Article header image
Article header image

Aanhoudende daling in gebruik traditionele media

De Mediamonitor, die al meer dan twee decennia de ontwikkelingen in het media-aanbod en mediagebruik volgt, merkt op dat deze trend is versneld door een reeks van fusies en overnames in de media-industrie. Hierdoor zijn veel mediamerken in handen gekomen van een kleiner aantal grote bedrijven, wat resulteert in een hoger marktaandeel voor deze bedrijven.

Opvallend is dat vooral onder jongeren het mediagebruik zich voornamelijk online afspeelt, op platforms van grote internationale spelers. Deze verschuiving, die enkele jaren geleden is ingezet, heeft zich ook in 2022 doorgezet, ondanks een tijdelijke opleving in het gebruik van traditionele media tijdens de coronacrisis.

Het rapport benadrukt dat deze ontwikkelingen uitdagingen met zich meebrengen voor zowel het mediabeleid als de mediasector. Er wordt opgeroepen tot het waarborgen van een onafhankelijk en divers media-aanbod in deze veranderende landschap. Verder wordt de nadruk gelegd op het belang van het in contact brengen van jongeren met kwaliteitsmedia en professionele journalistiek, vooral in een online omgeving.

De groeiende kloof in mediagebruik tussen jongeren en oudere leeftijdsgroepen wordt ook benadrukt. Terwijl jongeren zich steeds meer richten op digitale en online media, blijven 65-plussers voornamelijk traditionele media gebruiken.

Dit rapport werpt een cruciaal licht op de snel veranderende dynamiek van mediagebruik en -consumptie, en benadrukt de noodzaak voor mediaorganisaties om zich aan te passen aan deze nieuwe realiteit om relevant te blijven voor alle generaties.

Bron: CvdM/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Digital News Report Nederland 2023 gepubliceerd

Nederland scoort goed in vergelijking met andere landen en staat in de Europese top 3. Dit komt onder andere doordat het vertrou­wen van Nederlanders in de losse nieuwsmerken hoog is. Daarnaast zijn gebruik van en interesse in nieuws belangrijk voor vertrouwen. De groep Nederlanders die zich dagelijks of vaker op de hoogte stelt van de belangrijkste gebeurtenissen is nog steeds groot met 84%.

Met name jongeren gebruiken vaker sociale media als voornaamste bron voor nieuws. Interesse in nieuws staat – na een piek tijdens de coronapandemie – wel onder druk. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het Digital News Report 2023. Dit rapport geeft de laatste stand van zaken weer op het gebied van het nieuwsgebruik en het vertrouwen in nieuwsmedia in Nederland.

De traditionele media zoals print en tv hebben ingeleverd: in 2023 wordt voor het eerst meer gebruik gemaakt van online media voor nieuws dan van tv. Met afstand volgen sociale media op de derde plek. Op de aanvullende vraag wat de voornaamste media voor nieuws zijn, noemen met name jongeren vaker de sociale media. En dat blijft niet zonder gevolgen: onder Nederlanders die hun nieuws voornamelijk van sociale media halen zien we dat het vertrouwen in nieuws lager is en afneemt, waar dit onder andere groepen stabiel blijft.

Op sociale media komen jonge Nederlanders niet alleen nieuws tegen dat afkomstig is van journalistieke nieuwsmerken. Het risico bestaat dat zij hierdoor minder ervaring opdoen met deze nieuwsmerken en mogelijk journalistiek nieuws slechter van ander nieuws kunnen onderscheiden, met als gevolg dat vertrouwen in nieuwsmedia minder goed wordt opgebouwd.

Het Digital News Report Nederland 2023 is hier te bekijken (pdf).

Bron: CvdM/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Influencers overtreden regelmatig reclameregels

Gratis reizen, dure beautyproducten of etentjes: veel influencers krijgen het om de haverklap. Bedrijven zetten regelmatig zogeheten content creators in om hun producten onder de aandacht te brengen. Bij deze manier van adverteren moet het wel altijd duidelijk zijn dat er sprake is van reclame.

Voor de grootste influencers gelden sinds juli aangescherpte regels: accounts met meer dan 500.000 volgers op een platform zoals YouTube, Instagram of TikTok, moeten zich inschrijven bij het CvdM. Verder moet bij een betaalde samenwerking zowel in de video als in de beschrijving daaronder expliciet worden vermeld dat er sprake is van reclame.

De adverteerders zijn zelf ook verantwoordelijk: als de regels niet worden gevolgd, wordt dat gezien als misleiding van de consument. De Autoriteit Consument & Markt kan dan een boete aan de sponsorende onderneming opleggen.

Regels niet goed nageleefd
Maar de nieuwe reclameregels worden lang niet altijd nageleefd, blijkt nu. Het CvdM verrichte een steekproef onder influencers die zich bij de organisatie hebben ingeschreven. Van vijftig mensen werden meerdere video’s geanalyseerd, en in ruim de helft werd niet voldaan aan de reclameregels: het was onvoldoende duidelijk dat er reclame gemaakt werd.

Ook ontbreekt vaak transparantie over zelfpromotie, zegt het CvdM: reclame voor eigen producten of bedrijven waarin video-uploaders zelf een aandeel hebben. Uit aanvullend onderzoek van de NOS blijkt dat meer dan de helft van de Nederlandse YouTube-kanalen die onder de strengere regels vallen, zich nog niet heeft ingeschreven bij het CvdM, of dat niet duidelijk vermeldt.

Nog geen boetes uitgedeeld
Het CvdM zegt liever geen boetes uit te delen omdat het de voorkeur geeft aan een gesprek met overtreders. Er zijn ook brieven verstuurd aan influencers die zich nog niet hadden ingeschreven bij het CvdM. Daarin is verteld dat hun een dwangsom kan worden opgelegd als ze zich niet alsnog registreren. De aangeschreven video-uploaders zouden zich daarna alsnog geregistreerd hebben, maar op veel profielen is dit dus nog niet terug te zien.

Volgens Joey Scheufler van de Reclame Code Commissie is de fase van waarschuwen inmiddels wel voorbij. “Het is goed dat die regels er zijn, maar dan moet er wel worden gehandhaafd. Je moet acties ondernemen die indruk maken, zoals het tijdelijk blokkeren van hun accounts of flinke boetes uitdelen.”

Bron: NOS/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Jaarverslag CvdM 2022: Media in beweging

Op verzoek van het Ministerie van OCW keek het CvdM het afgelopen jaar naar de toekomst van het landelijke publieke mediabestel. De inzichten over de veranderingen binnen het medialandschap, in de samenleving en in de technologie leidden tot een reflectie op het bestel: ‘Kijk samen verder!’ Hierin omschrijft het CvdM risico’s die er zijn en biedt inzichten om te bouwen aan verbeteringen binnen/van het bestel.

Taakuitbreiding
Door de veranderingen in het medialandschap zijn de taken uitgebreid. In 2022 kwam het toezicht op de Gedragscode Integriteit Publieke Omroep erbij. Ook vallen bepaalde ‘video-uploaders’ op sociale media vanaf dit jaar onder het toezicht. Zij concurreren met de traditionele audiovisuele media en brengen vergelijkbare risico’s met zich mee. Daarom zijn er ook voor hen nu regels om minderjarigen te beschermen tegen schadelijke content, helderheid te bieden aan kijkers over wie de persoon achter de content is en duidelijk te zijn over wanneer de makers reclame maken.

De aankomende jaren verwacht het CvdM dat het takenpakket nog verder uit zal breiden. Daarom zijn het afgelopen jaar gesprekken gevoerd met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de bekostiging en de herziening van de toezichtskostenregeling.

Onderzoeken
Het CvdM meldt: ‘In 2022 hebben we een aantal onderzoeken afgerond en nieuwe opgestart. Ieder jaar doen wij onderzoek naar de veranderingen in het medialandschap en hoe het nieuws gevonden en gewaardeerd wordt. Onze resultaten publiceren wij in de Mediamonitor en in het Digital News Report.

Aanvullend op deze onderzoeken hebben we dit jaar voor het eerst grootschalig onderzoek gedaan naar de lokale nieuwsvoorziening. De resultaten van dat onderzoek presenteerden wij in De staat van de lokale nieuws- en informatievoorziening 2022.’

Jaarverslag online
In het jaarverslag vertelt een aantal medewerkers van het Commissariaat over hun werkzaamheden het afgelopen jaar. Het jaarverslag 2022 is hier te lezen (pdf).

Bron: CvdM/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Commissariaat treedt niet op tegen Ongehoord Nederland om racisme

De NPO vroeg het Commissariaat om op drie punten handhavend op te treden of onderzoek te doen naar vermeende overtredingen, te weten: niet voldoen aan de journalistieke kwaliteitseisen, haatzaaien en verkapte zendtijd voor politieke partijen in het media-aanbod.

Het Commissariaat heeft het verzoek op verschillende gronden afgewezen. Wat betreft de plicht te voldoen aan journalistieke kwaliteitseisen heeft de NPO haar wettelijke taak ingevuld met het opleggen van twee sancties en een voornemen tot een derde sanctie. Extra maatregelen door het Commissariaat acht het Commissariaat niet passend en ook onevenredig.

Daartoe is van belang dat als het Commissariaat handhavend zou optreden ten aanzien van de naleving van journalistieke kwaliteitseisen, moeilijk is te bepalen hoe exact de overtreding kan worden beëindigd. Het Commissariaat meent verder dat handhavend optreden door het opleggen van een boete in dit geval onevenredig is, nu voor dezelfde gestelde gedragingen al sanctiebesluiten en een sanctievoornemen zijn opgelegd door de NPO. In dit geval is de NPO vanuit haar wettelijke taak ook als eerste aan zet om Ongehoord Nederland aan te spreken op de naleving van (o.a.) de journalistieke kwaliteitseisen.

Het wetsartikel waar de NPO naar verwijst wat betreft haatzaaien heeft betrekking op de verplichting van omroepen om passende maatregelen te nemen die het doen van bepaalde strafbare uitingen moeten voorkomen. Het artikel is niet gericht op de inhoudelijke beoordeling van programma’s. Beantwoording van de vraag of bij een programma sprake is van media-aanbod dat aanzet tot geweld of haat, is voorbehouden aan de strafrechter en daarmee in eerste instantie aan het Openbaar Ministerie. Daarom wijst het Commissariaat het handhavingsverzoek ook op dit punt af.

Of er sprake is van politieke beïnvloeding van het media-aanbod valt binnen de eerdergenoemde beoordeling van de journalistieke kwaliteit van het media-aanbod.

Reactie NPO
De NPO reageert als volgt op het besluit van het CvdM:
‘De NPO heeft kennisgenomen van het besluit van het Commissariaat voor de Media (CvdM) om niet handhavend op te zullen treden richting Ongehoord Nederland. Het CvdM heeft de eigen bevoegdheden en die van de NPO naast elkaar gelegd en daaruit de conclusie getrokken dat de NPO nu aan zet is.

De toezichthouder maakt in haar toelichting duidelijk dat juist de NPO zelf vanuit haar wettelijke taak als eerste aan zet is om aspirant-omroep Ongehoord Nederland (ON!) aan te spreken op de naleving van de spelregels binnen de publieke omroep, waaronder de journalistieke kwaliteitseisen. En dit doet de NPO ook, met de twee bestuurlijke sancties die al aan de aspirant-omroep zijn opgelegd en met het voornemen om een derde op te leggen. Nu de NPO dit zo aanpakt, zou handhavend optreden door het CvdM volgens het Commissariaat zelf op dit moment ‘onevenredig’ zijn. De NPO vindt deze afweging van het CvdM een zeer logische en ziet het als steun voor het ingezette proces.

Binnenkort neemt de Raad van Bestuur van de NPO een besluit over het opleggen van een derde sanctie en zal dat meteen openbaar maken, zodra dit formeel is toegestaan.’

Bron: CvdM/NPO/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Steven Flipse verlaat Commissariaat voor de Media

Flipse was naast zijn rol als commissaris ook ondernemer. Door zeer recente uitbreiding van zijn ondernemersactiviteiten zouden deze activiteiten op gespannen voet kunnen komen te staan met zijn rol als commissaris. Om mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling in de toekomst te voorkomen, heeft Flipse besloten zijn werk als commissaris per direct te beëindigen.

Flipse begon zijn carrière bij Tata Steel en Getronics, waarna hij twintig jaar als CFO/COO bij Sanoma werkzaam was. Hij is aandeelhouder bij uitgever De Jonge Lezer (een uitgever van jeugdmagazines) en Kompas Publishing. Verder is hij betrokken bij Media Primair Horses, dat recent het online platform Hoefnet overnam.

De commissarissen Amma Asante en Peter Eijsvoogel hebben begrip voor het besluit van Flipse. Voorzitter Amma Asante: “Als onafhankelijk toezichthouder moeten we continu scherp zijn op ons eigen functioneren. Iedere vorm van twijfel over mogelijke belangenverstrengeling moet voorkomen worden. Het besluit van Steven om zijn taak als commissaris per direct neer te leggen, is vanwege zijn veranderende ondernemersactiviteiten een logische keuze. Wij bedanken Steven voor zijn inzet en bijdrage aan het Commissariaat. Met name zijn financieel-economische expertise heeft het Commissariaat verder gebracht.”

Met het vertrek van Steven Flipse bestaat het College van Commissarissen uit twee personen. Naar verwachting wordt medio 2023 besloten of en hoe het college wordt uitgebreid.

Bron: CvdM/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Commissariaat voor de Media verlaagt boete voor EO

De EO tekende bezwaar aan tegen het eerdere besluit van het Commissariaat voor de Media. De omroep vond de boete van 164.500 euro uitzonderlijk hoog in vergelijking met eerdere besluiten van het CvdM.

De toezichthouder concludeerde dat de boete verminderd kon worden, omdat de hoogte van de boete moet afhangen van de ernst van de overtreding. Ook moet het CvdM bij het bepalen van de boete rekening houden met de omstandigheden.

De Boomhut Battle
werd in 2019 uitgezonden op NPO 3. Tuvalu Media is de producent. In het programma bouwden families boomhutten op vakantieparken. Die boomhutten werden na afloop van het programma verhuurd.

Volgens het CvdM heeft de EO “via het programma een platform geboden om de verhuur van deze boomhutten onder de aandacht te brengen en zo meegewerkt aan een (commercieel) voordeel voor derden”. De toezichthouder vindt het extra kwalijk dat er sprake is geweest van beïnvloeding op een zender voor kinderen.

De EO is nog steeds teleurgesteld dat de omroep een boete heeft gekregen. “Omdat we als EO veel aandacht besteden aan het naleven van de Mediawet”, zegt een woordvoerder. “Maar we vinden het ook fijn dat de adviescommissie naar onze zienswijze heeft geluisterd en dat de boete meer dan gehalveerd is. Inmiddels hebben we onze processen goed aangescherpt om situaties als deze in de toekomst te voorkomen.”

Bron: Nu.nl/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

Mediamonitor 2022: Verschuiving naar online zet door

Uit de nieuwe publicaties Mediamonitor 2022 en Televisieaanbod en kijkgedrag 2022 van het Commissariaat voor de Media komen de volgende relevante ontwikkelingen naar boven:

Relevantie televisiepakket neemt af door online en on-demanddiensten
In Nederland wordt veel gebruik gemaakt van televisiepakketten die door distributeurs als Ziggo en KPN worden aangeboden. Er zijn nog weinig mensen die hun televisiepakket opzeggen en alleen maar gebruik maken van online en on-demanddiensten.

De groei van het aanbod en gebruik van gratis en betaalde online videodiensten zet de urgentie voor een abonnement op een televisiepakket echter onder druk. Het aantal mensen dat twijfelt aan het abonnement op het televisiepakket neemt de laatste jaren toe. Wanneer minder mensen de beschikking over een TV pakket hebben, zullen steeds minder Nederlanders toegang hebben tot het lineaire aanbod van de commerciële televisiezenders.

Voorkeur om nieuws te gebruiken verschuift naar sociale media
Voor het kijken van nieuws- en informatieprogramma’s hebben de meeste mensen nog altijd een voorkeur voor de televisiezenders, maar met name onder jongeren neemt de voorkeur voor het kijken van nieuws via sociale media toe. Niet alleen voor het kijken van nieuws, maar ook voor het lezen van nieuws kiezen steeds meer jongeren er voor vooral sociale media te gebruiken.

Sociale media worden door jongeren op dagelijkse basis dan ook meer gebruikt dan de televisie- en radiozenders of (online) nieuwsmedia. Ook professionele nieuwsmedia zijn aanwezig op sociale media. Maar verder hebben we weinig zicht op welk media-aanbod men op sociale media gebruikt en of al het nieuws- en informatieaanbod op sociale media wel tot stand komt op basis van journalistieke normen en waarden.

Macht van internationale spelers blijft toenemen

Op Nederland gerichte mediabedrijven, zoals DPG Media, Mediahuis, RTL Nederland en Talpa Network, moeten steeds meer concurreren met internationale spelers zoals on-demanddiensten en sociale media platforms. Niet alleen concurreren ze om de aandacht van de mediagebruiker, maar ook op advertentie-inkomsten. De digitale reclameomzet is sinds 2015 meer dan verdubbeld en met name in 2021 sterk toegenomen.

Tegelijk nam ook het aandeel van de internationale spelers in de digitale reclameomzet in dezelfde periode toe van 54 naar 80 procent. Nederlandse mediabedrijven zien daardoor een deel van de reclame-inkomsten wegvloeien. Als reactie hierop zetten mediabedrijven al sinds jaren in op schaalgrootte en investeren ze in digitalisering. Zo nam in 2021 het aantal digitale abonnees op online nieuwsmedia en on-demanddiensten toe. De mediasector staat voor een uitdaging om voldoende interessant online (journalistiek) media-aanbod te ontwikkelen om met de internationale spelers te kunnen concurreren.

Divers online aanbod betekent niet vanzelfsprekend ook een divers gebruik
De digitalisering van het mediagebruik zet verder door in 2021. Het dagelijkse gebruik van dagbladen en televisie- en radiozenders neemt verder af. Het gebruik van online nieuwsmedia en on-demanddiensten neemt toe en de aandacht verschuift verder naar sociale media. Voor mediagebruikers is er online in potentie een ruime hoeveelheid divers nieuws- en informatieaanbod. Onduidelijk is echter of mediagebruikers in voldoende mate met een divers aanbod in aanraking komen.

Het Commissariaat voor de Media acht het belangrijk dat professioneel gemaakt kwaliteitsnieuws en media-aanbod, van zowel publieke omroep als private mediabedrijven, goed herkenbaar, zichtbaar en vindbaar is in een online omgeving. Op dit moment is bijvoorbeeld de zichtbaarheid van aanbod van de publieke omroep in de lineaire traditionele televisie-omgeving gewaarborgd door de must-carry verplichting. Een dergelijke waarborg is er niet voor de online omgeving. Het is van belang na te denken over hoe toegang tot professioneel gemaakt, divers en onafhankelijk media-aanbod in een online omgeving en op sociale media versterkt kan worden, zodat met name een jongere generatie hiermee in aanraking komt.

Het Commissariaat voor de Media monitort al meer dan twintig jaar de mediaontwikkelingen en de effecten daarvan op de diversiteit en onafhankelijkheid van de informatievoorziening. Het onderzoek Televisieaanbod en kijkgedrag geeft sinds 2014 inzicht in de diversiteit van en tevredenheid met de televisiepakketten én het veranderende kijkgedrag.

Bron: CvdM/BM

Bericht delen
Article header image
Article header image

CvdM vreest voor onafhankelijkheid onderzoek naar DWDD

Volgens de mediawaakhond, die toezicht houdt op het naleven van de Mediawet, zou niet alleen de uitvoering maar ook het geven van de opdracht voor het onderzoek in onafhankelijke handen moeten liggen. Het Commissariaat heeft bij de NPO en het ministerie aangegeven deze taak op zich te willen nemen.

“De NPO en in ieder geval een van zijn leidinggevenden is – kort gezegd – te veel onderwerp van onderzoek om zelf opdrachtgever te kunnen zijn”, aldus de mediawaakhond. NPO-directeur Frans Klein, die eerder als mediadirecteur van de VARA verantwoordelijk was voor DWDD, legde dinsdag voorlopig zijn functies neer.

Volgens het Commissariaat moet elke schijn van sturing, ook bij het verstrekken van de opdracht voor het onderzoek, voorkomen worden. “Het opdrachtgeverschap kan ook bij een andere partij liggen, zolang het maar niet de NPO of BNNVARA is en de onafhankelijkheid maar gewaarborgd is.”

Het Commissariaat wijst erop dat eerder deze week ook Mariëtte Hamer, de regeringscoördinator grensoverschrijdend gedrag, en BNNVARA-directeur Suzanne Kunzeler hierop hebben gewezen. Het NPO-onderzoek richt zich op de vraag welke signalen over misstanden er zijn geweest en wat er met die signalen is gebeurd.

Frans Klein was destijds als mediadirecteur van BNNVARA nauw betrokken bij de opnames van DWDD en werd later directeur Video bij de NPO. Inmiddels is bekend dat de NPO toch de opdrachtgever wil zijn van het ‘onafhankelijke onderzoek’.

Bron: AD/BM

Bericht delen