Article header image
Article header image

Kansen voor Wallets en Nederlandse Datakluis

Daarom ging ik met experts in gesprek om te kijken wat de status van deze projecten is en wat we er als branche nu al mee kunnen. Laten we eerst inzoomen op waarschijnlijk de minst bekende van de twee: de Digital Identity Wallets. Ik kwam er zelf op een bijzondere manier mee in aanraking, want met groot plezier ben ik onlangs toegetreden tot de Raad van Toezicht van Eurosonic Noorderslag: hét onafhankelijk platform gewijd aan de promotie en ontdekking van nieuwe Europese en Nederlandse muziek.

Zeker in het huidige tijdperk, waar cultuur onder druk staat, is ESNS meer dan noodzakelijk. Maar dat terzijde. Wat niet iedereen weet, is dat je op het Groningse festival sinds 1986 niet alleen de nieuwste muziektalenten kan ontdekken, maar dat daarnaast ook vier dagen lang een zeer interessante conferentie plaatsvindt voor én met professionals vanuit heel Europa. Waar ik tijdens deze conferentie erg door getriggerd werd, was een panel over Europese Digital Identity Wallets waar onder andere demissionair staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering Alexandra van Huffelen bij aanwezig was. Tijdens dit panel werd duidelijk dat de muziek- en evenementenindustrie hier al druk mee bezig is.

Digitale portemonnee
Het startpunt van deze Digital Identity Wallets was juni 2021, toen EU-commissaris Margrethe Vestager officieel de uitrol aankondigde, hetgeen zoveel betekent dat alle Europese lidstaten aan alle inwoners een digitale portemonnee moeten gaan aanbieden. Zweden coördineert dit project en het wordt uitgevoerd door achttien lidstaten en Oekraïne. Bij dit project zijn meer dan vijftien overheidsdiensten en veertig particuliere entiteiten betrokken.

Dat is het politieke proces, maar wat gaat de burger nou van dit alles merken? Deze Wallet is een middel waarmee iedereen makkelijk, veilig en privacy-proof allerlei zaken volledig digitaal kan regelen, zonder papieren rompslomp. Of het nu gaat om het openen van een bankrekening, ondertekenen van documenten, leeftijdscontroles, inloggen op (social) media of het afnemen van online diensten. Met zo’n e-portemonnee moet dit efficiënter, sneller en veiliger worden. Het is de bedoeling dat consumenten in hun eigen Wallet bijvoorbeeld een digitale versie van hun paspoort, rijbewijs, diploma’s en financiële gegevens gaan opslaan.

Datakeeper
Er worden op dit moment in Nederland al diverse Wallets gemaakt, bijvoorbeeld door Yivi, Schluss en Datakeeper. Naast deze zogenaamde ‘Private Wallets’ is het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook zelf bezig een nieuwe Wallet te ontwikkelen. Gregor van Waning is strateeg bij Datakeeper, een commerciële partij die zo’n Private Wallet ontwikkelt. Van Waning: “Datakeeper is ontstaan als idee op de innovatie-afdeling van de Rabobank. Inmiddels is Datakeeper als ‘spin-out’ een volledig zelfstandige start-up geworden. Deze Datakeeper app laat je precies zien welke gegevens je deelt met welke partij en vraagt expliciet om je toestemming om deze te delen.”

“Wij willen met Datakeeper
consumenten zelf de controle
geven om veilig, makkelijk en
efficiënt hun data te delen”

“Datakeeper kan zelf niet bij je gegevens en weet ook niet wie de app gebruikt. Wij willen met Datakeeper consumenten zelf de controle geven om veilig, makkelijk en efficiënt hun data te delen. Wanneer de certificering van start gaat, zal Datakeeper zich dan ook als officiële EU Identity Wallet laten certificeren.” Volgens Van Waning zijn er al legio voorbeelden waar Wallets nu gebruikt worden, zoals bij inschrijvingen voor huurwoningen, hypotheekaanvragen en aanvragen voor persoonlijke leningen. “Omdat persoonlijke gegevens uit Identity Wallets veel betrouwbaarder zijn dan papieren documenten, hoeven bedrijven veel minder controlewerk te verrichten en lopen ze veel minder risico op fraude. Dit scheelt veel tijd en kosten waardoor diensten veel sneller en goedkoper kunnen worden.”

Accepteren
Weer even terug naar Groningen. Want wat beklijfde aan dit panel was dat er een open discussie plaatsvond en concrete acties werden afgetikt. Zo stelde deze zelfde Van Waning de vraag aan staatssecretaris Van Huffelen of de Nederlandse overheid van plan is om deze Private Wallets, zoals Datakeeper, daadwerkelijk te accepteren en te certificeren. Van Huffelen beaamde dat, dus als consument heb je straks inderdaad keuze tussen verschillende portemonnees.

Daarnaast haalde Van Huffelen live Eric van Eerdenburg (directeur Lowlands Festival), die ook in de zaal zat, over om deze Wallets in te gaan inzetten op het zijn festival. Later die dag zegden ook Eurosonic en de gemeente Groningen toe om serieus te overwegen om in 2025, tijdens de volgende ESNS, een proeftuin op te zetten voor de pilot van het EU Digital Wallet Consortium voor een volledige klantreis, inclusief instapkaarten, hotelcheck-in, grenscontrole en conferentietickets.

ESNS

Panelvoorzitter Roger Olivieira (en werkzaam bij wallet service provider Ver.iD): “Het is goed om te zien dat partijen als Lowlands, CM.com, ID&T en MOJO de uitnodiging van de staatssecretaris enthousiast aannemen. Het mes snijdt ook nog eens aan twee kanten, want het is goed voor de business zelf. Secondary ticketing, de doorverkoop van tickets tegen woekerprijzen, kan je bijvoorbeeld met Wallets tegengaan. Daarbij kan je in de VIP en backstage beter identity acces management toepassen, plus je marketing- en programma-aanbod beter personaliseren zonder dat je veel data hoeft te verzamelen. Zaken die ook voor mediabedrijven, zoals omroepen, een meerwaarde kunnen hebben.”

Experimenteren
Ook Van Waning ziet voordelen voor de media-industrie: “Wallets hebben veel potentie in vrijwel elke sector, zeker in de media bijvoorbeeld bij het snel en makkelijk afsluiten van abonnementen of het makkelijk en veilig inloggen in apps en websites zonder gedoe met usernames en passwords.”

Het lijkt nu zaak om er als mediabedrijf, net als in de evenementenindustrie, mee te gaan experimenteren. We zitten alleen een beetje met een kip-ei verhaal: bedrijven twijfelen of ze zo’n Wallet nu al willen inzetten omdat veel consumenten het nog niet op hun smartphone hebben staan. Consumenten die het wel hebben, merken dat nog weinig bedrijven het ondersteunen en kunnen het weer niet gebruiken. Van Waning: “Dit kip-ei probleem zou kunnen worden opgelost als bijvoorbeeld de top 3 bankieren-apps een standaard Identity Wallet aanbieden. Daarmee heeft vrijwel elke consument per direct een bruikbare Wallet app op zijn/haar telefoon staan”.

Nederlandse Datakluis
In tegenstelling tot deze Wallets heeft de mediabranche wel al een ander dataproject omarmd: de Nederlandse Datakluis. Ook een initiatief rond data van gebruikers en burgers. De vijf grote mediabedrijven DPG Media, Mediahuis Nederland, NPO, RTL Nederland en Talpa Network hebben besloten samen de persoonlijke datakluis te willen onderzoeken en ontwikkelen. Daarvoor is de Stichting Nederlandse Datakluis (SND) opgericht.

Zij bouwen die datakluis op basis van een nieuwe standaard waardoor je eenvoudig data rond het individu kunt opslaan. Hier is ook alles privacy-proof en compatibel. Gebruikers krijgen zelf controle en dat geeft ze meer vertrouwen om data te gebruiken bij verschillende sites. Deze ontwikkeling begint wereldwijd op gang te komen. Volgens de SND zelf behoren de Nederlandse media hiermee tot de internationale koplopers.

Je kunt overal inloggen en
tóch anoniem blijven voor
de sites die je bezoekt

De kern van het SND-verhaal is dat de Nederlandse media het belangrijk vinden om een alternatief te zijn voor grote dataverzamelaars als Google en Facebook. Via deze Datakluis bouwt een gebruiker een veel breder dataprofiel dan de mediapartijen nu ieder voor zichzelf doen. De insteek van SND is dan ook om deze datakluis te gaan toepassen in andere sectoren, waardoor het profiel steeds rijker wordt. Het verschilt van de datapropositie van grote partijen omdat de gebruiker hier wél zelf bepaalt; je kunt overal inloggen en tóch anoniem blijven voor de sites die je bezoekt. Je kunt heel veel data over jezelf opbouwen en tóch zelf bepalen wat daarmee gebeurt en waar deze wordt ingezet.

Nieuwe dienst
De trekkers van deze Stichting zijn onder anderen Martijn van Dam (oud-politicus en voormalig NPO Raad van Bestuurslid) en Arno Otto (voorheen Talpa). Met Van Dam ging ik hierover in gesprek. Waar staan ze nu? “We ontwikkelen momenteel een nieuwe dienst; een centrale login voor alle aangesloten (media)sites met een datakluis eraan gekoppeld. Daarin kun je als gebruiker al je voorkeuren en interesses opslaan en in de toekomst kunnen sites daar jouw persoonlijke data of je persoonlijke profiel opslaan. Eén login, geen cookiemelding, één plek voor je instellingen en voorkeuren. Dat is allemaal heel handig. Tegelijk is je privacy gegarandeerd; je blijft anoniem en je kunt zelf op elk moment je data aanpassen en bepalen op welke site je data gebruikt wordt voor welk doel. En hiermee krijg je hopelijk als Nederlandse media autonomie terug in de digitale economie en sta je sterker als straks persoonlijke AI echt voet aan de grond krijgt.”

Wanneer kan het publiek hiermee aan de slag? “We verwachten voor de zomer een proof of concept te hebben afgerond en een eerste versie van de dienst werkend te hebben. Planning is om in de tweede helft van het jaar te gaan piloten. Dat betekent dat je later dit jaar de kans krijgt om een eerste versie uit te proberen.”

Aanvullend
Dus nog een plek waar je data straks bewaard wordt met ongeveer dezelfde roadmap. Dan is natuurlijk de hamvraag: hoe verhouden de eerdergenoemde Wallets zich dan weer tot deze (media)datakluis? Van Dam: “De datakluis en ID Wallets zullen aanvullend worden. Stel dat je voor een mediadienst iets van je identiteit moet prijsgeven, dan willen wij wel koppelen aan zulke Wallets. Om het met een voorbeeld te illustreren: voor sommige video’s en advertenties moet je ouder dan achttien zijn. Wij zullen dan bij een Wallet een vinkje ophalen dat je inderdaad ouder dan achttien bent. Die plaatsen we in je datakluis en daardoor kun je bij elk site toegang krijgen tot 18+ content of advertenties zonder dat je er nog iets voor hoeft te doen. Een ander voorbeeld is een adres-check. Daarmee kun je bijvoorbeeld het delen van abonnementen tussen mensen in hetzelfde huis veel makkelijker faciliteren en tegelijk misbruik makkelijker voorkomen.”

Conclusie
Met beide onderwerpen bevindt Nederland zich nu in de voorhoede. Laten we als sector dus vooral het voortouw nemen om onze data customerjourney goed tegen het licht te houden en toekomstbestendig in te richten. Experimenteer. Zet pilots op. Net als de evenementenindustrie al doet. Mijn advies: ga er zo snel mogelijk actief mee aan de slag. En maak vooral gebruik van de reikende handen van Martijn van Dam en Alexandra van Huffelen.
Edwin Valent
Edwin Valent
Edwin Valent is strateeg en interim-manager met een groot portfolio aan klanten in de media-, sport- en cultuurindustrie. Voor BM schrijft hij over innovatie in het internationale medialandschap.

 

 

 

 

 

 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Kun je in de toekomst eindelijk je eigen tv-pakket samenstellen?

Want ik wil Japanse zenders, een Australisch en UK-pakket, een boeketje Portugezen, Italianen en Denen, een paar nieuwszenders van het Afrikaanse continent en noem zo maar op. Afgetopt met enkele OTT-pakketten zodat ik al mijn favoriete sportcompetities en videocontent kan zien. Dit allemaal gebundeld op één factuur. Dat je daar extra voor moet betalen, vind ik geen probleem.

Gek eigenlijk dat dit niet kan, want zeker in 2022 is dat technisch allemaal wél mogelijk. En het is niet ingewikkeld. De beruchte, illegale IPTV-aanbieders bewijzen dat je alle zenders van over de hele wereld in goede kwaliteit je huis in kunt krijgen. Niet legaal, dus voor mij geen optie.

Hobbyisten
Er is trouwens wel een legale oplossing waarmee je een redelijk aanbod kunt binnenhalen: sommige tv-zenders zetten hun (IPTV-)signaal namelijk wel open voor hun landgenoten in het buitenland. Via Hans Kanalenlijst en een ontvanger kun je bijvoorbeeld legaal kijken naar een aantal van je favoriete internationale zenders, van het Indonesische TVRI tot het Mexicaanse Canal 10, van het Servische N1 SRB tot het IJslandse RUV1 (al doen ze het niet altijd). Deze opties zijn nu vooral voor de hobbyisten, die het leuk vinden om een beetje te klooien met schotels en verschillende ontvangers. Zoals ik. Maar begrijpelijk te veel gedoe voor een ‘normale’ gebruiker.

In Amerika zie je tegenwoordig wél de trend dat je via je tv-provider à la carte je eigen tv-mix kan samenstellen. Hoe breed is dit aanbod nu? Wat kost het? En is dit iets dat kan overwaaien naar de lage landen? De drie meest aansprekende, grootste aanbieders uit de VS zijn Verizon, Xfinity (Comcast) en YouTube TV.

Verizon biedt de
mogelijkheid van
Mix & Match

Laten we beginnen met Verizon: dat investeert al sinds 2005 immens in zijn glasvezel triple play-oplossing: een gebundelde internet-, televisie- en telefoonoplossing. Inclusief een innovatieve, op IPTV gebaseerde, betaalde tv-service. Oftewel live televisie via internet: FIOS TV. Nu heeft dit pakket verschillende vormen gekend, maar sinds januari 2020 biedt Verizon de mogelijkheid à la carte services te kiezen. Of zoals ze het zelf noemen: Mix & Match.

FIOS

WC-Eend
Je kunt allereerst gewoon een tv-pakket kiezen. Van een vol pakket van 425 zenders (110 dollar per maand) tot een uitgekleed pakket van 125 kanalen (zeventig dollar). Aardigheidje is dat je als nieuw lid altijd het complete pakket krijgt en na twee maanden zeggen ze dan welk pakket op basis van jouw kijkgedrag het best bij jou past. Natuurlijk is dit een gevalletje wij van WC-Eend adviseren WC-Eend, maar toch.

Vervolgens kun je op zo’n pakket individuele internationale zenders, extra sport- of taalpakketten kiezen of on demand platforms toevoegen. Dat is interessant. Je kunt zo alle grote Amerikaanse sportcompetities toevoegen die dan ook in je tv-boeket verschijnen. Wel tegen extra kosten natuurlijk. Dat geldt ook als je bijvoorbeeld HBO Max, Showtime, Starz of Epix wil toevoegen, waarbij je korting krijgt als je diensten stapelt.

Maar wat het meest aansluit bij de à la carte wens is dat je via FIOS TV dus ook individuele zenders of talenpakketten uit het buitenland kunt toevoegen, vooral gericht op Amerikanen met roots buiten Amerika. De pay off is dan ook: ‘Rediscover your favorite shows from back home’.

Prijzig
Zo kun je een Spaanstalig pakket of individuele zenders toevoegen uit een bepaald gebied (bijvoorbeeld Mexicaans, Caribisch of Zuid-Amerikaans). De prijzen zijn wel netjes: zo’n pakket telt al snel vijftig zenders en kost een klant tien dollar extra per maand. Een stuk interessanter dan dat je ze los toevoegt; dan kost het vijf dollar per maand per zender.

Beetje vreemd, maar zo werkt ook hun menukaart: individuele zenders zijn prijzig. Voorbeeldje: de Franse zender TV5MONDE kost los twaalf dollar per maand. Rai Italia en Mediaset Italia samen kost je vijftien dollar per maand. Vijf Zuid-Koreaanse zenders gebundeld kosten dertig dollar per maand. Ondanks dat je dit zeker een à la carte oplossing mag noemen (je kunt kiezen uit individuele zenders uit dertig verschillende landen), is het vooral prijzig. Voor wie een beetje heeft meegeteld: je gaat failliet.

Xfinity

Xfinity
De oplossing van Xfinity, de telecommunicatiedivisie van Comcast, ligt in lijn met deze Verizon-variant. Ook zij gaan voor de ‘ultieme entertainmentoplossing’ door het bundelen van tv-zenders, sport, on demand en DVR-functies. Je begint ook hier met het kopen van een tv-pakket waaraan je vervolgens zaken gaat toevoegen. Hun pakketten zijn minder bulky met maximaal 185 zenders en de kosten zijn dan ook wat lager (van twintig tot tachtig dollar per maand).

Als je zo’n pakket hebt gekozen, krijg je vervolgens ook een menukaart voorgeschoteld; hun zogenaamde Add-On channels. Je kunt de standaard filmdiensten (HBO Max, Cinemax, Starz, Showtime, Epix et cetera) en sportcompetities (NHL, NBA, NBC Golf, MLB, Nascar et cetera) toevoegen, evenals internationale zenders of pakketten. Het aanbod is best groot (van Israël tot Vietnam, van Griekenland tot Japan), maar ook hier zijn de kosten hoog. Het toevoegen van de Vietnamese zender SBTN kost je vijftien dollar per maand en TV Japan is zelfs 25 dollar per maand. Oei. Als extraatje biedt Xfinity wel de mogelijkheid om on demand-zenders en nichediensten toe te voegen zoals Dog TV, Gaiam TV Yoga en The Jewish Channel. Om kort te gaan: je kunt best aardig je eigen tv-boeket samenstellen, maar ook hier heb je een dikke portemonnee nodig om het echt aan je wensen aan te passen.

Ook hier heb je een dikke
portemonnee nodig om het
echt aan je wensen aan te passen

YouTube TV
Google biedt met YouTube TV een oplossing waarbij je jouw tv-wensen nog net iets eenvoudiger aan en uit kunt vinken. Kosten zijn voor een basisabonnement 65 dollar per maand. Hiervoor krijg je 85 live tv-zenders (inclusief per zender 365 dagen terugkijken), die je aan en uit kunt zetten en qua volgorde van ‘zappen’ naar eigen inzicht kan inrichten. Vervolgens heb je een lange lijst waarbij je zenders of diensten kunt aanvinken waarna ze direct aan je tv-boeket worden toegevoegd.

Ze maken hier geen onderscheid tussen een zender, sportplatform of een OTT-service. Klikken, betalen en kijken. Spaans pakketje? Tientje erbij. Sportpakket met vijftien extra zenders? Tientje erbij. Ben je het na een tijdje weer beu? Vinkje uit. In hun aanbod hebben ze veel andersoortige, originele OTT-zenders en platforms zoals VSiN (een sportgokzender), The Great Courses (cursussen over van alles en nog wat) of een horrorplatform als Screambox en Shutter. Als Amerikaan kun je dus naar eigen inzicht een mooi tv-pakketje bij elkaar vinken, alleen hebben ze (buiten Spaanse pakketten) niet veel internationale zenders. Het is dus vooral een gemakkelijke à la carte oplossing met Amerikaanse en Spaanse tv-zenders en producten.

Geluk
Nu heb ik na deze uiteenzetting niet direct het idee dat de Amerikaanse aanpak een één-op-één opvolging verdient in Nederland. Zeker, je hebt in de VS meer vrijheid om een ‘eigen’ tv-boeket samen te stellen; maar de prijs die je daarvoor betaalt, is echt te hoog. Daarbij heb je per land ook niet altijd veel keuze, dus je moet het geluk hebben dat de zenders die jij zoekt ook echt worden aangeboden. Zonde, want het zou allemaal zo mooi kunnen zijn.

ziggo600

Is deze Amerikaanse ontwikkeling in ons land waarneembaar? Oftewel; hoe denken onze Nederlandse tv-providers over à la carte televisie? Canal Digitaal en VodafoneZiggo reageerden. Robin Kroes (Executive Director Strategy, Insights & Integration bij VodafoneZiggo): “Wij willen onze klanten via ons platform altijd toegang kunnen bieden tot de meest relevante content. Dat geldt zeker ook voor internationale content, niche zenders en zenderpakketten. Zo bieden wij al langere tijd premium zenderpakketten in het Turks en Hindi aan. Tevens hebben we met TV Française en TV Italiana twee apps gelanceerd met respectievelijk Franse en Italiaanse tv-zenders. Ook richting de toekomst zullen we ons blijven oriënteren op het aanbieden van relevante internationale content. Hoe wij de signalen technisch binnenhalen en doorzetten is afhankelijk van de afspraken met de doorgevende partij en de wijze waarop we de content naar de klant brengen (lineair, via een app, et cetera).”

Gevarieerd aanbod
Bij de M7 Group, met onder andere de merken Canal Digitaal, Online.nl, TV Vlaanderen en Télésat, denken ze hier ongeveer hetzelfde over en gaat het qua techniek over de satelliet of via IPTV. Alco De Jong, de kersverse VP Benelux van M7, licht toe: “M7 Group probeert een zo breed mogelijk portfolio aan te bieden, waar ruimte is voor eigen voorkeuren van de consument. In totaal bieden we meer dan honderd zenders aan in onze pakketten, waaronder veel buitenlandse kanalen. Daarnaast geven wij onze satellietklanten de mogelijkheid om films (Film1), sport (Ziggo Sport/ESPN) en gay erotiek (Man-X) toe te voegen en hebben alle klanten standaard toegang tot de 3-in-1 TV App.”

“We willen niet dat mensen
extra betalen voor content
waarin ze geen interesse hebben”

“Als onderdeel van de Canal+ groep bekijken we daarnaast momenteel de mogelijkheid om Canal+ als SVOD service te lanceren, zoals onlangs in samenwerking met A1 in Oostenrijk. De consument heeft daarmee on demand toegang tot een zeer gevarieerd aanbod aan (internationale) content, veelal met een Europese ‘touch’ via onze eigen producties met StudioCanal (waar Dutch Filmworks sinds kort ook onderdeel van is, EV) en dankzij sterke contentpartners als Film1, Starzplay, BBC en Filmbox. We willen een zo’n compleet mogelijk aanbod, maar niet dat mensen extra betalen voor content waarin ze geen interesse hebben. Op deze manier kunnen we een brede selectie van diverse contentpartijen aanbieden en de consument zelf laten kiezen.”

Behelpen
Er zijn dus wel echt bewegingen, ook in Nederland, waarbij de consument zelf meer achter het stuur kan zitten. Maar mijn wens om alle tv-zenders zelf te kiezen en ze aan en uit te zetten wanneer het mij blieft, heeft een hoog utopisch gehalte. In Amerika hebben ze wel een vorm van à la carte televisie, alleen dus (nog) met een ridicule prijszetting. Dat is nou niet iets waarvan ik hoop dat het overwaait naar Nederland. Dus ik zal me moeten blijven behelpen met diverse aan elkaar geknutselde boxen en schotels die mijn huis inmiddels rijk is. Dan neem ik het feit dat het Japanse TBS het soms niet doet en bij het Portugese RTP2 vaak de audio wegvalt maar op de koop toe. Als romanticus moet ik dat misschien ook helemaal niet erg vinden. Dat is eigenlijk ook wel weer de charme…

Edwin ValentEdwin Valent

Edwin Valent werkt in directiefuncties in de internationale media-industrie en is eigenaar van Bruut Productions, dat zich specialiseert in mediastrategie en digitale transformatieprocessen met een groot portfolio aan klanten in vooral de media-, sport- en cultuurindustrie.

 

 

 

 

 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Hoe concertzalen de productiehuizen van de toekomst worden

Wat is zo’n smart venue nou precies? Wat voor projecten komen er uit voort? En wat kan de media-industrie leren van deze live entertainment projecten en van immersive contentproducties in zijn algemeenheid? Hierover ging ik in gesprek met Jos Feijen (directeur Effenaar) en Femke Blok (programmamanager Effenaar Smart Venue).

Rockcity meets Techcity
Eindhoven staat sinds jaar en dag bekend als een rijke voedingsbodem voor rockbands. Daarnaast is het de stad van innovatie en high-tech: Brainport Eindhoven. Het is dan ook geen toeval dat de Effenaar een leidende rol heeft genomen in het aan elkaar verbinden van deze werelden, zeker niet als je daar de atypische achtergrond van de huidige directeur Jos Feijen bij op telt. Hij komt namelijk niet uit de muziekwereld, maar uit de reclame- en communicatie-industrie.

Zo was hij onder andere creatief directeur bij contentmarketingbureau Zandbeek en is hij een doorgewinterde customer journey expert. Feijen: “Toen ik de scepter ging zwaaien bij de Effenaar kwam ik al snel tot de conclusie dat het businessmodel van een poppodium inmiddels zwaar achterhaald is, je positie als podium vrij mager is en je te afhankelijk kan zijn van bookers. Daarom creëerde ik een nieuw model waarmee ik op zoek ging naar andere invalshoeken en geldstromen.”

“Ik kan als Effenaar een platform bieden, namelijk onze podia, en tech-partijen uit de regio brachten op hun beurt allerlei nieuwe technieken in. Hiermee konden we samen met artiesten gaan experimenteren met immersive belevingen.” Zo ontstonden in 2017 de eerste contouren van Effenaar Smart Venue.

Laagdrempelig
De doelstelling is inmiddels verder uitgekristalliseerd: de muziekbeleving van bezoekers én artiesten van de Effenaar vergroten door het inzetten van tech, data en media. Dit gaat van virtual en augmented reality tot biofeedback, van 3D-printing tot volledige body scans, van een 3D-studio tot een volwaardige tv-studio. De Effenaar doet dit in gezamenlijkheid met artiesten, scholen, universiteiten en bedrijven uit de regio.

Anders gesteld: ze wil een plek zijn waar contentmakers laagdrempelig gebruik kunnen maken van alle nieuwe (en soms dure) technologie en ze vervolgens laten experimenteren om hun publiek rijker te bedienen. Feijen: “Als ik in gesprek ben met studenten hoor ik ze vaak twee dingen zeggen. Allereerst dat ze als artiest vooral opgeleid zijn om live op een podium te staan en altijd publiek te zien. En ten tweede dat ze niet onderwezen worden om met technieken te werken waarmee ze mensen in een virtuele wereld een beleving kunnen geven. Beide past toch niet meer bij deze hybride tijd? Dat is dus een mooie rol voor ons.”

Door Covid-19 kreeg
de Smart Venue er een
distributieplatform bij

De versnelling in dit proces kwam door de uitbraak van Covid-19. Doordat een technisch ecosysteem was opgezet voor de Smart Venue, kon de Effenaar ook in een handomdraai een streamingplatform uit de grond stampen. Zo geschiedde: in maart 2020 zag, na een paar telefoontjes van Feijen, www.thesessions.stream het levenslicht; de Smart Venue kreeg er een distributieplatform bij.

Talkshow

Verdeeld
De insteek van het platform is dat artiesten rechthebbende blijven en de opbrengsten onderling worden verdeeld. Ondertussen wordt het platform doorontwikkeld naar een plek waarbij meer artiesten en podia zich kunnen aansluiten. Voor het eind van het jaar wordt het aangevuld met een online abonnementstructuur waarmee muziekliefhebbers nieuwe bands kunnen ontdekken.

Tevens willen ze via dit platform artiesten de mogelijkheid bieden om in luttele minuten een eigen kanaal op te zetten waarop ze vervolgens zelf alles kunnen regelen, tot ticketverkoop aan toe. Hiermee hebben ze inmiddels artiesten als Anneke van Giersbergen (bij het grote publiek bekend van het tv-programma Beste Zangers, voor de fijnproever al veel langer bekend van onder andere metalband The Gathering) en poppodia als De Vorstin in Hilversum aan zich weten te binden.

Feijen ziet dit vooral als een mooie start van een zoektocht: “Wij denken niet dat live optredens verdwijnen, maar we vullen het aan met een online beleving. Ik zie veel partijen die denken dat iets opnemen en streamen al een online beleving is. Dat is niet zo. Wat die online beleving wél kan zijn, onderzoeken wij dus met onze Smart Venue projecten.”

DADA
Een voorbeeld van zo’n project is DADA Data. Rapper Daan Rijkers (alias DADA) vertelt in onvervalst Eindhovens zijn beeldende verhalen. Door de Effenaar is hij samengebracht met Luis Ferrera, een creative technologist, en Sebastiaan van de Venne, een typograaf. Voor de lancering van het debuutalbum van DADA hebben ze gezamenlijk een nieuwe vorm van live optreden gecreëerd.

Luis heeft een bodysensor gemaakt die de bewegingen en emoties van DADA omzette in getekende visuals van typograaf Sebastiaan. Deze visuals werden vervolgens live gerenderd en geprojecteerd in de zaal. Femke Blok: “Het fysiek van DADA op het podium wordt direct vertaald naar de animaties. Als DADA nauwelijks beweegt wanneer hij een intiem nummer ten gehore brengt, zal dat een ander effect hebben op de animaties dan een uitbundig nummer waar hij op het podium staat te springen. Zo wordt zijn optreden op eigen wijze versterkt en daarmee de beleving als publiek.”

Virtual opera
Wat nog meer richting produceren gaat, is het project van Celine Daemen. Zij is een transdisciplinair regisseur met werk op het snijvlak van theater, muziek, technologie en beeldende kunst. Voor Effenaar Smart Venue heeft ze de virtual opera ‘Nergens’ gemaakt. De insteek van dit project: zien hoe volumetric video (een mediaproductietechniek die driedimensionale ruimtes, personen of objecten kan vastleggen, EV) kan worden ingezet voor haar innovatieve opera.

Een voorstelling waar muziek en virtual reality je meenemen naar een fascinerende ruimte tussen ‘zijn’ en ‘niet-zijn’. Blok: “Het publiek beleeft door haar aanpak de opera van dichtbij; je werd als persoon onderdeel van het werk.” Om zulke producties te kunnen draaien, werkt de Effenaar samen met het Eindhovense 4DR Studios. Ze hebben een pop-up set up voor de Effenaar gemaakt, waarmee ze zulke hologrammen en producties op locatie kunnen draaien of een volwaardige tv-studio kunnen aanbieden waar artiesten gebruik van kunnen maken. Iets wat normaal onbetaalbaar is voor beginnende bands.

Eén van de drie nieuwe nummers
van Ruben Hein bleek dezelfde
hersenactiviteit en impact op te
leveren als zijn bekende hits

Het laatste voorbeeld is dat van TNO en jazz- en popmuzikant Ruben Hein. In dit project werd de emotionele ervaring van een concertbezoeker onderzocht door live de hersengolven, hartslag en zweetintensiteit van bezoekers te meten. De data die tijdens het concert zijn verzameld, zijn naderhand geanalyseerd en gekoppeld aan algoritmes van TNO, waardoor de emoties van de participanten meetbaar werden gemaakt.

Dit leverde mooie insights op: zo bleek één van de drie nieuwe nummers van Hein dezelfde hersenactiviteit en impact op te leveren als zijn bekende hits. Oftewel; je weet dus op basis van data wat wel of niet goed aansluit bij je publiek. Toepassingen zijn eindeloos: je kan als artiest hiermee je optimale setlist samenstellen, een potentiële nieuwe hit ontdekken of je publiek een rol laten spelen in het verder finetunen van nieuwe nummers.

DADA

Bedrijf
Hoe je het ook wendt of keert; de inmiddels vijftigjarige Effenaar heeft zich in de luwte ontwikkeld tot een data-, tech-, productie- en mediahub, waarin de live experience voorop staat. De Smart Venue is inmiddels zelfs uitgegroeid tot een op zichzelf staand bedrijf naast het poppodium zelf. En gas teruggenomen wordt er niet: dit jaar gaan ze zestien artiesten uit de regio verbinden aan al deze technieken en verder experimenteren, bij voorkeur op grotere schaal.

Wat kunnen de old school media van deze ontwikkeling en aanpak leren? Blok: “We leren op dit moment zelf nog veel van broadcasters en streamingplatforms. Vooral ten aanzien van het verhogen van de kwaliteit van regie en schakelen; dat soort werk. Wat Hilversum wel van ons kan leren, is hoe je een thuisbeleving of online beleving veel rijker kan maken. Want de live-industrie, wat een poppodium is, is van nature altijd bezig om een rijkere experience neer te zetten, ook als deze op de bank wordt ervaren.”

Deze projecten trekken voelbaar aandacht vanuit de mediawereld. Feijen vindt het nog wel lastig te bepalen of dit nou wel of niet goed is voor de Effenaar: “Het nadeel van Hilversum is dat ze graag alles naar zich toetrekken en dat het allemaal moet passen in hun eigen, oude structuren. Ik zou meer opteren voor een samenwerking, waarin we in onze kracht kunnen blijven en in gezamenlijkheid kunnen experimenteren. Dat is voor iedereen uiteindelijk beter.”

Andere afweging
Iedereen die gelooft in de toekomst van een hybride wereld, waarin verschillende doelgroepen op diverse interactieniveaus bereikt moeten worden, kan dit initiatief alleen maar toejuichen. Hoor ik daar metaverse? Wat je vooral moet beseffen, is dat deze vervlechting van de real life en virtuele wereld om een heel andere aanpak van artiesten, en sowieso alle contentmakers, vraagt. Je moet je in al deze technieken laten onderwijzen.

Gelukkig zijn er legio voorbeelden waar je je aan kunt laven. Kijk bijvoorbeeld maar naar de gamingwereld: hier zijn tegenwoordig al enkele artiesten die live virtueel optreden in een game of daar hun NFT’s verkopen. Of kunstenaars die aparte kunst voor offline en online verkopen via hun eigen Discord-fora. Dit zorgt er nu al voor dat je jonge doelgroepen hebt die opgegroeid zijn met deze hybride werkelijkheid. Zij maken daardoor nu al hele andere afwegingen dan oudere doelgroepen.

Want willen zij een concert van hun favoriete artiest live zien via hun VR-bril waarmee ze zelfs de mogelijkheid hebben om na afloop met de artiest in kwestie te chatten? Of gaan ze toch liever een uur reizen om vervolgens met oordoppen in, matig zicht en inmiddels half nat biershirt zo’n concert met voor hun verder onbekende fans te ervaren? De nieuwe generatie zou zo maar eens de voorkeur kunnen geven aan de virtuele optie.

Ruimte geven
Om daar als contentmaker of producent een goede rol in te kunnen spelen, moet je je dus verdiepen in alle do’s and dont’s van NFT’s, VR, AR, XR, MR en alle metaverse zaken eromheen. Daarom pleit ik voor twee zaken. Allereerst om nu vooral de makers én de instanties die hen kunnen faciliteren de ruimte te geven. Zoals een Effenaar Smart Venue. Hierdoor kunnen zij samen experimenteren en nieuwe businessmodellen ontwaren en hoeven we niet alleen maar te kijken naar wat er van de grote techpartijen uit Amerika overwaait.

Ten tweede zullen de huidige media- en contentpartijen zichzelf ook moeten gaan onderwijzen én het dogma loslaten dat hun businessmodel louter gebaseerd is op ‘bereikcijfers’ en een maandelijks SKO-rapport. Het businessmodel in de nieuwe wereld is gebouwd rond experiences, niet alleen maar ‘eyeballs’. Dus omarm de nieuwe wereld, probeer zaken uit, leer van elkaar en maak samen de nieuwe hybride wereld tot een betere plek. Voor zowel makers als gebruikers.

Edwin ValentEdwin Valent
Edwin Valent werkt in directiefuncties in de internationale media-industrie en is eigenaar van Bruut Productions, dat zich specialiseert in mediastrategie en digitale transformatieprocessen. Met een groot portfolio aan klanten in de media-, sport- en entertainmentindustrie. Voor BM schrijft hij over innovatie in het internationale medialandschap.

Foto’s: Patrick Spruijtenburg

Bericht delen
Article header image
Article header image

Hoe lang gebruiken we nog FM?

Marconi zou het niet willen horen, maar als je weet dat de FM-band nodig is om goede mobiele dekking via 5G te waarborgen, moet hij voor radiogebruik echt een keer ‘uit’. Wat is nu dan nog de toekomst van radiofrequenties? Komt er een FM switch-off? Wanneer dan? En wat betekent dit uiteindelijk allemaal voor de luisteraar? Om hier antwoord op te kunnen geven, ging ik in gesprek met radio-experts en hoofdrolspelers in het Nederlandse radiodomein.

Digitalisering
“Qua ontwikkeling heb je enerzijds de digitalisering van de ether en anderzijds de digitalisering van de radio zelf.” Hier maakt Alexander Josiassen (technisch radioconsultant en eigenaar All4Media Productions) gelijk een belangrijk onderscheid. Want om met de ether te beginnen: deze is in Nederland sinds 2004 verrijkt met DAB (Digital Audio Broadcasting) om uiteindelijk FM te kunnen vervangen.

DAB

Ondanks jarenlange marketingcampagnes is het gebruik van DAB nog steeds niet heel groot, FM blijft dominant. Het medium radio is inmiddels ook gedigitaliseerd door de komst van internetradio, oftewel radio via IP. Technisch is laatstgenoemde moeilijker bij de eindgebruiker te krijgen omdat je hier van externe zaken afhankelijk bent, zoals de sterkte van een wifi-netwerk, IP-blocking op kantoor, het gebruikte device enzovoorts.

Niet alleen is de distributie verschillend, maar vooral het businessmodel is anders. Als je in de ether zit, betaal je voor een kavel zodat je jouw radiozender zo goed mogelijk overal kan krijgen. Hoeveel mensen er luisteren heeft geen invloed op je kosten. Josiassen: “Of je nu veel of weinig luisteraars hebt op FM of DAB, je kosten blijven hetzelfde. Hoe anders is dat met internetradio: hiervoor moet je bandbreedte inkopen en als je meer luisteraars krijgt, gaan de kosten evenredig omhoog. Meer succes is dus meer kosten. Het grote voordeel is wel dat je precies weet wie luistert; je kunt veel beter meten. En als je een goed dataplan maakt, kun je ook meer en op andere manieren geld verdienen.”

“Als je een goed dataplan
maakt, kun je ook meer
en op andere manieren
geld verdienen”

Paul Römer (managing director RTV & Socials Talpa Network, tevens voorzitter van de Vereniging Commerciële Radio) ziet dezelfde kansen: “Internetradio heeft inderdaad een ander businessmodel. Maar ik ben niet zo bang voor de kostenkant, want internetradio geeft veel nieuwe kansen. Nu is de audiomarkt in Nederland tweehonderd miljoen waard. Doordat je met internetradio veel meer kunt doen met data, zoals contextueel adverteren, kan die marktwaarde alleen maar toenemen. En vergeet niet: de kosten per stream zullen in de loop van de tijd ook weer afnemen. In mijn optiek allemaal ingrediënten voor een gezonde business case.”

Paul Romer

Levensbelang
Toch gebruiken (bijna) alle radiozenders nu nog beide varianten, want radio draait om bereik en marktaandeel. Precies om dat te maximaliseren is FM nog steeds van levensbelang, ondanks dat de kosten van een FM-kavel hoog zijn. Zo betaalden commerciële radiostations afgelopen jaren rond de 500.000 euro per jaar voor het gebruik van een FM-frequentie. Er is nu een actuele discussie gaande dat de jaarlijkse kosten zelfs een veelvoud (zeven tot dertien keer zo hoog) daarvan gaan worden.

Wat de exacte uitkomst wordt van deze FM-noodverlenging vanaf 1 september 2022 en de daarbij behorende jaarlijkse kosten, is bij het schrijven van dit artikel nog altijd ongewis. Ondanks dit alles zie je toch dat FM nog steeds niet in de ban wordt gedaan. Josiassen: “De markt verwacht de switch van FM naar DAB+ (DAB+ is een verbeterde versie van DAB, dat gebruik maakt van de nieuwste audiocodering) rond 2030, maar zo simpel is het niet. In Noorwegen hadden ze in 2017 in één keer FM uitgeschakeld, met een flinke daling in luistercijfers tot gevolg omdat DAB nog niet massaal omarmd werd. Deels staat FM daar daarom weer aan: regionale en lokale zenders zitten daar weer op de FM-band.”

Dominant
Zomaar uitzetten gaat dus niet. Dat onderstreept Jurre Bosman (directeur Audio NPO) ook: “Gezien het grote aantal FM-ontvangers dat in omloop is (vrijwel elke DAB+ ontvanger heeft ook FM) is FM het medium dat de grootste dekking en het grootste potentiële bereik heeft. FM is nog altijd dominant en zeer belangrijk, ook voor de NPO-zenders, maar dat belang neemt wel langzaam maar zeker af. Het thuiswerken in het kader van de coronamaatregelen heeft dit proces sinds 2020 iets versneld. Bij de laatste meting hebben we gezien dat een zender zonder FM-frequentie tegenwoordig een luistertijdaandeel van 7,1% kan halen, namelijk NPO Radio 5.”

Jurre Bosman

Zonder FM kunnen we dus nog niet in Nederland, maar een ‘FM switch-off’ is eigenlijk onafwendbaar. De hamvraag is dus: wanneer gaat ie dan wel uit? Bosman vervolgt: “Ik verwacht dat het belang van de FM-frequenties komende jaren nog verder zal afnemen en dat luisteren via DAB+, digitale kabel en streaming zal toenemen. De opkomst van de connected car gaat daaraan bijdragen. Tegelijkertijd blijft FM de komende jaren nog onmisbaar; er zijn miljoenen radio’s op allerlei plekken in het land waarvan mensen verwachten dat die het blijven doen.”

“Wij willen de consument
helemaal niet lastig vallen
met technisch gedoe”

Ook Römer verwacht dat de switch rond 2030 ligt. En dat vooral de consument gaat bepalen wanneer die switch daadwerkelijk plaatsvindt: “FM is voor ons nu een noodzakelijk kwaad; het is een duur en imperfect systeem. Toch zijn wij geen voorvechter of tegenstander van een specifiek distributiesysteem. Als we maar maximale dekking hebben: wij verkopen marktaandeel. Onze distributie is agnostisch: als de luisteraars ons maar kan horen. Wij willen de consument helemaal niet lastig vallen met technisch gedoe. Wij willen er vooral voor de luisteraars zijn, waar en wanneer zij dat willen.”

Bakzeil
Nu zijn Talpa en NPO grootmachten binnen het Nederlandse radiodomein. Zitten kleinere zenders als KINK, BNR en Sublime eigenlijk hetzelfde in deze FM-discussie? Tom Klerkx, baas van Sublime en het Belgische NRJ en Nostalgie, zet uiteen: “Op dit moment situeert het luistervolume voor FM zich voor Sublime nog rond de 60%. Om een succesvol en rendabel radiostation uit te baten, blijft FM dus levensnoodzakelijk. Ik weet niet of FM er over tien jaar nog zal zijn, maar met de ontwikkelingen die er nu zijn, lijkt het meer dan logisch als de komende jaren het aandeel digitaal luisteren de bovenhand neemt. Op dat moment zal gekeken moeten worden hoe relevant het nog is om ook een FM-netwerk uit te baten.”

Ook voor kleinere radiozenders is het dus vooral een kostenafweging. Heel Europa zit wel met dit FM/DAB-dilemma, alleen pakt ieder land het weer net anders aan. Noorwegen was voortvarend, maar haalde bakzeil. Zwitserland wilde dit jaar ook voor een harde switch gaan, maar heeft recentelijk die keutel ingetrokken en het wederom een paar jaar uitgesteld. In Europa lijkt het zich dus vooral toe te spitsen op timing om over te gaan op DAB. Hoe zit dat in Amerika? Kunnen we dan bij onze Amerikaanse radiobroeders nog ‘learnings’ op doen?

Hybrid broadcasting
Ken Reitz (schrijver van boeken over radio en eigenaar van het internationale radioplatform The Spectrum Monitor): “De gemiddelde Amerikaan heeft helemaal geen idee dat er überhaupt zoiets bestaat als digitale radio. Ondanks dat al in 2002 een consortium is opgestart van broadcasters onder de naam iBiquity. Zij introduceerden In-Band-On-Channel (IBOC) waarmee een gedigitaliseerde versie van het analoge signaal tegelijkertijd kon worden uitgezonden, maar met een lager vermogen, ook wel hybrid broadcasting genoemd. Dit noemen we hier HD-radio. Alleen is IBOC niet compatible met DAB. En de afgelopen twintig jaar heeft van de 20.000 Amerikaanse AM- en FM-radiozenders bijna niemand die dure digitale zender geadopteerd.”

Dus de beweging naar DAB gaan ze in de USA niet maken. Bovendien is door de uitgestrektheid van het land satelliet daar nog steeds dominant. Reitz: “In Amerika is elke nieuwe auto uitgerust met HD-radio, maar is ook altijd satellietradio geïnstalleerd. Heel slim: je krijgt meestal wel drie maanden gratis satellietradio bij de aanschaf van een nieuwe wagen. Dit doen ze tegenwoordig ook steeds vaker bij tweedehands auto’s. Je ziet dan ook dat satellietradio voor een Amerikaan heel verslavend werkt: het is advertentievrij, kent veel muziekformats, veel live sport en allerlei specialty zenders. Daarbij heb je coast to coast ontvangst. Het is niet voor niets dat er 35 miljoen betalende abonnees zijn met een waarde van 875 miljoen dollar per maand.”

Sirius

Pandora
Aanbieder SiriusXM maakt zich ook geen zorgen over DAB+ of andere HD-radio ontwikkelingen. Het heeft recentelijk zelfs weer nieuwe satellieten gekocht. Daarbij is het tegenwoordig ook eigenaar van Pandora, een online music streaming service, waarmee ze hun dienst wel heel erg interessant kunnen maken. Want zodoende heb je niet alleen honderden radiozenders live en on demand, maar ook on demand bijna alle muziek die je maar kan bedenken. Deze dienst bieden ze nu ook via IP aan. Radio zit dus ook in Amerika in een digitale transformatie. Alleen is daar in tegenstelling tot Nederland de satelliet dominant en zie je een heel andere digitale ontwikkeling: de oude vertrouwde radio wordt massaal vervangen door smart speakers waarop IP-services, zoals die van SiriusXM, makkelijk te ontvangen zijn.

“Een mogelijk extra medium
zou 5G Broadcast kunnen zijn
waarmee de NPO wil experimenteren”

Dit allemaal meenemend in de overwegingen: wat moet een radiozender de komende jaren dan doen? Josiassen: “Mijn advies ten aanzien van radiodistributie is simpel: FM zo lang het kan, zorgen dat je landelijke dekking via DAB+ krijgt zodat mensen in de auto naar je kunnen luisteren en zorg voor een gelokaliseerd IP-signaal voor bij de mensen thuis; DAB in huis is nog vrij lastig. Dat geldt niet voor internetradio, omdat deze via toepassingen als SONOS, smart speakers en digitale radio’s makkelijk en goed binnen te halen is. Plus je hebt het voordeel dat je veel meer commerciële toepassingen hebt.”

Bosman vult aan: “Uiteindelijk zal er een afschakeling van FM komen; streaming, DAB+ en digitale kabel zullen dan naar verwachting de belangrijkste distributiemanieren zijn. Of het over tien jaar al zover is of dat de afschakeling later zal plaatsvinden, hangt in hoge mate af van de bereidheid van het publiek om te investeren in nieuwe apparaten. Een mogelijk extra medium zou 5G Broadcast kunnen zijn, waarmee de NPO wil experimenteren. Daarbij is het voordeel ten opzichte van streaming, net als bij FM en DAB+, dat het signaal direct van de zender komt zonder tussenkomst van derden. Bovendien is in geval van calamiteiten gebleken dat de huidige mobiele (4G-)infrastructuur het snel laat afweten. Bij recente overstromingen in Duitsland was de mobiele infrastructuur binnen dertig minuten niet meer toegankelijk, maar de radio bleef gewoon werken en mensen van informatie voorzien.”

Vloeibaar
De radiofrequentie is dan misschien qua distributie een hoofdpijndossier, als je uitzoomt zie je eigenlijk dat dit alles er vooral voor kan zorgen dat er een versnelling komt in de digitalisering van audio in de volle breedte. Er moeten namelijk goede alternatieven komen om de luisteraar optimaal, vernieuwend en betaalbaar te blijven bereiken. Je zal zien dat initiatieven als 5G-broadcasting sneller omarmd zullen worden en dat adverteerders de meerwaarde gaan ervaren van het gebruik van data en nieuwe businessmodellen.

De noodzaak voor winstgevende alternatieven is hoog. Zoals iedereen in deze business weet: onder druk wordt alles vloeibaar. Dit hele FM-gebeuren kan wel eens een blessing in disguise zijn om de audiomarkt nog sneller te laten ontwikkelen en nieuwe mogelijkheden te verkennen. Want uiteindelijk bloeit radio als nooit tevoren. Of zoals Paul Römer ons gesprek afsloot: “Radio is niet dood. Sterker: er gloort een gouden toekomst. Radio zal het medium zijn dat het langst zal leven!”

Edwin Valent
Edwin Valent
Edwin Valent werkt in ad interim directiefuncties in de internationale media-industrie en is eigenaar van Bruut Productions, dat zich specialiseert in mediastrategie, content, distributie en transformatieprocessen. Met een groot portfolio aan klanten in de media, sport, audio en entertainmentindustrie. Voor BM schrijft hij over innovatie in het internationale medialandschap.

Bericht delen
Article header image
Article header image

Hoe een tv-format een nog succesvollere podcast werd

Daarover ging Edwin Valent in gesprek met de Australiër Leigh Ellis; één van de vijf vrienden die nu onder de naam No Dunks furore maakt op The Athletic. In een uitvoerig en geanimeerd gesprek reflecteert Ellis op de bizarre reis die hij in medialand gemaakt heeft, wat voor hem de grote verschillen zijn tussen tv en podcasts en de toekomst van de sportjournalistiek in het algemeen.

Lees het complete artikel hier (pdf).

Bron: BM/Edwin Valent

Bericht delen
Article header image
Article header image

Is er toekomst voor lineaire muziekkanalen?

Integendeel: in deze digitale tijd kun je als muzikant makkelijker dan ooit je fans en gelijkgestemden vinden, hoe niche je smaak ook is. Dat werd in mijn vorige bijdrage over NFT’s nog maar eens onderstreept. Dus stelde ik mezelf de vraag: is er in deze tijd van Spotify, podcasts, Apple Music, YouTube, NFT’s, OTT en wat al niet meer eigenlijk nog wel plek voor lineaire muziekzenders?

Zelf ben ik hier namelijk over in tweespalt. Aan de ene kant zegt mijn vooruitstrevende digitale geest dat lineaire muziektelevisie zo goed als dood is. Want er zijn zoveel meer mogelijkheden om je favoriete muziek gepersonaliseerd tot je te nemen. Is er dan nog een doelgroep die een gepimpte, statische videoplaylist op zijn grote scherm wil kijken? Aan de andere kant ben ik een schotelbezitter die elke maand opnieuw nieuwe, professionele lineaire muziekkanalen van over de hele wereld toegevoegd ziet worden. Waarbij ik mezelf er regelmatig op betrap deze ook daadwerkelijk met plezier te bekijken. Dit rechtvaardigt de vraag: is er toekomst voor lineaire muziekkanalen?

Muzzik.tv
Om hier een bevredigend antwoord op te krijgen, ging ik in gesprek met Ljubomir Radovanović: oprichter en music director bij Muzzik.tv. Een relatief nieuw Servisch initiatief dat met meer dan tien tv-kanalen en een boeket aan radiostations vanuit Belgrado succes aan het genereren is op de Balkan. Naast deze nieuwe toetreder, die overigens symbool staat voor al die andere initiatieven, sprak ik ook met een ouwe rot uit het muziektelevisievak: Erik Kross. Hij heeft als music director bij TMF, MTV, The Box en recentelijk nog KPN’s Wildhitz laten zien hoe je in Nederland een muziekzender succesvol neerzet. Hoe kijken zij naar de toekomst van lineaire muziektelevisie?

Eerst naar Servië, naar Muzzik.tv. Want als Europeaan kun je, met de juiste ontvanger, ondertussen meer dan tien (professionele en gelikte) tv-stations van deze muziekzender ontvangen. Allemaal 24/7 kanalen met eigen tv-formats en muziekstijlen die luisteren naar namen als ‘Muzzik Hip-Hop’, ‘Muzzik Jeka’ (Balkan ethno), ‘Muzzik ZZ (voor de Z-generatie), ’Muzzik World Wide’ en ‘Muzzik Rock ’n’ Roll’. Bij alle kanalen kiezen ze voor een mix tussen lokale en wereldwijde acts.

“Ik heb nu juist het gevoel dat
we gewoon terug zijn bij af”

Wie zijn hun kijkers? Radovanović: “We worden vooral gevonden door mensen die nieuwe muziek willen ontdekken. We nemen veel risico met het uitzenden van door ons ontdekte artiesten, dit in tegenstelling tot andere media die zichzelf vooral afficheren met het welbekende ‘hits only’-concept. Dat doen wij dus niet. Natuurlijk, het is controversieel en hard werken, maar hiermee kunnen we wel een unieke positie innemen. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat artiesten graag met ons samenwerken en tot onze ‘eerste cirkel’ behoren. Hierdoor hebben we een geloofwaardige status kunnen verwerven, waardoor we ook weer meer mensen aan onze kanalen kunnen binden.”

Muzzik

Paradoxaal
De afgelopen jaren hebben ze flink lopen bouwen en met grote regelmaat nieuwe kanalen toegevoegd. Later dit jaar wordt opnieuw een loot toegevoegd aan de tv-stam: Flashback Muzzik. Dat is allemaal best anticyclisch te noemen. Hoe ziet Radovanović dan de toekomst van lineaire muziekkanalen? “Allereerst: muziektelevisie is gewoon nog steeds een basis-promotietool voor de gehele muziekindustrie. Ten tweede: ik vind het paradoxaal dat op het moment dat iedereen het heeft over de dood van lineaire kanalen en het feit dat gepersonaliseerde zoekalgoritmes ons contentaanbod bepalen, ik nu juist het gevoel heb dat we gewoon terug zijn bij af: things went back to square one!”

“We willen namelijk niet meer onze tijd verspillen aan zoeken en we weten niet altijd wat we willen luisteren of kijken. We willen dat een curator, zoals een dj of vj, ons verrast. Ik sta hier niet alleen in, je ziet deze ontwikkeling ook bijvoorbeeld bij films. Netflix heeft niet voor niets een paar maanden geleden de nieuwe feature ‘play something’ toegevoegd. Ook daar willen we dat een editor ons gidst. Ik geloof daarom in de toekomst van muziektelevisie: een zender die altijd het beste biedt zodat je zelf niet door miljoenen videoclips hoeft te grasduinen.”

Daarbij blijft Radovanović ook geloven in de kracht van de mix tussen muziek en beeld. “Bij sommige kanalen, zoals ons Rivera-kanaal, is het niet alleen de muziek die spreekt maar zijn het vooral de beelden die het het zomergevoel perfect neerzetten voor onze kijkers.”

Business model
Het succes lijkt daar te zijn voor Muzzik.tv, dat een positie heeft weten te verwerven in landen als Servië, Kroatië, Griekenland en Italië. Wat betekent dat financieel? Hun businessmodel is initieel gelinkt aan telecom operators die betalen voor de doorgifte van deze kanalen in speciale tv-pakketten. Muzzik.tv heeft ook ‘owned media’ zoals apps, in de komende fase willen ze ook daar geld mee gaan verdienen. Je kunt dan een app kiezen met of zonder reclame, oftewel een gratis OTT-dienst of een betaalde variant. Door hun steeds verder groeiende bereik zijn ze ervan overtuigd hiermee een duurzaam businessmodel neer te zetten.

Wat mogen we verder nog verwachten? “Buiten het verder uitbouwen van ons merk, willen we ook de creatieve industrie stimuleren door middel van acties, audities, festivals, video-awards en andere prijsuitreikingen, aangezien deze creatieven ook participeren in de productie van ons belangrijkste product: videoclips. We verwachten dat in een tijd van hyperproductie en enorm aanbod, wij als Muzzik een steeds belangrijkere partner van de platenindustrie worden. Al is het maar voor het lanceren van nieuwe sterren en trends. Plus: we zijn een gids voor kijkers bij het vinden van nieuwe, originele muziek. En die rol nemen we serieus: we willen een betrouwbare muziekgids zijn.”

Erik Kross
Interessant om hier ook over te spreken met een Nederlandse expert: Erik Kross. Ook hij herkent het optimisme van Radovanović wel. Kross: “Ik hoor al ik weet niet hoe lang van trendwatchers met hippe brillen, dat traditionele televisie-uitzendingen snel tot het verleden zullen behoren. Nou heb ik zelf stiekem ook best wel een hippe bril en tóch denk ik dat er wél muziek zit in muziekzenders. Maar dan wel muziektelevisie die zichzelf opnieuw heeft uitgevonden door bijvoorbeeld gebruik te maken van data.”

“De kosten voor het in de lucht
houden van een lineair muziekkanaal
zijn tegenwoordig aanzienlijk lager dan
in de hoogtijdagen van MTV en TMF”

“Xite is daar een goed voorbeeld van. Het is revolutionair wat zij nu al doen met data. Daarbij vermoed ik dat er veel meer themazenders en gepersonaliseerde kanalen zullen komen. Kleine stations met niche publiek. Superlokaal en vol interactieve experimenten. Een groot voordeel daarbij is dat de kosten voor het in de lucht houden van een lineair muziekkanaal tegenwoordig aanzienlijk lager zijn dan in de hoogtijdagen van MTV en TMF. Je bent sneller kostendekkend.”

Kross herkent ook de steeds grotere wens naar goede curatoren. Kross: “Mensen zijn nu eenmaal lui en willen gewoon lekker achterover leunen en vermaakt worden. Eens iets anders horen en positief worden verrast. De meeste mensen vinden het daarnaast ook niet leuk om zelf hun eigen playlist samen te stellen. Ik heb er duizenden gemaakt en de perfecte playlist is gewoon veel werk. Er komen naar ik meen dagelijks 60.000 nieuwe songs bij op Spotify; laat dat maar even tot je doordringen!”

C&C

Context is King
Ook Kross denkt dat er dus ruimte blijft voor merken die dit goed weten te bundelen tot een tv-zender. Hij vervolgt: “Wat mede doorslaggevend zal zijn, is de context, want Context is King, en hoe de muziekvideo’s sexy en aantrekkelijk worden verpakt. Hoe het ook zij: muziek blijft een ongekend krachtig middel bij het mobiliseren en connecten van mensen. Nu en in de toekomst.”

Dat is zeker een feit: muziek zal altijd een krachtig wapen zijn, welk medium je ook gebruikt. Daarbij zal bij muziek nooit het alleenrecht exclusief komen te liggen bij een grote globale speler. Want het probleem van aggregators als Spotify, YouTube en Apple Music is dat ze zó veel hebben, dat je als consument genadeloos verzuipt en hun aanbevelingen echte liefde voor jouw muzieksmaak ontberen. Want hoe geloofwaardig zijn die computergestuurde recommendations? Er zit geen gevoel bij, want deze diensten spreken je niet aan als jazz-fan, avant garde connaisseur of metalhead, maar als een gebruiker die zolang mogelijk op hun platform moet blijven.

Geloofwaardig gidsen
Enkele jaren geleden, toen ik voor mijn werk gesprekken voerde met deze partijen, was hun grootste probleem dat mensen amper iets nieuws op hun platforms ontdekten. Negen van de tien keer zocht men in muziekdiensten namelijk vooral naar een album dat ze ook in hun eigen platenkast hadden staan en nam minder dan 20% van de database meer dan 80% van de luistertijd voor zijn rekening.

Algoritmes zijn in de tussentijd zeker wel verbeterd en door overnames hebben ze dit cureren proberen te ondervangen, maar als consument word je liever gegidst door iemand die echt weet wat hip and happening is zonder het gevaar een ‘bubbel’ of ‘rabbit hole’ ingezogen te worden. Daardoor zal er altijd plek zijn voor echte, geloofwaardige curatoren en gidsen. En een muziektv-zender is nog steeds een goede manier om daar invulling aan te geven, zolang zulke kanalen maar verder gaan dan een simpele, liefdeloze playlist. Als het publiek ziet dat je liefde en geloofwaardigheid hebt in de muziek die je cureert (en artiesten helpt, zoals Muzzik), kun je dus blijkbaar nog steeds een merk bouwen met een gezond businessmodel.

Gebaat
Omdat de muziekindustrie zo divers is, zit je als muziekzender ook niet zo snel in het vaarwater van nietsontziende en allesetende grote partijen als Google en Spotify. Of ze het zelf willen zien weet ik niet, maar deze partijen zijn nou net gebaat bij kleinere, zelfstandige partijen die het lanceren van nieuwe artiesten willen bevorderen, hen helpen met het produceren van clips, nieuwe artiesten dat duwtje in de rug geven en je nieuwe muziek laten ontdekken. Ieder zijn rol. Want uiteindelijk kom je dan toch wel weer bij deze grote partijen uit om het hele album te luisteren of een live concert van deze nieuwe ontdekking te bekijken. Dus lang leve muziekcuratoren. Music Television Get On the Air!

Edwin ValentEdwin Valent

Edwin Valent is (a.i.) senior executive in de internationale media-, broadcast- en OTT-industrie en eigenaar van Bruut Productions, dat zich specialiseert in mediastrategie, content(distributie) en transformatieprocessen.

 

 

 

 

 

 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Hoe NFT’s de loyaliteit van kijkers, gebruikers en fans kunnen vergroten

Ik heb me weer vijf dagen met plezier kunnen onderdompelen, dit keer achter mijn laptop in Amsterdam, in vooraanstaande keynotes, sessies en optredens. Waar ik na die vijf dagen SXSW vooral over nagloeide, waren de zogeheten NFT’s en dan met name het in mijn ogen nog onontgonnen potentieel hiervan voor onze eigen media-industrie. Voordat ik dit potentieel concreet maak, wat zijn nou eigenlijk NFT’s?

NFT is de afkorting voor Non-Fungible Token, wat zoveel betekent als uniek en niet vervangbaar. Een cryptomunt zoals een Bitcoin is wel ‘fungible’, want je kunt een bitcoin tegen een andere bitcoin ruilen. Een Panini-voetbalkaartje waar er slechts één van gedrukt is, kun je daarentegen wel ruilen tegen een ander Panini-plaatje, maar dan heb je er wel iets anders voor terug gekregen. Non-fungible dus.

Miljoenen
Digitale NFT’s zijn onderdeel van de (Ethereum of Flow) blockchain, die de unieke informatie vastlegt van deze NFT’s. Blijft deze uitleg nog steeds iets te vaag? Iets meer duiding dan. Een NFT kan van alles zijn: een muziektrack, een tekening, een schilderij of zelfs vormgeving van een podcast; toen Alexander Klöpping en Ernst-jan Pfauth begin dit jaar nieuwe vormgeving maakten voor hun POM-podcast, verkochten ze de oude vormgeving als een NFT ten bate van een goed doel.

En als je denkt dat NFT’s weinig waarde hebben, hier komt de grap: zo’n NFT kan van eigenaar verwisselen voor heel veel miljoenen. Het meest genoemde voorbeeld is wel van Twitter-directeur Jack Dorsey, die zijn eerste verzonden tweet verkocht voor 2,9 miljoen dollar (!). Dit is ondertussen één van de vele voorbeelden, want ook het inmiddels 255 jaar oude veilinghuis Christie’s verkoopt tegenwoordig NFT-kunstwerken, zoals van digital artist Beeple (echte naam Mike Winkelmann, die ook ontwerper is voor grote corporates als Nike en Apple) die voor 69.346.250 dollar van eigenaar wisselde. Dit maakt Beeple in een keer de derde rijkste levende artiest ter wereld. De hype is dientengevolge ontketend: op kunstwebsites zijn amper nog NFT’s voor een betaalbare prijs te vinden. Want net als bij cryptomunten wil niemand de zilvervloot missen.

Net als bij cryptomunten wil
niemand de zilvervloot missen

Een multitaskende lezer heeft ondertussen al lopen Googlen: “Maar de kunst van Beeple kan ik op internet ook gewoon ‘gratis’ kijken hoor, dus waarom zou ik 69 miljoen betalen?” Klopt. Het blijft digitaal, dus je kunt een digitale file reproduceren of bekijken. Maar NFT’s geven je iets wat niet kopieerbaar is, namelijk het eigenaarschap van zo’n virtueel object of digital asset. Oftewel, je kunt best een poster in de keuken hebben hangen van Van Gogh’s Zonnebloemen, maar er is maar één persoon (of museum) die het echte, originele schilderij van Van Gogh in zijn bezit heeft en de rechten kan exploiteren. Precies dát onderscheidt NFT’s: je bent dan als enige eigenaar van een uniek virtueel object. Non-Fungible Tokens dus.

Business Insider

Dapper Labs
Op South by Southwest had je legio succesvoorbeelden van NFT’s, die nu vooral geadopteerd worden door kunstenaars, muziekartiesten en sportbonden. Het afgelopen Covid-jaar bleken deze tokens een welkome vervanger van inkomsten voor artiesten die niet konden optreden. Ze verdienden in sommige gevallen zelfs meer met NFT’s dan pre-Covid met live optredens. Daarom zijn inmiddels veel bedrijven opgericht die zich hebben gespecialiseerd in dit nieuwe fenomeen.

Eén daarvan is Dapper Labs, dat zijn lopende projecten voor bijvoorbeeld sportorganisaties UFC en NBA op SXSW toelichtte. Na deze sessies ging ik in gesprek met Caty Tedman, Head of Partnerships van deze Canadese start-up, om te onderzoeken of deze nieuwe tool ook de heilige graal zou kunnen zijn voor broadcasters en mediabedrijven in Nederland.

Een van de grootste klanten van Dapper Labs is dus de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA. Voor deze sportorganisatie is recent de zogeheten NBA Top Shot tokens gelanceerd. Je kunt online ‘Top Shot’-pakketjes kopen met een paar NBA-videofragmenten erin. Caty Tedman licht toe: “We leven nu in een tijdperk waarin mensen zich uiten via nieuwe digitale manieren. Of het nu gaat om het bouwen van een social mediapersoonlijkheid of het digitaal communiceren met vrienden en collega’s; alles gebeurt online. Met NBA Top Shot prikken we in op dit nieuwe consumentengedrag en voegen er een extra laag aan toe via de Flow blockchain technologie.”

CatyCaty Tedman

Eigenaarschap
“Want je moet weten: miljoenen fans spenderen op dit moment miljarden dollars aan in-game aankopen. Ze kopen ‘packs’ en bouwen collecties van spelers in videogames. Met NBA Top Shot doen we hetzelfde, maar geven we de koper echt eigenaarschap. Je kunt namelijk een videofragment kopen en deze weer verhandelen met vrienden of andere fans en zodoende een waardevolle collectie opbouwen van unieke NBA-video’s. Je kunt ze bewaren, altijd bij je dragen op bijvoorbeeld je telefoon, maar je kunt ze dus ook verhandelen met wie dan ook in de wereld. Misschien zelfs met winst.”

Om de parallel met het Panini-voetbalplaatje aan te houden: je spaarde vroeger van die kaartjes, plakte die thuis in je boek en nam die op speciale dagen met trots mee naar school. Nu kun je jouw collectie op elk device benaderen, meenemen en laten zien. En omdat elk videofragment uniek is, kun je ze weer verkopen of ruilen tegen andere videofragmenten zodat je een collectie van fragmenten kunt opbouwen van je favoriete speler, rookie of club. En als je goed en slim verzamelt, zou je er net als bij een cryptomunt ook zomaar eens heel veel geld voor kunnen krijgen, omdat de waarde van of vraag naar een bepaald fragment ineens kan toenemen.

De Premier League en
Pro League overwegen
ook NFT’s te gaan uitgeven

Misschien nog moeilijk voor te stellen, maar dit is nu al een groot succes. Zelfs dusdanig, dat NBA-clubs inmiddels zelf zulke tokens gaan uitdelen: de Golden State Warriors zijn het eerste team ter wereld dat een eigen NFT-collectie lanceert. Hiermee denken ze de relatie met hun achterban verder te verdiepen en een nieuwe manier gevonden te hebben om (jongere) fans hun ’fandom’ te laten onderstrepen. Het is niet voor niets dat bijvoorbeeld de Engelse Premier League en de Belgische Pro League overwegen om in het komende voetbalseizoen de NBA te volgen en ook NFT’s uit te gaan geven.

Top Shot

Scienjoy
Dit werkt dus nu al in volle glorie voor artiesten, sportorganisaties en kunstenaars; heeft dit voor broadcasters en mediapartijen ook meerwaarde? Moeten zij snel op de NFT-trein stappen? Caty Tedman: “Het recente succes van NFT’s toont de impact en hoe belangrijk ze kunnen zijn voor alle industrieën, dus ook media. Want deze tokens stellen broadcasters en contentmakers in de gelegenheid meer controle over de distributie, eigenaarschap en vermarkting te verkrijgen.”

Maar hoe kan deze techniek dan loyaliteit van kijkers verhogen of nieuwe doelgroepen beter bereiken? Tedman: “In China heb je een live entertainment mobile streaming platform genaamd Scienjoy. Dat heeft in april een loyaliteitsprogramma gelanceerd dat gebruik maakt van NFT’s. Een gebruiker kan punten verdienen als hij interacteert met het Scienjoy-platform. Deze kunnen dan weer worden ingewisseld tegen tokens die Chinese broadcasters op hun beurt hebben ontwikkeld. Dit kunnen accessoires, skins of andere virtuele objecten zijn (of extra content, Valent). Als je dan eigenaar bent geworden van zo’n broadcaster NFT kun je die ook weer ‘showen’ op het Scienjoy-platform. Een slimme manier om gebruikers, vooral de jongere generatie, te laten interacteren met broadcasters en loyaliteit te bevorderen.” Overigens: direct na de lancering van deze tokens stegen de aandelen van Scienjoy met 14%.

Consument centraal
Wat adviseert Tedman mediadirecteuren in Nederland die in deze technologie een mogelijke oplossing zien voor hun verjongingstrajecten of loyaliteitsprogramma’s? “Als je als mediapartij aan de slag wilt gaan met NFT’s is het heel belangrijk om eerst te bedenken over ‘what you should do’ en niet ‘what you could do’. Je moet altijd eerst de consument centraal stellen en heel goed helder krijgen wat ze nou echt willen. Vervolgens breng je in kaart wat langdurige waarde kan opleveren voor je merk. En dan pas kijk je hoe tokens in dit grotere plaatje kunnen worden ingepast.”

We zijn als Nederland aan onze stand verplicht hier serieus mee aan te slag te gaan. Want waren wij niet het vooroplopende medialand, waar innovatie vaak zijn weg vindt naar de rest van de wereld? Nu moet je het natuurlijk niet doen om ‘ons imago’ hoog te houden, maar de Hollandse media-industrie moet vooral beseffen dat deze techniek een oplossing kan zijn voor een rits aan uitdagingen: urgent blijven, beter jongere doelgroepen aan je merk verbinden en vooral in de huidige internationale concurrentiestrijd met grote contentpartijen uit Amerika en Azië de loyaliteit van je gebruikers blijvend stimuleren.

Precies de punten waar NFT’s nu juist in excelleren. En in tegenstelling tot social media, die toch te vaak vooral een marketingtool blijven, is dit nu eens technologie die direct een ‘kassa’ is waar je een digitale inkomstenstroom mee kunt opzetten. Het levert je naast eerder genoemde zaken dus ook direct geld op. Het is een ontwikkeling om niet te snel onder tafel te schuiven. Zie het vooral als een strategische tool die het overwegen waard is om in te zetten in jouw mediamix. Er zijn genoeg goede voorbeelden voorhanden!

Edwin ValentEdwin Valent

Edwin Valent is (a.i.) senior executive in de internationale media-, broadcast- en OTT-industrie en eigenaar van Bruut Productions, dat zich specialiseert in mediastrategie, content(distributie) en transformatieprocessen.

 

 

 

 

 

 

Bericht delen
Article header image
Article header image

Samen innoveren met VRT Sandbox

Deze innovatieve speeltuin van de Belgische publieke omroep is inmiddels zelfs uitgegroeid tot een Europese mediahub met zowel publieke als commerciële leden. Alle reden om hier eens verder op in te zoomen. Daarom ging ik hierover in gesprek met Peter de Paepe (Head of VRT Sandbox), Sarah Geeroms (Head of Future Media Hubs), Sven Lardon (Strategy & Distribution VRT Radio) en Rino ver Eecke (Station Manager VRT Radio 2).

Vorig jaar vierde VRT Sandbox zijn vijfjarig bestaan. Dit initiatief zet projecten op tussen enerzijds de VRT en anderzijds startups en jonge ondernemers, waarbij deze ‘jonge honden’ de kans krijgen om op de werkvloer van de VRT producten te testen, ontwikkelen en schalen. De startups krijgen zodoende een mooie springplank, de VRT haalt op zijn beurt technologische vernieuwing en innovatie in huis. VRT biedt professionele begeleiding en publiek, de startups inspireren met nieuwe denkwijzen en technieken. Een project duurt daarbij niet langer dan zes maanden, wordt altijd met gesloten beurs uitgevoerd en de lessen uit zo’n pilot worden openbaar gemaakt.

Podeo
Vooral voor VRT Radio, dat bestaat uit de vijf merken Radio 1, Radio 2, StuBru, MNM en Klara, worden veel innovatietrajecten opgezet. Peter de Paepe, Hoofd van de VRT Sandbox: “Podeo is een mooi audiovoorbeeld: deze pilot hebben we gedaan met een Libanese startup, waarbij we ons VRT-podcastaanbod in de Podeo-app lieten cureren op basis van tijd. Met deze dienst kun je content vinden die perfect matcht bij hoeveel tijd je beschikbaar hebt: als je bijvoorbeeld 25 minuten onderweg bent, kun je VRT-content vinden die daar precies in past. De learnings van deze pilot zijn vervolgens in de roadmap van de VRT Radio-app opgenomen en worden de komende maanden doorgevoerd.”

SvenSven Lardon

Sven Lardon, verantwoordelijk voor strategie en distributie van VRT Radio, vult aan: “Ik vind Voizzup een mooi voorbeeld van wat VRT Sandbox aan positieve veranderingen kan veroorzaken. Met Voizzup hebben we een data-pilot opgezet, waarbij (re)acties van luisteraars tastbaar en inzichtelijk werden gemaakt. Van het meten van hoe lang en wanneer ze luisteren tot het harder en zachter zetten van het volume aan toe. Uiteindelijk was de grootste winst dat het project vooral databewustzijn bij onze redacties veroorzaakte en ze daardoor veel meer data-driven zijn geworden. De redactie van de ochtendshow van MNM was daarbij de grote aanjager; zij zagen direct het voordeel. De lessen uit het Voizzup-traject zijn binnen VRT inmiddels geëvolueerd naar een eigen product genaamd FineTuner waarmee we al het online luistergedrag via onze eigen applicaties dagelijks kunnen volgen en de inzichten kunnen injecteren in de redactionele werking.”

“Radio 2 heeft zogenaamd een
wat ouder publiek, maar zij
gaan zeker mee in het gebruik
van al deze nieuwe tools”

Zo’n innovatiepilot met een startup kan dus bijdragen aan een structurele verandering. Sven Lardon: “Voor mij vervulde de club van Peter initieel een belangrijke brugfunctie tussen de vloer en de innovatie van over drie jaar. Zolang je het maar koppelt aan bestaande redacties die belang hebben bij het project, kan je innovatie echt laten floreren.”

Snel oppakken
Rino ver Eecke, Station Manager VRT Radio 2, knikt instemmend: “Belangrijk om daarbij op te merken is dat innovatie niet alleen voor een select publiek of jonge mensen hoeft te zijn. Radio 2 heeft zogenaamd een wat ouder publiek, maar zij gaan zeker mee in het gebruik van al deze nieuwe tools. Je moet gewoon duidelijk aan je luisteraars en gebruikers kunnen uitleggen: what’s in it for me? Als je dat goed doet, zie je dus ook dat deze gebruikers het snel oppakken. Zolang je een innovatieproject intuïtief maakt en de propositie helder neerzet, kun je zowel jong als oud laten profiteren. Voor mij is Sandbox daarom een goede manier om zo’n vuurtje aan te steken.”

RinoRino ver Eecke

De rol van VRT Sandbox zal de komende jaren intern alleen maar groter en belangrijker worden, want de grote baas van de VRT heeft eind december zijn ‘radicaal digitaal’-strategie wereldkundig gemaakt. Het belangrijkste punt is dat lineaire content in de hiërarchie niet meer het belangrijkste is, maar het veel meer om de context van de live of on demand content gaat draaien. Er wordt daarbij minder voor de merkbenadering gekozen, maar meer aandacht besteed aan de gebruiker beter te leren kennen via tools en van daaruit VRT-content over de volle breedte aan te bieden (en dus niet meer alleen content vanuit bijvoorbeeld StuBru of Canvas). Dit jaar moet deze strategie meer handen en voeten krijgen, waarbij dus een grote rol lijkt weggelegd voor VRT Sandbox en de inmiddels door hen opgezette samenwerking met VRT’s audio- en videoteams.

Future Media Hubs
Mede door het interne succes van de VRT Sandbox is in 2018 ook een Europese variant ontstaan: de zogeheten Future Media Hubs (FMH). Dit is een internationaal netwerk van media-organisaties die op dezelfde manier samenwerking aangaan met startups en ondernemers. Bovendien kent FMH niet alleen publieke instellingen als leden, maar ook commerciële partijen.

De focus van FMH ligt op mediabedrijven aan elkaar verbinden die willen innoveren door samen te werken en kennis te delen. Oftewel: innovatie stimuleren en ontwikkelingen binnen de mediabranche accelereren. Op dit moment kent deze hub 21 leden; van broadcasters als de NPO, ARD, ZDF, RadioFrance, RTP en YLE tot uitgevers als RedBull Media House, DPG en Mediahuis. Sarah Geeroms (Head of Future Media Hubs) legt uit: “Met FMH willen we vooral bewijzen dat je op een snelle, efficiënte en vooral laagdrempelige manier innovatie bij een mediabedrijf binnen kan brengen.”

In de praktijk faciliteren FMH vooral in maandelijks overleg tussen de leden, zorgen ze voor kennisdeling, maken ze lessen van pilots beschikbaar en organiseren ze één keer per jaar een fysiek evenement (pre- en post-Covid welteverstaan). Het enthousiasme van de leden is groot. Je ziet het aantal leden daardoor snel groeien en soms worden zelfs lokale, eigen Sandboxes opgezet. Zoals bij de publieke Portugese omroep RTP; zij zijn niet alleen lid van FMH, maar hebben nu ook hun eigen RTP Sandbox.

SarahSarah Geeroms en Peter de Paepe

Onafhankelijkheid
FMH werden eerst gefinancierd vanuit Europa, maar tegenwoordig doen de VRT en RTBF dit samen. De belangrijkste reden hiervoor is dat ze vooral hun onafhankelijkheid willen kunnen garanderen en zowel publieke als commerciële leden toe willen kunnen laten treden. Sarah Geeroms: “Onze ambitie is om de resultaten van het Future Media Hubs netwerk te versterken door enerzijds een zichtbaar en gerespecteerd platform en een herkenbaar merk op te bouwen en anderzijds een strategische aanwezigheid voor media-innovatie in Brussel, het hart van Europa, te genereren.”

“We streven ernaar een van
de drijvende krachten van
Mediapark.Brussels te worden”

Goed om te weten: op dit moment wordt Mediapark.Brussels ontwikkeld, een gloednieuwe Brusselse wijk waar onder andere de VRT en RTBF nieuwe omroepgebouwen zullen krijgen en waar ook FHM kantoor zal gaan houden. “We streven ernaar een van de drijvende krachten van Mediapark.Brussels te worden, een culturele en creatieve mediacluster van de volgende generatie die zal worden gebouwd in Brussel, naast de Europese instellingen en de hoofdkantoren van de VRT en RTBF.” De hub wil van daaruit vooral de ambassadeur worden van media-innovatie binnen Europa en misschien zelfs daarbuiten. Zo worden gesprekken gevoerd met mediapartijen uit Amerika, Canada, Azië en Afrika.

Internationale samenwerking
Voor een voorbeeld van hoe zo’n Europese hub meerwaarde kan hebben, kunnen we dicht bij huis blijven: NPO.nl/samen. Dit tooltje zorgt ervoor dat iedereen via NPO Start met meerdere mensen tegelijkertijd naar een NPO-programma kan kijken en er direct via een webcam samen over kan chatten. In deze Covid-tijd iets wat gretig aftrek vindt: aanvankelijk enkele duizenden gebruikers die lijken door te groeien naar een ‘steady’ tienduizend gebruikers per maand.

De Nederlandse startup die dit gemaakt heeft, Sceenic, kwam in 2019 als een van de drie winnaars van de Eurovision Song Contest Innovation Challenge uit de bus. Omdat het Songfestival niet doorging, is deze techniek vervolgens omgebogen tot NPO Samen. Momenteel zit het tot september 2021 in een publieke beta, bij blijvend succes wordt het aanbesteed en verder getild naar een volwaardige dienst.

Doordat de NPO ook in deze Europese Future Media Hubs zit, werd het NPO Samen-initiatief meerdere malen toegelicht in de bijeenkomsten en werden de lessen gedeeld, waardoor ook andere leden geïnteresseerd zijn geraakt. Zoals de VRT, waar nu een pilot draait op programma’s als Thuis, FC de Kampioenen en het veldrijden. Ook de Vlaamse omroep zal later dit jaar besluiten of dit daadwerkelijk een vaste dienst gaat worden. En doordat VRT en NPO hun resultaten en learnings blijven delen, zijn er nog meer leden die waarschijnlijk gedurende dit jaar een pilot gaan draaien in hun eigen land.

Je kunt dus zeggen dat deze aanpak ervoor zorgt dat media-innovatie laagdrempelig, betaalbaar en democratisch wordt. Dat is mooi. Zeker als we weten dat voor elk mediabedrijf innovatie van levensbelang is. En de praktische kant van het verhaal – een project duurt maximaal zes maanden, learnings worden in een groter geheel besproken, via het netwerk kun je makkelijk aanhaken en er zijn geen out of pocket-kosten – maakt het allemaal heel overzichtelijk en schaalbaar. Hulde dus!

Edwin Valent
Fotografie: Joel Frijhoff Photography, VRT, FMH

Edwin Valent is (a.i.) senior executive in de internationale media- en broadcastindustrie en eigenaar van Bruut Productions, dat zich specialiseert in strategie, transformatie, innovatie en realisatie. Voor BM schrijft hij over innovatie in het internationale medialandschap.

Bericht delen
Article header image
Article header image

Luis in de nieuwspels: The Young Turks

Maar wat is zo bijzonder aan dit platform en missen we in Nederland ook niet zo’n luis in de nieuwspels? Ik dook in dit anti-establishment nieuwsmerk en ging er daarna over in gesprek met Wensly Francisco. Als programmamaker, specialist in buitenlandse journalistiek en bestuurslid bij de NVJ de ideale sparringpartner dunkt mij.

First things first: vanaf het begin is de drijvende kracht achter The Young Turks de in 1970 geboren Turks-Amerikaanse politiek journalist Cenk Uygur. Deze rechtenstudent rolde na een korte carrière bij law firms al snel in de radiowereld. Hij presenteerde een weekendshow op WWRC in Washington en WRKO in Boston en schreef wekelijks voor de Huffington Post.

Doordat in Amerika alles, grof gesteld, verdeeld is tussen een democratische en republikeinse kijk op zaken, vond hij het in 2002 tijd voor een radioprogramma dat een ander geluid liet horen. TYT was geboren. Toen er in 2005 ook nog beeld bij kwam, vonden deze afwijkende, progressieve opvattingen rap aansluiting bij vooral jongere doelgroepen.

TYT
Vijf miljoen abonnees
TYT’s toon, vaak met gestrekt been erin maar wel met gefundeerde argumenten, kreeg ineens veel navolging. Inmiddels telt TYT’s YouTube Channel vijf miljoen abonnees en zijn ze goed voor een gemiddelde van vijftig miljoen maandelijkse views. Heden ten dage zijn ze verworden tot een multi-channel netwerk dat zelfs een lineair tv-kanaal op YouTube TV heeft en on demand zenders aanbiedt op Amazon Prime, Roku, Xumo, iTunes, Hulu en Pluto TV.

Je kunt stellen dat het succes niet alleen voortkomt uit hun afwijkende geluid, maar vooral door de progressieve manier waarop ze het nieuws vertellen: via een digitale mediamix die anders is dan die van broadcasters en uitgevers. Daar zit het echte geheim van de smid. Zij zitten namelijk wel echt op de plekken waar hun doelgroep zich bevindt. Zo zijn ze bijvoorbeeld sinds juni op Amazon’s gaming platform Twitch te vinden, waarvoor een exclusief format genaamd Common Room is gemaakt. Ook weer een succes.

Alle presentatoren van TYT hebben constante beveiliging nodig

Het succes kent wel een keerzijde: door hun aanpak trekken ze ook veel tegenstanders aan. En zoals dat blijkbaar bij de tijdgeest hoort, worden afwijkende meningen ‘begroet’ met serieuze bedreigingen. Zo extreem zelfs, dat ze constante beveiliging nodig hebben. Niet alleen Uygur, maar inmiddels alle presentatoren van TYT. Het is niet voor niets dat aan de buitenkant van hun kantoor in Los Angeles geen enkel logo of naambordje te vinden is.

Nederland
Deze nadelen terzijde, missen wij mijn inziens in Nederland zo’n jong, progressief nieuwsplatform à la The Young Turks. Zeker als je merkt dat de manier waarop de bestaande partijen het nieuws aanbieden, via journaals en talkshows, amper meer lijkt aan te sluiten bij de nieuwe generatie. En stop alsjeblieft met het dogma dat jongeren niet meer zo in nieuws geïnteresseerd zijn: hun hang naar goed nieuws is echt onverminderd.

Kijk maar naar de protesten van het afgelopen jaar. Of het nu over racisme, seksisme of milieu gaat: jongeren zijn zeer sociaal en politiek geëngageerd, betrokken bij wat er speelt in hun leven en bereid tot actie. Spot on is misschien nog wel het voorbeeld uit Hongarije, waar vooral jongeren de straat op gingen om te strijden voor persvrijheid nadat de hoofdredacteur van een van de laatste onafhankelijke Hongaarse nieuwswebsites (Index) werd ontslagen.

Betrokkenheid bij nieuws is maximaal, maar de manier waarop jongeren het nieuws tot zich nemen is anders. Het is niet voor niets dat de gemiddelde leeftijd van kijkers naar nieuwsprogramma’s en talkshows steeds hoger wordt. Ligt daarom in Nederland niet een gapend gat dat snel opgevuld dient te worden?

Wensly Francisco
Hierover had ik een meer dan leuk en inspirerend gesprek met Wensly Francisco, programmamaker, bestuurslid bij de NVJ én betrokken bij onder andere het nieuwsinitiatief Synaps (een crossmediaal buitenlandplatform van BNNVARA waar ook Sinan Can als presentator bij betrokken is) en #followup. Dit laatste is een initiatief van de NVJ, waarbij journalisten worden geholpen en begeleid die in hun werk of op de werkvloer te maken krijgen met seksisme, racisme of discriminatie.

Francisco

Francisco is vooral een bevlogen en betrokken maker, die het allemaal net iets anders heeft aangepakt dan de meeste ingezetenen van het Media Park. Zo werkte hij dertien jaar bij Defensie, waar hij onder andere uitgezonden is geweest naar Bosnië. In die periode heeft Francisco zichzelf ook bekwaamd in journalistiek om zijn droom als documentairemaker te kunnen waarmaken. Defensie gaf hem zelfs de ruimte om stages te lopen bij omroepen. En werd hij niet als redacteur of stagiair aangenomen bij bijvoorbeeld een programma als Pauw & Witteman, dan ging hij er gewoon als vrijwilliger aan de bak om toch de door hem gewenste ervaring op te kunnen doen.

Deze onorthodoxe en vastberaden aanpak heeft hem inmiddels gebracht tot bijvoorbeeld een Zembla-uitzending (Stikken in het Paradijs) die ingezonden is voor de Emmy Awards en maakte hem tot INC-Award winnaar voor KRO-NCRV’s platform No Limits Network. De eigenzinnige weg die hem naar succes leidde, is in die zin vergelijkbaar met die van The Young Turks. Soms kun je via een alternatieve route veel verder komen dan via de gebaande standaard paden.

Te hard
Wat vindt Francisco dan van The Young Turks? “Ik ben fan van het eerste uur, toen ze begonnen op YouTube was ik erbij. Hoe zij het nieuws brachten, trok mij direct aan. Soms misschien iets te hard, maar daardoor was wel duidelijk waar ze voor stonden. Zoveel jaar later zijn ze nog steeds one of a kind en zie je nog weinig andere voorbeelden van hoe je nieuws op zo’n grote schaal kunt neerzetten voor jongeren.” Francisco heeft wel een kritische noot: “Minder goed aan The Young Turks is dat ze soms iets te hard van leer trekken om hun punt te maken. Door die felheid ontbreekt dan de nuance en dat is jammer, want daardoor haken misschien onnodig mensen af.”

“Blijf ook weg bij het inmiddels uitgeknepen talkshow format; er zijn meer vormen”

Missen we in Nederland niet zo’n nieuwsplatform voor jongeren?
“Zeker! Bestaande beleidsbepalers zeggen al snel dat jongeren niet geïnteresseerd zijn in nieuws. Dat is regelrechte onzin. Daarom zouden omroepen en uitgevers veel meer moeten experimenteren met nieuws voor jongeren. Niet voor even, maar voor langere tijd. Proberen te schaven tot je dé formule hebt gevonden. En onthoud daarbij: iets online uitzenden op zichzelf is geen innovatie. Dat is toch nog steeds een wijdverbreid misverstand. En blijf daarbij ook weg bij het inmiddels uitgeknepen talkshow format; er zijn meer vormen.”

Videoland
Welke partijen zouden deze uitdaging dan moeten aangaan? De publieke omroep? Of kunnen commerciële partijen dat ook doen, ondanks hun belangen richting adverteerders?
Francisco: “Publieke omroep klinkt natuurlijk logisch. Daar zijn nu ook initiatieven zoals NOS Stories. Maar het mag allemaal wel wat meer. En ook commerciële partijen kunnen die handschoen oppakken. Waarom niet Videoland bijvoorbeeld? Want ik geloof heel erg in de SVOD aanpak (subscription video on demand, EV). Je zag hoe goed Videoland dat aanvoelde met de docu over Boef. Zij weten blijkbaar die doelgroep goed te bereiken en beseffen dat er een nieuwe generatie is die zichzelf constant filmt en vervolgens weer kijkt naar mensen die hun persoonlijke leven online laten volgen.”

Wat zijn je tips voor de mensen die achter de knoppen zitten in Hilversum, met name ten aanzien van wat het nieuws voor jongeren beter, innovatiever en progressiever zou kunnen maken?
“Mijn eerste tip is vooral te investeren in zoveel mogelijk niches. Want als je veel bij elkaar hebt, ben je uiteindelijk ook de grootste. Kijk maar naar de strategie van de Huffington Post. Vervolgens: bestudeer de jongeren. Waar houden ze zich mee bezig? En nog belangrijker: heb vertrouwen in de nieuwe programmamakers. Serveer hun inbreng als eindredacteur niet te snel af met ‘het is niet goed of urgent genoeg’, maar heb vertrouwen! Tip 4 is vooral durven te experimenteren, want jongeren zijn zeer geëngageerd. Alleen wordt het nu nog niet aangeboden zoals zij het willen. En last but not least: inclusiviteit binnen de journalistiek is niet iets voor de toekomst, maar van nu.”

Bij deze woorden van Francisco sluit ik mij volledig aan. Laat die arrogantie achterwege, luister naar de nieuwe jonge makers en vul dit gapende gat. Vooral nu. Wie pakt deze handschoen op?

Edwin Valent

Edwin ValentEdwin Valent is (a.i.) senior executive in de internationale media- en broadcastindustrie en eigenaar van Bruut Productions, dat zich specialiseert in strategie, transformatie, innovatie en realisatie. Met een groot portfolio aan klanten in de media, sport en entertainmentindustrie. Voor BM schrijft hij daarom over innovatie in het internationale medialandschap. Embrace the digital world en mail voor meer info: edwin@bruutproductions.com.

Bericht delen