had gewerkt, vier acteurs die ik nog niet kende en twaalf nieuwe schrijvers. Het is elke keer weer spannend, nu had ik die spanning maal twaalf. En vergeet niet dat deze mensen niet voor niets geselecteerd zijn: er is veel talent.”
“Ze moeten alleen goed worden begeleid. Een ander voordeel aan dit project is dat het een heel helder format is. Je belt met 112, er is een dialoog tussen de beller en de telefonist en er moeten een paar goede wendingen in zitten, allemaal in 25 minuten. In eerste instantie wilde ik alle afleveringen dezelfde stijl geven, maar uiteindelijk heeft elke aflevering z’n eigen stijl. Het format biedt genoeg houvast om het als één serie te zien. Maar als je goed kijkt, zie je dat elke aflevering een andere kleur heeft, dat een andere lens is gebruikt en een andere stijl van draaien en montage.”
“Schrijvers in Nederland
krijgen vaak niet de
kans zich te ontwikkelen”
Is het in Nederland moeilijk om aan goede schrijvers te komen?
“Ja, maar dat ligt niet aan het talent of onwil. Nederlandse producties worden vaak onder tijds- en financiële druk gemaakt. Dat gebeurt overal ter wereld, maar Nederlanders zijn uitblinkers in iets maken in té weinig tijd en voor té weinig geld. En schrijvers in Nederland krijgen vaak niet de kans zich te ontwikkelen. Kijk naar de grote speelfilms van de afgelopen twintig jaar, die zijn allemaal geschreven door ervaren mensen.”
“In Nederland is de spoeling dun. Frank Ketelaar, Kim van Kooten en Thomas van der Ree komen om in het werk. In Amerika zouden ze een jaar aan één film mogen werken, maar hier moeten ze vier of vijf films of series per jaar doen omdat ze van het bedrag van één stuk niet een jaar kunnen leven. Dus zijn er weinig mensen die ervoor kiezen. En een scenario is eigenlijk een half product, het is pas heel als het verfilmd is. En dat doet een producent liever met een gevestigde naam, minder risico.”
Had je bij NOOD ook last van een te klein budget?
“Het kon best goedkoop. We hadden drie draaidagen per aflevering, telkens weinig acteurs in beeld en vaak één locatie buiten de alarmcentrale. Maar helaas, je werkt wel met beperkingen. Een spannende achtervolging werd te duur en ik kon Barry Atsma wel bellen, maar die ging dat natuurlijk niet doen voor dit bedrag. Eigenlijk verbaasde het me wel dat er nog zoveel kon voor dat geld. Ken je de film The Blair Witch Project nog? Dat werd volgens mij gemaakt met een budget van 25.000 dollar. Eén van de engste films ooit gemaakt. En dat met zo’n klein budget! Het kán dus wel.”
“NOOD is redelijk goedkoop te maken drama, maar het is belangrijk dat we ook een keer uitpakken. Ik heb twee jaar geleden Vliegende Hollanders mogen maken met een miljoen per aflevering. Voor historisch drama met veel visual effects is dat ook wel echt noodzakelijk. Het gekke is, en dat meen ik serieus, bij Vliegende Hollanders had ik alleen maar stress over tijd en geld. Bij NOOD heb ik dat, terwijl we veel meer moesten doen op een dag, nauwelijks gehad.”
Credits
Vier 112-alarmcentralisten maken dagelijks onder grote druk afwegingen die het verschil kunnen maken tussen leven en dood in schokkende, meeslepende en af en toe bijna absurde telefoongesprekken.
Omroep: BNNVARA
Producent: Pupkin (Pieter Kuijpers, Iris Otten, Sander van Meurs)
Regisseur: Joram Lürsen
Scenarioschrijvers: Aaron van Valen, Amira Duynhouwer, Benja Bruijning, Douwe Nagelmaker, Esther Duysker, Fadua El Akchaoui, Helen Dalessi, Ilse Ott, Jop Esmeijer, Nadja Hüpscher, Rifka Lodeizen, Willem Bosch
Hoofdcast: Melody Klaver, Jenny Mijnhijmer, Joris Smit, Mohammed Elouardani
Creative producer: Felix van Gisbergen
Serie concept: Willem Bosch
Uitvoerend producent: Marion Welmers
Co-producent: Robert Kievit, Sebastiaan Leeman (BNNVARA)
Camera: Tjitte Jan Nieuwkoop, Coen Stroeve
Production Design: Minka Mooren
Kostuumontwerp: Marion Boot, Evelien Klein Gebbink
Casting: Job Castelijn
Casting kinderen: Elske Falkena
Haar & make-up design: Jacqueline Hoogendijk
Geluid: Kees de Groot
Montage: Peter Alderliesten, Annelotte Medema
Sound Design: Nardi van Dijk, Naomi Polhaupessy
Componist: Merlijn Snitker
Aantal draaidagen: 36
Locatie: divers
Gedraaid op: HDcam
Datum eerste uitzending: 30 november, 21.50 uur, NPO 1
Bron: BM
Foto: Jurre Rompa